Regeling vervallen per 31-12-2014

Verordening cliëntenparticipatie sociale zaken

Geldend van 01-01-2005 t/m 30-12-2014

Intitulé

Verordening cliëntenparticipatie sociale zaken

De raad van de gemeente Midden-Delfland;

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 15 oktober 2004, nr. 2004-10-09;

Gehoord de raadscommissie Samenleving d.d. 5 oktober 2004;

Gelet op artikel 147 van de Gemeentewet en artikel 47 van de Wet werk en bijstand;

BESLUIT:

Vast te stellen de Verordening cliëntenparticipatie sociale zaken

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder

  • a.

    afdeling: Sociale Zaken van de afdeling Publiekszaken

  • b.

    college: het college van burgemeester en wethouders

  • c.

    Raad: de Raad van de gemeente Midden-Delfland

  • d.

    cliëntenplatform: het overlegorgaan bestaande uit cliënten van Sociale Zaken en vertegenwoordigers van belangenorganisaties

  • e.

    WWB: Wet werk en bijstand

  • f.

    Ioaw: Wet op de inkomensvoorziening voor oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte oudere werkloze werknemers

  • g.

    Ioaz: Wet op de inkomensvoorziening voor oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen

  • h.

    cliënt: de uitkeringsgerechtigde ingevolge de WWB, de Ioaw en de Ioaz, alsmede degene die gebruik maakt van een reïntegratievoorziening (niet-uitkeringsgerechtigde en de persoon met een uitkering ingevolge de Algemene nabestaandenwet)

  • i.

    wethouder: de wethouder sociale zaken

Artikel 2 Doelstelling

Het doel van cliëntenparticipatie is dat cliënten en vertegenwoordigers van belangenorganisaties invloed kunnen uitoefenen op het lokaal beleid op het terrein van sociale zaken. Ten behoeve van dit doel wordt een organisatie in het leven geroepen die zal opereren onder de naam “Cliëntenplatform sociale zaken”.

Artikel 3 Beleidsterreinen

  • 1. In het kader van de cliëntenparticipatie adviseert het platform over het gemeentelijk beleid op het terrein van de WWB, de Ioaw en de Ioaz;

  • 2. Het cliëntenplatform houdt zich niet bezig met de behandeling van individuele cliëntzaken.

Artikel 4 Samenstelling

  • 1. Het cliëntenplatform bestaat uit cliënten en uit vertegenwoordigers van belangenorganisaties. Tenminste tweederde deel van de leden dient cliënt te zijn.

  • 2. Het cliëntenplatform bestaat uit minimaal 3 en maximaal 9 leden.

  • 3. Nieuwe leden van het cliëntenplatform worden benoemd door het college op voordracht van de leden van het cliëntenplatform.

  • 4. De leden kiezen uit hun midden een bestuur, bestaande uit een voorzitter, een penningmeester en een secretaris.

  • 5. Het lidmaatschap van het cliëntenplatform is onverenigbaar met het lidmaatschap van de gemeenteraad dan wel het college.

Artikel 5 Werkwijze

  • 1. In het kader van de cliëntenparticipatie vraagt het college het platform om advies. Het platform is ook gerechtigd uit eigen beweging advies uit te brengen aan het college.

  • 2. Het college vraagt het cliëntenplatform in ieder geval advies over het gemeentelijke beleid inzake de uitvoering van de Wet werk en bijstand.

  • 3. Het advies wordt op een zodanig tijdstip gevraagd dat het uitgebrachte advies toegevoegd kan worden aan de aan de Raad voor te leggen stukken.

  • 4. Indien het belang van de zaak daartoe aanleiding geeft, vindt bij de aanbieding van het advies overleg plaats tussen de wethouder en het platform.

  • 5. Tussen de wethouder en het platform vindt minimaal twee keer per jaar structureel overleg plaats.

  • 6. De leden van het platform overleggen onderling minimaal vier keer per jaar. Namens de gemeente is een ambtelijke vertegenwoordiger van de afdeling aanwezig.

  • 7. Op ambtelijk niveau treedt namens de gemeente de beleidsmedewerker sociale zaken op als contactpersoon van het cliëntenplatform.

  • 8. Het college zorgt ervoor dat het cliëntenplatform tijdig de nodige informatie wordt verstrekt zodat het naar behoren kan functioneren.

  • 9. Het college stelt desgewenst nadere regels vast over procedures en contacten met het cliëntenplatform.

Artikel 6 Faciliteiten

  • 1. Voor het cliëntenplatform wordt jaarlijks een budget in de begroting opgenomen.

  • 2. Ten laste hiervan kunnen, ter beoordeling van het college, onder meer kosten worden gebracht die verband houden met organisatiekosten en deskundigheidsbevordering.

  • 3. Het cliëntenplatform verantwoordt zich over activiteiten en kosten door middel van een jaarverslag, dat de gemeente drie maanden na het verstrijken van het verslagjaar wordt aangeboden.

  • 4. De leden van het cliëntenplatform ontvangen geen vergoeding. Voor het bijwonen van de vergaderingen wordt geen presentiegeld verstrekt.

  • 5. De gemeente stelt het cliëntenplatform vergaderruimte en kopieerfaciliteiten beschikbaar.

Artikel 7 Slotbepaling

Het college kan met betrekking tot de uitvoering van deze verordening nadere regels stellen.

Artikel 8 Citeerartikel

Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening cliëntenparticipatie sociale zaken".

Artikel 9 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2005.

Aldus besloten door de raad van de gemeente Midden-Delfland in zijn openbare vergadering van 26 oktober 2004.

De griffier, de voorzitter,

A.de Vos, A.J. Rodenburg