Geschillenregeling SW-medewerkers

Geldend van 01-02-2016 t/m heden

Intitulé

Geschillenregeling SW-medewerkers

Algemene bepalingen betreffende de commissie

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

Werkgever Modulaire Gemeenschappelijke regeling Rijk van Nijmegen, module Werkbedrijf, verder in deze regeling aangeduid als ”het Werkbedrijf”.

Werknemer De werknemer als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel c van de Wet sociale werkvoorziening, die een arbeidsovereenkomst gesloten is.

Bestuur Het Dagelijks Bestuur van de Modulaire Gemeenschappelijke Regeling Rijk van Nijmegen, te dezen vertegenwoordigd door de directeur van de module Werkbedrijf.

Commissie De Commissie als ingesteld bij besluit van het Bestuur d.d. 10 maart 2016, die de klachten en intimidaties behandeld die worden aangedragen door de SW-medewerkers van het Werkbedrijf, hierna te noemen: “Commissie”

Besluit Een schriftelijke beslissing door of namens het Werkbedrijf, inhoudende een rechtsgevolg inzake de rechtspositie van een SW-medewerker. hieronder wordt uitdrukkelijk niet begrepen een besluit in de zin van artikel 1:3 Awb.

Seksuele Intimidatie Ongewenste seksuele toenadering, seksueel getinte aandacht, verzoeken om seksuele gunsten of ander verbaal, non-verbaal of fysiek gedrag van seksuele aard op de werkplek of tijdens aan het werk gerelateerde werkzaamheden daarbuiten, dat zowel opzettelijk als onopzettelijk kan zijn en als ongewenste seksuele intimidatie wordt ervaren.

Agressie Voorvallen waarbij de persoon psychisch of fysiek wordt lastiggevallen, bedreigd of aan gevallen, onder omstandigheden die rechtstreeks verband houden met het verrichten van arbeid. Hieronder valt ook pesten.

Discriminatie Elke vorm van onderscheid, elke uitsluiting, beperking of voorkeur, die ten doel heeft of ten gevolge kan hebben dat de erkenning, het genot of de uitoefening op voet van gelijkheid van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden op politiek, economisch, sociaal of cultureel terrein of op andere terreinen van het maatschappelijk leven, wordt tenietgedaan of aangetast. Tenzij bijzondere reglementen van het Werkbedrijf of een externe partij waarmee het Werkbedrijf samenwerkt, van toepassing zijn, zoals bepaalde kledingvoorschriften m.b.t. representativiteit.

Klager De werknemer die een klacht indient tegen een besluit van het Werkbedrijf, dan wel tegen een collega of leidinggevende wegens seksuele intimidatie, agressie of discriminatie.

Verweerder De persoon tegen wie door de klager een klacht is ingediend wegens seksuele intimidatie, agressie of discriminatie, en die werknemer is van het Werkbedrijf.

Vertrouwenspersoon De functionaris tot wie een werknemer zich kan wenden voor advies en ondersteuning wanneer deze meent zelf slachtoffer te zijn van intimidatie.

Artikel 2 Algemeen

Dit reglement is van toepassing op SW-medewerkers van het Werkbedrijf.

De directie draagt zorg voor de bekendmaking van dit reglement binnen de organisatie van het Werkbedrijf.

Artikel 3 De Commissie, instelling en samenstelling

Het bestuur stelt de Commissie in.

De Commissie bestaat uit tenminste twee externe leden (inclusief de voorzitter), waarvan er tenminste één vrouw is.

De voorzitter is onafhankelijk en heeft juridische deskundigheid.

In geval van klachten betreffende seksuele intimidatie, agressie of discriminatie, wordt de Commissie aangevuld met een vrouwelijke(bedrijfs)arts of een (bedrijfs)maatschappelijk werker, benoemd op voordracht van de bedrijfsartsen en bedrijfsmaatschappelijk werkers werkzaam ten behoeve van het Werkbedrijf maar niet afkomstig uit hun midden. Betrokkene dient deskundig te zijn op het gebied van het bestrijden van seksuele intimidatie, agressie en discriminatie.

De directeur van het Werkbedrijf belast een medewerker van het Werkbedrijf met het secretariaat van de Commissie.

De directeur van het Werkbedrijf benoemt de voorzitter.

De ondernemingsraad van het Werkbedrijf benoemt het tweede externe lid.

De vertrouwenspersoon, het bestuur, de directeur van het Werkbedrijf en de tweede managementlaag van het Werkbedrijf kunnen geen lid zijn van de Commissie.

De leden van de Commissie mogen niet betrokken zijn geweest bij het besluit waartegen de klacht gericht is, of de intimidatie waarover een klacht is ingediend. Is zulks wel het geval, dan wordt door de directeur een plaatsvervanger aangewezen voor de behandeling van de klacht.

Het Werkbedrijf stelt de Commissie in de gelegenheid haar taken naar behoren te vervullen.

De leden, eventuele plaatsvervangers en de managementassistente zijn verplicht tot geheimhouding en ondertekenen hiervoor een geheimhoudingsverklaring.

Artikel 4 Zittingsduur Commissie

De leden en eventuele plaatsvervangers van de Commissie worden benoemd door het bestuur voor een periode van 4 jaar. Zij treden na hun zittingsperiode af en zijn terstond eenmaal herbenoembaar.

Indien zich zwaarwichtige omstandigheden voordoen, als gevolg waarvan van het Werkbedrijf in redelijkheid niet gevergd kan worden om de Commissie in haar hoedanigheid en/of samenstelling voort te laten bestaan, kan de zittingsperiode van 4 jaar eerder beëindigd worden door het bestuur van het Werkbedrijf. Een dergelijk besluit kan alleen na instemming van de OR genomen worden.

De voorzitter en de leden van de Commissie kunnen te allen tijde schriftelijk ontslag nemen.

De aftredende voorzitter en de aftredende leden van de Commissie vervullen hun functie totdat in hun opvolging is voorzien.

Artikel 5 Het indienen van een klacht, vormvereisten klacht

Indien een werknemer zich niet kan verenigen met een besluit van het Werkbedrijf, dan kan hij daartegen schriftelijk een klacht indienen.

Indien een klager seksuele intimidatie, agressie, geweld of discriminatie ervaart in de werksfeer door een persoon die kwalificeert als verweerder, dan kan hij daartegen schriftelijk een klacht indienen.

Het indienen van een klacht geschiedt door indiening van een klaagschrift bij het bestuur.

Het klaagschrift is ondertekend en bevat ten minste:

a. de naam en het adres van de indiener;

b. de dagtekening;

c. een omschrijving van het besluit of de gedraging die kwalificeert als seksuele intimidatie, agressie, geweld of discriminatie, waartegen de klacht is gericht;

d. de gronden van de klacht.

De termijn voor het indienen van een klaagschrift tegen een besluit van het Werkbedrijf bedraagt zes weken en vangt aan met ingang van de dag na die waarop het besluit is bekendgemaakt.

De termijn voor het indienen van een klacht wegens seksuele intimidatie, agressie, geweld of discriminatie, bedraagt 2 jaar en vangt aan met ingang van de dag na die waarop de gedraging heeft plaatsgevonden.

Klachten die worden ingediend na de onder 5 en 6 vermelde termijnen, leiden tot niet-ontvankelijkheid.

Indien niet voldaan is aan de onder 3 en 4 genoemde vereisten, kan het Werkbedrijf de klacht niet-ontvankelijk verklaren, mits de indiener de gelegenheid heeft gehad het verzuim te herstellen binnen een door de directeur van het Werkbedrijf te stellen termijn.

Artikel 6 Primaire behandeling van klachten

Het Werkbedrijf bevestigt de ontvangst van de klacht binnen twee weken na de dag van ontvangst.

De klacht schorst niet de werking van het besluit waartegen het is gericht.

Alvorens de klacht voor behandeling wordt doorgestuurd aan de Commissie, wordt de klacht ter beoordeling voorgelegd aan de (bedrijfs)jurist van het Werkbedrijf. Indien mogelijk, wordt de klacht intern opgelost. De klacht wordt in dat geval geacht afgehandeld te zijn nadat de MGR een nieuw besluit neemt dat overeenkomt met de wens van de klager, ofwel als de klager de klacht schriftelijk intrekt.

Indien interne afhandeling niet mogelijk blijkt te zijn binnen 14 dagen nadat de klacht wordt ingediend, wordt de klacht voor behandeling doorgestuurd aan de Commissie.

Artikel 7 Behandeling van klachten bij de Commissie

De Commissie stelt een onderzoek in naar iedere bij haar schriftelijk ingediende klacht.

De voorzitter van de Commissie is in verband met de voorbereiding van de behandeling van de klacht bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te doen inwinnen.

De Commissie stelt de klager en het Werkbedrijf, in de gelegenheid om te worden gehoord. In zaken betreffende seksuele intimidatie, agressie of discriminatie wordt ook de verweerder gehoord. Indien de Commissie dit noodzakelijk acht, hoort zij tijdens het onderzoek de klager afzonderlijk en de verweerder en anderen afzonderlijk.

De hoorzitting wordt gepland op een datum binnen 4 weken nadat de klacht doorgestuurd wordt aan de commissie. Uitstel hiervan is eenmalig mogelijk wegens bijzondere omstandigheden.

In klachten ingediend tegen besluiten van het Werkbedrijf, kan worden afgezien van het horen indien:

a. de klacht kennelijk niet-ontvankelijk is,

b. de klacht kennelijk ongegrond is,

c. de klager heeft verklaard geen gebruik te willen maken van het recht te worden gehoord, of

d. aan de klacht volledig tegemoet wordt gekomen en andere belanghebbenden daardoor niet in hun belangen worden geschaad.

Als de klacht gericht is tegen een besluit van het Werkbedrijf, zendt het Werkbedrijf voorafgaand aan het horen, doch uiterlijk een week voor de geplande zitting van de Commissie, alle op de zaak betrekking hebbende stukken toe.

Het voorgaande geldt niet in zaken betreffende seksuele intimidatie, agressie, geweld of discriminatie, aangezien het Werkbedrijf in deze zaken geen partij is.

Indien de Commissie tijdens het onderzoek daartoe spoedeisende redenen aanwezig acht, kan zij door tussenkomst van de algemeen directeur dan wel het bestuur voorstellen om tijdens haar onderzoek en in afwachting van haar advies voorlopige maatregelen te treffen zowel ten aanzien van personen als ten aanzien van de werksituatie.

De Commissie brengt binnen 3 weken nadat de hoorzitting heeft plaatsgevonden een schriftelijk advies uit aan het bestuur onder medezending van het proces-verbaal van de hoorzitting.

In een advies om een klacht wegens seksuele intimidatie, agressie, geweld of discriminatie gegrond te verklaren, kan de Commissie tevens adviseren bepaalde maatregelen te treffen en/of sancties op te leggen.

Artikel 8 Hoorzitting

De hoorzitting als bedoeld in het derde lid van artikel 7 wordt in overleg tussen het Werkbedrijf en de voorzitter van de Commissie bepaald.

De Commissie deelt betrokkenen ten minste een week voor de zitting schriftelijk mede, dat zij in de gelegenheid gesteld worden zich te doen horen tijdens deze zitting.

De zitting van de Commissie vindt plaats achter gesloten deuren.

Van de hoorzitting wordt een schriftelijk verslag opgemaakt, dat ondertekend wordt door voorzitter.

Van iedere hoorzitting inzake seksuele intimidatie, agressie of discriminatie wordt een proces-verbaal opgemaakt, dat door alle aanwezigen voor akkoord dient te worden ondertekend. Indien een aanwezige dit weigert, wordt van de reden in het proces-verbaal een notitie gemaakt.

Tijdens de hoorzitting kunnen alle betrokkenen (klager, het Werkbedrijf en/of verweerder) zich doen bijstaan door een gemachtigde. De klager en verweerder kunnen zich niet laten bijstaan door een medewerker van het Werkbedrijf. Kosten voor bijstand zijn voor rekening van degene die ervoor kiest zich te laten vertegenwoordigen.

In geval van klachten gericht tegen seksuele intimidatie, agressie of discriminatie, kan de klager zich (tevens) laten bijstaan door een vertrouwenspersoon.

Naar aanleiding van het verslag van de hoorzitting, respectievelijk het proces-verbaal, brengt de Commissie een advies uit. Daarbij wordt er geadviseerd conform de meerderheid van stemmen van de commissieleden. Indien de Commissie uit 2 leden bestaat, dan heeft de voorzitter een beslissende stem.

Artikel 9 Beslissing op advies

De directeur van het Werkbedrijf neemt binnen 14 dagen na ontvangst van het advies van de Commissie een besluit. Deze termijn kan met redenen omkleed eenmaal verlengd worden met een maand.

De directeur van het Werkbedrijf stelt de werknemer schriftelijk en gemotiveerd op de hoogte van het genomen besluit. Een kopie van het advies van de Commissie wordt bij dit besluit gevoegd.

Indien de beslissing op de klacht afwijkt van het advies van de Commissie wordt in de beslissing de reden voor die afwijking vermeld.

Artikel 10 Slotbepalingen algemeen

In gevallen waarin deze regeling niet voorziet beslist het bestuur.

De ondernemingsraad van het Werkbedrijf heeft instemmingsrecht bij wijziging van deze regeling.

De Commissie brengt een jaarverslag uit. Dit verslag wordt in ieder geval ter kennis gebracht aan het bestuur, en de OR.

Deze regeling kan worden aangehaald als “Geschillenregeling SW-medewerkers”.

Zij treedt in werking op 01-02-2016.

Ondertekening

Aldus vastgesteld op 10 maart 2016 door het Dagelijks Bestuur van de modulaire gemeenschappelijke regeling Rijk van Nijmegen,

De Secretaris

I. Hol

De Voorzitter,

Drs. H.M.F. Bruls