Categorieën van gevallen waarin een verklaring van geen bedenkingen niet is vereist

Geldend van 10-03-2011 t/m heden

Intitulé

Categorieën van gevallen waarin een verklaring van geen bedenkingen niet is vereist

De raad van de gemeente Midden-Delfland;

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 21 september 2010, nr. 2010-09-08e;

Gelet op artikel 2.27 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 6.5, derde lid van het Besluit omgevingsrecht;

BESLUIT:

Dat in de hierna genoemde gevallen een verklaring van geen bedenkingen niet is vereist, voor zover het college van burgemeester en wethouders het bevoegd gezag is ten aanzien van een aanvraag om omgevingsvergunning, waarbij met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3°, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht wordt afgeweken van het bestemmingsplan:

Categorie 1

Indien de aanvraag om omgevingsvergunning in overeenstemming is met een voorontwerp- of ontwerp bestemmingsplan, waar de raadscommissie positief over heeft geadviseerd.

Categorie 2

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning in overeenstemming is met een stedenbouwkundig plan, stedenbouwkundige randvoorwaarden, masterplan, projectplan of daarmee te vergelijken ruimtelijk kader, dat is vastgesteld door de gemeenteraad en waarvan de raad expliciet heeft aangegeven dat voor in dat plan passende ontwikkelingen geen verklaring van geen bedenkingen is vereist.

Categorie 3

Indien de aanvraag om omgevingsvergunning betrekking heeft op het realiseren, uitbreiden of veranderen van een logiesaccommodatie en de aanvraag in overeenstemming is met het ‘beleidskader recreatieve verblijfsvoorzieningen’.

Categorie 4

Indien de aanvraag om omgevingsvergunning betrekking heeft op het veranderen of uitbreiden van een bestaande functie buiten de bebouwde kom, waarvoor reeds vrijstelling is verleend van het bestemmingsplan op grond van artikel 19 van de Wet Ruimtelijke Ordening en deze verandering of uitbreiding van ondergeschikte betekenis is ten opzichte van het gebruik, waarvoor reeds vrijstelling is verleend.

Categorie 5

Indien sprake is van realisering van woningbouw binnen de bebouwde kom, het te realiseren aantal woningen niet meer dan twee bedraagt en de woningen niet vallen binnen een beschermd dorpsgezicht.

Categorie 6

Indien het project valt binnen een uit te werken bestemming en het project voldoet aan de uitwerkingsregels van het bestemmingsplan.

Categorie 7

Indien het college van burgemeester en wethouders bevoegd is het bestemmingsplan te wijzigen en het project voldoet aan de regels van wijzigingsbevoegdheid.

Dit besluit treedt in werking op het tijdstip waarop artikel 2.27 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht in werking treedt.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 28 september 2010.
De griffier, de voorzitter,
A. de Vos, A.J. Rodenburg