Regeling vervallen per 01-01-2017

Verordening op de vertrouwenscommissie burgemeestersbenoeming gemeente Moerdijk 2011

Geldend van 23-02-2011 t/m 31-12-2016

Intitulé

Verordening op de vertrouwenscommissie burgemeestersbenoeming gemeente Moerdijk 2011

Besluit

  • 1.

    in te stellen de Vertrouwenscommissie burgemeestersbenoeming gemeente Moerdijk 2011.

  • 2.

    vast te stellen de Verordening op de vertrouwenscommissie burgemeestersbenoeming gemeente Moerdijk 2011, luidende als volgt:

Artikel 1 Samenstelling

  • 1.

    De commissie bestaat, met inbegrip van de voorzitter, uit acht leden. De leden worden door de gemeenteraad benoemd.

De commissie bestaat uit:

  • -

    de heer M. Weda, fractievoorzitter Onafhankelijk Moerdijk

  • -

    de heer C.J. de Visser, fractievoorzitter CDA

  • -

    de heer K. van Schenk Brill, fractievoorzitter VVD

  • -

    de heer H.C.A.M. Schouwenaars, fractievoorzitter PvdA

  • -

    de heer G.J.M. Blom, fractievoorzitter SP

  • -

    de heer L. Schreuders, fractievoorzitter ChristenUnie

  • -

    de heer J.A. Ooijen, fractievoorzitter GroenLinks

  • -

    de heer W.M. de Pijper, fractievoorzitter Burger Belangen Moerdijk.

  • 2.

    De heer M. Weda treedt op als voorzitter van de commissie.

  • 3.

    De commissie wijst uit haar midden een plaatsvervangend voorzitter aan.

  • 4.

    De commissie laat zich bijstaan door één wethouder, mevrouw A. Grootenboer-Dubbelman die de vertrouwenscommissie adviseert. Deze adviseur is geen lid en heeft geen stemrecht in de commissie.

  • 5.

    Een lid van de commissie houdt op lid van de commissie te zijn, indien hij ontslag heeft genomen als raadslid of niet meer voldoet aan de vereisten voor het raadslidmaatschap als bedoeld in de artikelen 10 en 13 van de Gemeentewet.

  • 6.

    De adviseur houdt op adviseur te zijn indien zij ontslag heeft genomen of is ontslagen, en, bovendien, als deze niet meer voldoet aan de vereisten voor het wethouderschap als bedoeld in de artikelen 36a en 36b van de Gemeentewet.

  • 7.

    Bij een tussentijdse vacature benoemt de gemeenteraad een nieuw lid, op voordracht van de desbetreffende fractie, of een nieuwe adviseur.

  • 8.

    Het lidmaatschap van de commissie is van persoonlijke aard. Plaatsvervanging is niet toegestaan. Dit geldt ook voor de adviseur.

  • 9.

    De commissie laat zich bijstaan door de griffier, de heer J.A.M. Hereijgers en bij diens verhindering door de plaatsvervangend griffier. De griffier is geen lid en heeft geen stemrecht.

  • 10.

    De commissie laat zich tevens ondersteunen door de gemeentesecretaris, de heer A.E.B. Kandel. Plaatsvervanging is niet toegestaan. De gemeentesecretaris is geen lid en heeft geen stemrecht.

Artikel 2 De voorzitter en de griffier

  • 1. De voorzitter is contactpersoon naar buiten.

  • 2. De griffier fungeert als secretaris van de commissie en draagt zorg voor de ambtelijke bijstand.

  • 3. Alle stukken bestemd voor de commissie worden gericht aan de voorzitter en gezonden aan het privé-adres van de griffier en aldaar bewaard tot het moment van ontbinding van de commissie.

  • 4. Alle stukken die van de commissie uitgaan worden vanaf het privé-adres van de griffier verzonden.

  • 5. De kandidaten worden door de voorzitter, of namens de voorzitter door de griffier, voor de gesprekken uitgenodigd.

  • 6. De uitgaande stukken worden door de voorzitter en de griffier getekend.

Artikel 3 Taak van de commissie

  • 1. De commissie heeft tot taak de geschiktheid van kandidaten voor het ambt van burgemeester vast te stellen en haar opvattingen daarover schriftelijk en gemotiveerd ter kennis te brengen van de gemeenteraad en de Commissaris van de Koningin.

  • 2. De commissie gaat bij de beoordeling van de geschiktheid van de kandidaten als is bedoeld in het eerste lid van dit artikel in ieder geval uit van de eisen zoals die door de gemeenteraad zullen worden vastgesteld in een profielschets voor de burgemeester.

  • 3. De commissie voert gesprekken met de door de Commissaris van de Koningin geselecteerde kandidaten en eventueel andere op de lijst van sollicitanten voorkomende kandidaten, die hetzij zich uit eigener beweging tot de commissie hebben gewend, hetzij door de commissie worden uitgenodigd.

  • 4. Indien de commissie besluit een door de Commissaris van de Koningin geselecteerde kandidaat niet te ontvangen, worden de Commissaris van de Koningin en de kandidaat door haar schriftelijk, met vermelding van de redenen van de beslissing, op de hoogte gesteld.

  • 5. Indien de commissie, naast de in lid 3 aangereikte kandidaten, ook andere, dan door de Commissaris van de Koningin geselecteerde kandidaten, bij haar beoordeling wenst te betrekken, doet zij daarvan onverwijld mededeling aan de Commissaris van de Koningin. Deze brengt zijn oordeel over deze kandidaten ter kennis van de vertrouwenscommissie.

  • 6. De commissie verschaft zich slechts door tussenkomst van de Commissaris van de Koningin de door haar nodig geachte informatie over de kandidaten.

  • 7. De commissie doet het verslag aan de raad vergezeld gaan van een conceptaanbeveling van tenminste twee kandidaten die naar haar oordeel voor de benoeming in aanmerking komen. De commissie vermeldt daarbij voor iedere kandidaat de motieven die tot haar oordeel hebbengeleid.

Artikel 4 Vergaderingen commissie

  • 1. De commissie vergadert zo dikwijls de voorzitter of twee leden dit noodzakelijk achten.

  • 2. De voorzitter bepaalt dag, uur en plaats van de vergadering.

  • 3. De vergaderingen van de commissie zijn besloten.

  • 4. De commissie vergadert niet en voert geen gesprekken met kandidaten indien niet tenminste drie leden aanwezig zijn.

  • 5. Behoudens oproepingsbriefjes worden aan de leden geen stukken toegezonden. De voorzitter is bevoegd de leden telefonisch bijeen te roepen.

  • 6. Alleen ter vergadering kunnen stukken worden uitgedeeld door de voorzitter. Na afloop van de vergadering dient de voorzitter de uitgereikte stukken wederom in te nemen.

  • 7. De voorzitter roept, als zich de situatie geschetst in het vierde lid voordoet, de leden schriftelijk op voor een nieuwe vergadering, die na 24 uur gehouden kan worden.

  • 8. De commissie stelt een werkwijze vast waarmee de vertrouwelijkheid van de gesprekken met kandidaten wordt gewaarborgd.

Artikel 5 Besluitvorming

  • 1. Besluiten in de commissie worden bij meerderheid van stemmen genomen.

  • 2. Voor de toepassing van het eerste lid van dit artikel geldt dat ieder lid van de commissie één stem heeft.

  • 3. Het verslag aan de raad en de Commissaris van de Koningin, zoals bedoeld in artikel 3, zevende lid wordt bij meerderheid van stemmen vastgesteld.

  • 4. In het verslag aan de raad en de Commissaris van de Koningin kunnen leden van de commissie van minderheidsstandpunten blijk geven.

  • 5. Bij staking van stemmen over het uit te brengen verslag aan de raad en de Commissaris van de Koningin worden in het verslag de verschillende meningen binnen de commissie ter kennis gebracht van de raad en de Commissaris van de Koningin.

  • 6. De commissie kan de Commissaris van de Koningin vragen in de gelegenheid te worden gesteld de op schrift gestelde opvattingen mondeling toe te lichten.

Artikel 6 Geheimhouding

  • 1. De leden van de commissie, alsmede zij die haar bijstaan, zijn tegenover eenieder gehouden tot volstrekte geheimhouding van al datgene wat in verband met het lidmaatschap direct of indirect aan hen ter kennis is gekomen.

  • 2. De geheimhoudingsplicht van de commissie geldt ook ten opzichte van raadsleden die geen lid van de commissie zijn of lid van de commissie zijn geweest.

  • 3. Deze geheimhouding geldt zowel tijdens het bestaan van de commissie als na de ontbinding daarvan.

  • 4. Noch de commissie noch de gemeenteraad zal de geheimhouding opheffen.

  • 5. De voorzitter legt bij aanvang van elke vergadering, met toepassing van artikel 86 van de Gemeentewet, geheimhouding op omtrent de inhoud van de stukken en het behandelde tijdens de vergadering en ziet erop toe dat dit in de notulen van de vergadering tot uitdrukking komt.

  • 6. De geheimhouding brengt onder meer met zich mee dat, anders dan door tussenkomst van de Commissaris van de Koningin, geen inlichtingen -schriftelijk of mondeling- kunnen worden ingewonnen over kandidaten en dat overleg met derden is uitgesloten.

  • 7. De commissie treft een voorziening met betrekking tot de wijze waarop de privacybelangen van de kandidaat verder worden beschermd, bijvoorbeeld bij de bepaling van plaats en tijdstip van de gesprekken en bij het voeren van de correspondentie.Er vindt geen correspondentie plaats over kandidaten, over met kandidaten gevoerde gesprekken of andere informatie via e-mail.

Artikel 7 Einddatum commissie

  • 1. De commissie wordt geacht te zijn ontbonden met ingang van de dag volgende op die, waarop aan het gemeentebestuur bekend is gemaakt dat in de vacature is voorzien.

  • 2. De voorzitter en de secretaris van de commissie dragen er zorg voor dat, op het tijdstip bedoeld in het eerste lid, alle archiefbescheiden die de commissie zelf heeft opgemaakt onverwijld in een verzegelde enveloppe en gerubriceerd als “geheim” worden overgebracht naar de krachtens de wet aangewezen archiefbewaarplaats. Zij dragen er eveneens zorg voor dat uitvoering wordt gegeven aan het bepaalde in de volgende leden van dit artikel.

  • 3. Van de in het tweede lid bedoelde overbrenging wordt een verklaring van overbrenging als bedoeld in artikel 9 van het Archiefbesluit 1995 opgemaakt. In deze verklaring wordt melding gemaakt van de met toepassing van artikel 15, eerste lid, sub a en c, van de Archiefwet 1995 gestelde beperkingen aan de openbaarheid, geldende voor een periode van 75 jaar.

  • 4. Originele bescheiden die de commissie van derden heeft ontvangen worden onmiddellijk aan hen teruggezonden.

  • 5. Alle overige bescheiden en alle kopieën van de in dit artikel bedoelde bescheiden worden onmiddellijk vernietigd.

Artikel 8 Slotbepalingen

  • 1.

    In alle gevallen waarin de wet of deze verordening niet voorziet, beslist de commissie bij meerderheid van stemmen en binnen de grenzen zoals gesteld in de circulaires van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties d.d. 4 november 2005 nr. 2005-0000278431.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking een dag na bekendmaking en vervalt op de dag, bedoeld in het eerste lid van artikel 7.

  • 3.

    Onverminderd het bepaalde in het eerste lid blijft de volstrekte geheimhouding, bedoeld in artikel 6, gelden na het vervallen van deze verordening.

  • 4.

    Deze verordening kan worden aangehaald als: ”Verordening op de vertrouwenscommissie burgemeesterbenoeming gemeente Moerdijk 2011”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de gemeenteraad d.d. 15 februari 2011,
de griffier,de voorzitter,
J.A.M. HereijgersC. Huijssoon (plv.)