Regeling vervallen per 01-01-2022

Verordening scheepvaartrechten Meierijstad 2021

Geldend van 24-12-2020 t/m 31-12-2021

Intitulé

Verordening scheepvaartrechten Meierijstad 2021

De raad van de gemeente Meierijstad;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 november 2020

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a en b, van de Gemeentewet;

b e s l u i t :

vast te stellen de

Verordening scheepvaartrechten Meierijstad 2021

I. Havengeld

1. ArtikelInleidende bepaling

Krachtens deze verordening worden geheven:

  • I.

    havengelden;

  • II.

    overslaggelden;

  • III.

    elektriciteitsgelden.

Artikel 2. Belastbaar feit en belastingplicht

  • 1.

    Onder de naam “havengeld” wordt ingevolge deze verordening een recht geheven, dat verschuldigd is voor vaartuigen, waarmee overeenkomstig de bestemming van de gemeentehavens, gebruik wordt gemaakt. Havens als bedoeld in de Havenbeheersverordening Meierijstad (vastgesteld in de raadsvergadering van 18 januari 2018)

  • 2.

    Geen havengeld wordt geheven van:

    • a.

      roeiboten, behorende bij vaartuigen,

    • b.

      vaartuigen die aan het Rijk toebehoren,

    • c.

      politieboten,

    • d.

      hospitaalboten,

  • 3.

    Het recht wordt geheven van de gezagvoerder, de schipper, de kapitein, de reder, de eigenaar, de gebruikers, de bevrachter, de huurder van het vaartuig of de gemachtigde van een van dezen.

  • 4.

    De heffing van het recht vangt aan, zodra van de gemeentehaven gebruik wordt gemaakt.

  • 5.

    Bij langer verblijf dan zeven dagen ná de dag van aankomst in de gemeentehaven, is voor elk tijdvak van zeven dagen of gedeelte daarvan het recht opnieuw verschuldigd, tenzij dit langer verblijf wegens ijsgang, invriezing, abnormale waterstand ter plaatse of andere buitengewone omstandigheden noodzakelijk is. Binnen het in de vorige zinsnede bedoelde tijdsbestek van zeven dagen mag een vaartuig van de gemeentelijke havens en van de gemeentelijke los- en laadplaatsen aan de Zuid-Willemsvaart over en weer, onmiddellijk op elkaar aansluitend, gebruikmaken.

Artikel 3. Maatstaf van heffing

  • 1.

    Maatstaf van de heffing is de maximum waterverplaatsing ingevolge de geldige meetbrief van het vaartuig.

  • 2.

    Bij gemis van een meetbrief of bij weigering om de meetbrief te vertonen, wordt de maximum waterverplaatsing door de heffingsambtenaar ambtshalve vastgesteld en wordt het recht naar de uitkomst daarvan geheven.

Artikel 4. Tarieven

  • 1.

    Het havengeld wordt berekend naar de maximum waterverplaatsing van de vaartuigen en bedraagt per kubieke meter van die maximum waterverplaatsing € 0,14 voor elke keer, dat de vaartuigen gebruik maken van een van de gemeentehavens, met een minimum van € 30,50.

  • 2.

    Voor vaartuigen die de haven bezoeken zonder te laden of te lossen en die niet voor opslag bestemd zijn, bedraagt het recht € 0,14 per kubieke meter waterverplaatsing met een minimum van € 30,50.

II. Overslaggeld

Artikel 5. Belastbaar feit

  • 1.

    Onder de naam “overslaggeld” wordt ingevolge deze verordening een recht geheven wegens het gebruik maken van gedeelten van de havens welke onmiddellijk dan wel middellijk met het laden en lossen van vaartuigen verband houden.

  • 2.

    Indien er overslaggeld wordt betaald is geen havengeld verschuldigd.

Artikel 6. Belastingplicht

  • 1.

    Het overslaggeld wordt geheven van degene aan wie gedeelten van de haven in gebruik zijn gegeven ten behoeve van overslag.

  • 2.

    Degene van wie overslaggeld wordt geheven, is verplicht op het einde van iedere maand een opgave van het gewicht van de overgeslagen goederen en het aantal containers aan de havenmeester te verstrekken. Tevens dienen de volgende gegevens te worden verstrekt: datum, naam van het schip met Europanummer en het aantal uitgeloste/geladen tonnen of containers.

Artikel 7. Maatstaf van heffing

Het overslaggeld bedraagt per ton overgeslagen goederen € 0,18 en per overgeslagen met materialen c.q. producten gevulde container € 1,20.

Artikel 8 Wijze van heffing

  • 1.

    Het overslaggeld wordt geheven bij wege van gedagtekende nota of andere schriftuur.

  • 2.

    Schepen die gebruik maken van dit recht en elders ligplaats binnen de gemeentehavens innemen

III. Elektriciteitsgeld

Artikel 9. Belastbaar feit en belastingplicht

  • 1.

    Onder de naam “elektriciteitsgeld” wordt ingevolge deze verordening een recht geheven, dat is verschuldigd voor vaartuigen die gebruik maken van de bij de gemeentelijke havens beschikbare elektriciteitsafnamepunten.

  • 2.

    Het recht wordt geheven van degene aan wie een afnamepunt in gebruik is gegeven.

Artikel 10. Maatstaf van heffing

Het recht wordt geheven op basis van het geleverde voltage.

Artikel 11. Tarieven

Het recht bedraagt na drie dagen vanaf de dag van aankomst in de haven € 5,45 per dag per schip voor 220 V en € 7,10 per dag per schip voor 380 V.

IV. Overige bepalingen

Artikel 12. Belastingjaar

  • 1.

    Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

  • 2.

    Indien dit in deze verordening niet anders is bepaald, wordt bij de toepassing van deze verordening voor een gedeelte van een jaar, van een kalendermaand, van een dag, van een kubieke meter, van een vierkante meter en van een strekkende meter respectievelijk een vol jaar, een volle kalendermaand, een volle dag, een hele kubieke meter, een hele vierkante meter en een hele strekkende meter gerekend

Artikel13. Wijze van heffing

  • 1.

    De rechten worden geheven bij wege van aanslag (gedagtekende kennisgeving, nota of andere schriftuur).

  • 2.

    Voor degenen die niet tijdig de informatie verstrekken die nodig is voor de berekening van de verschuldigde havengelden, worden de verschuldigde rechten per kwartaal door de heffingsambtenaar ambtshalve vastgesteld.

Artikel 14. Tijdstip van betaling

  • 1.

    De rechten zijn verschuldigd en moeten worden betaald op het tijdstip waarop het gebruik aanvangt.

  • 2.

    Indien de rechten niet op het in het eerste lid genoemde tijdstip kunnen worden voldaan, moeten deze, in afwijking van het bepaalde in het eerste lid, worden betaald binnen 1 maand na dagtekening van de aanslag (schriftelijke kennisgeving, de nota of de andere schriftuur).

Artikel 15. Omzetbelasting

Alle in deze verordening genoemde tarieven zijn exclusief de verschuldigde omzetbelasting.

Artikel 16. Kwijtschelding

De rechten (havengeld, overslaggeld en elektriciteitsgeld) genoemd in artikel 1 komen niet voor kwijtschelding in aanmerking.

Artikel 17. Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de scheepvaartrechten.

Artikel 18. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De “Verordening scheepvaartrechten 2018”, vastgesteld bij raadsbesluit van 31 mei 2018, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2021.

  • 4.

    Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening scheepvaartrechten Meierijstad 2021”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 17 december 2020.

De griffier,

A.F.J. Franken,

De burgemeester,

C.H.C. van Rooij