Beleidsregels doelgroep langdurige loonkostensubsidie 2018

Geldend van 12-05-2018 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-05-2018

Intitulé

Beleidsregels doelgroep langdurige loonkostensubsidie 2018

Beleidsregels doelgroep langdurige loonkostensubsidie volgens de Participatiewet

In de verordening langdurige loonkostensubsidie is geregeld dat het college loonkostensubsidie (uit het Buig-budget) kan verstrekken aan werkgevers van personen die behoren tot de doelgroep. In die verordening is aan het college ruimte gelaten voor het stellen van nadere regels. Die ruimte vullen we in met de volgende beleidsregels.

Artikel 1. Doelgroep

Tot de doelgroep worden gerekend:

  • 1.

    Personen die op 1 januari 2015 in het bezit zijn van een indicatie WSW en die voor 1 januari 2015 op de wachtlijst WSW stonden en die geen uitkering van het UWV ontvangen.

  • 2.

    Jongeren van 18 tot 27 jaar die naar het oordeel van het college niet in staat zijn het wettelijk minimumloon (WML) te verdienen als zij voltijds zouden werken, maar wel mogelijkheden tot arbeidsparticipatie hebben.

  • 3.

    Personen met zorgproblematiek die naar het oordeel van het college niet in staat zijn het wettelijk minimumloon (WML) te verdienen als zij voltijds zouden werken, maar wel mogelijkheden tot arbeidsparticipatie hebben.

  • 4.

    Personen die bemiddelbaar zijn naar werk maar die naar het oordeel van het college niet in staat zijn het wettelijk minimumloon (WML) te verdienen als zij voltijds zouden werken, maar wel mogelijkheden tot arbeidsparticipatie hebben.

  • 5.

    Personen die behoren tot de “Praktijkroute” zoals beschreven in artikel 10d tweede lid Participatiewet.

  • 6.

    Alleen op schriftelijke aanvraag wordt van personen die geen uitkering ontvangen op grond van de Participatiewet, IOAW of IOAZ, maar wel behoren tot de groep bedoeld in artikel 7 lid 1 onder a en artikel 10d tweede lid Participatiewet, vastgesteld of zij tot de doelgroep behoren.

Artikel 2. Wijze van invullen

Voor de doelgroep als bedoeld onder artikel 1 wordt zoveel mogelijk actief gezocht naar een werkplek die zo goed mogelijk aansluit bij de arbeidsmogelijkheden van de belanghebbende, zodra is vastgesteld dat belanghebbende tot de doelgroep behoort.

Artikel 3. Langdurige loonkostensubsidie

  • 1. Er wordt actief gezocht naar een werkplek die het best aansluit bij de competenties, opleiding, ervaring en interesses van de persoon vallend binnen de doelgroep. Daarbij blijft het uitgangspunt om passende arbeid te aanvaarden van kracht.

  • 2. Op basis van een loonwaardemeting wordt loonkostensubsidie verstrekt. Loonkostensubsidie wordt in beginsel alleen verstrekt indien de hoogte van de loonkostensubsidie niet meer bedraagt dan 70% van het wettelijk minimumloon en/of op jaarbasis niet uitstijgt boven de kosten van de van toepassing zijndebijstandsuitkering. In afwijkende gevallen beslist het college of er wel of geen loonkostensubsidie wordt verstrekt.

  • 3. Om voor loonkostensubsidie in aanmerking te komen bedraagt de loonwaarde minimaal 30% en maximaal 90%.

  • 4. De gemeente kan tijdens de eerste zes maanden van een dienstbetrekking een forfaitaire loonkostensubsidie van 50% van het wettelijk minimum loon (WML) inzetten.

  • 5. Bij tussentijds vertrek van de werknemers wordt de loonkostensubsidie naar rato van het aantal maanden dat het dienstverband heeft geduurd, aan de werkgever uitbetaald.

  • 6. De loonkostensubsidie gaat in vanaf het moment dat een reguliere arbeidsovereenkomst is gesloten.

Artikel 4 Termijn langdurige loonkostensubsidie

  • 1. De langdurige loonkostensubsidie is niet gebonden aan een termijn en kan indien nodig voor een langere periode worden ingezet.

  • 2. De frequentie van de loonwaarde meting wordt afgestemd op de individuele omstandigheden van de werknemer en het perspectief op eventuele ontwikkelmogelijkheden.

  • 3. Een verzoek voor tussentijdse aanpassing van de hoogte van de langdurige loonkostensubsidie wordt schriftelijk ingediend door de werkgever of de gemeente.

Artikel 5 No-risk polis

  • 1. De voorziening no-risk polis heeft betrekking op de no-risk polis zoals deze wordt aangeboden door het UWV. Inzet van deze polis kan uitsluitend door tussenkomst van het UWV tot stand komen.

  • 2. De in voorgaand lid genoemde no-risk polis kan alleen worden ingezet indien de betreffende werknemer is ingeschreven in het doelgroepenregister.

  • 3. De werkgever is verplicht om ziekte en herstel en wijzigingen in het dienstverband van de werknemer, die van invloed kunnen zijn op de (hoogte van de) loonkostensubsidie binnen 5 werkdagen na wijziging aan de gemeente door te geven.

  • 4. Over de periode waarin de werkgever gebruik maakt van de no-risk polis op grond van de Ziektewet, wordt geen loonkostensubsidie uitbetaald.

Artikel 6. Hardheidsclausule

  • 1. In gevallen waarin deze beleidsregels niet voorzien, beslist het college.

  • 2. Het college kan in bijzondere gevallen afwijken van de bepalingen in deze beleidsregels, als toepassing daarvan tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 7. Citeertitel

Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als: Beleidsregels doelgroep langdurige loonkostensubsidie Participatiewet 2018

Artikel 8. Inwerkingtreding

  • 1. De beleidsregels treden in werking op de dag na publicatie.

  • 2. Met het in werking treden van deze beleidsregels worden de beleidsregels doelgroep loonkostensubsidie 2015 ingetrokken.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de collegevergadering van 6 maart 2018.

De burgemeester,

mr. P. de Baat MPM

De gemeentesecretaris,

dhr. T.M.J.M. Evers