Reglement Erfgoedcommissie Midden-Groningen

Geldend van 21-03-2018 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2018

Intitulé

Reglement Erfgoedcommissie Midden-Groningen

Het college van burgemeester en wethouders,

Gelet op artikel 15 van de Monumentenwet 1988 en artikel 1 van de Erfgoedverordening Midden-Groningen 2018;

Gelet op het advies van de Erfgoedcommissie dd. 22 januari 2018;

Besluit het Reglement Erfgoedcommissie Midden-Groningen vast te stellen.

Hoofdstuk 1 Naam en taak

Artikel 1 Naam

Er is een commissie op het gebied van de monumentenzorg als bedoeld in artikel 15 van de Monumentenwet 1988 en artikel 1 van de Erfgoedverordening Midden-Groningen 2018, de Erfgoedcommissie Midden-Groningen.

Artikel 2 Taak

  • 1.

    De commissie adviseert burgemeester en wethouders gevraagd en ongevraagd over zaken die betrekking hebben op rijks- en gemeentelijke monumenten, karakteristieke objecten, beeldbepalende objecten en ensembles, archeologie, beschermde stads- en dorpsgezichten en andere onderwerpen aangaande erfgoed en cultuurhistorie in de ruimste betekenis van het woord.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders vragen de commissie in ieder geval om advies in de gevallen genoemd in:

    • a.

      de Monumentenwet 1988, zoals die wet luidde voor inwerkingtreding van de Erfgoedwet,

    • b.

      de Erfgoedverordening Midden-Groningen 2018,

    • c.

      bestemmingsplannen als bedoeld in artikel 3.1 van de Wet ruimtelijke ordening en wijzigings- of uitwerkingsplannen als bedoeld in artikel 3.6 van die wet, die de inschakeling van de erfgoedcommissie dan wel een deskundige op het gebied van cultuurhistorie vereisen,

    • d.

      welstands- en beeldkwaliteitsnota’s Midden-Groningen (pm),

    • e.

      de subsidieregeling monumenten Midden-Groningen (pm).

Hoofdstuk 2 Samenstelling commissie

Artikel 3 Samenstelling en benoeming

  • 1.

    De commissie bestaat uit minimaal 4 externe leden en een voorzitter. Deze externe leden zijn geen lid van het college of de raad van Midden-Groningen en niet werkzaam voor de gemeente Midden-Groningen.

  • 2.

    Van de externe leden heeft één lid zitting vanuit adviesbureau Libau, organisatie voor welstands- en monumentenzorg in de provincie Groningen.

  • 3.

    De leden worden door burgemeester en wethouders benoemd, geschorst enontslagen.

  • 4.

    De commissie wordt betrokken bij de selectie en werving van een nieuwe voorzitter of nieuwe leden.

  • 5.

    De commissie regelt de vervanging van de voorzitter.

  • 6.

    De leden beschikken over deskundigheid op minstens een van de volgende terreinen: restauratietechniek, monumentenzorg, bouwhistorie, architectuurhistorie, landschap/stedenbouw/historische geografie en archeologie.

  • 7.

    In afwijking van het vijfde lid kunnen burgemeester en wethouders leden benoemen vanwege hun kennis van de lokale of regionale geschiedenis dan wel als burgerlid.

  • 8.

    Burgemeester en wethouders wijzen naast de externe leden een ambtelijk secretaris en ambtelijke adviseurs aan met kennis op het gebied van erfgoed, stedenbouw en bouwtoezicht.

Artikel 4 Zittingsduur

  • 1.

    De leden van de commissie, waaronder ook de voorzitter, worden benoemd voor een periode van vier jaar.

  • 2.

    De voorzitter en de leden kunnen voor ten hoogste nog twee perioden van vier jaar worden herbenoemd.

Artikel 5 Ontslag

  • 1.

    De leden kunnen op elk moment ontslag nemen. Zij delen dit schriftelijk mee aan burgemeester en wethouders.

  • 2.

    Aftredende leden blijven hun functie waarnemen totdat in hun opvolging is voorzien.

Hoofdstuk 3 Werkwijze commissie

Artikel 6 Vergaderingen

  • 1.

    De commissie vergadert conform een jaarlijks op te stellen vergaderschema en verder zo vaak als de voorzitter of een meerderheid van de leden dit nodig oordeelt.

  • 2.

    Ten minste de voorzitter en ambtelijk secretaris stellen de agenda voor een vergadering op. De agenda met bijbehorende stukken worden uiterlijk 5 dagen voor de vergadering door de secretaris per e-mail toegezonden aan de leden.

  • 3.

    De agenda wordt tevens gepubliceerd op de gemeentelijke website of in het gemeenteblad.

  • 4.

    De vergaderingen van de commissie zijn openbaar. Een vergadering of gedeelte daarvan is niet openbaar in de gevallen als bedoeld in artikel 10, eerste lid, van de Wet openbaarheid van bestuur en in gevallen waarin het belang van openbaarheid niet opweegt tegen de in artikel 10, tweede lid, van die wet genoemde belangen.

  • 5.

    Vergaderingen vinden geen doorgang als niet ten minste de meerderheid van de leden en de (plaatsvervangend) voorzitter aanwezig zijn.

  • 6.

    Burgemeester en wethouders stellen een vergaderruimte beschikbaar in het gemeentehuis en zorgen voor middelen die noodzakelijk zijn om de taken van de commissie naar behoren te kunnen uitvoeren.

Artikel 7 Besluitvorming

  • 1.

    Alle besluiten en adviezen van de commissie worden genomen respectievelijk vastgesteld bij meerderheid van stemmen.

  • 2.

    De voorzitter en de externe leden hebben stemrecht. Indien de stemmen staken, geeft de stem van de voorzitter de doorslag.

  • 3.

    Een lid neemt geen deel aan de beraadslaging en besluitvorming met betrekking tot een agendapunt waarbij dat lid persoonlijk is betrokken.

  • 4.

    De ambtelijk secretaris en ambtelijke adviseurs hebben geen stemrecht.

  • 5.

    De ambtelijk secretaris maakt van de vergaderingen een verslag.

Artikel 8 Honorering

  • 1.

    De externe leden en de voorzitter van de commissie ontvangen voor hun werkzaamheden een geldelijke vergoeding.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders beslissen over de hoogte van de vergoeding en bepalen voor welke werkzaamheden een vergoeding wordt ontvangen.

Artikel 9 Advisering

  • 1.

    De adviezen van de commissie aan burgemeester en wethouders worden schriftelijk en met redenen omkleed uitgebracht.

  • 2.

    De verslagen van de vergaderingen van de commissie worden toegezonden aan de portefeuillehouder Erfgoed, betrokken ambtenaren en andere belanghebbenden.

Artikel 10 Beslissing op advies

Indien burgemeester en wethouders een advies van de commissie niet overnemen, dan wel sprake is

van een afwijkende beslissing, stellen zij de commissie op de hoogte van de reden daarvan.

Artikel 11 Bijstand

De commissie kan zich bij haar beraadslagingen ad hoc laten bijstaan door externe deskundigen. Indien

hieraan kosten zijn verbonden, moet van tevoren toestemming van burgemeester en wethouders

worden verkregen.

Artikel 12 Verantwoording

  • 1.

    De commissie brengt jaarlijks vóór 1 april een beknopt verslag uit van de in het voorafgaande kalenderjaar verrichte werkzaamheden.

  • 2.

    De commissie of een vertegenwoordiging daarvan voert ten minste eenmaal per jaar overleg met de portefeuillehouder Erfgoed.

Hoofdstuk 4 Slotbepalingen

Artikel 13 Wijziging reglement

Dit reglement kan niet worden gewijzigd dan nadat de commissie is gehoord.

Artikel 14 Geschillen

In alle gevallen waarin dit reglement niet voorziet alsook bij gerezen geschillen, beslissen burgemeester

en wethouders, de commissie gehoord hebbende.

Artikel 15 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Dit reglement treedt in werking met terugwerkende kracht op 1 januari 2018.

  • 2.

    Per die datum wordt ingetrokken het reglement Samenstelling en werkwijze van de Monumentencommissie Hoogezand-Sappemeer.

  • 3.

    Dit reglement kan worden aangehaald als: Reglement Erfgoedcommissie Midden-Groningen.

Aldus vastgesteld op 6 februari 2018.

Burgemeester

Griffier/gemeentesecretaris

Ondertekening

Bijlage Reglement Erfgoedcommissie Midden-Groningen

Toelichting

Algemeen

Op 2 januari 2018 heeft de gemeenteraad Midden-Groningen de verordening op de

erfgoedcommissie Midden-Groningen 2018 vastgesteld. De inschakeling van een erfgoedcommissie (hierna: commissie) is geregeld in deze verordening. Sinds de dualisering van het gemeentebestuur wordt een commissie ingesteld door het bestuursorgaan waarvoor die commissie adviseert; de erfgoedcommissie dus door burgemeester en wethouders (artikel 84 Gemeentewet). Het college van Midden-Groningen heeft op 2 januari 2018 daartoe het benoemingsbesluit externe leden erfgoedcommissie van de gemeente Midden-Groningen vastgesteld waarmee de commissie is ingesteld.

In dit reglement wordt de werkwijze en samenstelling van de commissie vastgelegd.

Wetgeving

Op 1 juli 2016 is de Erfgoedwet in werking getreden. Sinds 1 oktober 2010 is de Monumentenverordening vervangen door de Erfgoedverordening en is het vergunningstelsel

uit de Monumentenwet 1988 vervangen door dat uit de Wabo. In de gewijzigde Monumentenwet zijn de regels omtrent de commissie die adviseert over aanvragen m.b.t. rijksmonumenten aangescherpt: alle gemeenten dienen een monumentenverordening en monumenten/erfgoedcommissie te hebben en in de wet is sindsdien bepaald dat deze onafhankelijk en deskundig is. Aanleiding is de terugtrekking van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (hierna: RCE) bij de advisering, de zgn. beperking adviesplicht. Slechts bij ingrijpende (gebruiks)wijzigingen en sloop is een advies verplicht van de RCE. In andere gevallen is alleen een advies van de gemeentelijke commissie vereist. De Verordening kent nauwelijks regels over de onafhankelijkheid en de deskundigheid van de commissie. Om gemeenten tegemoet te komen is door de VNG, de Federatie Welstand en de RCE een Handreiking Gemeentelijke Monumentencommissies (hierna: Handreiking) ontwikkeld.

Handreiking

De Handreiking geeft aan in het reglement iets op te nemen over taken, samenstelling, onafhankelijkheid, deskundigheid, advisering, werkwijze en honorering van de commissie. Deze aandachtsgebieden geven meteen de opbouw van het reglement.

De Handreiking geeft een aantal aanbevelingen.

• Onafhankelijk: commissieleden zijn geen lid van het college of de raad of ambtenaar in eigen

gemeente.

• Bij ambtelijke invulling van secretariaat is de secretaris geen lid van de commissie.

• Commissie is voldoende deskundig indien deskundigheid aanwezig is over restauratietechniek,

bouwhistorie, architectuurhistorie, landschap/stedenbouw/historische geografie en archeologie

• Deskundigheid op het gebied van lokale of regionale geschiedenis is aan te bevelen.

• Deskundigheid bevorderen door uitwisseling andere gemeenten, integratie welstand- en monumentencommissie of door aansluiting bij provinciale organisatie.

• Goede relatie met gemeentebestuur door:

• Duidelijke afspraken over rol en taken: college maakt eindafweging op basis van adviezen en belangen aanvrager, commissie adviseert primair vanuit waardering en instandhoudingsbelang.

• Gemeente informeert de commissie over de besluitvorming n.a.v. de adviezen.

• Gemeente maakt afweging adviezen en belangen van eigenaar.

• Commissie beargumenteert negatieve én positieve adviezen.

De erfgoedcommissie heeft een concept van het reglement besproken in haar vergadering van januari 2018.

Artikelsgewijzetoelichting

Artikel 2 Taak

De zaken waarover de erfgoedcommissie adviseert zijn beschreven in lid 1. De gevallen waarin de wet, verordeningen, regelingen, welstandsnota’s of bestemmingsplannen inschakeling van de commissie voorschrijft, zijn opgenomen in het tweede lid.

Artikel 3 Samenstelling en benoeming

Om noodzakelijke afstemming met de provinciale monumentencommissie te garanderen en te optimaliseren heeft van deze externe leden één lid zitting vanuit adviesbureau Libau, organisatie voor welstands- en monumentenzorg.

Het derde lid bepaalt dat de commissie betrokken wordt bij de selectie en werving van een nieuwe

voorzitter en nieuwe leden. Het college benoemt de voorgestelde kandidaten.

Het vijfde lid bepaalt welke deskundigheden vertegenwoordigd dienen te zijn in de commissie. Bij de

parlementaire behandeling van de eerder genoemde wijziging van de Monumentenwet 1988 in 2008

heeft de Minister van OCW aangegeven dat de commissie deskundigheid dient te bezitten op de genoemde terreinen. Het benoemen van leden met lokale kennis of burgerleden zoals weergegeven in het zesde lid kan het maatschappelijk draagvlak voor het werk van de commissie vergroten.

Artikel 6 Vergaderingen

De vergaderingen zijn in principe openbaar. In het vierde lid is gekozen voor een formulering die gelijkluidend is aan de formulering in artikel 12b, tweede lid, van de Woningwet voor vergaderingen van de welstandscommissie. Deze formulering is ook overgenomen in artikel 17.9, zesde lid, van de Omgevingswet ten aanzien van de gemeentelijke adviescommissie.

Artikel 7 Besluitvorming

Het derde lid bepaalt expliciet dat een lid niet mee kan vergaderen en adviseren met betrekking tot een plan of project waar hij of zij direct bij betrokken is, bijvoorbeeld als adviseur van de opdrachtgever. De verdere onafhankelijkheid van de commissie is gewaarborgd doordat artikel 15 van de Monumentenwet expliciet bepaalt dat leden van burgemeester en wethouders geen onderdeel uitmaken van de commissie. De Omgevingswet gaat hierin nog verder door in artikel 17.8 te bepalen dat de leden van het gemeentebestuur (burgemeester, college en raad) geen lid zijn van een gemeentelijk adviesorgaan.

Artikel 12 Verantwoording

De Handreiking geeft aan waar het jaarverslag op dient in te gaan:

• Een overzicht van de uitgebrachte adviezen, hoe is geadviseerd en wat was het effect van de adviezen (welke adviezen heeft de gemeente al dan niet overgenomen).

• Vermelding van overige zaken waarover is geadviseerd (plannen en nota’s).

• Vermelding van leden van de commissie, wie zijn toe- en afgetreden.

• Vermelding vanuit een cultuurhistorische optiek van ontwikkelingen die binnen de gemeente

hebben plaatsgevonden en hoe de commissie daarop heeft gereageerd.

• Vermelding van de (eventuele) samenwerking met de welstandscommissie en het bestuurlijk/ambtelijk overleg met de gemeente.

Met beknopt wordt in dit verband bedoeld: enkele A4’tjes.