Woonschepenverordening gemeente Meppel

Geldend van 12-06-2008 t/m heden

Intitulé

Woonschepenverordening gemeente Meppel

De R a a d der gemeente Meppel; gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d. ; gelet op het bepaalde in art. 149 Gemeentewet;

b e s l u i t: vast te stellen de:

Woonschepenverordening

Artikel 1 Definities

Deze verordening verstaat onder:

a. woonschip: elk vaartuig dat uitsluitend of in hoofdzaak wordt gebezigd als, of te oordelen naar zijn constructie of inrichting uitsluitend of in hoofdzaak bestemd is tot dag- en nachtverblijf van een of meer personen;

b. ligplaats: het openbaar water, dat als zodanig voor woonschepen is aangewezen;

c. gebruiker: de persoon c.q. personen, bedoeld in artikel 6, derde lid;

d. historisch vaartuig: een vaartuig dat aanvankelijk is gebouwd als bedrijfsvaartuig, dat een leeftijd heeft van minimaal 50 jaar en dat qua uiterlijk zoveel mogelijk in oorspronkelijke staat van bouw en uitrusting wordt gehouden.

Artikel 1A Toepassingsgebied

Deze verordening is niet van toepassing op historische vaartuigen.

Artikel 2 Algemeen verbod

Het is de eigenaar of gebruiker verboden binnen de gemeente met een woonschip ligplaats in te nemen op een andere plaats dan die in artikel 4 van deze verordening daarvoor zijn aangewezen.

Artikel 3 Woonschepen in aanbouw of reparatie

Het verbod bedoeld in artikel 2 is niet van toepassing op woonschepen die in aanbouw of in reparatie zijn, zolang zij zich op of aan een scheepswerf dan wel in of bij een reparatieinrichting bevinden.

Artikel 4 Aanwijzing ligplaats

Als ligplaats door woonschepen bij verblijf binnen de gemeente Meppel in te nemen, is aangewezen de woonschepenhaven aan de Bunskamp te Meppel, een en ander zoals nader op de bij deze verordening behorende situatietekening is aangegeven.

Artikel 5 Ontheffing algemeen verbod

Een ontheffing van het algemeen verbod is niet mogelijk.

Artikel 6 Vergunning ligplaats

1. Het is de eigenaar of gebruiker verboden, zonder vergunning van Burgemeester en Wethouders, ligplaats in te nemen met een woonschip in de woonschepenhaven als bedoeld in artikel 4.

2. Een vergunning, als bedoeld in het eerste lid wordt niet verleend indien:

a. in de woonschepenhaven geen ligplaats beschikbaar is;

b. het woonschip langer dan 20 meter, breder dan 6 meter, of hoger dan 5,50 meter is, gerekend vanaf de waterlijn;

c. het woonschip belemmeringen zal kunnen veroorzaken aan het verkeer te water of te land;

d. het uiterlijk van het woonschip, zowel op zichzelf als in verband met de omgeving, niet voldoet aan redelijke eisen van welstand;

e. het woonschip in slechte staat van onderhoud verkeert of ernstige constructiegebreken heeft;

f. redelijkerwijs moet worden aangenomen dat niet voldaan zal worden aan de bij of krachtens deze verordening gegeven voorschriften;

g. redelijkerwijs moet worden aangenomen dat het woonschip niet wordt gebruikt voor permanente bewoning.

h. het drijvend terras minder dan 5 meter van de voor- en achtersteven ligt en breder is dan de maximale breedte van de woonboot zoals genoemd onder lid b;

3. De vergunning, bedoeld in het eerst lid, wordt gesteld ten name van de hoofdbewoner, dan wel ten name van de in het woonschip duurzaam samenwonende personen; de vergunning vermeldt tevens de naam en adres van het woonschip.

Artikel 7 Wachtlijst

1. Indien een aanvraag voor een vergunning voor ee ligplaats op grond van het bepaalde in artikel 6, tweede lid onder a moet worden geweigerd, dan wordt de naam van de eigenaar van het woonschip op zijn verzoek op een door Burgemeester en Wethouders aan te houden wachtlijst geplaatst.

2. Indien een ligplaats in de woonschepenhaven vrijkomt, komen de op de wachtlijst geplaatste gegadigden, te beginnen met de hoogst geplaatste, in aanmerking voor een vergunning.

3. De vergunning kan slechts geweigerd worden op grond van een of meer van de omstandigheden vermeld in artikel 6, tweede lid onder b t/ m h.

4. Indien niet binnen twee weken na het op de hoogte brengen dat een gegadigde voor een vergunning in aanmerking komt wordt gereageerd, wordt aangenomen dat geen prijs meer op een ligplaats wordt gesteld en wordt de naam van de desbetreffende op de wachtlijst vermelde gegadigde geschrapt.

Artikel 8 Intrekken vergunning

Burgemeester en Wethouders kunnen de vergunning,als bedoeld in artikel 6, intrekken  indien:

a. de gegevens zoals deze zijn vermeld in de vergunning, niet meer overeenkomen met de werkelijke situatie;

b. de eigenaar van het woonschip niet binnen 13 weken na het tijdstip waarop de omstandigheden bedoeld onder a zijn ingetreden, een verzoek tot wijziging van de vergunning bij Burgemeester en Wethouders heeft ingediend;

c. niet langer voldaan wordt aan de bij of krachtens deze verordening gegeven voorschriften;

d. indien zich een omstandigheid, als bedoeld in artikel 6, tweede lid sub d, e of g voordoet, dan wel indien de gebruiker van het woonschip belemmeringen veroorzaakt aan het verkeer te water of te land.

Artikel 9 Wijzigingen vergunning

1. Indien vergunninghouder, zoals bedoeld in artikel 6, het in de vergunning vermelde woonschip vervangt door een ander woonschip, of indien de overige gegevens, vermeld in de vergunning niet meer overeenstemmen met de werkelijke situatie, dan dient men vooraf aan burgemeester en wethouders te verzoeken de vergunning te wijzigen.

2. Op een verzoek om wijziging, bedoeld in het eerste lid, is het bepaalde in artikel 6, tweede lid, sub b t/m h van overeenkomstige toepassing.

Artikel 10 Nakoming aanwijzingen

Bij het innemen van een ligplaats in de woonschepenhaven, dienen de door of namens Burgemeester en Wethouders gegeven aanwijzingen omtrent de ligplaatsen in acht te worden genomen.

Artikel 11 Verlichting

De eigenaar of gebruiker van een woonschip is verplicht ervoor te zorgen, dat de op het woonschip aanwezige verlichting zodanig is ingericht, geplaatst of afgeschermd, dat de scheepvaart en het verkeer te land daarvan geen hinder kan ondervinden.

Artikel 12 Aansluiting water, elektriciteit, riolering en verbod tot lozing

1. De eigenaar of gebruiker van een woonschip is verplicht ervoor te zorgen, dat het woonschip is aangesloten op de drinkwatervoorziening en op het elektriciteitsnet.

2. Woonschepen die technisch aansluitbaar zijn, dienen te worden aangesloten op de aanwezige riolering. Nieuwe woonschepen worden alleen in de haven toegestaan als deze technisch aansluitbaar zijn op de riolering.

3. Alle kosten, voortvloeiende uit lid 1 en 2, zowel van het aanbrengen als het opheffen van de aansluiting komen voor rekening van de eigenaar of gebruiker van het woonschip.

4. Het is de gebruiker van een woonschip verboden huishoudelijk afvalwater of fecaliën in openbaar water te lozen.

5. Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen van het verbod, bedoeld in het vorige lid, indien en voor zolang mogelijkheden ontbreken om op ander wijze te lozen.

Artikel 13 Nadere voorwaarden

1. Burgemeester en Wethouders kunnen nadere voorwaarden stellen met betrekking tot het gebruik van ligplaatsen.

2. Burgemeester en Wethouders kunnen de gebruikers van een woonschip verplichten een andere ligplaats in de woonschepenhaven in te nemen.

3. Het gebruik van het haventerrein dient in overeenstemming te zijn met de bepalingen van het van kracht zijnde bestemmingsplan, te realiseren bouwwerken kunnen alleen krachtens een vooraf verkregen (bouw) vergunning uitgevoerd worden.

4. De bewoners van de woonschepen verplichten zich tot het in zijn geheel onderhouden van de wal en walbeschoeiing, behorende bij hun ligplaats.

5. Bij verkoop van het woonschip mag de ligplaats mee worden overgedragen; bij op enigerlei wijze vrijkomen van de ligplaats komt deze weer beschikbaar aan de gemeente.

6. Zonder toestemming van Burgemeester en Wethouders mag het woonschip en /of de ligplaats door vergunninghouder niet worden verhuurd of anderszins aan derden in gebruik worden gegeven.

Artikel 14 Toezicht

Het toezicht op de naleving van de bepalingen van deze verordening wordt opgedragen aan de door Burgemeester en Wethouders aangewezen gemeente ambtenaren. De eigenaar of gebruiker is verplicht gevolg te geven aan de door deze gemeenteambtenaren gegeven aanwijzingen.

Artikel 15 Opsporingsambtenaren

Met de opsporing van de in deze verordening strafbaar gestelde feiten zijn, behalve de ambtenaren genoemd in artikel 141 van het Wetboek van strafvordering, belast de daartoe door Burgemeester en Wethouders aangewezen ambtenaren.

Artikel 16 Strafbepalingen

Overtreding van de bepalingen van deze verordening, alsmede overtreding van de regelen, door Burgemeester en Wethouders op grond van artikel 13 vastgesteld, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie en kan bovendien worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak. 

Artikel 17 Overgangsbepaling

Aan de gebruikers van een woonschip die op in artikel 18.1 bedoelde tijdstip beschikken over een door Burgemeester en Wethouders voor dat tijdstip overeengekomen huurovereenkomst, wordt binnen 2 maanden een vergunning ingevolge artikel 6 van deze verordening voor dezelfde ligplaats verstrekt.

Artikel 18 Citeertitel

1. Deze verordening welke kan worden aangehaald als "Woonschepenverordening Meppel" treedt in werking op de achtste dag na die waarop zij is bekendgemaakt.

2. Op dat tijdstip wordt de "Woonschepenverordening Meppel" vastgesteld bij besluit van de gemeenteraad van 3 oktober 1991, sedertdien gewijzigd, ingetrokken.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 29 mei 2008
de griffier, de voorzitter,