Regeling vervallen per 01-03-2019

Verordening winkeltijden Montferland 2016

Geldend van 01-06-2016 t/m 28-02-2019

Intitulé

Verordening winkeltijden Montferland 2016

RAADSBESLUIT

Onderwerp: Verordening winkeltijden Montferland

De raad van de gemeente Montferland;

BESLUIT:

Vast te stellen;

Verordening winkeltijden Montferland

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • feestdagen: Nieuwjaarsdag, tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, tweede Pinksterdag, eerste en tweede Kerstdag;

  • werkdagen: maandag tot en met zaterdag;

  • winkel: dat wat daaronder wordt verstaan in de Winkeltijdenwet.

Artikel 2. Vrijstelling voor zon- en bepaalde feestdagen gedurende bepaalde uren voor bepaalde branches en toeristische gebieden/plaatsen/evenementen

Van de in artikel 2, eerste lid, aanhef en onder a en b, van de Winkeltijdenwet vervatte verboden zijn vrijgesteld:

  • 1.

    op zondagen en op de feestdagen: tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, tweede Pinksterdag, tweede Kerstdag:

    • a.

      winkels welke behoren tot de bakkersbranche van 08.00 uur tot 13.00 uur; en

    • b.

      alle winkels/detailhandel van 12.00 uur tot 18.00 uur; en

  • 2.

    op ten hoogste twaalf per kalenderjaar, door burgemeester en wethouders aan te wijzen, zondagen en de feestdagen: tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, tweede Pinksterdag, tweede Kerstdag, met de bevoegdheid aan te wijzen per branche of delen van de gemeente; en

  • 3.

    in verband met de toeristische aantrekkingskracht van de gebieden/plaatsen/evenementen:

    • a.

      Bungalowpark Stroombroek te Braamt;

    • b.

      De kermis in Didam;

    • c.

      Didam op Stelten;

    • d.

      Mechteld ten Ham in ‘s-Heerenberg;

    • e.

      Kunst & Kunstig in Zeddam.

Artikel 3. Individuele ontheffingen

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen op aanvraag ontheffing verlenen van de in artikel 2, eerste lid, van de Winkeltijdenwet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op zon- en feestdagen van 09.00 uur tot 12.00 uur of op werkdagen voor:

  • a. bijzondere gelegenheden van tijdelijke aard; of

  • b. in verband met de toeristische aantrekkingskracht.

Artikel 4. Beslistermijn

  • 1. Burgemeester en wethouders beschikken op een aanvraag om ontheffing binnen acht weken na de dag waarop de aanvraag is ontvangen.

  • 2. Zij kunnen hun beschikking voor ten hoogste acht weken verdagen.

Artikel 5. Intrekken of wijzigen ontheffing

Burgemeester en wethouders kunnen een ontheffing intrekken of wijzigen als:

  • a.

    ter verkrijging daarvan onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt;

  • b.

    verandering van omstandigheden of inzichten dit naar hun oordeel noodzakelijk maken in het belang van de belangen ter bescherming waarvan de ontheffing is vereist;

  • c.

    de exploitatie van de winkel op basis van de ontheffing gevaar oplevert voor de openbare orde, de veiligheid of het woon- en leefklimaat ter plaatse;

  • d.

    aan de ontheffing verbonden voorschriften en beperkingen niet zijn of worden nagekomen;

  • e.

    van de ontheffing geen gebruik wordt gemaakt binnen een daarbij gestelde termijn; of

  • f.

    de houder dit verzoekt.

Artikel 6. Toezicht

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de door burgemeester en wethouders aangewezen toezichthouders.

Artikel 7. Intrekking oude verordening en overgangsrecht

  • 1. De Verordening winkeltijden Montferland wordt ingetrokken.

  • 2. Een krachtens de Verordening winkeltijden Montferland verleende ontheffing of vrijstelling geldt als ontheffing of vrijstelling verleend krachtens deze verordening. Burgemeester en wethouders kunnen deze ambtshalve vervangen door een ontheffing of vrijstelling krachtens deze verordening. Ambtshalve vervanging kan gepaard gaan met een wijziging van beperkingen en voorschriften.

  • 3. Aanvragen om ontheffing die zijn ingediend onder de Verordening winkeltijden Montferland maar waarop nog niet is beschikt bij het in werking treden van deze verordening, worden afgehandeld overeenkomstig deze verordening.

  • 4. De in de bijlage van deze verordening genoemde vrijstellingen vanuit het Vrijstellingenbesluit winkeltijdenwet zijn overgeheveld in deze verordening met ingang van 1 juli 2013.

Artikel 8. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening winkeltijden Montferland 2016.

Ondertekening

’s-Heerenberg, 30 januari 2014
De raad van de gemeente Montferland,
De griffier, D.Berends
De voorzitter, C.C. Leppink-Schuitema

Bijlage bij artikel 7, vierde lid, Winkeltijdenverordening Montferland 2014

De overheveling van enkele vrijstellingen vanuit het Vrijstellingenbesluit winkeltijdenwet

a. Bepaalde winkels

De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van:

  • a.

    musea;

  • b.

    winkels, waar uitsluitend maaltijden, voor directe consumptie geschikte eetwaren, alcoholvrije dranken en, door middel van een automaat, tabak en tabaksprodukten, middelen ter voorkoming van zwangerschap en damesverband plegen te worden verkocht;

  • c.

    winkels waar de bedrijfsactiviteit hoofdzakelijk bestaat uit het verhuren van voorbespeelde videobanden en andere voorbespeelde beelddragers, mits in die winkel geen andere goederen worden te koop aangeboden of verkocht dan videobanden en andere beelddragers, alsmede tijdschriften en catalogi, die betrekking hebben op het te huur aangeboden assortiment.

b. Openstelling anders dan voor verkoop

  • 1.

    De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van:

    • a.

      winkels, waarin zich een restaurant of lunchroom bevindt, voor zover het laten betreden van de winkel noodzakelijk is voor het bezoeken van het restaurant of de lunchroom;

    • b.

      winkels waar uitsluitend of hoofdzakelijk fietsen en bromfietsen plegen te worden verkocht, voor zover het laten betreden van de winkel noodzakelijk is voor het huren van fietsen en bromfietsen.

  • 2.

    De in het eerste lid vervatte vrijstellingen gelden niet ten aanzien van het verkopen van goederen.

c. Straatverkoop van bepaalde goederen

De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van het te koop aanbieden en verkopen van voor directe consumptie geschikte eetwaren en alcoholvrije dranken.

d. Begraafplaatsen

  • 1.

    De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van winkels, waar uitsluitend of hoofdzakelijk bloemen en planten plegen te worden verkocht en die zijn gelegen op een afstand van ten hoogste 100 meter van de publieksingang van een begraafplaats, gedurende de openingstijden van die begraafplaats.

  • 2.

    De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van het te koop aanbieden en verkopen van bloemen en planten op een begraafplaats dan wel op een afstand van ten hoogste 100 meter van de publieksingang daarvan, gedurende de openingstijden van die begraafplaats.

e. Culturele evenementen

  • 1.

    De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van gebouwen, waar voorstellingen, uitvoeringen of evenementen van culturele aard plaatsvinden, en waar uitsluitend of hoofdzakelijk goederen die rechtstreeks verband houden met aldaar te houden voorstellingen, uitvoeringen en evenementen plegen te worden verkocht, vanaf een uur voor de aanvang van de voorstelling, de uitvoering of het evenement tot een uur na afloop daarvan.

  • 2.

    De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van het ter gelegenheid van voorstellingen, uitvoeringen of evenementen van culturele aard te koop aanbieden en verkopen van goederen, die rechtstreeks verband houden met die voorstellingen, uitvoeringen of evenementen, vanaf een uur voor de aanvang van de voorstelling, de uitvoering of het evenement tot een uur na afloop daarvan.

f. Sportcomplexen

  • 1.

    De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van winkels in of op het terrein van sportcomplexen, waar uitsluitend of hoofdzakelijk goederen worden verkocht, die rechtstreeks verband houden met de aldaar beoefende sporten, gedurende de openstellingsuren van die sportcomplexen.

  • 2.

    De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van het in of op het terrein van sportcomplexen te koop aanbieden en verkopen van goederen, die rechtstreeks verband houden met de aldaar beoefende sporten, gedurende de openstellingsuren van die sportcomplexen.

g. Bejaardenoorden

  • 1.

    De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van winkels in of op het terrein van bejaardenoorden, waar uitsluitend of hoofdzakelijk eet- en drinkwaren, prentbriefkaarten, nieuwsbladen en tijdschriften alsmede bloemen en planten plegen te worden verkocht.

  • 2.

    De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden in of op het terrein van bejaardenoorden niet ten aanzien van het te koop aanbieden en verkopen van eet- en drinkwaren, prentbriefkaarten, nieuwsbladen en tijdschriften alsmede bloemen en planten.

h. Eerste Heilige Communie

  • 1.

    De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van winkels, waar uitsluitend of hoofdzakelijk foto-artikelen plegen te worden verkocht, voor zover het betreden van die winkel noodzakelijk is voor het vervaardigen van portretfoto's ter gelegenheid van de Eerste Heilige Communie.

  • 2.

    De in het eerste lid vervatte vrijstelling geldt niet ten aanzien van het verkopen van goederen.

i. Allerheiligen en Allerzielen

  • 1.

    De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag, gelden niet ten aanzien van winkels, waar uitsluitend of hoofdzakelijk bloemen en planten plegen te worden verkocht, op de dagen waarop Allerheiligen en Allerzielen worden gevierd.

  • 2.

    De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag, gelden niet ten aanzien van het te koop aanbieden en verkopen van bloemen en planten op de dagen waarop Allerheiligen en Allerzielen worden gevierd.

j. Ramadan

  • 1.

    De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden gedurende de Ramadan vanaf twee uur voor zonsondergang tot zonsondergang niet ten aanzien van winkels, waar brood en gebak wordt verkocht dat in het bijzonder is bestemd voor hen die zich aan de Ramadan houden, mits in die winkel dat brood en gebak ook pleegt te worden verkocht buiten de periode van de Ramadan.

  • 2.

    De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden gedurende de Ramadan vanaf twee uur voor zonsondergang tot zonsondergang niet ten aanzien van het te koop aanbieden en verkopen van brood en gebak dat in het bijzonder is bestemd voor hen die zich aan de Ramadan houden.

k. Bedevaartplaats

  • 1.

    De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van winkels die zijn gelegen in de directe omgeving van een bedevaartplaats, gedurende de tijd dat deze plaats als zodanig wordt bezocht, indien in die winkel op die dagen en gedurende die tijd geen andere goederen worden verkocht dan:

    • a.

      voor directe consumptie geschikte eetwaren en alcoholvrije dranken;

    • b.

      religieuze artikelen en souvenirs;

    • c.

      bloemen en planten.

  • 2.

    De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden in de directe omgeving van een bedevaartplaats, gedurende de tijd dat deze plaats als zodanig wordt bezocht, niet ten aanzien van het te koop aanbieden en verkopen van:

    • a.

      voor directe consumptie geschikte eetwaren en alcoholvrije dranken;

    • b.

      religieuze artikelen en souvenirs;

    • c.

      bloemen en planten.

l. Carnaval

  • 1.

    De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag, gelden op de zondag vanaf 12 uur waarop carnaval wordt gevierd, niet ten aanzien van winkels, waar uitsluitend of hoofdzakelijk feestartikelen plegen te worden verkocht.

  • 2.

    De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag, gelden op de zondag vanaf 12 uur waarop carnaval wordt gevierd, niet voor het te koop aanbieden en verkopen van feestartikelen.

m. Kermis

  • 1.

    De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van winkels, waar uitsluitend of hoofdzakelijk feestartikelen plegen te worden verkocht, indien in de gemeente, waarin de winkel is gelegen, een kermis wordt gehouden, gedurende de openingstijden van die kermis.

  • 2.

    De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet voor het te koop aanbieden en verkopen van feestartikelen en speelgoed op een terrein, waar een kermis wordt gehouden.