Regeling vervallen per 10-04-2017

Verordening toepassing zonne-energie agrarische opstallen 2014-2015

Geldend van 01-10-2014 t/m 09-04-2017

Intitulé

Verordening toepassing zonne-energie agrarische opstallen 2014-2015

Burgemeester en wethouders van Midden-Delfland;

 

Overwegende dat op 23 juni 2006 het Convenant IODS en 2 september 2010 de bestuursovereenkomst IODS door diverse partijen zijn ondertekend;

 

dat in de bestuursovereenkomst is vastgelegd dat de gemeente Midden-Delfland bestuurlijk verantwoordelijk is voor de realisatie van ‘Kwaliteitsproject 4: Groen ondernemen, een nieuwe landbouw’;

 

dat vanuit de bestuursovereenkomst het studie- en innovatieprogramma "Kringloopboeren Midden-Delfland" is opgestart;

 

dat de agrarische ondernemers in dit project werken aan een veilig, aantrekkelijk, ‘eetbaar’ en open agrarisch cultuurlandschap;

 

dat één van de doelstellingen van dit project is om de bedrijfskracht van de agrarische sector te vergroten, waartoe onder andere het programma "Duurzaam boer blijven" wordt uitgevoerd;

 

dat de deelnemers aan dit project zich hebben uitgesproken om op hun bedrijf het principe van kringlooplandbouw in te voeren;

 

dat dit inhoudt dat de bedrijfsvoering wordt afgestemd op het gebruik van de op het bedrijf aanwezige en geproduceerde hulpbronnen en voorraden, zoals zonlicht, mineralen, arbeid, organische stof en energie;

 

dat deze uitgangspunten ondersteund kunnen worden door het gebruik van energie te verminderen en het gebruik van hernieuwbare energiebronnen te stimuleren;

 

dat dit vorm kan krijgen door het toekennen van subsidie op zonnepanelen en –collectoren;

 

dat op 19 februari 2013 de Verordening toepassing zonne-energie agrarische opstallen is vastgesteld;

 

dat die verordening van rechtswege is vervallen op 30 juni 2014;

 

dat het in standhouden van het groen agrarisch cultuurlandschap een belangrijke randvoorwaarde is voor de recreatief-toeristische aantrekkelijkheid van het gebied Midden-Delfland in de metropoolregio Rotterdam Den Haag;

 

dat de overheden binnen het gebied streven naar een economisch vitaal platteland;

 

dat subsidie aan de agrarische ondernemers de mogelijkheid in zich bergt dat hierdoor de interne markt wordt verstoord;

 

dat het toepassen van zonne-energie niet is gerelateerd aan de primaire productie van landbouwproducten;

 

dat de Verordening (EU), nr. 651/2014 van de Europese Commissie van 17 juni 2014 vrijstelling voor steunmaatregelen mogelijk maakt voor bepaalde categorieën. Deze steun wordt op basis van de Verordening (EU), nr. 651/2014 op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met de interne markt verenigbaar verklaart;

 

dat de toepassing van zonne-energie beschouwd kan worden als milieusteun;

 

Gelet op Hoofdstuk 1 en artikel 41 van de Verordening (EU), nr. 651/2014 van de Europese Commissie van 17 juni 2014;

Mede gelet op artikel 2, tweede lid, van de Algemene subsidieverordening Midden-Delfland 2013;

BESLUIT:

Vast te stellen de Verordening toepassing zonne-energie agrarische opstallen 2014-2015.

Paragraaf 1. Inleiding en algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsbepalingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    Agrarisch ondernemer: Een ondernemer waar zijn hoofdactiviteit bestaat uit grondgebonden veeteelt voor koeien, schapen en geiten;

  • b.

    Agrarische opstallen: De voor bedrijfsmatige activiteiten bestemde opstallen van de ondernemer, niet zijnde het woongedeelte en voor privégebruik bestemde onroerende zaak;

  • c.

    Onderneming in moeilijkheden: de onderneming als bedoeld in artikel 2, onder 18 van de Verordening (EU), nr. 651/2014 van de Europese Commissie.

Paragraaf 2. Procedurele bepalingen

Artikel 2. Werkingsgebied verordening

  • 1. Voor de toepassing van artikel 7 van deze verordening geldt als werkingsgebied van deze verordening het werkingsgebied van het Recreatieschap Midden-Delfland;

  • 2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid kunnen agrarisch ondernemers, waarvan de opstallen zijn gelegen binnen het grondgebied van de gemeente Midden-Delfland, een subsidie op basis van deze verordening aanvragen.

Artikel 3. Budgetvaststelling

Het subsidieplafond tijdens de geldigheidsduur van deze regeling voor subsidie als bedoeld in artikel 7, tweede lid, bedraagt € 100.000,-.

Artikel 4. Indieningsvereisten

  • 1. Het college stelt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een subsidie op basis van deze verordening een formulier vast.

  • 2. Bij de aanvraag om subsidie als bedoeld in artikel 7 overlegt de aanvrager een afschrift van de offerte waarop zijn vermeld de te installeren oppervlakte en het te installeren vermogen.

Artikel 5. Weigeringsgronden

De bijdrage wordt niet toegekend wanneer:

  • 1.

    het subsidieplafond als bedoeld in artikel 3 is bereikt.

  • 2.

    sprake is van een vervangingsinvestering.

  • 3.

    opdracht voor de toepassing van zonne-energie al is verleend voordat de subsidie door burgemeester en wethouders hiervoor is verleend.

  • 4.

    aanvrager geen bedrijfsmatige agrarische ondernemer is.

  • 5.

    Aanvrager een onderneming in moeilijkheden is.

  • 6.

    aanvrager in surseance van betaling of in staat van faillissement is.

  • 7.

    op de aanvrager de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is verklaard of dat daartoe een verzoek bij de rechtbank is ingediend.

Artikel 6. Beslistermijnen

  • 1. Burgemeester en wethouders beslissen binnen acht weken na indiening van een volledige aanvraag.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen de in het eerste lid genoemde termijn met vier weken verlengen.

Paragraaf 3. Subsidie toepassing zonne-energie agrarische gebouwen

Artikel 7. Subsidie toepassing zonne-energie

  • 1. Aan de agrarisch ondernemer kan door burgemeester en wethouders subsidie worden verstrekt voor investeringen in de toepassing van zonne-energie op agrarische bedrijfsgebouwen, waarbij de installatie tenminste een vermogen heeft van 1.500 Wattpiek;

  • 2. De subsidie, als bedoeld in het eerste lid, voor de investeringen bedraagt 25% van de kosten exclusief BTW, met een maximum van € 5.000,= per agrarisch bedrijf;

  • 3. Aan de agrarisch ondernemer kan door burgemeester en wethouders subsidie worden verstrekt voor de plaatsing van een zonneboiler op agrarische opstallen;

  • 4. De subsidie, als bedoeld in het derde lid, voor de aanschaf van de zonneboiler bedraagt 25% van de kosten exclusief BTW met een maximum van € 1.000,= per agrarisch bedrijf;

  • 5. De subsidie, als bedoeld in het eerste en derde lid, wordt uitbetaald onder de voorwaarde dat indien sprake is van een niet meldingsplichtig bouwwerk een vergunning is verleend.

Paragraaf 4. Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 8. Afwijkingen Algemene subsidieverordening Midden-Delfland 2013

In afwijking van artikel 4, eerste lid, van de Algemene subsidieverordening Midden-Delfland 2013 kan de subsidie worden verstrekt aan een natuurlijke of rechtspersoon met als primair doel het verrichten van commerciële activiteiten.

Artikel 9. Voorschot subsidie

  • 1. Op verzoek van de agrarisch ondernemer wordt een voorschot toegekend van 90% van de subsidie.

  • 2. Het restant van de subsidie wordt uitbetaald binnen 10 weken na aanvraag tot vaststelling van de subsidie.

Artikel 10. Inwerkingtreding en vervallen regeling

  • 1. Deze verordening treedt in werking op 1 oktober 2014.

  • 2. Deze verordening vervalt op 31 december 2015.

Artikel 11. Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen het bepaalde in deze verordening ten gunste van belanghebbenden buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover toepassing daarvan, gelet op het belang van de activiteiten, leidt tot onbillijkheid van zwaarwegende aard.

Artikel 12. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: “Verordening toepassing zonne-energie agrarische opstallen 2014-2015”.

Algemene toelichting op de Verordening toepassing zonne-energie agrarische opstallen

IODS-convenant

Met het IODS-convenant (Integrale ontwikkeling tussen Delft en Schiedam) is de gebiedsontwikkeling gekoppeld aan de uitvoering van het traject A4, tussen Delft en Schiedam. In het convenant zijn de afspraken vastgelegd ten aanzien van doelstellingen, bestuurlijke verantwoordelijkheid, betrokkenheid van partijen, planning en de financiering op hoofdlijnen.

Een van de projecten die voortvloeit uit het convenant is de Pilot Groen ondernemen, duurzaam boer blijven. Uitgangspunt hiervan is om de agrarische sector als drager van het open veenweidegebied een impuls te geven om haar rol als producent en beheerder van dit gebied in de toekomst zeker te stellen. De gemeente Midden-Delfland is aangewezen als trekker van dit plan. Opdracht is het bedenken en uitvoeren van een plan van aanpak voor het geven van een kwalitatieve en duurzame impuls aan de (melk)veehouderijsector in Midden-Delfland.

Deze opdracht is verder uitgewerkt in het Studie- en innovatieprogramma ‘Kringloopboeren Midden-Delfland’ (zie ook: www.boerinmiddendelfland.nl). In dit programma werken de melkveehouders met en voor de omliggende steden aan een veilig, aantrekkelijk, ‘eetbaar’ en op agrarisch cultuurlandschap. Met behulp van dit programma worden de bedrijfskracht en gebiedskracht versterkt. Tussen beide onderdelen bestaat een wederkerige relatie. Deze verordening is er op gericht om de duurzame bedrijfskracht van de agrarische ondernemers te versterken. Een sterke agrarische ondernemer is noodzakelijk om de gebiedskracht te behouden en te versterken.

Hierbij wordt uitgegaan van een groter gebied dan het grondgebied van de gemeente Midden-Delfland zelf. Dit is vastgelegd in artikel 2 van de subsidieverordening.

Doestelling subsidieverordening

De doelstelling van de subsidie is om agrarische ondernemers te stimuleren om meer duurzaam te werken. Dit wordt gedaan door subsidie beschikbaar te stellen voor het stimuleren van de toepassing van zonne-energie.`

Op 19 februari 2013 is een verordening met dezelfde doelstelling vastgesteld. Door een wijziging van de Europese regelingeving op het terrein van geoorloofde staatssteun, is die verordening op 30 juni 2014 van rechtswege vervallen.

Het toepassen van zonne-energie past goed binnen de doelstellingen van kringlooplandbouw. Door alle of een gedeelte van de benodigde energie zelf binnen het bedrijf duurzaam op te wekken, wordt het milieu minder belast. Tegelijkertijd is de agrarische ondernemer minder afhankelijk van externe bronnen, waardoor deze beter zijn bedrijfskosten kan beheersen. Tenslotte zorgt de toepassing van duurzame energie voor een beter imago van de sector binnen het gebied Midden-Delfland.

Bekostiging van deze subsidie gebeurt door gebruik te maken van de incidentele provinciale subsidie voor Duurzaam Boer Blijven in Midden-Delfland, toegekend bij beschikking van 12 september 2012, kenmerk DOS-2012-0003036 PZH-2012-333369329.

Staatssteun voor kleine en middelgrote ondernemingen

Het verstrekken van subsidie aan ondernemingen kan de concurrentieverhoudingen op de vrije markt verstoren. Anderzijds is het regelmatig nodig om subsidie te verstrekken om overheidstaken te realiseren, waarbij de subsidie als stimulans voor ondernemers kan worden ingezet. Het verstrekken van subsidie is dan mogelijk, mits aan de Europese regelgeving op dit vlak wordt voldaan. Het verstrekken van subsidie op basis van deze verordening aan de agrarische ondernemingen heeft als specifieke overheidsdoelstelling het open agrarische cultuurlandschap van Midden-Delfland te behouden en te versterken.

De artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie bevat de regelgeving voor het voorkomen van een ongewenste beïnvloeding van de ‘markt’. De Verordening (EU), nr. 651/2014 van 17 juni 2014 bevat algemene regelgeving op basis waarvan steun aan ondernemingen met de interne markt verenigbaar wordt verklaard. Deze gemeentelijke verordening maakt gebruik van die bepalingen om het gebruik van zonnepanelen en zonneboilers bij agrarische bedrijven in het gebied Midden-Delfland verder te stimuleren. Subsidie aan kleine en middelgrote ondernemingen die voldoet aan de verordening van de Europese Commissie hoeft niet bij de commissie te worden aangemeld, maar kan volstaan worden met een kennisgeving. Na vaststelling van deze subsidieverordening vindt dit administratieve proces plaats.

In artikel 41 van de verordening (EU) 651/2014 is bepaald dat (milieu)investeringen ter stimulering van energie uit hernieuwbare bronnen onder voorwaarden verenigbaar is met de gemeenschappelijke markt. De begripsomschrijvingen voor ‘energie’ en ‘hernieuwbare energiebronnen’ is opgenomen in artikel 2 van deze verordening onder respectievelijk 109 en 110 van dat artikel. Artikel 1, derde lid, onder b, van de Europese verordening bepaalt dat die verordening niet van toepassing is in de sector van de primaire landbouwproductie. Hierop worden enkele uitzonderingen genoemd, waaronder milieusteun. Op basis hiervan is het mogelijk aan agrarische bedrijven steun voor het gebruik van zonne-energie te verlenen.

De gemeentelijke subsidieverordening kent een steunpercentage van 25%, waarbij voor zonnepanelen een maximumbedrag geldt van € 5.000,- en voor zonneboilers een maximum bedrag van € 1.000,-. Door het opnemen van deze percentages en bedragen is sprake van transparantie, zoals bedoeld in de considerans, onder 17 en artikel 5 van de Verordening (EU) 651/2014.

Op basis van artikel 41, zevende lid, onder a, bedraagt de maximale steun 45% van de in aanmerking komende kosten. Voor steun aan kleine ondernemingen, waaronder de agrarische bedrijven vallen, mag een verhoging van 20% worden toegepast. Het percentage in de gemeentelijke subsidieverordening is ruim binnen de maximale percentages van steun die in de Europese verordening zijn opgenomen.

Subsidieverordening Midden-Delfland 2013

Op de toekenning van subsidie zijn de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Algemene subsidieverordening Midden-Delfland 2013 van toepassing. Laatstgenoemde verordening biedt het college van burgemeester en wethouders de bevoegdheid om nadere regels in te stellen. Hiervan is gebruik gemaakt door vaststelling van de Verordening toepassing zonne-energie agrarische opstallen 2014-2015. Op deze subsidieverordening zijn de in de Awb en de algemene subsidieverordening opgenomen voorschriften van overeenkomstige toepassing en worden in de nadere regels niet meer apart genoemd. In verband met een heldere communicatie is er voor gekozen om de naamgeving van het document aan te passen in ‘verordening’, in plaats van ‘nadere regels’.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1. Begripsbepalingen

Onder a is de begripsomschrijving voor de agrarische ondernemer opgenomen. Dit is noodzakelijk om duidelijk te maken dat alleen agrarische ondernemers van de subsidie gebruik kunnen maken. Dit is noodzakelijk als uitvloeisel van de pilot Groen Ondernemen, Duurzaam boer blijven. Op basis van Europese regelgeving kan ook de glastuinbouw als agrarisch ondernemer worden beschouwd. Dit is onwenselijk daar dit in strijd is met de afspraken die zijn vastgelegd in het IODS-convenant. Tevens wordt hiermee voorbij gegaan aan de doelstelling van het IODS, namelijk een impuls geven aan de agrarische sector als drager van het open veenweidegebied. Hiermee kan de agrarische sector haar rol als producent en beheerder van het gebied Midden-Delfland invullen. Opgemerkt moet worden dat het gebied Midden-Delfland op basis van Europese regelgeving is aangewezen ‘probleemgebied’, waaruit de kwetsbaarheid en noodzaak tot bescherming blijkt.

Onder b is duidelijk gemaakt dat de subsidie alleen geldt voor installaties die worden aangebracht op de agrarische opstallen. De subsidie is niet bestemd voor het particuliere, als woonruimte in gebruik zijnde gedeelte van de opstallen. Hiervoor gelden aparte landelijke subsidieregelingen. De financiële middelen op basis van het IODS mogen alleen worden ingezet voor die zaken waarvoor geen andere regeling beschikbaar is.

Onder c wordt verwezen naar het begrip ‘onderneming in moeilijkheden’. Dit is noodzakelijk omdat op basis van Europese regelgeving geen steun (subsidie) mag worden verleend aan dergelijke ondernemers.

Artikel 2. Werkingsgebied verordening

Eerste lid

In de algemene toelichting is opgenomen dat het college van burgemeester en wethouders het project uitvoert in het kader van het IODS. Dit is bestemd voor het hele gebied. Dit is dan ook de reden om het werkingsgebied meer te laten zijn dan het grondgebied van de gemeente Midden-Delfland. Door het gebied te begrenzen tot het werkingsgebied van het Recreatieschap Midden-Delfland staat het aanvragen van subsidie open voor agrariërs binnen het gebied.

Tweede lid

Op dit moment wordt gewerkt aan een herziening van de grenzen van het beheersgebied van het Recreatieschap Midden-Delfland. Gevolg hiervan is dat een drietal agrarische ondernemers in de Groeneveldse Polder buiten de werking van de subsidieregels zou vallen. Dit is een ongewenst effect, waardoor het tweede lid is opgenomen om het werkingsgebied voor die ondernemers uit te breiden. Hierdoor kunnen alle agrariërs binnen het gebied Midden-Delfland voor subsidie in aanmerking komen en ontstaat er geen rechtsongelijkheid.

Artikel 3. Budgetvaststelling

Voor de uitvoering van de subsidieregels is een beperkt budget beschikbaar. In verband hiermee is van de wettelijke mogelijkheid tot het vaststellen van een subsidieplafond gebruik gemaakt.

Eerste lid en tweede lid

Dekking van de subsidie voor de toepassing van zonne-energie is gebaseerd op het budget voor de uitvoering van het project ‘Kringloopboeren Midden-Delfland’. In totaal is voor deze nieuwe subsidieperiode nog een bedrag van maximaal € 100.000,= beschikbaar, dat verdeeld kan worden over de agrarische ondernemers uit de gemeente Midden-Delfland en de ondernemers waarvan de opstallen zijn gelegen binnen het werkingsgebied van het Recreatieschap Midden-Delfland.

Artikel 4. Indieningsvereisten

Eerste lid

Om de administratieve lasten te beperken is voor de agrarische ondernemers een aanvraagformulier vastgesteld. In de verordening en wetgeving zijn de noodzakelijke vereisten opgenomen. Een aanvraag dat niet op het vastgestelde formulier is ingediend, maar wel aan al die eisen voldoet, wordt ook in behandeling genomen.

Tweede lid

Een offerte maakt het voor het college mogelijk om te beoordelen of de door de agrarische ondernemer bedachte maatregelen voor de toepassing van zonne-energie voldoen. Bewust zijn in de nadere regels geen voorschriften opgenomen over de wijze van uitvoering. Alleen de doelstelling is opgenomen.

Artikel 5. Weigeringsgronden

Eerste lid

Als het subsidieplafond (zie artikel 3) is bereikt, kan geen subsidie meer worden toegekend. In dit lid is dat vastgelegd om vooraf duidelijk te maken dat geen budget overschrijding mogelijk is.

Tweede lid

De subsidie is bedoeld om ondernemers te stimuleren over te gaan tot het gebruik van zonne-energie. Vervanging van een bestaande installatie valt hier niet onder. Daarnaast is het op basis van de Europese regeling ook niet toegestaan dergelijke investeringen te subsidiëren.

Derde lid

Het college moet vast kunnen stellen of de maatregelen die met de subsidie beoogd worden, ook uitgevoerd gaan worden. Daarom kan geen subsidie worden toegekend, indien al opdracht gegeven is om met de werkzaamheden te beginnen. Een dergelijke bepaling is ook noodzakelijk om aan de Europese regelgeving te voldoen. Een subsidie is bestemd om ondernemers te stimuleren. Indien zij zonder die stimulans al begonnen zijn, kan geconcludeerd worden dat zij een subsidie niet nodig hebben.

Vierde lid

Zie ook de toelichting bij het artikel 1. Er zijn verschillende redenen om de subsidie te beperken tot agrarische ondernemers.

Vijfde, zesde en zevende lid

Op basis van Europese regelgeving mag geen subsidie toegekend worden aan ondernemingen die in moeilijkheden verkeren. Dit zou ook in strijd zijn met de doelstellingen van het project Kringlooplandbouw, dat mede gericht is op de bedrijfshuishouding op lange termijn. Daarom wordt in het aanvraagformulier vereist dat aanvragers verklaren niet in surseance van betaling of in staat van faillissement te zijn of dat niet de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen op hem/haar van toepassing is verklaard of dat daartoe een verzoek bij de rechtbank is ingediend;

Artikel 6. Beslistermijnen

Deze termijnen zijn opgenomen om duidelijkheid in de richting van de aanvrager te verstrekken.

Artikel 7. Subsidie toepassing zonne-energie

Eerste lid

In de verordening is gekozen voor een minimaal te bereiken doel bij het gebruik van installaties voor het opwekken van zonne-energie. Welke installaties hiervoor gebruikt worden, is voor dit doel niet van belang. Mogelijk dat hiermee de innovatieve kracht van ondernemers gestimuleerd wordt.

Tweede lid

Daar de subsidie bedoeld is als stimulering is uitgegaan van een maximaal percentage en een vast bedrag. Hierdoor bestaat de mogelijkheid om binnen het gebied minimaal nog 10 ondernemers te ondersteunen. Samen met de voorgaande subsidieperiode is het hierdoor mogelijk om bij ruim 50% van de agrarische ondernemers het gebruik van zonne-energie in de bedrijfsvoering in te voeren.

De subsidie bedraagt 25% op de investeringskosten exclusief BTW. Deze berekening sluit aan op de uitgangspunten van de Verordening (EU), nr. 651/2014 om te komen tot transparante steun.

Derde lid

Niet iedere stal is geschikt voor de toepassing van zonne-energie. Ook zijn er agrarische ondernemers die niet kiezen voor de toepassen van de zonne-energie. Met de plaatsing van een zonneboiler kan ook een positief duurzaam effect bereikt worden. Daarom is in dit artikel, naast de toepassing van zonne-energie, een extra stimuleringssubsidie opgenomen voor de plaatsing van een zonneboiler.

Vierde lid

De subsidie is bedoeld als stimulans voor het aanbrengen van een zonneboiler. Hierom is het percentage subsidie vastgesteld op 25%, met een maximum van € 1.000,= per agrarisch bedrijf.

Vijfde lid

In zijn algemeenheid kan bij de plaatsing van installaties op basis van de Omgevingswet volstaan worden met een melding. Voor gemeentelijke en rijksmonumenten geldt echter een vergunningplicht. In dit lid is vastgelegd dat als sprake is van een vergunningplicht de subsidie alleen toegekend wordt als die vergunning ook daadwerkelijk is verleend.

Artikel 8. Afwijkingen algemene subsidieverordening Midden-Delfland 2013

In de algemene subsidieverordening is bepaald dat geen subsidie voor commerciële activiteiten verstrekt wordt. Op basis van dit artikel wordt van de Algemene subsidieverordening Midden-Delfland 2013 afgeweken. De stimuleringssubsidie voor het gebruik van zonne-energie is per definitie bestemd voor economische activiteiten.

Artikel 9. Voorschot subsidie

Eerste lid

Indien agrarisch ondernemers dit wensen kan bij de beschikking op de aanvraag om subsidie een voorschot van 90% van de subsidie uitbetaald worden. Op het aanvraagformulier is dit opgenomen.

Tweede lid

Na afronding van de werkzaamheden moet een verzoek tot vaststelling van de subsidie ingediend worden. Na positieve beschikking op dit verzoek, wordt het restant van de subsidie uitbetaald. Bij de toekenning van de subsidie wordt een formulier voor de aanvraag tot vaststelling van de subsidie toegevoegd. Hiermee blijven de administratieve lasten voor de ondernemer beperkt.

Artikel 10. Inwerkingtreding en vervallen regeling

Eerste lid

Deze subsidieverordening moet gemeld worden bij de Europese commissie. De verordening is op 9 september 2014 vastgesteld. Vervolgens is de verordening gepubliceerd op de website www.overheid.nl en de gemeentelijke website. Tegelijkertijd is de verordening via Europa Decentraal gemeld bij de Europese Commissie. Om alle procedures op een zorgvuldige wijze te laten verlopen is de in werking treding bepaald op 1 oktober 2014.

Tweede lid

Het toekennen van subsidie is bedoeld als stimulans voor het treffen van maatregelen die zijn gebaseerd op het innovatieprogramma Duurzaam Boer Blijven. Dit programma eindigt in principe op 31 december 2015. Tevens is de subsidie gekoppeld aan beschikbare budgetten. Daarom is einde van de geldigheid van de regelgeving bepaald op 1 januari 2016.

Artikel 11. Hardheidsclausule

Met dit artikel heeft het college de mogelijkheid om in het belang van de doelstellingen van deze nadere regels hiervan af te wijken. Dit kan zijn in situaties waarbij strikte toepassing van deze verordening onbillijk zou zijn ten opzichte van de doelstellingen. Toepassing van de hardheidsclausule kan niet leiden tot een uitbreiding van de werkingssfeer van deze verordening.

Artikel 12. Citeertitel

Dit artikel spreekt voor zichzelf.