Verordening werkgeverscommissie griffie Molenlanden 2020

Geldend van 07-02-2020 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2020

Intitulé

Verordening werkgeverscommissie griffie Molenlanden 2020

De raad van de gemeente Molenlanden, gelezen hebbend bovenstaand voorstel,

besluit:

De gemeenteraad van Molenlanden besluit:

  • 1.

    De ‘Verordening werkgeverscommissie 2020’ vast te stellen, onder intrekking van de ‘Verordening werkgeverscommissie 2019’;

  • 2.

    Op basis van artikel 107 Gemeentewet mevr. M.A.J. Teunissen aan te wijzen als raadsgriffier, mevr. A. van Dijk aan te wijzen als eerste plaatsvervangend raadsgriffier en dhr. J. Groenveld aan te wijzen als tweede plaatsvervangend raadsgriffier;

  • 3.

    Kennis te nemen van het concept machtigingsbesluit waarmee de burgemeester de werkgeverscommissie resp. de raadsgriffier machtigt om de arbeidsovereenkomsten met de raadsgriffier respectievelijk het griffiepersoneel te ondertekenen.

Artikel 1 Taken en bevoegdheden werkgeverscommissie

  • 1.

    De werkgeverscommissie oefent het werkgeverschap uit ten aanzien van de griffier en de overige op de griffie werkzame ambtenaren, zoals die door de raad aan haar zijn gedelegeerd. Hieronder wordt mede verstaan het aangaan, wijzigen en beëindigen van arbeidsovereenkomsten met de op de griffie werkzame ambtenaren.

  • 2.

    Tot de bevoegdheid van de werkgeverscommissie behoren ook de voorbereiding en uitvoering van de overige tot het werkgeverschap van de raad behorende besluiten en regelingen. Voor de op de griffie werkzame ambtenaren geldt dat de lokale regelingen voor arbeidsvoorwaarden, die niet geregeld zijn in de landelijk geldende CAO, gelijk zijn aan die van gemeentelijke organisatie ressorterend onder de gemeentesecretaris. Indien toepassing daarvan een ongewenste of onredelijke situatie zou opleveren, kan de werkgeverscommissie hiervan besluiten af te wijken.

  • 3.

    De werkgeverscommissie mandateert de dagelijkse aansturing van het griffiepersoneel aan de griffier.

Artikel 2 Samenstelling werkgeverscommissie

  • 1.

    De werkgeverscommissie bestaat uit drie leden van de raad.

  • 2.

    De leden van de werkgeverscommissie worden door de raad uit zijn midden benoemd voor de duur van de zittingsperiode van de raad.

  • 3.

    Het lidmaatschap van de werkgeverscommissie eindigt:

    • a.

      op eigen verzoek; het ontslag gaat in als de opvolger door de raad is benoemd;

    • b.

      indien het lid aftreedt als lid van de raad;

    • c.

      indien de raad van oordeel is dat het lid niet langer geschikt is de functie van lid van de werkgeverscommissie te vervullen;

  • 4.

    De werkgeverscommissie kiest uit haar midden een voorzitter.

  • 5.

    De voorzitter van de raad is aanwezig als adviseur.

Artikel 3 Taken voorzitter

De voorzitter draagt in ieder geval zorg voor:

  • a.

    het tijdig en periodiek bijeenroepen van de werkgeverscommissie;

  • b.

    het leiden van de vergaderingen;

  • c.

    het doen naleven van deze verordening;

  • d.

    het ondertekenen van de stukken en de besluiten die van deze commissie uitgaan, alsmede het zorg dragen voor de uitvoering van de besluiten van de werkgeverscommissie;

  • e.

    het fungeren als schakel tussen de werkgeverscommissie en de griffier als eerstverantwoordelijke voor de personele en organisatorische zaken van de griffie.

Artikel 4 Ondersteuning van de commissie

De griffier of een door deze aan te wijzen functionaris staat de werkgeverscommissie terzijde, draagt zorg voor het secretariaat en maakt met het college of de secretaris afspraken over ondersteuning.

Artikel 5 Besluitvorming

  • 1.

    Besluiten worden genomen bij meerderheid van stemmen, uitgebracht door de leden zoals bedoeld in artikel 2.

  • 2.

    Besluiten worden alleen genomen indien in de vergadering meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden aanwezig is.

Artikel 6 Verslaglegging

De griffier draagt zorg voor het opstellen van een besluitenlijst van elke vergadering. De besluitenlijst wordt in de eerstvolgende vergadering van de werkgeverscommissie definitief vastgesteld.

Artikel 7 Beslotenheid van vergaderingen

  • 1.

    De vergaderingen van de werkgeverscommissie worden in het belang, als bedoeld in artikel 10, tweede lid, onder e of f van de Wet openbaarheid van bestuur, in beslotenheid gehouden.

  • 2.

    De agenda, de stukken en de besluitenlijst zijn openbaar, tenzij de werkgeverscommissie beslist dat op grond van een belang, genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur, hierop of op een deel daarvan geheimhouding moet worden gelegd.

Artikel 8 Vergaderfrequentie

De werkgeverscommissie vergadert tenminste tweemaal per jaar en voorts zo vaak als door de voorzitter of één van de leden nodig wordt geacht.

Artikel 9 verantwoording

De werkgeverscommissie brengt met inachtneming van het bepaalde in artikel 7, jaarlijks verslag uit aan de raad van haar werkzaamheden en bevindingen.

Artikel 10 Onvoorziene omstandigheden

In gevallen waarin deze verordening niet voorziet of bij twijfel over de toepassing ervan, beslist de werkgeverscommissie op voorstel van de voorzitter.

Artikel 11 Inwerkingtreding, intrekking oude regeling en citeertitel

Deze verordening treedt met terugwerkende kracht in werking op 1 januari 2020.

Tegelijkertijd met de inwerkingtreding van deze verordening vervalt de verordening werkgeverscommissie Molenlanden 2019.

Ondertekening

Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening werkgeverscommissie Molenlanden 2020’.

Aldus besloten tijdens de openbare raadsvergadering van de gemeente Molenlanden,

gehouden op 28 januari 2020.

de griffier,

drs. M.A.J. Teunissen

de voorzitter,

drs. T.C. Segers MBA

Toelichting

op de Verordening werkgeverscommissie Molenlanden 2020

Algemeen

De gemeente is de werkgever van de ambtenaren die werkzaam zijn bij deze rechtspersoon. Raad en college vullen dit werkgeverschap in. De raad is daarbij het bevoegd gezag van de griffie en het college voor zijn organisatie. Gelet op de publieke taken, de grootte en de samenstelling van de raad ligt het voor de hand dat hij voor de feitelijke invulling van het werkgeverschap een commissie instelt waaraan hij deze taak delegeert. Gelet op artikel 83 en artikel 156, eerste lid van de Gemeentewet ligt de instelling van een bestuurscommissie het meest voor de hand. Daarin voorziet deze verordening.

Artikelsgewijs

Artikel 1. Taken en bevoegdheden werkgeverscommissie

In artikel 1 wordt verwoord dat de werkgeverscommissie alle bij het werkgeverschap horende taken en bevoegdheden vervult. Naast het nemen van personele besluiten, buigt deze commissie zich bijvoorbeeld ook over het te voeren HRM-beleid, integriteitsbeleid (o.a. gedragscode, ambtseed, vertrouwenspersoon) en bereidt zij de voorstellen aan de raad voor die voortvloeien uit het werkgeverschap. Andere voorbeelden die horen tot de werkgeverstaak zijn het voeren van overleg met de griffier over de voortgang van de werkzaamheden van de griffie, het voeren van functionerings- en beoordelingsgesprekken met de griffier en het doen van voorstellen over de inrichting van de griffie.

Artikel 2. Samenstelling werkgeverscommissie

Uit artikel 83 van de Gemeentewet vloeit voort dat de burgemeester (en de wethouders) geen lid kunnen zijn van de werkgeverscommissie. Dit is volledig in de lijn met het feit dat de raad het bevoegde gezag is van de griffie. De burgemeester is hiervan geen lid. Overigens is de burgemeester wel lid van het college en stuurt hij dus rechtstreeks de secretaris aan, maar niet de griffier. De griffier is niet aan hem ondergeschikt.

De burgemeester is echter wel technisch voorzitter van de raad en zal in die hoedanigheid vaak een beroep doen op de griffier. Mede in het licht van diens frequentie als gesprekspartner van de griffier is de voorzitter van de raad bij uitstek geschikt om de werkgeverscommissie te adviseren.

Artikel 3. Taken voorzitter

Gelet op de taken van de voorzitter van de werkgeverscommissie is het te overwegen om voor de invulling van dit voorzitterschap een voorzittersprofiel op te stellen, waardoor de raad kan oordelen of de beoogde voorzitter aan dit profiel voldoet. Ook is het wellicht van belang om als raad aan de voorzitter (en de leden) van de werkgeverscommissie scholing aan te bieden op het specifieke terrein waarop deze commissie zich begeeft.

Artikel 4. Ondersteuning van de commissie

De ondersteuning waarover in dit artikel wordt gesproken kan worden geregeld door middel van het aangaan van dienstverleningsovereenkomsten van de griffier met het college of de secretaris. Voor het kunnen aangaan van deze overeenkomsten is het wel noodzakelijk dat het college zijn bevoegdheid tot het aangaan van privaatrechtelijke rechtshandeling aan de griffier mandateert. Mandaat aan een niet-ondergeschikte is door de wetgever mogelijk gemaakt in artikel 10:4 van de Algemene wet bestuursrecht. Daarnaast moet de burgemeester aan de griffier de volmacht geven om overeenkomsten te kunnen ondertekenen.

Artikelen 5 en 6: Besluitvorming en Verslaglegging

De inhoud van deze artikelen spreekt voor zich.

Artikel 7. Beslotenheid van vergaderingen

Wanneer in vergaderingen van de werkgeverscommissie personele aangelegenheden aan bod komen en hetgeen hier wordt besproken niet bedoeld is om aan derden kenbaar te maken, ligt het voor de hand dat hierover in beslotenheid wordt vergaderd. De agenda, de stukken en de besluitenlijst zijn in beginsel wel openbaar, tenzij de werkgeverscommissie beslist dat op grond van een belang, genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur, hierop of een deel ervan geheimhouding moet worden gelegd. De werkgeverscommissie is op grond van artikel 7, tweede lid van deze verordening en in lijn met artikel 86 van de Gemeentewet, bevoegd de geheimhouding op te heffen.

Artikel 8. Vergaderfrequentie

De inhoud van dit artikel spreekt voor zich.

Artikel 9. Verantwoording

De raad is van de griffie. In de werkgeverscommissie zijn drie raadsleden vertegenwoordigd. Het is van belang dat de raad inzicht heeft in haar rol van werkgever. De verantwoording door de werkgeverscommissie van haar werkzaamheden en bevindingen kan hieraan bijdragen. Ook uit het oogpunt dat het de raad is die de arbeidsvoorwaardenregelingen vaststelt, waarop de werkgeverscommissie de personele besluiten baseert, is een belangrijk argument om deze verantwoording te regelen.

Artikelen 10 en 11 Onvoorziene omstandigheden en inwerkingtreding

De inhoud van deze artikelen spreekt voor zich.