Regeling vervallen per 01-01-2022

Verordening Tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ Meierijstad 2017

Geldend van 24-01-2017 t/m 31-12-2021 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2017

Intitulé

Verordening Tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ Meierijstad 2017

De raad van de gemeente Meierijstad

gelezen het voorstel van de Stuurgroep fusie Meierijstad;

gelet op artikel 8a, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Participatiewet, en artikel 35 onderdeel b van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers en artikel 35 onderdeel b van de Wet Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen.

b e s l u i t :

vast te stellen de volgende:

Verordening Tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ Meierijstad 2017

Hoofdstuk 1. Algemeen

Artikel 1. Begrippen

In deze verordening wordt verstaan onder:

College: het college van burgemeester en wethouders

Uitkering: een uitkering op grond van de Participatiewet, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW) en van de Wet Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ).

Mantelzorg: langdurige zorg die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende door personen uit diens directe omgeving, waarbij zorgverlening rechtstreeks voortvloeit uit de sociale relatie en de gebruikelijke zorg van huisgenoten voor elkaar overstijgt.

Belanghebbende: persoon die behoort tot de doelgroep van de Participatiewet

Hoofdstuk 2. De tegenprestatie naar vermogen

Artikel 2. Inhoud van een tegenprestatie

  • 1.

    Het college kan onbeloonde maatschappelijk nuttige werkzaamheden, die additioneel van aard zijn, inzetten als tegenprestatie voor zover die werkzaamheden:

    • a.

      naar zijn aard niet zijn gericht op toeleiding tot de arbeidsmarkt;

    • b.

      niet zijn bedoeld als re-integratie instrument;

    • c.

      worden verricht naast of in aanvulling op reguliere arbeid in de organisatie waarin ze worden verricht; en

    • d.

      niet leiden tot verdringing.

  • 2.

    Het college motiveert de inzet van de tegenprestatie, waarbij tegemoet wordt gekomen aan het individueel en collectief belang.

Artikel 3. Het opdragen van een tegenprestatie

  • 1.

    Het college kan belanghebbenden met een grote afstand tot de arbeidsmarkt een tegenprestatie opdragen.

  • 2.

    Bij het opdragen van een tegenprestatie houdt het college rekening met de volgende factoren:

    • a.

      de tegenprestatie moet naar vermogen kunnen worden verricht door een belanghebbende;

    • b.

      b) de persoonlijke situatie en individuele omstandigheden van een belanghebbende;

  • 3.

    Bij het opdragen van een tegenprestatie kan het college rekening houden met de persoonlijke wensen en kwaliteiten van belanghebbende;

  • 4.

    Het college kan bij dringende redenen in individuele gevallen een tijdelijke ontheffing verlenen van de verplichting om een opgedragen tegenprestatie te verrichten.

Artikel 4. Duur en omvang van een tegenprestatie

  • 1.

    De duur van de tegenprestatie wordt bepaald op basis van de individuele omstandigheden van belanghebbende met een maximale duur van 12 maanden;

  • 2.

    De omvang van de tegenprestatie wordt bepaald op basis van de individuele omstandigheden van belanghebbende met een maximum van 30 uur per week.

Artikel 5. Geen tegenprestatie opdragen

Het college draagt geen tegenprestatie op als een belanghebbende mantelzorg of vrijwilligerswerk verricht voor zover het verrichten van mantelzorg of vrijwilligerswerk naar het oordeel van het bestuur redelijkerwijs voldoende, noodzakelijk of wenselijk is.

Artikel 6. Geen werkzaamheden voorhanden

Het college draagt geen tegenprestatie op indien geen werkzaamheden voorhanden zijn die kunnen worden ingezet als tegenprestatie.

Hoofdstuk 3. Slotbepalingen

Artikel 7. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na die van de bekendmaking en werkt terug tot en met 1 januari 2017.

  • 2.

    Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening Tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ Meierijstad 2017.

Ondertekening

Aldus besloten in zijn openbare vergadering van 2 januari 2017.

De griffier,

A.F.J. Franken,

De burgemeester,

M.A. Fränzel