Fietsreglement

Artikel Reglement Fietsregeling

• Burgemeester en wethouders van de gemeente Montfoort;  

  b e s l u i t e n  

  vast te stellen het: “Reglement Fietsregeling gemeente Montfoort 2003”

  Artikel 1                     Inhoud regeling

   

  Dit reglement bevat de bepalingen die van toepassing zijn voor wijzigingen bij de aanstelling behorende arbeidsvoorwaarden, waarbij de bezoldiging, als bedoeld in artikel 3:1 CAR/UWO, wordt verlaagd en aan belanghebbende een fiets wordt verstrekt.

  Overwegingen voor invoering van de fietsregeling zijn:

  • - het stimuleren van het gebruik van de fiets voor woon-/werkverkeer (milieuvriendelijk);

  • - het past in een modern en aantrekkelijk arbeidsvoorwaardenpakket.

  Een andere belangrijke overweging voor de invoering van de fietsregeling is het gebruik maken van de fiscale mogelijkheid een fiets - en daaraan verwante zaken als onderhoud, verzekering e.d. - te verstrekken. In de nu voorliggende regeling ziet de ambtenaar daarbij af van een gedeelte van de bruto bezoldiging door in te stemmen met een aanpassing van de aanstelling. Daarnaast kan de ambtenaar er voor kiezen om af te zien van een nader te bepalen aantal verlof uren.

   

  Artikel 2         Definities

  In dit reglement worden de volgende begrippen gehanteerd.

  De gemeente: de gemeente Montfoort

  De belanghebbende:

   

  • - degene die als ambtenaar of anderszins is aangesteld door of vanwege de gemeente, om in openbare dienst werkzaam te zijn, of

  • - degene die werkzaam is op basis van een arbeidsverhouding, zoals bedoeld in hoofdstuk 2 CAR/UWO.

   

  Artikel 3         Werkingssfeer

   

  De regeling geldt voor belanghebbenden met aanstelling/arbeidsverhouding van minimaal 16 arbeidsuren per week.

   

   

  Artikel 4         Kenmerken van de fietsregeling

  De fietsregeling heeft de volgende kenmerken:

  • - De belanghebbende kiest zelf een fiets, met eventuele accessoires, uit bij een fietsleverancier naar keuze.

  • - De koop van accessoires is slechts toegestaan indien zij nodig zijn bij het gebruik van de fiets voor woon- werk verkeer, zoals: een regenpak, een rekje voor uw tas, een verzekering. Zaken die hiervoor niet direct noodzakelijk zijn. zoals kinderzitjes, vallen niet onder de fiets privé regeling.

  • - De fiets wordt door de gemeente verstrekt onder de volgende voorwaarden:

    - de fiets dient voor minimaal 50% van de werkdagen mede te worden gebruikt ten behoeve van woon-/werkverkeer.

    - wanneer de afstand woning-werk groter is dan 15 km moet de belanghebbende geheel of tenminste een gedeelte van de afstand woning-werk overbruggen met de fiets (bijvoorbeeld van huis naar het NS-, metro-, tram- of busstation);

  - de catalogusprijs van de fiets bedraagt niet meer dan ƒ 1.651,- (€ 749,19), inclusief BTW (fiscaal maximum 2001) en de aanschaf mag niet vaker dan eens in de drie jaar plaatsvinden;

  - de waarde van de fiets wordt voor de belasting- en premieheffing gesteld op ƒ 150,- (€ 68,07). Hiervoor wordt uiterlijk in de kalendermaand volgend op de datum van de nota van de fiets éénmalig een bedrag van ƒ 150,- (€ 68,07) als loon in natura bij de bezoldiging geteld;

  - de belanghebbende dient voor het mede gebruik voor woon-/werkverkeer een verklaring te ondertekenen. Deze verklaring is als bijlage 1 bij dit reglement opgenomen.

  • - De fiets wordt eigendom van de belanghebbende.

  • - De nieuwe voorwaarden van de aanstelling worden vastgelegd in een bijlage bij de akte van aanstelling die een geïntegreerd onderdeel uitmaakt van de akte van aanstelling.

  • - De waarde van de bruto bezoldiging waarvan wordt afgezien dient even hoog te zijn als de aanschafprijs van de fiets. Belanghebbende kan hiertoe eveneens gebruik maken van de mogelijkheid om af te zien van een aantal verlofuren. Indien Belanghebbende van deze mogelijkheid gebruik maakt dient de waarde van het aantal verlofuren eventueel in combinatie met het afzien van een gedeelte van de bruto bezoldiging gelijk te zijn aan de aanschafprijs van de fiets. Het afzien van een gedeelte van de bruto bezoldiging en eventueel van een aantal verlofuren is slechts mogelijk tot een jaarlijks aan te geven maximum. Hiermee wordt beoogd te voorkomen dat in strijd met wettelijk gegeven minima, ten aanzien van het minimumloon en het minimum aantal vakantiedagen wordt gehandeld.

   

  Artikel 5                     Uitvoering

  Degene die wil deelnemen aan de fietsregeling dient hiervoor de volgende bescheiden ingevuld en ondertekend in te leveren bij de afdeling Personeel en Organisatie:

  - ‘opdrachtformulier fietsregeling’ (opgenomen als bijlage 2 bij deze regeling )

  Voor de invulling van dit formulier is het noodzakelijk dat de belanghebbende vooraf al een fiets heeft uitgezocht (maar nog niet besteld) bij een fietsleverancier van zijn/haar keuze.

  Op het formulier dient te worden vermeld een gespecificeerde opgave van de aan te schaffen fiets (maximaal ƒ 1.651,- {€ 749,19}, inclusief BTW) en  de wijze van financiering.

  - ‘verklaring mede gebruik fiets voor woon-/werkverkeer’ (opgenomen als bijlage 1 bij deze regeling). Deze verklaring dient ten behoeve van de fiscale faciliteit.

  - Na goedkeuring wordt aan de belanghebbende een kopie van het aanvraagformulier gestuurd ten bewijze dat de fiets kan worden aangeschaft.

  - De belanghebbende bestelt vervolgens zelf de fiets bij de fietsenleverancier die op het opdrachtformulier is ingevuld. De fietsleverancier maakt een nota op naam van de gemeente. Hierin dient tevens vermeld te worden dat de fiets ten behoeve van de betreffende werknemer is. De nota van de fiets dient te worden gezonden naar de afdeling Financiën

   

  Artikel 6                     Financiering

  De belanghebbende die de gemeente verzoekt om de verstrekking van een fiets, verzoekt de gemeente eveneens de bezoldiging aan te passen. De bezoldiging wordt verlaagd met de aanschafprijs van de fiets voor de gemeente. Tevens kan de belanghebbende er voor kiezen om ter financiering af te zien van een aantal verlofuren. De waarde van een verlofuur is op basis van het vastgestelde CAR/UWO, gelijk aan het bruto uurloon per januari van het verlof jaar. Indien de werknemer besluit om af te zien van (een gedeelte van) de bruto bezoldiging en daarnaast ook af ziet van een aantal verlofuren zal de totale waarde gelijk dienen te zijn aan de nettokosten van de fiets voor de gemeente.

  Bij de aanvraag van de fiets verklaart belanghebbende bekend te zijn met de gevolgen die aanpassing van de bezoldiging heeft voor inkomensgerelateerde regelingen. Het bedrag waarmee de bezoldiging zal worden verlaagd wordt vastgesteld zodra de belanghebbende een fiets heeft uitgekozen en deze keuze aan de gemeente bekend heeft gemaakt. Met dien verstande dat de bezoldiging niet met terugwerkende kracht kan worden aangepast.

   

  Als in de toekomst blijkt dat er geen, danwel onvoldoende, sprake is van mede gebruik van de fiets voor woon-/werkverkeer en de belastingdienst een naheffing oplegt c.q. de uitvoeringsinstelling een premienota werknemersverzekeringen vaststelt, zal belanghebbende de gemeente schadeloos stellen voor de alsdan nageheven en nagevorderde bedragen.

   

  Artikel 7                     Tussentijdse uitdiensttreding

  Bij tussentijdse uitdiensttreding wordt het resterende bedrag (dat betrekking heeft op de resterende duur van de tijdelijke salarisverlaging) in één keer op de netto bezoldiging van betrokkene  ingehouden. Indien het netto salaris op dat moment ontoereikend is zullen aanvullende afspraken worden gemaakt.

   

  Artikel 8         Onvoorziene omstandigheden

   

  In gevallen waarin deze regeling niet voorziet of in gevallen waarin deze regeling een effect oproept dat niet strookt met het sociale beleid van de gemeente, beslist de gemeente.

   

  Artikel 9         Wijziging reglement

   

  De gemeente behoudt het recht om deze regeling en aanverwante regelingen te wijzigen indien er ingrijpende wijzigingen optreden in de rechtspraak en regelgeving ten aanzien van de fietsregeling.

   

  Artikel 10       Inwerkingtreding

   

  Dit reglement treedt in werking op 29 januari 2003.

  Artikel 11       Overgangs- en slotbepalingen

   

  • 1.

    Dit reglement wordt aangehaald als “Reglement Fietsregeling gemeente Montfoort 2003”.

  • 2.

    Het “Reglement Fietsregeling gemeente Montfoort 2001”, zoals vastgesteld op 17 juli 2001 en zoals sindsdien gewijzigd wordt ingetrokken.

   

  Burgemeester en Wethouders van Montfoort,

   

   

   

  mevrouw ir. G.H. Tamminga          de heer E.L. Jansen BA

  secretaris                                      burgemeester