Regeling vervallen per 01-01-2015

Financieringsstatuut Molenwaard 2013

Geldend van 01-01-2013 t/m 31-12-2014

Intitulé

Financieringsstatuut gemeente Molenwaard 2013.

De raad van de gemeente Molenwaard;

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 18 december 2012;

Gelet op de bepalingen in de gemeentewet;

besluit:

vast te stellen;

Het Financieringsstatuut gemeente Molenwaard 2013.

Het financieringsstatuut van de gemeenten Graafstroom, Liesveld en Nieuw-Lekkerland in te trekken.

1. Financieringsbeleid

1.1. Doel financieringsstatuut

Het financieringsstatuut stelt de kaders voor de financieringsfunctie van de gemeente Molenwaard. De financieringsfunctie van de gemeente dient tot:

  • ·

    Het verzekeren van duurzame toegang tot de financiële markten tegen acceptabele condities.

  • ·

    Het beschermen van gemeentelijke vermogens- en (rente-)resultaten tegen ongewenste financiële risico’s zoals renterisico, koersrisico’s, kredietrisico’s en liquiditeitenrisico’s.

  • ·

    Het minimaliseren van de interne verwerkingskosten en externe kosten bij het beheren van de geldstromen en financiële posities.

  • ·

    Het optimaliseren van de renteresultaten binnen de kaders van de Wet financiering decentrale overheden (Fido) respectievelijk de limieten en richtlijnen van het financieringsstatuut.

Ook wordt in dit statuut een beeld gegeven van de financieringsorganisatie.

1.2 Wettelijk kader

Bij het opstellen van het financieringsstatuut is rekening gehouden met de bepalingen van de wettelijke kaders, o.a. Wet financiering decentrale overheden (Wet Fido) en Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden (Ruddo). Met ingang van 1 januari 2009 is de Wet tot wijziging van de Wet Fido in werking getreden. Voor enkele wijzigingen die betrekking hebben op de kasgeldlimiet en de renterisiconorm is de Uitvoeringsregeling financiering decentrale overheden (Ufdo) van toepassing.

In de Wet Fido zijn voor de decentrale overheden voorschriften opgenomen over:

  • ·

    De kasgeldlimiet.

  • ·

    De renterisiconorm.

  • ·

    Transparantie van het financieringsbeleid.

1.3 Algemene uitgangspunten en doelstellingen financieringsfunctie

  • De financieringsfunctie stuurt en beheerst financiële geldstromen, financiële posities en de hieraan verbonden risico’s. Met betrekking tot risicobeheer gelden de volgende algemene uitgangspunten:

    • ·

      De gemeente mag leningen of garanties verstrekken die uitsluitend de “publieke taak” dienen, bankieren is niet toegestaan.

    • ·

      De gemeente kan middelen uitzetten uit hoofde van de financieringsfunctie indien deze uitzettingen een prudent karakter hebben en niet zijn gericht op het genereren van inkomen door het lopen van overmatig risico. Het prudente karakter van deze uitzettingen wordt gewaarborgd door de richtlijnen en limieten van dit financieringsstatuut.

    • ·

      Het afsluiten van leningen met een uitgestelde storting is alleen toegestaan ter beperking van financiële risico’s.

    De hoofddoelstelling van de financieringsfunctie is:

    “Het waarborgen van de financiële continuïteit van de gemeente Molenwaard.”

    Om aan deze doelstelling praktische invulling te geven, zijn in dit financieringsstatuut drie subdoelstellingen onderkend:

    • 1.

      Het beheersen van financiële risico’s.

    • 2.

      Het beheersen van koersrisico’s.

    • 3.

      Het beheersen van liquiditeitenrisico’s.

  • 1.3.1.Beheersen van financiële risico’s

    De financiële risico’s zijn vooral het renterisico en het kredietrisico. Het renterisicobeheer is erop gericht nadelige gevolgen van renteontwikkelingen te beperken en optimaal te profiteren van gunstige renteontwikkelingen. De gemeente Molenwaard streeft naar spreiding in de rentetypische looptijden van leningen en uitzettingen. Het kredietrisico heeft betrekking op de minimale kredietwaardigheid van de partijen waar de gemeente middelen kan uitzetten/beleggen.

  • 1.3.2. Beheersen van koersrisicobeheer

    Het risico dat de financiële activa van de organisatie in waarde verminderen door negatieve koersontwikkelingen wordt door de gemeente Molenwaard beperkt door uitsluitend de volgende producten te hanteren: rekening courant, spaarrekening, daggeld, deposito’s en producten met hoofdsomgarantie.

    Overige uitgangspunten zijn:

    • ·

      Het is niet toegestaan een aandelenportefeuille op te bouwen, met uitzondering van aandelen van de Bank Nederlandse Gemeenten, nutsbedrijven, ROM-S, overheids-N.V.’s en gemeentelijke B.V.’s.

    • ·

      Uitbreiding van het aandelenkapitaal mag alleen in het kader van de publieke taak en na instemming van de gemeenteraad.

    • ·

      Het is niet toegestaan om een obligatieportefeuille op te bouwen, met uitzondering van de mogelijkheden bij de Bank Nederlandse Gemeenten.

  • 1.3.3. Beheersen van liquiditeiten risico’s

    Hierbij gaat het om het beperken van het risico van onvoldoende beschikbare liquide middelen. De gemeente Molenwaard beperkt haar interne liquiditeiten risico’s door haar financieringsactiviteiten te baseren op een korte termijn liquiditeitenplanning (looptijd tot één jaar), evenals een meerjarige liquiditeitenplanning met een looptijd van maximaal 4 jaar. Hierdoor worden onnodig hoge financieringskosten voorkomen.

2. Gemeentefinanciering

Gemeentefinanciering is de kern van dit statuut. Onderdelen hiervan zijn financiering, uitzettingen, kasbeheer en relatiebeheer.

2.1 Financiering

  • Financiering zorgt voor de invulling van de liquiditeitsbehoefte. De basis hiervoor is de liquiditeitsplanning. Deze planning bepaalt wanneer, hoeveel en voor welke termijn financiering nodig is.

    Doelstellingen financiering:

    • ·

      Financiering is nodig om vastgestelde doelen te realiseren en is geen doel op zich.

    • ·

      Het voorzien in de toekomstige behoefte aan vermogen tegen zo laag mogelijke kosten en aanvaardbare risico’s.

    • ·

      Het veiligstellen van de financierbaarheid van de organisatie, zodat op elk gewenst moment middelen kunnen worden aangetrokken. De toegang tot de vermogensmarkt dient verzekerd te zijn.

    Bij het aantrekken van financieringen over een periode van één jaar en langer gelden de volgende uitgangspunten:

    • 1)

      Financieringen worden enkel aangetrokken ten behoeve van de uitoefening van de publieke taak.

    • 2)

      Financiering met externe financieringsmiddelen wordt zoveel mogelijk beperkt door primair de beschikbare interne financieringsmiddelen te gebruiken om de renterisico’s te minimaliseren en het renteresultaat te optimaliseren.

    • 3)

      Toegestane instrumenten bij het aantrekken van financieringen zijn:

      • ·

        Onderhandse geldleningen (voor langere termijn).

      • ·

        Kasgeldleningen (voor korte termijn, < 1 jaar).

      • ·

        Kasgeld o/g van de gemeenten Molenwaard moeten passen binnen de wettelijke kasgeldlimiet en worden tegen euribor tarieven afgerekend.

    • 4)

      Er wordt gestreefd naar een minimum positie van lang vreemd vermogen;

    • 5)

      Jaarlijks wordt een liquiditeitenplanning opgesteld met een looptijd welke tenminste gelijk is aan die van de meerjarenbegroting van de gemeente;

    • 6)

      Jaarlijks wordt een meerjarige rentevisie opgesteld;

    • 7)

      Het aantrekken van leningen geschiedt door tenminste 3 offertes aan te vragen bij banken en/of geldmakelaars;

    • 8)

      Toegestane financieringsinstrumenten zijn: fixe (aflossing ineens), lineaire leningen (aflossing in gelijke delen) en annuïtaire leningen (rente en aflossing jaarlijks gelijk) van particuliere beleggers en banken; leningen met uitgestelde storting (forward);.

  • 2.1.1.De kasgeldlimiet

    De kasgeldlimiet heeft betrekking op “korte” financiering met een rentetypische looptijd van korter dan 1 jaar. De kasgeldlimiet is een door de minister van Financiën bepaald percentage van het begrotingstotaal. Ten tijde van de opstelling van dit Financieringsstatuut bedroeg deze 8,5%. Wanneer dit percentage vanuit het Rijk wordt aangepast zal het aangepaste percentage gelden.

    Het gemiddelde netto vlottende schuld per kwartaal mag de kasgeldlimiet niet overschrijden. Indien dit wel gebeurt, dient de gemeente kortlopende schuld om te zetten in een langlopende lening (in termen van de Wet Fido: consolideren). De informatie over de kasgeldlimiet wordt opgenomen in de Financieringsparagraaf bij de begroting en het jaarverslag. De reguliere kwartaalrapportages aan de toezichthouder zijn per 2009 komen te vervallen. Het toezicht op de kasgeldlimiet vindt plaats door de Provincie Zuid-Holland.

  • 2.1.2.De renterisiconorm

    De renterisiconorm heeft betrekking op financieringen met een rentetypische looptijd van langer dan één jaar. De gemeente loopt renterisico over dat deel van de leningenportefeuille dat in enig jaar in aanmerking komt voor herfinanciering, over nieuw aan te trekken langlopende leningen en over dat deel van de langlopende leningen waarop in enig jaar een renteherziening van toepassing is. De renterisiconorm is door de minister van Financiën bepaald.

    In aansluiting op de geactualiseerde Wet Fido is per 1 januari 2010 de nieuwe Uitvoeringsregeling financiering decentrale overheden in werking treden. Vanaf dat moment wordt de risiconorm berekend op basis van een percentage, namelijk 20% van het begrotingstotaal (voorheen was dit een percentage van de totale vaste schuld per 1 januari van enig jaar). Doel is om het renterisico bij herfinanciering te beheersen. Jaarlijks mogen de verplichte aflossingen en de renteherziening niet meer bedragen dan 20% van het begrotingstotaal.

    Toetsing vindt plaats via de Financieringsparagraaf in de begroting (vooraf) en het jaarverslag (achteraf). Het externe toezicht op de renterisiconorm vindt plaats door de Provincie Zuid-Holland.

  • 2.1.3.Rentevisie

    De rentevisie is één van de kaders waar binnen gehandeld wordt op de geld- en kapitaalmarkt. In de rentevisie wordt, op basis van een analyse van de financiële markten, een verwachting uitgesproken voor de ontwikkeling van zowel de korte als de lange rente. De rentevisie wordt bepaald op basis van interne en externe informatie en wordt ieder jaar in de Financieringsparagraaf opgenomen.

  • 2.1.4.Consolidatiebeleid

    Consolideren is het omzetten van korte financiering (rekening-courant krediet, daggeld, kasgeld) in lange financiering. De hoogte van en het moment waarop langlopende leningen worden aangetrokken hangt af van de gemeentelijke liquiditeitsprognose en de rentevisie. Hierbij wordt rekening gehouden met de renterisiconorm.

    Bij een stijgende kapitaalmarktrente worden, indien mogelijk, langlopende leningen geconsolideerd. Bij het kiezen van de looptijd van een aan te trekken langlopende lening dient rekening gehouden te worden met de gewenste financieringsstructuur. Bij een gezonde financieringsstructuur is er evenwicht tussen de aflossingen op langlopende leningen en de afschrijvingen op investeringen.

2.2 Uitzettingen

  • Doelstellingen uitzettingen:

    • ·

      Het optimaliseren van het renteresultaat op bestaande en geprognosticeerde liquiditeitsoverschotten tegen aanvaardbare risico’s.

    • ·

      Het verstrekken van geldleningen aan derden tegen aanvaardbare condities en risico’s.

    Rapportage vindt plaats via de financieringsparagraaf in de begroting en het jaarverslag. Bespreking vindt plaats in de auditcommissie.

  • 1. 2.2.1Kortlopend (= tot 1 jaar).

    Bij het uitzetten van middelen voor een periode van één jaar en korter gelden de volgende uitgangspunten:

    • ·

      Instellingen, waarvan voor het waardepapier een solvabiliteitsratio van 100% geldt;

    • ·

      Financiële instellingen binnen het EER-gebied met ten minste een AA-rating van twee van de volgende erkende rating-bureau’s: Moody’s, Standard & Poors of Fitch IBCA.

    • ·

      Het ministerie van financiën mag dienen als instelling voor het stallen van overschotten of rekening-courant saldi. Het betreft hier het zogenaamde schatkistbankieren.

    • ·

      Uitzettingen tussen de 3 gemeenten en Werkorganisatie De Waard moeten binnen de wettelijke kasgeldlimiet tegen euribor tarieven.

    • ·

      Er worden minimaal 2 offertes aangevraagd voor uitzetting vanaf 3 maanden en langer.

    • ·

      Uitzettingen bij de gemeenten, Graafstroom, Nieuw Lekkerland en Werkorganisatie De Waard moeten passen binnen de wettelijke kasgeldlimiet en worden tegen euribortarieven afgerekend.

  • 1. 2.2.2 Langlopend (=vanaf 1 jaar en één dag)

    Bij het uitzetten van middelen voor een periode van één jaar en langer gelden de volgende uitgangspunten:

    • ·

      Instellingen, waarvan voor het waardepapier een solvabiliteitsratio van 100% geldt;

    • ·

      Financiële instellingen binnen het EER-gebied met ten minste een AA-rating van twee van de volgende erkende rating-bureau’s: Moody’s, Standard & Poors of Fitch IBCA;

    • ·

      Het ministerie van financiën mag dienen als instelling voor het stallen van overschotten voor een looptijd van langer dan 1 jaar. (Schatkistbankieren).

    • ·

      Uitzettingen tussen de 3 gemeenten en Werkorganisatie De Waard moeten binnen de wettelijke kasgeldlimiet tegen euribor tarieven;

    • ·

      Er worden minimaal 3 offertes aangevraagd;

    • ·

      Voor uitzettingen aan de gemeenten Liesveld, Nieuw- Lekkerland en de Werkorganisatie De Waard worden de rentetarieven gehanteerd waarmee in de gemeentebegroting rekening is gehouden. Uitgangspunt is dat op uitzettingen niet wordt verdiend.

2.3 Kasbeheer

    • ·

      Het betalingsverkeer wordt vanuit Werkorganisatie De Waard zodanig ingericht dat het kosteneffectief kan worden beheerd. Hiertoe wordt de bankrelatie van de gemeente minimaal eens per 4 jaar geëvalueerd.

    Richtlijnen kasbeheer:

    • ·

      Hanteren van betaalinstrumenten die de bankkosten en interne verwerkingskosten minimaliseren.

    • ·

      Het periodiek evalueren of de tarieven van de huisbankier nog concurrerend zijn met tarieven bij andere banken.

    • ·

      Het minimaliseren van het aantal rekeningen met het oog op transparantie en efficiëntie.

2.4 Relatiebeheer

    • Goed relatiebeheer is vooral van belang om het (product) ontwikkelingen op de geld- en kapitaalmarkt te monitoren. Hierbij moet onder andere gedacht worden aan ontwikkelingen op de rentemarkt en financiële innovaties.

    Doelstellingen relatiebeheer:

    • ·

      Het intensiveren en verbeteren van contacten met financiële marktpartijen, met als doel de positie/naamsbekendheid (in de ogen van de geldgevers) van de gemeente te verbeteren.

    • ·

      Het zorg dragen voor permanente beschikbaarheid van bancaire en financiële diensten.

    Richtlijnen relatiebeheer:

    • ·

      Bankrelaties dienen wat betreft hun kredietwaardigheid minimaal te voldoen aan de eisen die zijn gesteld in 2.2. Langlopende uitzettingen.

    • ·

      Financiële instellingen (kredietinstellingen, beleggingsinstellingen, effecteninstellingen, verzekeraars en pensioenfondsen) dienen onder Nederlands of aan de andere kant EER-toezicht te vallen, zoals De Nederlandsche Bank en de Verzekeringskamer.

    • ·

      Tussenpersonen dienen geregistreerd te staan bij de Autoriteit Financiële Markten (AFM) en daarvan een vergunning als makelaar te hebben ontvangen.

    • ·

      Bankrelaties en hun bancaire condities worden minimaal eens in de 5 jaar beoordeeld.

    • ·

      De medewerker financiering dan wel het afdelingshoofd Financiën onderhouden de contacten met financiële instellingen, waarbij zij gehouden zijn aan de algemene gemeentelijke regels op het gebied van integriteit.

Financieringsorganisatie

3.1 Organisatie

Met ingang van 1 juli 2009 maakt de taak “financiering” onderdeel uit van de dienstverlening vanuit Werkorganisatie De Waard. Volgens artikel 7.1 en 7.2 van de Gemeenschappelijk Regeling Werkorganisatie De Waard zijn ook de taken en bevoegdheden die verband houden met de uitvoering van de financieringsfunctie opgedragen aan de Werkorganisatie De Waard. Onder de verantwoordelijkheid van de Algemeen Directeur van de Werkorganisatie De Waard worden op grond van artikel 7.3 van de Werkorganisatie De Waard door de medewerkers van De Waard alle transacties in verband met financiering afgesloten. De bevoegd- en verantwoordelijk die op grond van genoemde regeling aan de Algemeen Directeur zijn toebedeeld zijn via submandaat aan de medewerkers toegewezen. In dit statuut worden de bevoegdheden en verantwoordelijkheden betreffende financiering nader geduid.

De gemeente blijkt daarbij wel autonoom in het vaststellen van het financieringsbeleid.

Het is noodzakelijk om de financieringsfunctie op een duidelijke plaats binnen de gemeentelijke organisatie uit te voeren. Hierdoor wordt het mogelijk om de taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de financieringsfunctie op een juiste wijze te verdelen.

De administratieve organisatie en de interne controle moeten waarborgen dat:

  • ·

    de uitvoering rechtmatig en doelmatig is;

  • ·

    de financieringsactiviteiten adequaat kunnen worden uitgevoerd en bijgestuurd;

  • ·

    de risico´s kunnen worden beheerst;

  • ·

    de juistheid, tijdigheid en volledigheid van de informatie verzekerd zijn.

3.2 Verantwoordelijkheden en bevoegdheden

Om inzicht te geven in de verschillende rollen van het bestuur en de ambtelijke organisatie zijn in de onderstaande tabel de verantwoordelijkheden van de verschillende organisatielagen opgenomen.

Functie

Verantwoordelijkheden

Gemeenteraad

·Het vaststellen van de financieringsparagraaf in de begroting en de jaarrekening.

Auditcommissie

·Het verstrekken van aanwijzingen over het financieringsbeleid en beoordelen van de uitkomsten.

·Advies over de financieringsparagraaf in de begroting en jaarrekening.

College van B&W

·Het vaststellen en uitvoeren van het financieringsbeleid.

·Het afleggen van verantwoording over het gevoerde beleid.

·Het vaststellen van wijzigingen als gevolg van wetswijzigingen en/of aanwijzingen vanuit het college zelf.

·Het goedkeuren achteraf van afgesloten transacties (> € 2,5 miljoen).

Afdelingshoofd Financiën

·Het bewaken van de kwaliteit van de financieringsprocessen.

·Het opzetten van administratieve richtlijnen op het gebied van financiering.

·Het goedkeuren van af te sluiten transacties

·Het voeren van een interne controle op de uitgevoerde financieringstransacties.

·Het afleggen van verantwoording aan het College van B&W over de uitvoering van het financieringsbeleid.

·Het indienen van voorstellen tot wijziging van het als gevolg van wetswijzigingen en/of aanwijzingen van het college.

Controller

·Het controleren van de volledigheid en betrouwbaarheid van de informatievoorziening van de financieringsfunctie en hierover rapporteren aan het College van B&W.

·Het bewaken van de kwaliteit van de financieringsprocessen.

Consulent (vakspecialist)

·Het plaatsen van de 2e handtekening bij transacties

Medewerker Financiën

·Het uitvoeren van de activiteiten met betrekking tot de volgende deelfuncties: het risicobeheer, gemeenschappelijke regelingfinanciering (financiering, uitzetting en relatiebeheer) en kasbeheer. Deze activiteiten moeten conform dit financieringsstatuut en de Financieringsparagraaf worden uitgevoerd en de transacties dienen geautoriseerd te zijn door het afdelingshoofd Financiën.

·Het aantrekken en uitzetten van gelden in het kader van het saldo- en liquiditeiten beheer.

·Het beheren van de geldstromen.

·Het onderhouden van contacten met banken, geldmakelaars en overige financiële instellingen.

·Het afsluiten van financiële contracten voortvloeiend uit bovenstaande deelfuncties.

·Het schriftelijk vastleggen van de financieringstransacties en het doorgeven hiervan aan de kassier.

·Het voorbereiden van beleidsvoorstellen op financieringsgebied.

·Het aanleveren van tijdige, volledige en betrouwbare gegevens aan de gemeentelijke administratie.

·Het afleggen van verantwoording aan het afdelingshoofd Financiën over de uitvoering van de aan hem/haar gemandateerde activiteiten als mede het uitvoeren van de aan haar/hem gemandateerde financieringsactiviteiten conform het financieringsstatuut en de Financieringsparagraaf.

·Het zorg dragen voor periodieke rapportages m.b.t. de uitvoering van het financieringsbeleid en de activiteiten.

Medewerkers Financiën

·Het overboeken van saldi tussen bankrekeningen.

·Het afhandelen van het contante en girale betalingsverkeer.

·Het aanleveren van tijdige, volledige en juiste gegevens aan de gemeente.

·Het rapporteren aan het afdelingshoofd financiën belast met controle over de uitvoering van de aan hem/haar gemandateerde activiteiten.

·Het juist en volledig administreren van de bezittingen, schulden, rechten, verplichtingen, inkomsten, uitgaven, ontvangsten en betalingen in de verplichtingen- en financiële administratie.

Algemeen Directeur

·Alle bestuursrechtelijke en privaatrechtelijke rechtshandelingen aangaande financiering op grond van artikel 7.3 van de Gemeenschappelijke regeling Werkorganisatie De Waard.

Afdelingshoofden

·Het zorg dragen voor een goede kwaliteit van de informatie die hun afdeling aanlevert aan de afdeling financiën met betrekking tot toekomstige uitgaven en ontvangsten.

Budgethouders

·Het zorg dragen voor het tijdig aanleveren van betrouwbare operationele informatie over toekomstige geldstromen aan de afdeling financiën.

·Het fiatteren van lasten en baten ten laste c.q. ten gunste van hun budgetten.

De externe accountant

·Het in het kader van haar reguliere controletaak adviseren en controleren omtrent de feitelijke naleving van het Financieringsstatuut.

Voor de uitvoering van de financieringsfunctie, is een duidelijke, transparante functiescheiding van belang. In de onderstaande tabel zijn de bevoegdheden weergeven.

Bevoegd functionaris

(eerste handtekening)

Autorisatie door

(tweede handtekening)

Saldo-, liquiditeiten- en geldstromenbeheer

1.Het uitzetten van middelen via callgeld, deposito en spaarrekening

Medewerker Financiën

Consulent

2.Het aantrekken van middelen via callgeld of kasgeld

Medewerker Financiën

Consulent

3.Betalingsopdrachten voorbereiden en versturen

Medewerker Financiën

Andere medewerker Financiën

Bankrelatiebeheer

4.Bankrekeningen openen/sluiten/wijzigen

Medewerker Financiën

Afdelingshoofd Financiën

5.Bankcondities en tarieven afspreken

Medewerker Financiën

Afdelingshoofd Financiën

Risicobeheer

6.Het afsluiten van leningen met een uitgestelde storting (forwards)

Afdelingshoofd Financiën

Algemeen Directeur

Financiering en uitzetting

7.Het vaststellen van kredietfaciliteiten

Medewerker Financiën

Afdelingshoofd Financiën

8.Het aantrekken van middelen zoals vastgelegd in de Financieringsparagraaf

Medewerker Financiën

Afdelingshoofd Financiën

9.Het uitzetten van middelen zoals vastgelegd in de Financieringsparagraaf

Medewerker Financiën

Afdelingshoofd Financiën

10.Het verstrekken van leningen aan derden uit hoofde van de publieke taak

Medewerker Financiën

Algemeen Directeur

11.Het garanderen van middelen uit hoofd van de publieke taak

Medewerker Financiën

Algemeen Directeur

3.3 Planning en control

De planning en control cyclus bestaan uit diverse producten. In de begroting wordt in de Financieringsparagraaf ingegaan op de verwachte renteontwikkeling (rentevisie) en het gekozen financieringsbeleid voor zowel de korte als de lange termijn. In het jaarverslag wordt vervolgens het gevoerde financieringsbeleid geëvalueerd. Bij de tussentijdse rapportages kan, indien nodig, het gevoerde financieringsbeleid worden bijgesteld.

Richtlijn:

  • ·

    In zowel de begroting als het jaarverslag wordt een financieringsparagraaf opgenomen.

  • ·

    Bij elke begroting wordt een meerjarige investeringsplanning gepresenteerd

Informatievoorziening

Kernelementen bij de financieringsfunctie zijn sturen, beheersen en verantwoorden. Om de financiële risico´s te kunnen beheersen is de juistheid, tijdigheid en volledigheid van relevante informatie essentieel.

De gewenste informatie is onder te verdelen in operationele informatie en verantwoordingsinformatie. De administratieve organisatie en de interne controle moeten deze informatievoorziening waarborgen.

4.1 Operationele informatie

Met betrekking tot de financieringsactiviteiten dient tenminste de in de onderstaande tabel opgenomen informatie te worden verstrekt door de betreffende functionarissen:

Informatie

Frequentie

Informatie-verstrekker

Informatie

ontvanger

Gegevens m.b.t. toekomstige uitgaven en ontvangsten voor de liquiditeiten planning

Doorlopend

afdelings-hoofden/

Budgethouders

Medewerker Financiën

Liquiditeiten planning

Kwartaal

Medewerker financiering

Afdelingshoofd Financiën

Financieringsparagraaf in de begroting

Jaarlijks

College B&W

Auditcommissie en Gemeenteraad

Renterisiconorm, kasgeldlimiet en EMU saldo in de Financieringsparagraaf van de begroting

Jaarlijks

Medewerker Financiën

College B&W

4.2 Verantwoordingsinformatie

Deze informatie geeft aan of gestelde doelen gerealiseerd zijn en of de uitvoering van de financieringsfunctie heeft plaatsgevonden binnen de kaders van dit statuut. Hierbij komt ook de rechtmatigheid aan de orde.

Informatie

Frequentie

Informatie-verstrekker

Informatie-ontvanger

1.Verantwoording n.a.v. Financieringsparagraaf via het jaarverslag

Jaarlijks

College B&W

Auditcommissie en Gemeenteraad

2.Renterisiconorm en kasgeldlimiet in de Financieringsparagraaf van het jaarverslag

Jaarlijks

Medewerker Financiën

Algemeen Directeur Werkorganisatie De Waard en College B&W

3.Afgesloten leningen, uitzettingen en garanties

binnen 14 dagen na afsluiten

Medewerker Financiën

Algemeen Directeur en College B&W

Begrippenkader

In dit statuut wordt verstaan onder:

  • -

    Financiering Het aantrekken van benodigde financiële middelen voor een periode van minimaal één jaar. Deze middelen kunnen bestaan uit zowel eigen vermogen als vreemd vermogen.

  • -

    Financieringsfunctie De financieringsfunctie omvat alle activiteiten die zich richten op het besturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële stromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico’s. De financieringsfunctie bestaat uit vier functies: risicobeheer, gemeentelijke financiering, kasbeheer en debiteuren- en crediteurenbeheer.

  • -

    Geldstromenbeheer Al die activiteiten die nodig zijn om liquiditeiten te transfereren zowel binnen de organisatie zelf als tussen de organisatie en derden (betalingsverkeer).

  • -

    Intern liquiditeitsrisico De risico’s van mogelijke wijzigingen in de liquiditeitenplanning en meerjaren investeringsplanning waardoor financiële resultaten kunnen afwijken van de verwachtingen.

  • -

    Kasgeldlimiet Een bedrag op basis van de Wet Fido ter grootte van een percentage van 8,5% van het begrotingstotaal van de gemeente bij aanvang van het jaar.

  • -

    Koersrisico Het risico dat de financiële activa van de organisatie in waarde verminderen door negatieve koersontwikkelingen.

  • -

    Kredietrisico De risico’s op een waardedaling van een vordering ten gevolge van het niet (tijdig) na kunnen komen van de verplichtingen door de tegenpartij als gevolg van insolventie of deficit.

  • -

    Liquiditeitenbeheer Het aantrekken en uitzetten van middelen voor een periode tot één jaar.

  • -

    Liquiditeitenplanning Een gestructureerd overzicht van de toekomstige inkomsten en uitgaven ingedeeld naar aard en tijdseenheid.

  • -

    Rating De inschatting van de kans op eventuele wanbetalingen bij toekomstige rente- en aflossingsbetalingen op schuldpapier.

  • -

    Renterisico Het gevaar van ongewenste veranderingen van de (financiële) resultaten van de gemeenschappelijke regeling door rentewijzigingen.

  • -

    Renterisiconorm Een bij de aanvang van enig jaar op basis van in de Wet Fido vastgesteld percentage van 20% van het begrotingstotaal. Jaarlijks mogen de verplichte aflossingen en de renteherziening niet meer bedragen dan 20% van het begrotingstotaal.

  • -

    Rentetypische looptijd Het tijdsinterval gedurende de looptijd van een geldlening, waarin op basis van de voorwaarden van de geldlening sprake is van een door de verstrekker van de geldlening niet beïnvloedbare, constante rentevergoeding.

  • -

    Saldobeheer Het beheer van de dagelijkse saldi op de rekeningen.

  • -

    Rentevisie Toekomstverwachting over de renteontwikkeling.

  • -

    Solvabiliteitsratio v 0% Status die door een bancaire toezichthouder in een lidstaat van de Europese Economische Ruimte (lidstaten van de Europese Unie uitgebreid met Noorwegen, IJsland en Liechtenstein) aan het schuldpapier van een instelling kan worden toegekend.

  • -

    Uitzetting Het tijdelijk toevertrouwen van liquiditeiten aan derden tegen vooraf overeengekomen condities en bedingen. Kortlopende uitzettingen hebben betrekking op een periode tot één jaar en langlopende uitzettingen hebben betrekking op een periode van één jaar of langer.

  • -

    Prudent Inzicht in beleid, verstandig oordeel.

Besloten in de openbare raadsvergadering van 15 januari 2013.

De griffier, De voorzitter,

Drs. T.W. Kanters D.R. van der Borg