Regeling vervallen per 01-01-2012

Verordening op de heffing en de invordering van binnenhavengeld

Geldend van 01-01-2012 t/m 31-12-2011

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van binnenhavengeld

Raadsbesluit

De R a a d der gemeente Meppel;

gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d. , nr.   ;

gelet op het bepaalde in de artikelen 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b. van de Gemeentewet;

b e s l u i t :

vast te stellen de:

Verordening op de heffing en de invordering van Binnenhavengeld.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

Haven:

de voor de openbare dienst bestemde wateren en de voor de openbare dienst bestemde werken of inrichtingen die bij de gemeente in beheer en / of onderhoud zijn, zoals deze zijn aangegeven op de bij de verordening behorende kaart;

Locatie:

een op de bij de verordening behorende kaart specifiek aangeduid gebied van de haven;

Ligbox:

een in de haven aangebrachte inrichting voor het aanleggen van pleziervaartuigen;

Vaartuig:

alle vaartuigen, daaronder mede verstaan drijvende werktuigen, alsmede woonschepen, glijboten en ponten;

Binnenschip:

een schip gebruikt of bestemd voor bedrijfsmatig goederenvervoer, alsmede sleep- en duwboten;

Passagiersschip:

een binnenschip dat is bestemd of wordt gebruikt voor het bedrijfsmatig vervoer van personen;

Historisch vaartuig:

een vaartuig dat aanvankelijk is gebouwd als bedrijfsvaartuig, dat een leeftijd heeft van minimaal 50 jaar en dat qua uiterlijk zoveel mogelijk in oorspronkelijke staat van bouw en uitrusting wordt gehouden;

Hospitaalschip:

een binnenschip dat is bestemd of wordt gebruikt voor het vervoer van zieken en invaliden;

Bedrijfsvaartuig:

een vaartuig, daaronder begrepen een object te water, niet-zijnde een binnenschip, hoofdzakelijk gebruikt of bestemd voor de uitoefening van enig bedrijf of beroep dan wel voor de uitoefening van sociaal-culturele activiteiten;

Zeilend bedrijfsvaartuig:

een binnenschip, geen passagiersschip zijnde, dat met behulp van zeilen wordt voortgestuwd en dat hoofdzakelijk is bestemd of wordt gebruikt voor het bedrijfsmatig vervoer van personen;

Vissersschip:

een binnenschip dat hoofdzakelijk is bestemd en wordt gebruikt voor het vangen van vis of andere levende rijkdommen;

Sleepboot:

een binnenschip dat hoofdzakelijk is bestemd of wordt gebruikt voor het slepen of duwen van andere vaartuigen;

Woonschip:

een vaartuig, daaronder begrepen een object te water, dat uitsluitend of in hoofdzaak wordt gebruikt als, of te oordelen naar zijn constructie of inrichting uitsluitend of in hoofdzaak bestemd is tot, een als hoofdverblijf geldend dag- of nachtverblijf van één of meer personen.

Pleziervaartuig:

een vaartuig dat uitsluitend of hoofdzakelijk wordt gebruikt voor niet-bedrijfsmatige dat wil zeggen sportieve of recreatieve doeleinden.

Lading:

alle door een binnenschip geloste en ingenomen goederen en verpakkingsmateriaal, containers en trailers, doch zonder daarbij in aanmerking te nemen ballast, brandstof, proviand en andere voor eigen gebruik bestemde scheepsbenodigdheden, de handbagage van opvarenden voor zover deze met de opvarenden op hetzelfde schip worden vervoerd, alsmede slops;

Meetbrief:

het document als bedoeld in artikel 782, derde lid, van het Wetboek van Koophandel, juncto het besluit binnenschependocumenten van 24 oktober 1983, Stb. 548 (Besluit binnenschependocumenten);

Laadvermogen:

het in tonnen uitgedrukte laadvermogen, zoals blijkt uit de bij het vaartuig behorende meetbrief;

Oppervlakte:

het produkt van de lengte over alles en de grootste breedte, zoals blijkt uit de bij het vaartuig behorende meetbrief;

Lengte:

de lengte over alles, zoals blijkt uit de bij het vaartuig behorende meetbrief;

Termijn:

Een in de tarieventabel genoemd tijdvak waarin het gebruik van de haven plaats heeft;

Ton:

een massa van 1.000 kilogram;

Havenmeester:

havenmeester: de door het college als zodanig benoemde ambtenaar, alsmede diens plaatsvervanger(s).

Tabel:

de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel;

1 dag: een aaneengesloten tijdvak van 24 uren beginnende op 0.00 uur;

7,14 dagen:

een aaneengesloten tijdvak van respectievelijk 7, 14 dagen;

1 overnachting:

een aaneengesloten tijdvak van 24 uren beginnende op 16.00 uur;

7 overnachtingen:

een aaneengesloten tijdvak van 7 overnachtingen;

Een maand:

het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalendermaand tot en met de n-1e dag in de volgende kalendermaand;

Een kwartaal:

een tijdvak van drie aaneengesloten kalendermaanden;

Een jaar:

een kalenderjaar;

Een zomerseizoen:

het tijdvak dat loopt van 1 april tot 1 oktober;

Een winterseizoen:

het tijdvak dat loopt van 1 oktober tot 1 april van het volgende jaar.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam "binnenhavengeld" wordt een recht geheven ter zake van het gebruik met een vaartuig van de haven of het genot van door of vanwege de gemeente verstrekte diensten.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de schipper, de reder, de eigenaar van het vaartuig, degene aan wie het vaartuig in gebruik is gegeven, of degene die als vertegenwoordiger van één van dezen optreedt.

Artikel 4 Maatstaf van heffing

1) Het binnenhavengeld wordt geheven naar:

a) het laadvermogen van het vaartuig;

b) de oppervlakte van het vaartuig;

c) de lengte van het vaartuig;

2) In de bij deze verordening behorende tarieventabel is per soort vaartuig aangegeven welke maatstaf van heffing van toepassing is.

Artikel 5 Belastingtarieven

1) Het binnenhavengeld wordt geheven naar de tarieven, die zijn opgenomen in de tabel, zulks met inachtneming van daarin gegeven aanwijzingen en bijzondere bepalingen en van het in de volgende leden bepaalde.

2) Voor de toepassing van de tarieven:

a) wordt een gedeelte van een eenheid laadvermogen, oppervlakte of lengte voor een volle eenheid gerekend;

b) wordt het bedrag bij contante betaling op de gebruikelijke wijze afgerond op eenheden van 5 eurocent;

c) wordt de termijn steeds op de kortste van de in de tarieventabel voor het betreffende soort vaartuig genoemde termijnen gesteld, tenzij voor een langere termijn aangifte is gedaan.

3) Bij de toepassing van de tarieven wordt het laadvermogen, de oppervlakte of de lengte ambtshalve bepaald als geen meetbrief wordt overgelegd of indien deze niet de vereiste gegevens vermeldt.

Artikel 6 Wijze van heffing

1) Het binnenhavengeld wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte.

2) Aangifte wordt mondeling, danwel schriftelijk gedaan.

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld

Het binnenhavengeld is verschuldigd zodra het gebruik met een vaartuig van haven of het genot van door of vanwege de gemeente verstrekte diensten aanvangt.

Artikel 8 Aangifte

1) De aangifte wordt, gelijktijdig met de betaling gedaan bij de havenmeester.

2) Het binnenhavengeld moet overeenkomstig de aangifte aan de havenmeester worden betaald op de eerste werkdag volgende op de dag van aankomst van het vaartuig in de haven, doch vóór het tijdstip waarop het vaartuig uit de haven vertrekt.

3) Bij voortgezet gebruik van de haven, na afloop van de termijn waarover binnenhavengeld is verschuldigd, moet opnieuw aangifte worden gedaan op de eerste werkdag van de volgende termijn.

4) In afwijking van het bepaalde in het tweede en derde lid kan het binnenhavengeld worden betaald binnen 14 dagen na de dag van aankomst van het vaartuig in de haven, mits ten genoegen van de ontvanger zekerheid tot betaling van het binnenhavengeld is gesteld.

5) Het in het derde lid bepaalde vindt geen toepassing indien van het gebruik van de haven eindigt vóór 's-middags 12 uur op de dag, volgende op de laatste volle dag van de verstreken termijn.

Artikel 9 Vrijstellingen

Het binnenhavengeld wordt niet geheven ter zake van het gebruik van de haven :

1) met een vaartuig, in afwachting van het op of aan een scheepsreparatie-inrichting dokken of herstellen, het voor de eerste maal vaarklaar maken, het wisselen van bemanning, het ontschepen van zieken of doden, mits;

a) het gebruik niet langer duurt dan voor een en ander noodzakelijk is en de termijn van zeven dagen niet te boven gaat;

b) van het voornemen en onmiddellijk na afloop van de handelingen of werkzaamheden vooraf schriftelijk aan het college van burgemeester en wethouders wordt kennisgegeven; deze kennisgeving moet vergezeld gaan van een door de beheerder van de betrokken scheepsreparatie-inrichting afgegeven schriftelijke verklaring die de inhoud van de kennisgeving bevestigt.

2) met een hospitaalschip, uitsluitend als zodanig in gebruik.

Artikel 10 Restitutie en overschrijving

1) Van het binnenhavengeld, dat wordt betaald naar een termijn van een jaar, wordt, indien het gebruik van de haven definitief is beëindigd voor het verstrijken van de termijn, op schriftelijk verzoek van de belastingplichtige, restitutie verleend voor zoveel vierden van het betaalde bedrag als er in dat jaar na de beëindiging van het gebruik van de haven nog volle kwartalen overblijven.

2) Van het binnenhavengeld, dat wordt betaald naar een termijn van verblijf in de haven, kan de havenmeester gedeeltelijk restitutie verlenen bij ziekte en/of ziekenhuisopname. Het recht wordt verlaagd naar het tarief zoals aangegeven in de tarieventabel voor ledige binnenschepen op aangewezen locatie **** met heffingsmaatstaf half laadvermogen.

3) Indien een vaartuig wordt vervangen door een ander vaartuig, wordt het voor het vervangen vaartuig over de nog niet verstreken maanden van de lopende termijn betaalde binnenhavengeld op verzoek van de belastingplichtige verrekend met het verschuldigde binnenhavengeld over die maanden voor het vervangende vaartuig, met dien verstande, dat, indien het laatst genoemde binnenhavengeld lager is dan het betaalde, teruggaaf van het verschil niet plaatsvindt.

4) Het na toepassing van de in het vorige lid bedoelde verrekening verschuldigde bedrag moet binnen 14 dagen na de vervanging overeenkomstig de aangifte worden betaald.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders.

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de binnenhavengelden.

Artikel 12 Kwijtscheldingen.

Bij de invordering van de binnenhavengelden wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel

1) De "Verordening op de heffing en de invordering van binnenhavengeld 2008", nr. XXI/16, nr. 2007-17311, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

2 Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

3. Als de datum waarop deze verordening inwerking treedt ligt na de in de vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, wordt afgeweken van wat in voorgaande leden is bepaald.

De bepalingen die op grond van deze verordening worden gewijzigd blijven gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover ter zake daarvan de heffing van het binnenhavengeld in die periode plaatsvindt.

4 De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2009.

5 Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening binnenhavengeld".

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van

de griffier, de voorzitter,

Bijlage Bijlagen

i168587.pdf [Klik hier om het document te downloaden]