Regeling vervallen per 01-01-2016

Verordening bevordering van maatschappelijke participatie schoolgaande kinderen 2012

Geldend van 01-01-2012 t/m 31-12-2015

Intitulé

Verordening bevordering van maatschappelijke participatie schoolgaande kinderen 2012

De raad van de gemeente Montferland,

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders, met overneming van de daarin vermelde motieven;

gelet op artikel 8, lid 1, sub g, en lid 2, sub d, juncto artikel 35, lid 5, alsmede artikel 48, lid 4, van de Wet werk en bijstand;

BESLUIT:

Vast te stellen de "Verordening bevordering van maatschappelijke participatie schoolgaande kinderen 2012".

Hoofdstuk1. Algemene bepalingen

Artikel 1 - Begripsomschrijvingen

  • 1. Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de Wet werk en bijstand (WWB) en de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

  • 2. In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Montferland;

    • b.

      de raad: de raad van de gemeente Montferland;

    • c.

      de wet: de Wet werk en bijstand;

    • d.

      kind: een ten laste komend kind in de leeftijd van 5 jaar tot en met 17 jaar dat onderwijs of een beroepsopleiding volgt;

    • e.

      bijstandsnorm: de bijstandsnorm als bedoeld in artikel 5, sub c, van de wet;

    • f.

      inkomen:het inkomen als bedoeld in artikel 32 van de wet waarbij een eventuele bijstandsuitkering in afwijking van artikel 32 van de wet, voor de beoordeling van het recht op categoriale bijstand als inkomen wordt gezien;

    • g.

      vermogen: het vermogen als bedoeld in artikel 34 van de wet op de aanvraagdatum;

    • h.

      bijdrage: de categoriale bijzondere bijstand als bedoeld in artikel 35, lid 5, van de wet.

Artikel 2 - Doel en strekking

Degenen die tot de doelgroep behoren alsmede aan de voorwaarden voldoen, hebben om vergroting van deelneming aan de samenleving alsmede de educatieve ontwikkeling van ten laste komende schoolgaande kinderen te bevorderen, recht op een bijdrage in de kosten hiervan.

Hoofdstuk 2. Recht op bijzondere bijstand voor maatschappelijke participatie

Artikel 3 - Doelgroep

  • a De alleenstaande ouder die of het gezin dat met een of meer kinderen die/dat is aangewezen op een inkomen wat gemiddeld per maand niet uitkomt boven 110% van de geldende bijstandsnorm, alsmede niet beschikt over in aanmerking te nemen vermogen.

  • b Als peildatum onder a wordt genomen het moment van de aanvraag.

  • c Het kind voor wie de bijdrage wordt aangevraagd, dient op de aanvraagdatum aan het leeftijdscriterium als bedoeld in artikel 1, lid 2, sub d van de verordening te voldoen.

Artikel 4 - Maatschappelijke participatie

Onder maatschappelijke participatie wordt verstaan:

  • 1.

    De raad draagt er zorg voor dat ten behoeve van de verordening maatschappelijke participatie schoolgaande kinderen voldoende financiële middelen aanwezig zijn.

  • 2.

    Op grond van deze verordening kunnen door of namens het college bijdragen toegekend worden.

  • 3.

    De in het vorige lid bedoelde bijdragen worden verstrekt ter bestrijding van de kosten van:

    • a.

      Contributies

      • -

        sport- en cultuurverenigingen

      • -

        jeugd- en jongerenwerk

      • -

        verenigingen voor gehandicapten en chronisch zieken

    • b.

      Cursusgelden/Retributies

      • -

        muziekonderwijs

      • -

        korte cursussen

    • c.

      Abonnementen

      • -

        internetaansluiting

      • -

        openbare bibliotheek

      • -

        zwembad

      • -

        museum/museumkaart

      • -

        schouwburg

      • -

        cultureel jongerenpaspoort (CJP)

      • -

        kunstuitleen

      • -

        bioscoop

  • 4.

    Ook de incidentele kosten van de onder lid 3 genoemde kosten vallen hieronder.

  • 5.

    De hoogte van de bijdrage als bedoeld in dit artikel bedraagt € 185,-- per kind in een kalenderjaar.

Artikel 5 - Educatieve ontwikkeling

  • 1. Naast het bevorderen van maatschappelijk participatie is er ook aandacht voor de educatieve ontwikkeling van kinderen. Dit uit zich in onderstaande verstrekkingen:

    • a.

      Educatieve tijdschriften voor de jeugd op de basisschool (Bobo, Okki, Taptoe, National Geographic Junior).

    • b.

      Per gezin met kinderen die het voortgezet onderwijs of een beroepsopleiding volgen kan, zolang er schoolgaande kinderen tot het gezin behoren, een Pc per 5 jaar worden verstrekt.

    • c.

      Een tegemoetkoming in de schoolkosten. De hoogte van de tegemoetkoming is afhankelijk van het schooltype en bedraagt:

  • - € 75,- voor een kind op de basisschool.

  • - € 150,- voor een kind op de middelbare school.

  • 2. De in lid 1 onder sub a en b genoemde verstrekkingen worden “in natura” verstrekt.

Hoofdstuk 3. Slotbepalingen

Artikel 6 - Onvoorziene omstandigheden

Door of namens het college van burgemeester en wethouders kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende worden afgeweken van de bepalingen van deze verordening, indien toepassing hiervan tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 7 - Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2012.

Artikel 8 - Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening bevordering van maatschappelijke participatie schoolgaande kinderen 2012”.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering op 26 april 2012.

De griffier,D.Berends

De voorzitter, C.C. Leppink-Schuitema

Algemene toelichting “Verordening bevordering van maatschappelijke participatie schoolgaande kinderen 2012”.

Kinderen moeten in hun kansen en mogelijkheden tot ontwikkeling niet worden belemmerd door de slechte financiële positie van hun ouders. Maatschappelijke participatie van een kind is van groot belang met het oog op zijn of haar kansen op een zelfredzame toekomst. De wetgever beoogt inkomensondersteuning rechtstreeks aan zoveel mogelijk minderjarige kinderen van de doelgroep ten goede te laten komen en vindt het daarom wenselijk dat de categoriale bijzondere bijstand aan deze groep in natura en niet als geldbedrag wordt verleend. Dit is vastgelegd in artikel 48 lid 4 WWB. Artikel 8 lid 1 onderdeel g WWB bepaalt dat de gemeenteraad bij verordening regels moet stellen over het verlenen van categoriale bijzondere bijstand aan een persoon met een hem ten laste komend kind dat onderwijs of een beroepsopleiding volgt met betrekking tot de kosten in verband met maatschappelijke participatie van dat kind. Hierbij moet in ieder geval worden bepaald op welke wijze invulling wordt gegeven aan het begrip ‘maatschappelijke participatie’ (artikel 8 lid 2 onderdeel d WWB). Deze vorm van categoriale bijzondere bijstand wordt uitsluitend verstrekt aan mensen met maximaal een inkomen van 110% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm (artikel 35 lid 9 WWB).

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1 - Begripsomschrijvingen

Er is voor gekozen om begrippen die al zijn omschreven in de WWB, Awb niet afzonderlijk te definiëren in deze verordening. Dit voorkomt dat in geval van wijziging van betreffende definities in de betreffende wetten ook de Verordening moet worden gewijzigd.

Artikel 2 - Doel en strekking

In artikel 8 lid 2 onderdeel d WWB is expliciet bepaald dat de gemeenteraad in de verordening maatschappelijke participatie regels moet stellen over de wijze waarop invulling wordt gegeven aan het begrip ‘maatschappelijke participatie’. In artikel 2 van deze verordening is voorts aangegeven dat het oogmerk van maatschappelijke participatie het voorkomen of doorbreken van een sociaal isolement is alsmede de educatieve ontwikkeling van het ten laste komende kind. Bij de invulling van het begrip maatschappelijke participatie is rekening gehouden met het feit dat van categoriale bijzondere bijstand zoals bedoeld in artikel 35 lid 5 WWB geen sprake is voor zover het hoofddoel van de vergoeding het subsidiëren van culturele, educatieve of sportieve activiteiten is. Er is slechts sprake van bijstandsverlening indien voor belanghebbenden kosten worden weggenomen die zij anders wel zouden maken.

Hoofdstuk 2. Recht op bijzondere bijstand voor maatschappelijke participatie

Artikel 3 - Doelgroep

In artikel 3 is de doelgroep van deze verordening beschreven. Bij wisselende inkomsten wordt gekeken tot drie maanden voor het moment van de aanvraag. Als het gemiddelde inkomen gedurende deze drie maanden onder de 110% van de geldende bijstandsnorm blijft, dan wordt voldaan aan de inkomstentoets.

Artikel 4 - Maatschappelijke participatie

De in artikel 4 genoemde kosten zijn grotendeels overgenomen vanuit de verordening reductieregeling. Omdat een aantal kostensoorten niet aansluiten bij de in de verordening gehanteerde definitie voor een kind (zie artikel 1 lid 2d van deze verordening) zijn de volgende kostensoorten niet opgenomen: peuterspeelzalen, kinderdagverblijven/kinderopvang en volwasseneneducatie.

Artikel 5 - Educatieve ontwikkeling

Het huidige gemeentelijke beleid (sinds 2008) in het kader van het landelijke project “kinderen tellen mee!” is opgenomen in deze verordening. In artikel 5 lid 1 , sub b wordt met PC bedoeld een PC inclusief een printer. De printer wordt, gezien de relatieve lage kosten, eenmalig door de gemeente verstrekt. De printer wordt verstrekt aan het eerste kind dat naar de middelbare school gaat. Voor een PC geldt een vervangingstermijn van 5 jaar. Als de vervangingstermijn van 5 jaar is bereikt (gerekend vanaf de verzenddatum van de toekenningsbeschikking) en tot het gezin nog een kind behoort dat middelbaar onderwijs volgt, dan kan op aanvraag een PC worden verstrekt.

Hoofdstuk 3. Slotbepalingen

Artikel 6 - Onvoorziene omstandigheden

In gevallen waarin deze verordening niet voorziet wordt beslist door het college.

Artikel 7 - Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2012, aangezien de gemeenteraad per deze datum verplicht is een verordening vast te stellen over het verlenen van categoriale bijzondere bijstand aan een persoon met een hem ten laste komend kind dat onderwijs of een beroepsopleiding volgt met betrekking tot de kosten in verband met maatschappelijke participatie van dat kind.

Artikel 8 - Citeertitel

In dit artikel is de citeertitel neergelegd van deze verordening.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering op 26 april 2012.

De griffier, D.Berends

De voorzitter, C.C. Leppink-Schuitema