Regeling diverse vergoedingen en faciliteiten gemeente Meierijstad

Geldend van 20-12-2018 t/m heden

Intitulé

Regeling diverse vergoedingen en faciliteiten gemeente Meierijstad

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Meierijstad;

• gelet op artikel 125 van de Ambtenarenwet;

• gelet op artikel 160 van de Gemeentewet;

• gelet op hoofdstuk 3 van de CAR-UWO;

• na overeenstemming in de commissie voor georganiseerd overleg;

besluit de volgende regeling vast te stellen:

Regeling diverse vergoedingen en faciliteiten gemeente Meierijstad

Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Definities

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

  • CAR-UWO:

    de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling en Uitwerkingsovereenkomst van de gemeente Meierijstad;

  • duurzaam vervoer woon-werkverkeer:

    vervoer per fiets, openbaar vervoer of volledig elektrische auto/scooter, of lopen;

  • medewerker:

    de ambtenaar als bedoeld in artikel 1:1, lid 1, onder a van de CAR-UWO;

  • standplaats:

    de aangewezen locatie waar de ambtenaar gewoonlijk zijn werkzaamheden verricht.

Paragraaf 2 Bedrijfsvervoer

Artikel 2 Faciliteiten bij dienstreizen

Voor dienstreizen kan de medewerker kosteloos gebruik maken van een NS businesscard, de door de gemeente beschikbaar gestelde Greenwheels of de door de gemeente beschikbaar gestelde dienstfietsen.

Artikel 3 Vergoeding dienstreizen bij gebruik eigen motorvoertuig of bromfiets

Lid 1

De medewerker komt uitsluitend in aanmerking voor een vergoeding voor dienstreizen bij gebruik van een eigen motorvoertuig of bromfiets als er geen Greenwheel beschikbaar is en de dienstreis niet of niet doelmatig met openbaar vervoer of (dienst)fiets kan worden gemaakt. Medewerkers worden geïnformeerd over de van toepassing zijnde richtlijnen met betrekking tot doelmatigheid.

Lid 2

De vergoeding voor het gebruik van een eigen motorvoertuig of bromfiets in de situatie als bedoeld in lid 1 van dit artikel is gelijk aan de vergoeding als bedoeld in artikel 2 van de Reisregeling binnenland.

Lid 3

Parkeerkosten en eventuele veer-/tolkosten gemaakt tijdens dienstreizen komen voor een fiscaal onbelaste vergoeding in aanmerking. Dit is niet van toepassing als de dienstreis ook doelmatig met openbaar vervoer of (dienst)fiets kan worden gemaakt.

Lid 4

Wanneer in het belang van de dienst naast openbaar vervoer gebruik wordt gemaakt van een taxi, kunnen deze kosten volledig voor vergoeding in aanmerking komen, zulks ter beoordeling van het college.

Artikel 4 Bepaling kilometers bij dienstreizen

Lid 1

Het aantal kilometers voor reizen met een eigen motorvoertuig of bromfiets dat in aanmerking komt voor vergoeding wordt bepaald door de afstand tussen de standplaats en het bezoekadres vice versa, doch kan niet meer bedragen dan het feitelijk aantal gereden kilometers. Er is geen vergoeding van toepassing voor (delen van) dienstreizen die als woon-werkverkeer kunnen worden aangemerkt.

Lid 2

Reiskosten die worden gemaakt voor de uitvoering van werkzaamheden in het kader van de beschikbaarheidsdiensten, komen voor vergoeding in aanmerking, zulks inclusief eventueel woon-werkverkeer. De vergoeding is gelijk aan de vergoeding voor een dienstreis.

Artikel 5 Vergoeding dienstreizen bij gebruik eigen fiets

Lid 1

De medewerker komt uitsluitend in aanmerking voor een vergoeding voor dienstreizen bij gebruik van een eigen fiets als er geen Greenwheel of dienstfiets beschikbaar is.

Lid 2

De vergoeding voor het gebruik van een eigen fiets als bedoeld in lid 1 van dit artikel is gelijk aan de vergoeding als bedoeld in artikel 4, onder b van de Reisregeling binnenland. Er is geen vergoeding van toepassing voor (delen van) dienstreizen die als woon-werkverkeer kunnen worden aangemerkt.

Artikel 6 Vergoeding verblijfkosten

Bij dienstreizen kan een vergoeding worden toegekend voor kleine uitgaven overdag, lunch- en dinercomponenten overeenkomstig hetgeen is geregeld in artikel 5 van de Reisregeling binnenland.

Artikel 7 Faciliteiten woon-werkverkeer

Lid 1

Voor woon-werkverkeer kan de medewerker kosteloos gebruik maken van een NS businesscard.

Lid 2

De medewerker die voor 70% van zijn werkdagen op een duurzame manier van vervoer voor het woon-werkverkeer gebruik maakt, komt in aanmerking voor een vergoeding voor woon-werkverkeer. De vergoeding bedraagt € 150,- netto per jaar bij 4-5 werkdagen per week, € 120,- bij 3 werkdagen per week en € 75,- bij 2 werkdagen per week. De vergoeding heeft geen invloed op de uitruil woon-werkverkeer.

Lid 3

De medewerker die per 1 januari 2017 een andere standplaats heeft gekregen, komt tot uiterlijk 1 januari 2021 in aanmerking voor een vergoeding voor woon-werkverkeer. De vergoeding heeft geen invloed op de uitruil woon-werkverkeer. De vergoeding is afhankelijk van het aantal meerkilometers enkele reis, het aantal werkdagen per week en de wijze van vervoer volgens onderstaande tabel:

Aantal meerkilometers enkele reis

4 jaar extra vergoeding bij duurzaam reizen (bovenop de vaste vergoeding duurzaam reizen)

4 jaar vergoeding bij niet duurzaam reizen

1-2 km.

€ 75,- netto per jaar bij 4-5 werkdagen per week (€ 60,- bij 3 werkdagen per week en € 37,50 bij 2 werkdagen per week)

€ 75,- netto per jaar bij 4-5 werkdagen per week (€ 60,- bij 3 werkdagen per week en € 37,50 bij 2 werkdagen per week)

2-6 km.

€ 150,- netto per jaar bij 4-5 werkdagen per week (€ 120,- bij 3 werkdagen per week en € 75,- bij 2 werkdagen per week)

€ 150,- netto per jaar bij 4-5 werkdagen per week (€ 120,- bij 3 werkdagen per week en € 75,00 bij 2 werkdagen per week)

6-10 km.

€ 300,- netto per jaar bij 4-5 werkdagen per week (€ 240,- bij 3 werkdagen per week en € 150,- bij 2 werkdagen per week)

€ 225,- netto per jaar bij 4-5 werkdagen per week (€ 180,- bij 3 werkdagen per week en € 112,50 bij 2 werkdagen per week)

Paragraaf 3 Individueel keuzebudget (IKB)

Artikel 8 Aanvullende doelen IKB

In aanvulling op het gestelde in artikel 3:29 van de CAR-UWO kan de medewerker het IKB ook gebruiken voor:

  • a.

    De aanschaf van een fiets, tot een maximum bedrag van € 850,- inclusief eventuele verzekering en accessoires. De medewerker kan één keer per drie kalenderjaren gebruik maken van dit doel. Als een medewerker in 2015 of 2016 bij een van de fusiegemeenten, Optimisd of PLE1N gebruik heeft gemaakt van de uitruil voor de aanschaf van een fiets kan hij vanaf 2018 respectievelijk 2019 weer gebruik maken van de uitruil bij de gemeente Meierijstad.

  • b.

    De fiscale uitruil van reiskosten voor woon-werkverkeer. Het aantal kilometers woon-werkverkeer wordt berekend met de ANWB routeplanner, snelste route. De vergoeding per kilometer is gelijk aan de maximaal fiscaal onbelaste vergoeding per kilometer. Er wordt een korting toegepast voor het gebruik van het openbaar vervoer voor woon-werkverkeer met de NS-Business Card en een eventuele vergoeding woon-werkverkeer.

  • c.

    De financiering van de vakbondscontributie.

Paragraaf 4 Overige bepalingen

Artikel 9 Renteloze lening

De medewerker kan voor de aanschaf van een eigen fiets gebruik maken van een renteloze lening van maximaal € 1.000,-. Het geleende bedrag dient in maximaal drie jaren te worden terugbetaald.

Artikel 10 Maaltijdvergoeding bij avondwerkzaamheden

Als de medewerker ‘s avonds werkzaamheden dient te verrichten waardoor hij ter beoordeling door het college zijn maaltijd niet op de hiervoor bestemde tijd en op de voor hem gebruikelijke plaats kan nuttigen, gelden de volgende bepalingen:

  • a.

    Aan de medewerker wordt voor zover mogelijk een maaltijd van gemeentewege verstrekt.

  • b.

    Als een voorziening als bedoeld onder a van dit artikel niet mogelijk is, ontvangt de medewerker op basis van declaratie voor een maaltijd in een daarvoor bestemde gelegenheid een vergoeding overeenkomstig hetgeen is geregeld in artikel 5 van de Reisregeling binnenland voor een avondmaaltijd.

  • c.

    Als de medewerker geen maaltijd als onder b van dit artikel bedoeld heeft gebruikt, maar in verband met de avondwerkzaamheden kosten heeft moeten maken doordat hij zijn maaltijd niet op de hiervoor gebruikelijke tijd en op de door hem gebruikelijke plaats heeft kunnen nuttigen, worden hem deze kosten vergoed op basis van declaratie tot maximaal het bedrag als bedoeld onder b van dit artikel.

Artikel 11 Beeldschermbril

Lid 1

De medewerker komt in aanmerking voor een beeldschermbril onder de volgende voorwaarden:

  • a.

    uit onderzoek door een gecertificeerde opticien blijkt dat een beeldschermbril noodzakelijk is voor de uitvoering van de functie;

  • b.

    de beeldschermbril wordt tenminste 90% van de tijd zakelijk gebruikt;

  • c.

    de verstrekking van een beeldschermbril is eenmaal per 3 jaar mogelijk tot een bedrag van maximaal € 250,- inclusief BTW.

Lid 2

De medewerker bespreekt met P&O de aanschaf van een beeldschermbril en de keuze van een opticien. Bij tussentijdse gewijzigde sterkte, defect of slijtage bespreekt de medewerker met P&O of hij in aanmerking komt voor een nieuwe beeldschermbril.

Artikel 12 Tijdelijke stopzetting of verlaging vergoedingen

Lid 1

De volgende vergoedingen worden tijdelijk stopgezet bij langdurige afwezigheid van de medewerker:

  • a.

    vergoeding BHV, EHBO en interventieteam

  • b.

    vergoeding eigen auto (afbouw)

  • c.

    was-/kledingvergoeding

  • d.

    vergoeding voor woon-werkverkeer

De wijziging gaat in op de eerste dag na zes weken afwezigheid en duurt de resterende periode van afwezigheid.

Lid 2

De volgende vergoedingen worden tijdelijk verlaagd bij gedeeltelijke afwezigheid van de medewerker wegens arbeidsongeschiktheid, ouderschapsverlof, generatiepact of onbetaald verlof:

  • a.

    vergoeding eigen auto (afbouw)

  • b.

    vergoeding voor woon-werkverkeer

De vergoeding wordt vanaf de eerste dag van gedeeltelijke afwezigheid naar rato aangepast. Bij gedeeltelijke afwezigheid als gevolg van arbeidsongeschiktheid vindt de eerste zes weken van de arbeidsongeschiktheid geen verlaging plaats.

Lid 3

Een vaste vergoeding voor extra gewerkte uren wordt stopgezet of verlaagd in geval van langdurige afwezigheid van de medewerker met ingang van de eerste dag van afwezigheid of gedeeltelijke afwezigheid.

Paragraaf 5 Slotbepalingen

Artikel 13 Slotbepalingen

Lid 1

In gevallen waarin deze regeling niet of niet in redelijkheid voorziet, beslist het college.

Lid 2

Voor de toepassing van deze regeling ten aanzien van de griffier en de op de griffie werkzame ambtenaren is de raad bevoegd.

Lid 3

Deze regeling kan worden aangehaald als de “Regeling diverse vergoedingen en faciliteiten gemeente Meierijstad” en treedt in werking met ingang van de eerste dag na bekendmaking. Alsdan vervallen alle eerdere regelingen van de voormalige gemeenten Schijndel, Sint-Oedenrode en Veghel met betrekking tot het onderwerp van deze regeling.

Ondertekening

Aldus besloten in de vergadering van 13 november 2018.

Burgemeester en wethouders van de gemeente Meierijstad

De secretaris,

Drs. M.G.C. Wilms –Wils RA

De burgemeester,

ir. C.H.C. van Rooij