Regeling vervallen per 02-11-2017

Beleidsregels adressen GBA gemeente Moerdijk

Geldend van 20-01-2011 t/m 01-11-2017

Intitulé

Beleidsregels adressen GBA gemeente Moerdijk

BELEIDSREGELS ADRESSEN GBA GEMEENTE MOERDIJK

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Definitie woonadres

Onder woonadres wordt verstaan:

  • a.

    Het adres waar betrokkene woont, waaronder begrepen het adres van een woning die zich in een voertuig of vaartuig bevindt, indien het voertuig of vaartuig een vaste stand of ligplaats heeft, of, indien betrokkene op meer dan één adres woont, het adres waar hij naar redelijke verwachting gedurende een half jaar de meeste malen zal overnachten (artikel 1 sub a Wet GBA).

  • b.

    het adres waar, bij het ontbreken van een adres als bedoeld onder a, betrokkene naar redelijke verwachting gedurende drie maanden ten minste twee derden van de tijd zal overnachten (artikel 1 sub b Wet GBA).

Definitie ingezetene

Onder ingezetene wordt verstaan de ingeschrevene in de GBA op wiens persoonslijst niet het gegeven van zijn overlijden of van zijn vertrek uit Nederland als actueel gegeven is opgenomen.

Definitie briefadres

Onder briefadres wordt verstaan:

Het adres waar voor betrokkene bestemde geschriften in ontvangst worden genomen en waar, indien daartoe grond bestaat, zorg wordt gedragen dat geschriften of inlichten daarover, betrokkene bereiken.

Artikel 2

Ingevolge artikel 70 kan bij een adreswijziging, waarbij sprake is van verhuizing naar een koopwoning dan wel een huurwoning, om een koopcontract respectievelijk huurcontract worden gevraagd.

Bij inwoning of twijfel aan de aangifte moet ook een verklaring van instemming worden overgelegd.

Een verklaring van instemming houdt in dat men bij ondertekening van de aangifte verklaart dat men

op de hoogte is van de aangifte van adreswijziging en hiermee instemt. De verklaring van instemming moet ingevuld worden door de verhuurder (tevens eigenaar) of de beheerder (namens de eigenaar) dan wel de al ingeschreven persoon op het adres.

Het overleggen van een verklaring van instemming is in de volgende situaties niet nodig:

  • -

    bij inschrijvingen in een instelling als bedoeld in artikel 67 van de wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens (GBA). Voor onze gemeente betreft het hier verpleeghuizen;

  • -

    als degene die verhuist de echtgeno(o)t(e) betreft van de hoofdbewoner tenzij betrokkenen al langere tijd afzonderlijk hebben gewoond;

  • -

    bij samenwoning als men samen naar een nieuw adres verhuist;

  • -

    de inschrijving in de GBA gebeurt in verband met een aangifte van geboorte.

Artikel 3

In bijlage C van de Beheerregeling 2008 is het onderzoek naar woon- en/of briefadressen geregeld.

Hierin is geregeld dat men ambtshalve geregistreerd wordt naar “land onbekend” als geen aanknopingspunten gevonden worden waar iemand woont. De beslissing, art. 83 Wet GBA, tot ambtshalve adreswijziging naar “land onbekend” wordt gepubliceerd op de gemeentelijke site en in de Moerdijkse Bode.

Artikel 4

Ontbreken bij de aangifte van vestiging of adreswijziging een of meer van de benodigde stukken, dan wordt de aangifte behandeld als een incomplete aangifte.

De aangever wordt, conform de regels van de Algemene Wet Bestuursrecht (Awb), d.m.v. een brief in de gelegenheid gesteld binnen veertien dagen het verzuim te herstellen en de aangifte alsnog aan te vullen met het ontbrekende(n) stuk(ken).

De burger kan echter aangeven binnen welke redelijke andere termijn hij de aangifte kan aanvullen.

Wanneer betrokkene niet binnen twee weken zijn aangifte aanvult wordt er een

brief gestuurd met het voornemen geen gevolg te geven aan de aangifte van adreswijziging. Hierna krijgt betrokkene nogmaals vier weken de tijd om de ontbrekende stukken aan te vullen.

Worden door betrokkene wederom de gegevens niet aangevuld, dan volgt de beslissing namens het college van Burgemeester en Wethouders van Moerdijk om geen gevolg te geven aan de aangifte.

Betrokkene wordt dus niet ingeschreven op het adres. Dit vloeit voort uit artikel 83 onder a Wet GBA met inachtneming van de Awb.

Als er wel een schriftelijke aangifte is ontvangen met alle bijbehorende stukken maar er ontbreekt een handtekening op de aangifte is er geen sprake van een aangifte en zal, wanneer de handtekening alsnog onder de aangifte is geplaatst, als datum van adreswijziging in de GBA de datum worden opgenomen waarop de ondertekende aangifte is ontvangen.

Artikel 5

Redenen briefadres

Redenen voor aangifte van een briefadres kunnen zijn:

  • -

    verblijf in instellingen voor gezondheidszorg, instellingen op het gebied van de kinderbescherming of penitentiaire instellingen als bedoeld in artikel 67 Wet GBA;

  • -

    een instelling op het terrein van maatschappelijke opvang, bedoeld in 1, eerste lid, onderdeel g, onder 7°, van de Wet maatschappelijke ondersteuning.

  • -

    kort verblijf in buitenland (minder dan acht maanden);

  • -

    geen woon- of verblijfplaats.

Controle

Vanaf het moment van het instellen van een briefadres zal elk half jaar (dan wel 8 maanden bij kortdurend verblijf in het buitenland) door de medewerkers gegevensbeheer gecontroleerd worden of de aanvrager inmiddels aangifte van adreswijziging naar een woonadres heeft gedaan. Zo niet, dan wordt betrokkene uitgenodigd om inlichtingen te geven over het adres. Als betrokkene in gebreke blijft worden de adresgegevens in onderzoek gesteld.

Voor personen die een briefadres houden wegens opname in een instelling als bedoeld in artikel 67 van de Wet GBA of een instelling op het terrein van maatschappelijke opvang geldt dit niet.

Aantal

Een adres mag niet voor meer dan twee briefadressen worden gebruikt. Een gezin met minderjarige kinderen wordt hierbij als één inschrijving beschouwd.

Ontbreekt bij de aangifte briefadres één of meer van de benodigde stukken, dan wordt de aangifte behandeld als een incomplete aangifte. Vervolgens volgt de procedure als genoemd in artikel 4.

Artikel 6

Uitgangspunt bij handhaving van artikel 147 Wet GBA is dat de gemeente ervan uitgaat dat burgers te goeder trouw zijn, maar dat in bijzondere situaties toch aangifte zal worden gedaan wanneer er twijfel bestaat over de integriteit van betrokkenen. Bij twijfels over de juistheid van aangiften wordt melding gedaan aan de afdelingen Werk en Inkomen en Zorg, Vergunning en Handhaving, de BAG-beheerder, de leerplichtambtenaar dan wel bij Dienst Uitvoering Onderwijs bij opvallende aangiften van jongeren vanaf 18 jaar.

Slotbepalingen

Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze beleidsregels treden in werking op de dag na de bekendmaking ervan;

  • 2.

    De beleidsregel wordt bekendgemaakt in huis aan huis blad de Moerdijkse Bode.

Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als “Beleidsregels adressen GBA”.

Vastgesteld in de vergadering van het college d.d 4 januari 2011,

de gemeentesecretaris,de burgemeester,

drs. A.E.B. KandelDrs. W.M.J. Denie

Toelichting op de beleidsregels adressen GBA

Overzicht en uitgangspunten van uitvoeringsbeleid

Inleiding

De Wet Gemeentelijke Basisadministratie persoonsgegevens (GBA) stelt kaders als het gaat om inschrijving in de GBA. Voor wat betreft het registreren van persoonsgebonden adresgegevens zijn er hiaten in de huidige wetgeving die aanvullende regelgeving behoeven middels het stellen van nadere regels. Deze beleidsregels hebben dan ook als doel: formalisering van het stellen van nadere regelgeving. Daarnaast levert de nadere regelgeving ook een bijdrage aan de fraudebestrijding.

De vraag ten aanzien van de kwaliteit van de GBA gegevens spitst zich met name toe op de actualiteit en juistheid van de persoonsgebonden adresgegevens. Dit gegeven is van groot belang voor de GBA-afnemers. De GBA beschrijft namelijk de administratieve situatie; dat is de bewoning van een adres, zoals die aan de GBA kan worden ontleend. Daarnaast is er de feitelijke situatie; dat is de feitelijke bewoning van een adres, dus het aantal personen dat daadwerkelijk op het betreffende adres verblijft. De feitelijke situatie kan dus afwijken van de administratieve situatie.Om de gegevens in de GBA zo actueel mogelijk te houden, is het noodzakelijk om ten aanzien van het registreren van adressen nader uitvoeringsbeleid vast te stellen.

De Wet GBA legt de verantwoordelijkheid voor een juiste registratie in de GBA ook bij de individuele burger.

In de praktijk blijkt dat veel burgers, soms uit onwetendheid soms uit berekening, te laat of helemaal geen adreswijziging doorgeven. Spookbewoning, illegale onderhuur, fraude door jongeren vanaf 18 jaar die valse aangifte doen om uitwonende beurs te kunnen verkrijgen, misbruik van briefadres etc zijn voorbeelden van misbruik. Deze indicaties geven aanleiding tot een adresonderzoek door de houder van de GBA.

Het is wenselijk dat de gemeentelijke basisadministratie zoveel mogelijk een weergave is van de feitelijke situatie. Dit belang dient meerdere zaken, o.a. het feit dat afnemers voor hun bedrijfsvoering afhankelijk zijn van de persoonsgebonden adresgegevens uit de GBA. Tevens is het verdedigbaar dat de verantwoordelijkheid en daarmee de aansprakelijkheidsvraag van het gemeentebestuur zo nauw mogelijk aansluit bij de werkelijkheid, bijvoorbeeld in verband met calamiteiten (ramp Bijlmer en Enschede). Immers de gemeente kan, doordat grote groepen personen hun adres niet duidelijk bekend maken, haar beleid hieromtrent niet juist inrichten.

Hieronder volgt per artikel een toelichting op de beleidsregels.

Artikel 1

Beleid met betrekking tot het woonadres

Inschrijving in de GBA

Artikel 66 van de Wet GBA geeft aan dat de ingezetene die zijn adres wijzigt, verplicht is binnen vijf dagen na de wijziging van het adres bij het college van burgemeester en wethouders (B&W) van de gemeente waar hij zijn nieuwe adres heeft, schriftelijk aangifte van adreswijziging te doen. Het begrip adreswijziging omvat zowel de verhuizing naar een adres binnen de gemeente als naar een volgende gemeente. Binnen vijf dagen nadat de ingezetene is verhuisd, moet hij van de adreswijziging schriftelijk aangifte doen. En wel bij B&W van de gemeente waar hij zijn nieuwe adres heeft.

Artikel 2

Degene die aangifte heeft gedaan als bedoeld in de artikelen 65 tot en met 68 is verder verplicht, ingevolge artikel 70 Wet GBA, om op verzoek van B&W, desverlangd in persoon, ter zake van zijn aangifte de inlichtingen te geven en de geschriften te overleggen die van belang zijn voor de bijhouding met betrekking tot hem van de basisadministratie.

In de praktijk blijkt B&W het instrument van artikel 70 Wet GBA nodig te hebben om informatie in te winnen die bijdraagt tot de beslissing om al dan niet gevolg te geven aan de aangifte van verblijf en adres (artikel 65 Wet GBA), van adreswijziging (artikel 66 en 67 Wet GBA) en van vertrek (artikel 68), dan wel om te komen tot ambtshalve aanpassing van gegevens. Vooral in de gevallen waar getwijfeld wordt aan de juistheid van de aangifte of uit ingewonnen informatie blijkt dat de feitelijke situatie niet overeenstemt met de gegevens in de basisadministratie.

Naarmate de inschrijving in de basisadministratie meer bepalend wordt in het verkeer met de overheid, zullen de belangen verbonden aan de inschrijving in de basisadministratie groter worden. Voor de toekenning van huurtoeslag is inschrijving aan het te subsidiëren adres bepalend. Een bijstandsuitkering is in beginsel gekoppeld aan inschrijving in de basisadministratie. Vanwege dergelijke belangen proberen personen die niet voor inschrijving in de basisadministratie in aanmerking komen, toch ingeschreven te geraken. Bij de aangifte van verblijf en adres wordt een willekeurig adres opgegeven. In de praktijk spreekt men ook wel van het fenomeen 'spookbewoning'. B&W dat vermoedt dat valse aangifte van verblijf en adres of adreswijziging is gedaan, kan met behulp van artikel 70 een burger dwingen het tegendeel te bewijzen. Artikel 70 Wet GBA verplicht de burger om inlichtingen te verschaffen of documenten te overleggen van belang voor de bijhouding van de basisadministratie.

Om onjuiste inschrijvingen in de GBA te voorkomen worden conform Wet- en regelgeving verscheidene documenten ter overlegging van de burger gevraagd.

Identiteitsvaststelling

Identiteitsvaststelling houdt in dat bij elke aangifte tot vestiging of adreswijziging het vaststellen van de identiteit van de aangever in acht genomen moet worden. De identiteitsvaststelling vindt plaats ingevolge artikel 70 jo 77 van de Wet GBA en ingevolge art. 1 van de Wet op de identificatieplicht. Bij de aangifte van een adreswijziging binnen de gemeente moet de aangever zich legitimeren met een document als wordt bedoeld in artikel 77 Wet GBA.

Het vaststellen van de bevoegdheid van de aangever

De bevoegdheid van de aangever wordt getoetst aan de wet (art. 73 en art. 74 van de Wet GBA)

Over te leggen stukken

In art. 70 van de Wet GBA is bepaald dat op verzoek van het college van burgemeester en wethouders de aangever inlichtingen moet geven en geschriften moet overleggen die van belang zijn voor de bijhouding met betrekking tot hem van de basisadministratie.

Artikel 3

Onderzoek adres

In geval van aangifte van adreswijziging naar een adres of locatie zoals een woonboot, waarbij er sprake is van feitelijk wonen op het betreffende adres, zal in principe worden overgegaan tot inschrijving in de GBA.

Echter wanneer de woonbestemming niet duidelijk is worden de afdeling V&H en de BAG beheerder op de hoogte gesteld. Voor de GBA kan het zo zijn dat we de plicht hebben om iemand in te schrijven op een zeker adres dan wel een locatie maar dat inschrijving op een adres strijdig kan zijn met andere wetgeving.

In bijlage C van de Beheerregeling 2008 is het onderzoek naar woon- en/of briefadressen nader geregeld.

Artikel 4

Incomplete aangifte woonadres

Ontbreken bij de aangifte van vestiging of adreswijziging een of meer van de benodigde stukken, dan wordt de aangifte behandeld als een incomplete aangifte.

Registratie van de adreswijziging in de GBA

De datum van adreswijziging in de GBA is de datum van ontvangst van de adreswijziging (conform artikel 47 lid 3 Wet GBA) of de werkelijke verhuisdatum als bij de aangifte een verhuisdatum in de toekomst is opgegeven dan wel de dag waarop van het voornemen tot ambtshalve opneming van gegevens betreffende het adres aan betrokkene schriftelijk is medegedeeld.

Artikel 5

Beleid met betrekking tot het briefadres

In artikel 65 lid 1 wet GBA is geregeld dat degene die naar redelijke verwachting gedurende een half jaar tenminste twee derden van de tijd in Nederland verblijf zal houden, verplicht is zich binnen vijf dagen na de aanvang van zijn verblijf in persoon te melden bij het college van burgemeester en wethouders van de gemeente waar hij zijn woonadres heeft om daarbij schriftelijk aangifte van verblijf en adres te doen. Indien hij geen woonadres heeft, is hij verplicht een briefadres te kiezen en dient hij zich binnen de gestelde termijn te melden bij het college van burgemeester en wethouders van de gemeente waar hij zijn briefadres heeft om de bedoelde aangifte te doen.

Voorwaarden voor het houden van een briefadres

Het houden van een briefadres is alleen mogelijk als betrokkene geen woonadres heeft. Een briefadres kan, in aanvulling op wat de wet regelt, worden gekozen binnen elke gemeente in Nederland. Het is niet verplicht om een briefadres te kiezen in de gemeente waar voor het laatst een woonadres werd gehouden. De aangifte wordt altijd gedaan in de gemeente waar het briefadres zich bevindt. Bij de aangifte moet een schriftelijke verklaring van instemming worden gevoegd van degene bij wie het briefadres wordt gehouden conform artikel 70 lid 2 van de wet GBA. In de schriftelijke verklaring van aangifte moeten de redenen van een briefadres worden opgenomen.

Het is niet mogelijk een briefadres te hebben op een postbus of leeg adres. Een leeg adres is een adres waarop geen personen staan ingeschreven op dat moment.

Redenen voor aangifte briefadres

Conform artikel 70 lid 2 van de wet GBA moet betrokkene redenen aangeven voor de aangifte van een briefadres.

Incomplete aangifte briefadres

Ontbreekt bij de aangifte briefadres één of meer van de benodigde stukken, dan wordt de aangifte behandeld als een incomplete aangifte.

Artikel 6

Handhaving

Het nalaten van de wettelijke plicht tot aangifte van adreswijziging door de burgers zorgt ervoor dat de gemeente op haar beurt niet kan voldoen aan de plicht om de adresgegevens overeenkomstig de feitelijke werkelijkheid te registreren. Hierdoor krijgen de afnemers van de GBA niet de adresgegevens die zij nodig hebben voor de uitoefening van hun (publiekrechtelijke) taak. Ook in rampensituaties kan dat leiden tot cruciale belemmeringen, enerzijds bij de opsporing en registratie van mogelijke slachtoffers en anderzijds bij het verstrekken van informatie.

Twee voorbeelden van bijzondere situaties waarbij aangifte moet worden gedaan zijn een sterk vermoeden van fraude en het opzettelijk doen van valse aangifte van adreswijziging.

Valse aangifte van verhuizing om uitwonende beurs te kunnen aanvragen, wordt gemeld bij Dienst Uitvoering Onderwijs. Het betreft hier opvallende aangiften van jongeren vanaf 18 jaar.