Regeling vervallen per 01-01-2019

Handhavingsuitvoeringsprogramma Montfoort 2016

Geldend van 01-10-2016 t/m 31-12-2018

Intitulé

Handhavingsuitvoeringsprogramma Montfoort 2016

Vastgesteld door burgemeester en wethouders van Montfoort op 9 augustus 2016

1. Inleiding

1.1 Inleiding

Voor u ligt het handhavingsuitvoeringsprogramma 2016 (HUP) 2016. In dit HUP worden de voor 2016 gestelde toezicht- en handhavingsopgaven op het gebied van de fysieke leefomgeving –ofwel het omgevingsrecht– beschreven, gebaseerd op het handhavingsbeleid Montfoort 2016 - 2018.

Op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en het Besluit omgevingsrecht (Bor) worden eisen gesteld met betrekking tot toezicht en handhaving. Dat is vooral toegespitst op het milieurecht. Dat is per 14 april 2016 verder versterkt met de in werking treding van de Wet Vergunningen, Toezicht en Handhaving (Wet VTH) en de komst van de verordening VTH. Deze verordening wordt medio 2016 vastgesteld door de gemeenteraad van Montfoort. Wij trekken het onderwerp “toezicht en handhaving” daarom door in de brede context van het omgevingsrecht. Dat wil zeggen dat wij ook zaken met betrekking tot de openbare ruimte en horeca in dit beleid en uitvoeringsprogramma opnemen. Dat betreft dan zaken op basis van de Algemene plaatselijke verordening (APV) en de Drank- en horecawet.

1.2 Achtergrond en wettelijk kader integraal Handhavingsuitvoeringsprogramma

De Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) bepaalt in artikel 5.3 dat bij Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) regels worden gesteld in het belang van een doelmatige handhaving. Deze AMvB is het Besluit omgevingsrecht (Bor). Op grond van artikel 7.3 van het Bor werken burgemeester en wethouders het handhavingsbeleid jaarlijks uit in een uitvoeringsprogramma, waarin wordt aangegeven welke van de voorgenomen activiteiten het komende jaar worden uitgevoerd en welke niet.

Dit programma voor de uitvoering van de handhaving vormt daarom het hart van de cyclus. Het programma komt voort uit de probleemanalyse, prioriteiten en doelen en de daarbij gehanteerde strategie. Het programma wordt vastgesteld door het college. Wat volgt uit het programma is de monitoring en de verslaglegging (evaluatie). De verbetermaatregelen die voortkomen uit de evaluatie worden gebruikt als aanscherping en verbetering van de probleemanalyse en prioriteiten. Dit maakt de beleidscyclus van de handhaving rond. Door een beperkte monitoring in de voorbije jaren is dit HUP 2016 enerzijds opgesteld – in samenwerking met ODrU en VRU - op basis van de recent uitgevoerde risico-inventarisatie en anderzijds op basis van ervaringsgegevens. Ook niet-verplichte taken, zoals handhaving van de openbare ruimte, zijn in dit programma opgenomen. Dit om een zo compleet mogelijk beeld te geven van toezicht en handhaving in de gemeente Montfoort.

Het programma is opgesteld binnen de beschikbare financiële ruimte. In de verordening VTH zal medio 2016 meer exact worden vastgelegd welke (kwaliteits)doelstellingen worden nagestreefd met de daarbij behorende personele- en financiële middelen. Dit vindt plaats volgens het principe “comply or complain”.

In het Bor zijn vereiste minimumcriteria opgenomen waaraan een handhavingsorganisatie moet voldoen. Om te voldoen aan deze criteria moet een aantal stappen systematisch worden doorlopen. Voor de totstandkoming van dit HUP is aansluiting gezocht bij de structuur van de dubbele regelkring.

Een HUP wordt door het college bekendgemaakt aan de gemeenteraad en andere handhavingspartners.

1.3 Uitgangspunten

Handhaving is strikt genomen inherent aan het bestaan van regels. Een overheid die regels en wetten maakt dient ook te zorgen voor de naleving ervan. De overheid nieuwe stijl kenmerkt zich echter door het zo veel mogelijk verplaatsen van verantwoordelijkheden naar de burger/ondernemer (eigen verantwoordelijkheid) en door het afschaffen van overbodige regels. Zolang er sprake is van een integraal, doorzichtig, consequent en solide handhavingsbeleid laten burgers en bedrijven zich ook aanspreken op hun eigen verantwoordelijkheid. De verantwoordelijkheid voor naleving van de regels ligt immers altijd bij de inrichtingen-/vergunninghouder of eigenaar/gebruiker. Deze en andere uitgangspunten zijn uitgewerkt in het vigerend handhavingsbeleid. Dit wordt in het op te stellen handhavingsbeleid wederom als referentiekader opgenomen.

1.4 Afstemming handhavingspartners

Het Bor en de Regeling omgevingsrecht (Mor) verplichten een afstemming en bekendmaking van het HUP aan betrokken bestuursorganen en strafrechtelijke partners. Hieraan is uitvoering gegeven. Een concrete uitwerking daarvan is opgenomen in hoofdstuk 3. Het vastgestelde HUP is toegezonden aan de betrokken handhavingspartners.

1.5 Totstandkoming van het handhavingsuitvoeringsprogramma

Dit progamma is een product van regionale samenwerking tussen diverse gemeenten in De Waarden (Bunnik, Lopik, Montfoort, Oudewater en Woerden, Stichtse Vecht en IJsselstein), de Veiligheidsregio Utrecht (VRU) en de Omgevingsdienst Regio Utrecht (ODRU). Op onderdelen hebben de deelnemende gemeenten een eigen invulling gegeven, de zogeheten ‘couleur locale’. Voor Montfoort betekent dit bijvoorbeeld dat taken, die worden uitgevoerd door de boa’s, ook opgenomen zijn in dit programma.

1.6 Leeswijzer

Dit uitvoeringsprogramma bestaat uit zeven hoofdstukken. Hoofdstuk één beschrijft kort de aanleiding en geeft de context weer waarbinnen dit uitvoeringsprogramma tot stand gekomen is. Het tweede hoofdstuk biedt op hoofdlijnen inzicht in de actuele ontwikkelingen op het gebied van wet- en regelgeving en nieuwe vormen van toezicht en handhaving.

Hoofdstuk drie bevat een weergave van de afstemming tussen de diverse handhavingspartners. Uitvoering, capaciteit en organisatie zijn onderwerpen die terugkomen in hoofdstuk 4. Handhavingscommunicatie wordt beschreven in hoofdstuk 5. Het zesde hoofdstuk laat zien welke acties moeten volgen nadat het programma is vastgesteld.

De uit te voeren handhavingstaken worden uitgewerkt in het zevende en laatste hoofdstuk, de productbladen. Deze productbladen maken integraal deel uit van deze nota en vormen de kern van dit HUP. Per handhavingstaak wordt onder meer de doelstelling, prioritering en toezicht- en handhavingsstrategie beschreven.

2. Ontwikkelingen

Een aantal ontwikkelingen heeft invloed op de organisatie van toezicht en handhaving in Montfoort en op de uitvoering van de werkzaamheden. De taken, verbonden aan het omgevingsrecht worden uitgevoerd door de Omgevingsdienst regio Utrecht en de Veiligheidsregio Utrecht. Toezicht en handhaving van onderwerpen in de openbare ruimte worden onder andere door de boa’s uitgevoerd.

2.1 Verschuiving van taken en derugulering

Toezicht en handhaving staan op landelijk- en gemeentelijk niveau hoog op de politieke agenda. De Rijksoverheid heeft een aantal wetswijzigingen doorgevoerd, waardoor voor een aantal activiteiten niet meer vooraf een vergunning is vereist. Dit beperkt de administratieve last van burgers en bedrijven maar is wel inherent aan extra toezicht.

De afgelopen tijd is er diverse nieuwe wet- en regelgeving van kracht geworden, die van invloed is op de handhavingscapaciteit. Denk daarbij onder meer aan de Wabo, het Bor (vergunningvrij bouwen) en het Besluit algemene regels voor inrichtingen Wet milieubeheer (Activiteitenbesluit). Door deze wijziging in regelgeving is er voor veel activiteiten geen vergunning meer nodig, waardoor een verschuiving van werkzaamheden plaatsvindt van vergunningverlening naar toezicht en handhaving.

2.2 Landelijke handhavingsstrategie

De Landelijke handhavingsstrategie (LHS) beoogt het optimaliseren van eenduidig handhavend optreden en een betere afstemming tussen bestuurs- en strafrecht. Dit uit oogpunt van rechtsgelijkheid, het creëren van een gelijk “level playing field” voor bedrijven en het respecteren van het rechtsgevoel in de maatschappij. De LHS bevat instrumenten voor eenduidig bestuurs- en strafrechtelijk optreden: het handelen van toezichthouders bij overtredingen wordt landelijk gelijkgetrokken. In het handhavingsbeleid 2016 – 2018 is de LHS volledig geïmplementeerd. Om ook in de uitvoering met de LHS eenduidig te werken zijn de toezichthouders en buitengewoon opsporingsambtenaren (Boa’s) in het voorjaar 2016, samen met toezichthouders en Boa’s van de andere handhavingspartners, getraind in het toepassen van de LHS.

2.3 Milieuregelgeving

Sinds begin 2008 is het ministerie van Infrastructuur en Milieu gestart met de tweede fase van de modernisering van de algemene regels, die wordt onderverdeeld in tranches. Doel van deze tweede fase is om nog meer vergunningplichtige bedrijven onder het Activiteitenbesluit te brengen. Steeds meer bedrijven krijgen dan te maken met algemeen landelijk geldende regels in plaats van een vergunning of bepaalde voorwaarden aanvullend op een vergunning. Om de reikwijdte van het Activiteitenbesluit verder te verruimen is op 1 oktober 2015 de vierde tranche onder de tweede fase van het Activiteitenbesluit gepubliceerd. Deze trad per 1 januari 2016 in werking.

Inmiddels is circa 90% van onze bedrijven onder algemene regels gebracht. Bij een deel van de bedrijven geldt dat alvorens een melding oprichting of verandering kan worden geaccepteerd er eerst op een aanvraag om een omgevingsvergunning beperkte milieutoets (OBM) moet worden besloten.

2.4 Asbestverwijderingsbesluit

Naar verwachting zal medio 2016 het gewijzigde Asbestverwijderingsbesluit in werking treden. De wijziging heeft betrekking op het invoeren van een verbod op het voorhanden hebben van asbesthoudend materiaal toegepast als dakbedekking. Met ingang van 1 januari 2024 geldt er een absoluut verbod op asbesthoudende daken. Daarnaast kunnen op grond van de zorgplicht uit de Woningwet en het Bouwbesluit burgemeester en wethouders en gedeputeerde staten, op basis van de mate van verweerdheid van dakbedekking eerder de eigenaar van die dakbedekking gelasten deze te verwijderen. Bekend is dat vrijwel alle asbestdaken zijn verweerd en een bron van gevaar en vervuiling kunnen vormen.

Voor de verwijdering van asbestdaken is een subsidieregeling. Dit heeft het ministerie van Infrastructuur en Milieu (IenM) gemeld bij de aankondiging van het dakenverbod. Voor de subsidieregeling is minimaal € 75 miljoen euro beschikbaar.

2.5 Regionale uitvoeringsdienst(en)

De Omgevingsdienst regio Utrecht ondersteunt en adviseert vijftien gemeenten in de provincie Utrecht bij het uitvoeren van omgevingstaken en het ontwikkelen van omgevingsbeleid. De ODrU verzorgt voor onze gemeente het totale spectrum van vergunningverlening, toezicht en handhaving van het omgevingsrecht. In de provincie Utrecht bestaat sinds 1 januari 2014 ook de RUD Utrecht, die voor de overige gemeenten en de provincie taken uitvoert. Op termijn wordt gekeken of de omgevingsdiensten nauwer kunnen samenwerken of één gezamenlijke uitvoeringsdienst voor de provincie Utrecht kunnen vormen.

2.6 Omgevingswet en Wet (en verordening) VTH

In lijn met het geschetste veranderingsproces in de samenleving zal naar verwachting in 2019 de Omgevingswet 1 in werking treden. De Omgevingswet wordt één van de grootste wijzigingen in de wetgeving betreffende het fysieke domein van de afgelopen decennia. De uitgangspunten van deze wet zijn participatie en integrale aanpak op basis van vertrouwen, met als doelen minder en overzichtelijkere regels, meer ruimte voor initiatieven van burgers en bedrijven en lokaal maatwerk.

De wet bundelt 25 wetten, 120 sectorale Algemene Maatregelen van Bestuur (AMvB’s) en honderden ministeriële regelingen. Gemeenten hebben, in tegenstelling tot de provincie, niet de verplichting een omgevingsvisie op te stellen, maar moeten wel een omgevingsplan hebben. Zowel de provinciale omgevingsverordening als het gemeentelijk omgevingsplan leggen algemene regels en vergunningplichten vast voor het gehele grondgebied.

Er zullen vier AMvB’s worden ontwikkeld, waaronder het “Omgevingsbesluit” met daarin algemene- en procedurele bepalingen en het Besluit “Kwaliteit van de leefomgeving” met daarin inhoudelijke normen die zich richten tot bestuursorganen en twee AMvB’s met uitvoeringsregels (waaronder het huidige Activiteitenbesluit en het Bouwbesluit 2012).

Deze vernieuwing van het ruimtelijk- en omgevingsrecht heeft veel impact op de gemeentelijke organisatie en op die van de ODrU. Er wordt in 2016 een projectgroep opgericht om de gevolgen van de nieuwe wetgeving goed te doorgronden en in beide organisaties te borgen.

Per 14 april 2016 trad, vooruitlopend op de Omgevingswet, de Wet (verbetering) Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving (Wet VTH) in werking. Op basis van die wet moet elke gemeente een verordening VTH vaststellen. Daarin worden organisatorische- en personele kwaliteitseisen geborgd en wordt de basis gelegd voor een uitvoerbaar en transparant handhavingsbeleid en (nieuw): een vergunningenbeleid. Daarnaast moeten gemeenten verantwoording afleggen aan het provinciebestuur (interbestuurlijk toezicht) op basis van deze nieuwe wet en de al bestaande Wet (en provinciale verordening) revitalisering generiek toezicht.

De financiële- en personele consequenties voor de gemeente Montfoort resp. de ODrU vastgesteld op 12.651 uur/jaar. Dat is de basis, waarop de omgevingstaken – ondergebracht bij de ODRU - dienen te worden uitgevoerd. Dit wordt nog geborgd in de verordening VTH.

2.7 Brandveiligheid

2.7.1 Vergroten veiligheidsbewustzijn

De Veiligheidsregio Utrecht (VRU) richt zich steeds meer op preventie en het voorkomen van brand. Onveilig gedrag leidt sneller tot brand. Dat is de reden dat steeds meer aandacht wordt besteed aan het vergroten van het veiligheidsbewustzijn bij de burgers, bedrijven en instellingen door hen meer te betrekken bij preventie. Deze ontwikkeling leidt onder andere tot verbetering van het brandveilig gedrag, zowel tijdens incidenten als in de voorbereiding op mogelijke incidenten. Elke doelgroep vraagt om een aparte aanpak. Vandaar dat deze aan elke doelgroep aangepast zal worden. In het kader van het programma Stimulerende Preventie (beleidslijn Algemeen Bestuur VRU, juli 2014) het (Brand)veilig Leven (voorheen Community Safety) zal deze aanpak thematisch worden aangepakt. Voor een compleet overzicht, zie productblad 18 “Toezicht brandveiligheid”.

2.7.2 Niet-bouwwerken

Bij de inwerkingtreding van de Wet veiligheidsregio’s in 2010 is een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) aangekondigd met voorschriften op het gebied van brandveiligheid van niet-bouwwerken (overige plaatsen). Deze AMvB zal de huidige gemeentelijke brandbeveiligingsverordening vervangen. De AMvB bevat materiële voorschriften met betrekking tot brandveiligheid en een vergunningen- en meldingensysteem. De AMvB zal naar verwachting medio 2016 in werking treden en heeft bijv. ook betrekking op evenementen, waaronder kermissen en circussen.

2.7.3 Doorontwikkeling VRU

Het bestuur van de VRU heeft in juli 2014 een richting gekozen, die voor de uitvoeringsplannen van gemeenten van belang is:

  • Solidaire financiering: gemeenten dragen financieel bij aan de VRU volgens een verdeelsleutel die gebaseerd is op de gemeentefondsbijdrage van gemeenten aan brandweerzorg en crisisbeheersing. Dat leidt ook tot solidaire afname. Gemeenten hebben recht op een deel van de inzet van de VRU.

  • Programma Stimulerende Preventie: Het bestuur wenst te investeren in de voorkant van de veiligheidsketen. Doel is het voorkomen en beperken van (de effecten van) brand(schade), door de betrokkenheid, het veiligheidsbewustzijn en zelf- en samen redzaamheid van burgers, bedrijven en instellingen te bevorderen door in te zetten op veilig(er) gedrag. De capaciteit voor stimulerende preventie wordt betrokken uit de capaciteit voor de ‘klassieke’ toezichts-, handhavings- en adviescapaciteit. Dat betekent een verschuiving van klassieke taken naar ‘stimulerende’ taken (zie ook paragraaf hierboven).

  • Uitwerking takenpakket (TUO): De VRU werkt aan een basistakenpakket wat zij aan alle gemeenten zou willen leveren. Daarnaast is er ruimte voor maatwerk of meerwerk afspraken. Afspraken worden vastgelegd in Taak Uitvoerings Overeenkomst (TUO). Deze is niet tijdig gereed om in dit HUP “meegenomen” te worden. Het zal hiervan op een later moment onderdeel van worden.

2.8 Natuurbeschermingswet

De nieuwe Wet natuurbescherming 2 treedt medio 2016 in werking. Deze wet komt uit een EU verplichting voort. Deze vervangt de huidige Natuurbeschermingswet 1998, de Flora- en Faunawet en Boswet. In feite wordt dit een “parapluwet”. De bevoegdheid wordt zo laag mogelijk gedelegeerd, dus gemeenten (bij een aanvraag om een omgevingsvergunning) en provincies (overige situaties) worden bevoegd gezag. Als een gemeente het bevoegd gezag is, is zij niet alleen bevoegd met betrekking tot vergunningverlening maar ook voor het toezicht en de handhaving.

Met de inwerkingtreding van de nieuwe Wet Natuurbescherming is aanhaken bij de omgevingsvergunning verplicht. Bij meervoudige aanvragen (dus: Wabo) wordt de route met verplichte aanhaking de hoofdroute. Dat zal betekenen dat vergunningverlening, en daarmee ook handhaving en toezicht, in een groter aantal gevallen door gemeente zal plaatsvinden. Indien bij deze meervoudige aanvraag een activiteit plaatsvindt waarvoor de provincie bevoegd is of wordt (bijvoorbeeld Natura 2000) dan geeft de provincie een verklaring van geen bezwaar af. Tot dusverre is het uitgangspunt bij deze wet dat in deze gevallen de gemeente, als vergunningverlener, handhaving en toezicht uitvoert.

De consequenties voor de gemeente Montfoort lijken vooralsnog zeer beperkt. Om die reden wordt in het kader van het HUP geen extra inzet of capaciteit vrijgemaakt.

2.9 Wet kwaliteitsborging voor het bouwen

Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties werkt aan een nieuw (verplicht) stelsel voor het bouwtoezicht in Nederland. In dit stelsel staat private kwaliteitsborging centraal. Private kwaliteitsborging houdt in dit geval in dat de initiatiefnemer het bouwproces zodanig organiseert dat het voldoet aan de eisen van het Bouwbesluit 2012. Verder ziet de initiatiefnemer toe op het gehele traject van de bouw: van het initiatief tot en met het opleveren. De gemeente verleent op haar beurt een vergunning indien een bouwplan voldoet aan welstand, aan de voorschriften van het bestemmingsplan en als blijkt dat het bouwproject geen gevaar oplevert voor de directe omgeving. Er vindt dus geen toetsing van het bouwplan meer plaats aan het Bouwbesluit 2012 en de gemeente houdt op dit aspect ook geen toezicht meer tijdens de bouw. Steekproefsgewijs wel achteraf.

Zoals de planning nu is zal per 1 januari 2017 worden gestart met de privatisering van het bouwtoezicht. Dat betekent dat bouwaanvragen met een gevolgklasse I (maximaal 3 bouwlagen) niet langer door de gemeente op bouwkundige vereisten wordt beoordeeld. Vanaf 2019 zal er in dit nieuwe stelsel een gefaseerde invoering voor de gevolgklassen 2 en 3 plaatsvinden.

Bouwtoezicht zal qua accent verschuiven naar gebruikstoezicht en de toezichthouders vormen zich om tot “omgevingsinspecteur”. In hoeverre dit financiële- en/of personele consequenties heeft, danwel gevolgen voor de dienstverleningsovereenkomst met de ODrU valt op dit moment nog niet in te schatten. Het is in elk geval een uitdaging om op dit gebied intensievere samenwerking met de (toezichthouders van de) VRU te onderzoeken.

2.10 Lokaal veiligheidsbeleid

In het vigerend integraal veiligheidsplan van de gemeente Montfoort wordt aangegeven waar de prioriteiten liggen als het gaat om het gehele spectrum van veiligheid. Er zijn prioriteiten en aandachtspunten vastgesteld in het Integraal Veiligheidsplan die voor het jaarlijkse uitvoeringsprogramma van belang zijn en daarin dan ook moeten worden opgenomen. Zo krijgen de volgende thema’s hoge prioriteit in Montfoort: tegengaan overlast horeca en evenementen en daaraan gekoppeld tegengaan alcohol- en drugs(mis)bruik, tegengaan verkeersonveiligheid, tegengaan woninginbraken en autokraken. Hierin liggen onder andere taken van de boa’s besloten.

Het toezicht vanuit de VRU wordt nog aangeboden via een TUO 2016 (zie paragraaf 2.7.3.). Er wordt projectmatig aandacht besteedt aan “wonen boven winkels”, c.q. “wonen boven horeca”. De gemeente heeft aangegeven daar (bestuurlijk) belangstelling voor te hebben. Het betreft woningen met een verhoogd risico op brand of gevolgen bij brand. Denk aan woningen in oudere binnenstad, waar de brandscheiding tussen woning en winkel soms te wensen overlaat en waar het vluchten uit de woning plaats vindt door de winkel heen. Gedacht wordt aan een communicatieactie, in combinatie met steekproeftoezicht en media aandacht.

Bij dit onderwerp wordt – middels integraal toezicht - samengewerkt met de ODRU, ieder voor het eigen takenpakket.

2.11 Bestuurlijk toezicht

In 2010 is de ambitie om integraal te handhaven in de wet verankerd. In de Wabo zijn kwaliteitseisen op het gebied van integrale handhaving opgenomen. De toen voorgenomen integraliteit van de handhaving is hiermee een feit.

De wet (verbetering) Vergunningen, Toezicht en Handhaving (Wet VTH), is van kracht en heeft op onderdelen de Wabo 3 gewijzigd. Met de Wet VTH wordt de afbakening van het (milieu)basistakenpakket en de plicht om deze (milieu)basistaken onder te brengen in de omgevingsdienst geborgd in een wet. Daarnaast worden kwaliteitseisen opgenomen met betrekking tot de gemeentelijke VTH taken voor wat betreft vergunningverlening, toezicht en handhaving.

De gemeente is zelf verantwoordelijk voor het borgen van de kritieke massa als geheel (basistaken en niet-basistaken) en van het vergunningproces bij de niet-basistaken. Hiervoor krijgt ieder bevoegd gezag een zorgplicht. Gemeenten bepalen zelf op welke wijze invulling wordt gegeven aan deze zorgplicht. De wet VTH deelt een bevoegdheid toe aan de gemeenteraad om daarover regels (verordening) te stellen.

Het handhavingsprogramma blijft wel verplicht (Wabo en Bor). Bij vaststelling van de Wet en (later de) verordening VTH zal de gemeente moeten voldoen aan de landelijke- en eigen kwaliteitscriteria. Dit betreft kwaliteitscriteria welke worden gesteld aan medewerkers van het bevoegd gezag en betreffen zowel opleidingsniveau als minimale personele bezetting die per taak beschikbaar moet zijn. Daarnaast betreft het kwaliteitseisen met betrekking tot de uitvoerende organisatie.

3. Afstemming met handhavingspartners

3.1 Algemeen

Het Bor en de Mor verplichten een afstemming en bekendmaking van het HUP aan betrokken bestuursorganen en strafrechtelijke partners. In dat kader is, naast de bij dit HUP betrokken organen, contact opgenomen met het Openbaar Ministerie, het Regionaal Milieu Team (RMT) van de politie, het Hoogheemraadschap “De Stichtse Rijnlanden” (HDSR) en de provincie Utrecht.

3.2 Openbaar Ministerie 4

Vanuit het Openbaar Ministerie (OM) is aangegeven dat ze graag wordt betrokken bij het samenstellen van het HUP, maar dat gelet op de personele capaciteit het niet mogelijk is in overleggen te participeren. De vervolging van milieuovertredingen, waarbij sprake is van economische delicten, wordt afgehandeld door het functioneel parket te Amsterdam. De vervolging van overtredingen openbare ruimte worden afgehandeld door het Openbaar Ministerie Midden-Nederland.

3.3 Politie 5

Het Milieu Team (MT) van de politie Midden Nederland valt voor wat betreft aansturing onder het functioneel parket (FP) Amsterdam. In overleg met de Landelijke Milieukamer wordt bepaald welke zaken prioriteit hebben. Tot voor kort lag de nadruk op handhaven. Dit is nu verleden tijd. Het MT behandelt nu zaken die vallen onder de noemer middel- en zware milieucriminaliteit. De nadruk ligt op opsporing. Speerpunten zijn onder andere bodem- en afvalzaken. Op het gebied van milieu zijn de milieuagenten het eerste aanspreekpunt voor de gemeente. Daarnaast is de local office het vaste aanspreekpunt voor de gemeente, de Boa’s en de ODRU. Afhankelijk van de positionering van de overtreding in de LHS-matrix komt het MT vroeg of op een later moment in beeld.

In haar reactie geeft de politie aan dat het HUP de handhaving en toezicht breed van rood, blauw, grijs tot groen goed en overzichtelijk beschrijft. Aandacht wordt gevraagd voor wat betreft de verantwoordelijkheden en bevoegdheden bij de afhandeling zit er verschil in overtredingen betreffende de openbare ruimte en de milieuzaken, die een economische delict bevatten.

3.4 Provincie Utrecht 6

Het doel binnen het domein van Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving (VTH) is het verbeteren en bewaken van de kwaliteit en veiligheid in de fysieke leefomgeving in de provincie Utrecht. Alle VTH-partners doen dit op basis van, respectievelijk vanuit hun eigen (wettelijke) taken en rol. Om gezamenlijk effectief en efficiënt te kunnen opereren, is in de wet vastgelegd dat samenwerking verplicht is en heeft de provincie de (wettelijke) taak gekregen om deze samenwerking te coördineren. De provincie geeft hier invulling aan door twee keer per jaar een bestuurlijk afstemmingsoverleg te organiseren. In dit bestuurlijk Provinciaal Milieu Overleg (PMO) zijn alle kleursporen vertegenwoordigd. In het bestuurlijke PMO worden de samenwerkingsafspraken van het Samenwerkingsprogramma VTH geëvalueerd, gemonitord (en eventueel bijgestuurd) en de nieuwe provinciale beleidsprioriteiten vastgesteld. Het ambtelijk PMO functioneert als voorportaal van het bestuurlijk PMO. Dit voorportaal en de daaronder hangende platforms, werkgroepen en dergelijke vormen samen de provinciebrede samenwerkingsorganisatiestructuur VTH.

Voor 2016 zijn samenwerkingsafspraken gemaakt met betrekking tot onder andere IGH/Ketentoezicht en een effectieve en efficiënte Boa-structuur voor het buitengebied.

3.5 Hoogheemraadschap "De Stichtse Rijnlanden" 7

Het waterschap onderkent het belang van afstemming en samenwerking met gemeenten in regio “De Waarden” op het gebied van toezicht en handhaving. Daarbij gaat het om zaken die grondwater of oppervlaktewater gerelateerd zijn zoals waterkwaliteit en –kwantiteit, medegebruik van openbaar water en nautisch toezicht op vaarbewegingen. Voor 2016 zijn afspraken gemaakt voor het samen, met de ODrU, bezoeken van bedrijven. In incidentele gevallen wordt gezamenlijk opgetrokken. In dat kader vindt uitwisseling van gegevens plaats. In voorkomende gevallen vindt er signaaltoezicht plaats.

4. Wijze van uitvoering

4.1 Kwaliteitseisen handhaving Wabo

Op basis van de Wabo zijn in het Bor en de Mor kwaliteitseisen geïntroduceerd voor handhaving. Het Bor en de Mor bevatten proceseisen maar het bevoegde gezag dient de inhoudelijke beleidskeuzen te maken. Ter invulling van deze eisen zijn in de productbladen zaken als omvang taak, doelstelling, indicatoren en strategie opgenomen.

4.2 Beleid en organisatie

Naast de primaire toezichts- en handhavingstaken zijn er ook nog andere activiteiten nodig om tot een adequaat product te komen. Daarbij moet worden gedacht aan: kwaliteitsverbetering, opleidingen, procesbeschrijvingen, rapporteren van managementinformatie, evaluatie en afstemming. Deze zaken vormen geen onderdeel van dit HUP, maar krijgen achter de schermen wel de vereiste aandacht.

De gemeenten Montfoort en IJsselstein werken ambtelijk samen. In beide gemeenten zijn de VTH-taken overgeheveld naar de ODrU. Met het toezicht op evenementen, horeca en openbare ruimte dient meer afstemming te komen tussen partijen als de ODrU, VRU en de eigen boa’s 8 .

4.3 Prioriteiten

Prioriteiten worden bepaald op grond van het handhavingsbeleid en de resultaten van de risicomodule. Op basis van deze gegevens van de risicomodule kan ook de verwachte capaciteitsbehoefte worden bepaald.

4.4 Capaciteit

4.4.1 Benodigde capaciteit

Met het vaststellen van de verordening VTH en het UVP / TUO 2017 wordt, op basis van de uitkomsten van de risicomodule en de prioriteiten, de definitieve capaciteitsbehoefte aangegeven. Voor dit jaar wordt daarom afgezien van een gedetailleerd overzicht per taakveld.

4.4.2 Beschikbare capaciteit

De DVO 2016 is leidend voor de beschikbare capaciteit. Waar nodig wordt naar dit document verwezen. De daadwerkelijke besteding van de uren komt terug in de voortgangsrapportage en het handhavingsjaarverslag. Dit jaar zijn extra middelen ingezet om de achterstanden weg te werken. Daarmee is beoogd vanaf 2017 te kunnen starten met een beheersbare werkvoorraad.

4.4.3 Keuzes en borging capaciteit

Uit de nog te realiseren vergelijking tussen de benodigde uren en beschikbare uren zal blijken in hoeverre invulling kan worden gegeven aan de beginselplicht tot handhaving. De Wet- en verordening VTH bieden beleidsvrijheid capaciteit en middelen af te wegen middels het systeem van “comply or complain” (pas toe of leg uit). Dat houdt in dat een financieel plafond prevaleert boven het oppakken van werkelijk alle toezicht- en handhavingstaken. Naar verwachting is het huidige (augustus 2016) beschikbare budget leidend is voor de mogelijkheid de taken uit te voeren. De hoog prioritaire zaken (rood en oranje gekleurd) kunnen dan zondermeer worden uitgevoerd. De overige taken worden uitgevoerd op projectbasis of geclusterd in een bepaalde periode van het jaar om redenen van efficiency. Dat vervolgens aan de (lager) prioritaire taken geen, danwel verminderd aandacht kan worden geschonken is onderdeel van het uitgangspunt van het leidende budget.

In de beschikbare capaciteit is ruimte vrijgemaakt voor het wegwerken van opgelopen achterstanden op het gebied van handhaving.

De uren van de VRU worden gebaseerd op de verdeelsleutel zoals vastgesteld in het Algemeen Bestuur van de VRU op 4 juli 2015. Daarbij heeft het bestuur ook gekozen voor extra inspanningen op het gebied van de stimulerende preventie (voor kant van de veiligheidsketen).Wat betreft de VRU is er binnen de beschikbare uren een planning gemaakt. Deze is verwerkt in de diverse productbladen.

Het HUP 2016 kan worden uitgevoerd zoals opgenomen in de begroting 2016 en de vastgelegde (dienstverlenings)overeenkomsten met de handhavingspartners. Ook deze overeenkomsten zijn geborgd in de gemeentelijke begroting.

4.5 Wat doen we niet

Net als andere gemeenten kampt Montfoort met de toename van wettelijke taken vanuit Rijk en provincie en de gevolgen van deregulering. Daarvoor worden vanuit Rijk en provincie minder financiële middelen beschikbaar gesteld. Dit heeft tot gevolg dat niet alle taken op gebied van toezicht en handhaving kunnen worden uitgevoerd. Om deze reden wordt per productblad ook aangegeven welke taken niet worden uitgevoerd. De gemaakte keuzes zijn gebaseerd op de beleidsmatige prioritering en de resultaten van de risicomodule. Voor het wegwerken van de opgelopen achterstanden is extra budget beschikbaar gesteld.

4.6 Kennisuitwisseling

4.6.1 Kennisuitwisseling intern

Maandelijks vindt binnen de gemeente een afstemmingsoverleg plaats tussen ODRU en de boa’s. Daar in worden concrete ervaringen uitgewisseld en wordt de werkvoorraad en voortgang en afdoening besproken.

Eenmaal per week vindt bij de ODRU een bouwplanoverleg plaats. Daarin worden alle (potentiele) vergunningaanvragen besproken en afgestemd conform de Wabo.

4.6.2 Kennisuitwisseling regionaal

De projectgroepleden toezicht en handhaving binnen de regio De Waarden, politie, Hoogheemraadschap "De Stichtse Rijnlanden”, de ODRU en de VRU, komen ongeveer zes maal per jaar bij elkaar om onderling ervaringen te delen, kennis uit te wisselen en projecten af te stemmen. Periodiek, minimaal tweemaal per jaar, is er een breed overleg met alle betrokken handhavingspartners.

4.7 Bereikbaarheid

Volgens het Bor moet de gemeentelijke organisatie ook buiten de gebruikelijke kantooruren bereikbaar en beschikbaar zijn voor de Wabo-handhaving. Denk daarbij aan het melden van acute klachten en beschikbaar voor het behandelen van incidenten. Om dit te waarborgen is dit in regionaal verband opgepakt en concreet uitgewerkt. De ODRU heeft vanaf 1 januari 2016 een 24/7 consignatiedienst in werking voor klachten vanuit milieu. De gemeente heeft ook de klachten omtrent bouwen en RO ondergebracht in deze consignatiedienst, zodat deze consignatiedienst een regeling wordt voor klachten uit de bebouwde leefomgeving.

Ook voor ondersteuning bij crisis en rampen heeft de gemeente vanaf 1 januari 2016 middels een consignatiedienst de ODRU 24/7 ingeschakeld.

5. Communicatie

5.1 Handhavingscommunicatie

Wordt communicatie gekoppeld aan handhaving met als doel de naleving te bevorderen, dan spreken we van handhavingscommunicatie. Handhavingscommunicatie is: “de planmatige inzet van effectieve communicatie middelen gekoppeld aan handhaving, ter bevordering van de naleving van wet- en regelgeving.” Dit kan variëren van educatieve tot stimulerende of dreigende communicatie, afhankelijk van de oorzaak van de overtreding die kan voortkomen uit bijvoorbeeld onkunde, ongemotiveerd zijn of een doelbewuste handeling.

5.2 Effect

Door handhavingscommunicatie in te zetten als handhavingsinstrument wordt een hoger naleefgedrag nagestreefd met een gelijkblijvende of mogelijk verminderde inzet van fysieke controles. Als gevolg van de handhavingscommunicatie zal een deel van de burgers en ondernemers de regels beter gaan naleven en zullen uiteindelijk minder corrigerende maatregelen nodig zijn. Het betreft niet alleen het nalevingsgedrag van de gecontroleerde ondernemers maar ook dat van de niet-gecontroleerden die gehoord of gelezen hebben over de controles. Handhavingscommunicatie beoogt dan ook een preventief effect. Handhavingscommunicatie kan de handhaving echter niet vervangen. Er moet altijd sprake zijn van een reële inzet van de handhaving.

5.3 Toepassing

Handhavingscommunicatie kan op verschillende momenten en manieren binnen de handhaving worden ingezet. Zo kan er vooraf, tijdens en/of na de handhaving worden gecommuniceerd, bijvoorbeeld via “Zenderstreeknieuws” en de gemeentelijke website.

Handhaving is het sluitstuk van de ter beschikking staande instrumenten en gaat uit van de relatie gezag versus onderdaan, terwijl naleving meer vertrekt vanuit een gelijkwaardige positie. Bij het bevorderen van naleving wordt bovendien gestimuleerd om creatieve oplossingen te zoeken in plaats van standaard een repressief middel te (moeten) gebruiken. Een dergelijke aanpak sluit beter aan bij de behoefte in de samenleving en werkt daarom vaak beter. Het is bovendien een landelijke trend aan het worden. Mits op een goede manier ingezet, kan op deze manier efficiënter gehandhaafd worden, alsmede besparingen bij de uitvoering en de naleving bevordert. Preventie is naar verhouding veel goedkoper dan repressieve handhaving. Voorwaarde is wel, dat bij de doelgroep een gedragsverandering plaatsvindt. Dit wordt niet altijd eenvoudig bereikt.

Met deze naar buiten gerichte aanpak zal de gemeente meer in de kijker komen te staan. Van belang is dat woorden overeenkomen met daden. In 2016 zullen periodiek publicaties over handhaving in de lokale krant en internetsite geplaatst worden. Wij denken daarbij ook aan het uitbrengen van voorlichtingsmateriaal ten behoeve van particulieren en bedrijven en het inzetten van social media.

5.4 Programma Stimulerende Preventie

De VRU kent sinds 2014 het programma Stimulerende Preventie binnen de directie Risicobeheersing. Hoewel het programma nog in ontwikkeling is, worden momenteel de volgende thema’s / doelgroepen onderscheiden:

  • Voorlichting over brandveiligheid (open dagen, losse instructie en voorlichting, persberichten, etc.;

  • Onderwijs (leerlingen van basisscholen, bijvoorbeeld gebruikmakend van de schatkist);

  • Verminderd zelfredzame personen. 

Deze communicatie krijgt extra aandacht binnen de VRU, waarbij de capaciteit gevonden wordt in de capaciteit voor de klassieke advies-, toezichts- en handhavingstaken (besluit Algemeen Bestuur VRU 2014). Het is niet per se handhavingscommunicatie, maar moet wel de VTH taken van gemeente en VRU versterken.

 

5.5 Relatie landelijke handhavingsstrategie

Er is een landelijke handhavingsstrategie vastgesteld. Die is in het handhavingsbeleidplan 2016 – 2018 volledig opgenomen. Door middel van deze uniforme strategie worden soortgelijke overtredingen ook soortgelijk aangepakt. Voor onze gemeente betekent dit ook uniformiteit in het handhavingsproces, zoals dat door de ODRU wordt uitgevoerd.

De implementatie van de landelijke handhavingsstrategie (LHS) houdt voor ons ook in dat meer nadruk moet worden gelegd op het voorkomen van strafbare feiten. Door middel van actieve communicatie wijzen wij burgers en bedrijven op het bestaan van bepaalde regels. Daarnaast kunnen sommige handhavingsacties tevoren worden aangekondigd, waarvan een preventieve werking wordt verwacht. Mocht in die gevallen dan toch op een overtreding worden gestuit, dan zal de sancties evenredig hoger zijn. Immers: “een gewaarschuwd mens.......

Voor preventieve handhaving wordt in principe ook gekozen bij overtredingen, die op de schaal van de landelijke handhavingsstrategie kunnen worden getypeerd als overtredingen in de categorie A1, A2 en B1. Wij opteren in voorkomende gevallen voor een bestuurlijk gesprek en voor het zenden van een waarschuwingsbrief na elke overtreding. Die waarschuwingsbrief kan ingeval van recidive worden gevolgd door een voornemen tot het opleggen van een sanctie. Immers, ook hier geldt dan het principe van “de gewaarschuwde mens.....

Uitgaande van de kracht en goede trouw van de samenleving dan komt het accent vanzelf op preventie te liggen. De rol van de overheid daarbij is het geven van juiste en tijdige voorlichting en informatie en het levendig houden van communicatie over en weer.

Het sanctieprofiel kan verder worden uitgewerkt tot een handhavingsstrategie, zie de volgende figuur 2. Het principe van deze strategie is dat overtredingen zoveel mogelijk dienen te worden voorkomen, bijvoorbeeld door middel van voorlichting over welk gedrag wel/niet wenselijk is en welke regels gelden. Naar mate men in een lagere/diepere cirkel komt neemt het preventieve karakter van maatregelen af en neemt het repressieve karakter van maatregelen toe. Het naleven van de regels wordt dus in een zo’n vroeg mogelijk stadium bevorderd.

afbeelding binnen de regeling Figuur 2: Schematische weergave handhavingsstrategie gemeente Montfoort

6. Monitoring en evaluatie

6.1 Monitoring

Monitoring is een methode om de resultaten van de handhavingsactiviteiten inzichtelijk te maken. Het is in feite het systematisch verzamelen, analyseren, gebruiken en communiceren van informatie over de voortgang van projecten of activiteiten. De ODRU en VRU rapporteren per kwartaal respectievelijk trimester aan de gemeente. Deze rapportages, in samenhang en onderlinge relatie met de gemeentelijke voortgangsrapportages, kunnen aanleiding geven tot bijstelling van het uitvoeringsprogramma. Deze registratie en monitoring vindt bij de boa’s niet plaats en bij de ODRU is dit systeem in opbouw.

Monitoren is het verzamelen en analyseren van informatie over:

  • 1.

    de fysieke voortgang: activiteiten en resultaten;

  • 2.

    de kwaliteit van de voortgang: capaciteitsopbouw.

Samenvattend, er moet worden bijgehouden of hetgeen geborgd en gepland is strookt met wat wordt uitgevoerd.

6.2 Evaluatie

Om cyclisch en integraal te kunnen handhaven, zullen de resultaten van handhaving geëvalueerd moeten worden. De evaluatie biedt de basis voor bijsturing van doelen, programma's en werkwijzen. De echte waarde van evaluatie is uiteraard afhankelijk van de acties die daarop volgen, wat er daadwerkelijk gebeurt met de resultaten.

Over de uitvoering van het handhavingsprogramma zal jaarlijks worden gerapporteerd. Evaluatie is noodzakelijk om te kunnen volgen of de uitvoering van de handhaving ook daadwerkelijk bijdraagt aan de gestelde beleidsdoelen. Op basis van deze evaluatie kan worden bepaald of de doelen haalbaar zijn, de werkwijze de juiste is en of antwoord kan worden gegeven op de vraag of de gemeente haar middelen adequaat heeft ingezet. De conclusies die hieruit worden getrokken, worden – waar mogelijk - geïmplementeerd in het HUP 2017.

7. Productbladen

De uit te voeren handhavingstaken worden uitgewerkt in productbladen. Het overzicht aan productbladen is hieronder opgenomen. Deze productbladen vormen ‘de kern’ van dit HUP. Per handhavingstaak wordt onder andere het wettelijk kader, de doelstelling, de prioritering en de toezicht- en handhavingsstrategie beschreven.

7.1 Overzicht productbladen

  • 1.

    Project actualiseren van registratiesystemen en risicoanalyse

  • 2.

    Actualisatie handhavingsbeleid

  • 3.

    Handhavingsjaarverslag 2015

  • 4.

    Handhavingsuitvoeringsprogramma 2016

  • 5.

    Behandelen meldingen / klachten / handhavingsverzoeken

  • 6.

    Reguliere controles voormalig provinciale bedrijven

  • 7.

    Integrale controles risicovolle bedrijven

  • 8.

    Reguliere controles activiteit milieu

  • 9.

    Project vuurwerkcontroles

  • 10.

    Indirecte lozingen

  • 11.

    Toezicht op activiteit bouwen en slopen

  • 12.

    Toezicht op geweigerde, ingetrokken en buiten behandeling gestelde vergunningsaanvragen

  • 13.

    Gebiedsgericht toezicht

  • 14.

    Toezicht Drank- en horecawet, de inrichting

  • 15.

    Ketentoezicht en IGH

  • 16.

    Toezicht bodem

  • 17.

    Toezicht brandveiligheid

  • 18.

    Brandveiligheid (illegale) bewoning

  • 19.

    Structureel Terugdringen onechte en ongewenste brandmeldingen (STOOM)

  • 20.

    Toezicht evenementen

  • 21.

    Toezicht Drank- en horecawet

  • 22.

    Projecten en diversen APV en bijzondere wetten

  • 23.

    Handhaving openbare ruimte

  • 24.

    Handhaving parkeerexcessen

  • 25.

    Handhaving hondenregels

1. Project actualiseren van registratiesystemen en risicoanalyse

Toelichting taak

Voor het opstellen van het HUP wordt gebruik gemaakt van een risicoanalyse. Deze risicoanalyse moet periodiek worden herzien (zowel risico als naleefgedrag).

Wettelijk kader

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, het Besluit Omgevingsrecht en de Regeling omgevingsrecht.

Omvang taak

Risicoanalyse

Om het risico te kunnen bepalen bij niet handhaven wordt gebruik gemaakt van de berekening ernst x  kans. Voor het HUP 2016 heeft er een actualisatie plaatsgevonden van de risicomodule. Deze is uitgevoerd door de ODrU.

Registratie

Het registratiesysteem wordt aangepast en verbeterd.

Synchronisatie

Verder is synchronisatie en afstemming tussen de handhavingspartners wenselijk waardoor onderlinge vergelijking en prioritering mogelijk is.

Resultaat 2015

De risicoanalyses zijn integraal herzien. Voor de wettelijke taken, uitgevoerd door de ODrU, VRU en de boa’s, zijn de resultaten in dit HUP verwerkt.

Doelstelling 2016

Ten behoeve van het opstellen van het HUP 2017 zal in het vierde kwartaal van 2016 bezien worden of opnieuw een gedeeltelijke actualisatie van de risicoanalyse wenselijk is.

Prioriteit

Hoog, wettelijke vereiste

Capaciteit

Omgevingsdienst regio Utrecht (deze uren vallen binnen de contracturen)

- 25 uur actualisatie risicomodule

- 60 uur registratiesysteem

- 50 uur synchronisatie

Veiligheidsregio Utrecht

- de capaciteit is opgenomen in de uniforme risicomodule 2016

Wat doen we niet

n.v.t.

Indicatoren

Een actuele risicoanalyse

Een registratiesysteem

Toezichtstrategie

n.v.t.

Signaaltoezicht

n.v.t.

Sanctiestrategie

n.v.t.

Communicatie

Interne afstemming en communicatie.

Voldoet aan wettelijke norm?

Ja.

2. Actualisatie handhavingsbeleid

Toelichting taak

Het handhavingsbeleid voldoet aan de wettelijke eisen

Wettelijk kader

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, het Besluit Omgevingsrecht en de Regeling omgevingsrecht.

Omvang taak

Actualiseren handhavingsbeleid. In 2016 wordt het handhavingsbeleid geactualiseerd door:

Nieuw beleid op te stellen Risicomodule milieu 2016 toe te voegen Risicomodule bouwen, RO en APV in te vullen LHS op te nemen in de handhavingsstrategie

Resultaat 2015

Het “integraal handhavingsbeleid De Waarden 2015 – 2018” is afgerond. Het beleid is op 9 augustus 2016 vastgesteld. 

Aanbeveling uit jaarverslag 2015

Wordt nog opgesteld.

Doelstelling 2016

Afronding, vaststelling (3e kwartaal 2016) en implementatie van adequaat en actueel integraal handhavingsbeleid.

Prioriteit

Hoog

Capaciteit

Gemeente Montfoort:

- 50 uur actualisatie beleid

Omgevingsdienst regio Utrecht

- 25 uur actualisatie beleid

Veiligheidsregio Utrecht

- de capaciteit is opgenomen in de uniforme risicomodule 2014

Wat doen we niet

n.v.t.

Indicatoren

Medio 2016 vastgesteld, geactualiseerd handhavingsbeleid

Toezichtstrategie

p.m.

Signaaltoezicht

n.v.t.

Sanctiestrategie

n.v.t.

Communicatie

Interne afstemming en communicatie. Na vaststelling actualisatie moet de gemeenteraad en de (handhavingsregisseur van de) Provincie Utrecht worden geïnformeerd en wordt het geactualiseerde beleidsplan gepubliceerd (op de website en in de IJsselbode)

Voldoet aan wettelijke norm?

Ja.

3. Handhavingsjaarverslag 2015

Toelichting taak

Beschrijving uitvoering en resultaten 2015

Wettelijk kader

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, het Besluit Omgevingsrecht en de Regeling omgevingsrecht.

Omvang taak

Concrete beschrijving controles, naleefgedrag en opgelegde sancties in 2015. Deze gegevens koppelen aan doelstellingen HUP 2016 en vervolgens het formuleren en implementeren van verbeterpunten. Bekendmaking vastgesteld Jaarverslag aan gemeenteraad, provincie en handhavingspartners.

Resultaat 2015

Het jaarverslag 2015 is nog niet vastgesteld. Dat is alleen mogelijk op basis van ervaringsgegevens, omdat geen HUP 2015 is opgesteld. Het eindresultaat van de ODRU (kwarap 4) worden in de jaarrekening gepresenteerd aan het college en de gemeenteraad. Vanwege het ontbrekende van exacte monitoringsgegevens wordt volstaan met de gegevens uit de 4e kwartaalrapportage 2015 van de ODRU.

Aanbeveling uit jaarverslag 2015

Investeren in een juiste registratie en monitoring van productiegegevens.

Doelstelling 2016

Vaststelling jaarverslag uiterlijk in het 2e kwartaal van het jaar

 

Prioriteit

Hoog

Capaciteit

Gemeente Montfoort

50 uur

Omgevingsdienst regio Utrecht

- 20 uur

Veiligheidsregio Utrecht

- de capaciteit is opgenomen in de uniforme risicomodule 2014

Wat doen we niet

n.v.t.

Indicatoren

Vastgesteld verslag

Toezichtstrategie

p.m.

Signaaltoezicht

n.v.t.

Sanctiestrategie

n.v.t.

Communicatie

Interne afstemming en communicatie. Na vaststelling jaarverslag moet de gemeenteraad en de (coördinator Interbestuurlijk Toezicht) Provincie Utrecht worden geïnformeerd en wordt de vaststelling het jaarverslag gepubliceerd (op de website en in de IJsselbode).

Voldoet aan wettelijke norm?

Nee, vanwege het ontbreken van exacte monitoringsgegevens.

4. Handhavingsuitvoeringsprogramma 2016

Toelichting taak

Het HUP 2016 opstellen

 

Wettelijk kader

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, het Besluit Omgevingsrecht en de Regeling omgevingsrecht.

 

Omvang taak

Nieuw HUP 2016

 

Resultaat 2016

Het HUP 2016 is vastgesteld. In de zomer van 2016 wordt gestart, in regionaal verband (De Waarden, ondersteund door ODRU en VRU en in samenwerking met de Politie, Provincie en HDSR) met het HUP 2017.

 

Aanbeveling uit jaarverslag 2015

Nog niet vastgesteld. Zal in elk geval inhouden dat in het 4e kwartaal van 2016 wordt gestart met zowel het format voor het jaarverslag 2016 als de opzet voor een actueel HUP 2017 zodat medio februari 2017 beide documenten door het college vastgesteld kunnen worden.

 

Doelstelling 2016

Actueel en integraal HandhavingsUitvoeringsProgramma 2017

 

Prioriteit

Hoog (januari 2017)

 

Capaciteit

Gemeente Montfoort

100 uur

Omgevingsdienst regio Utrecht

- 40 uur

Veiligheidsregio Utrecht

- de capaciteit is opgenomen in de uniforme risicomodule 2014

Wat doen we niet

n.v.t.

Indicatoren

Concept HUP 2017 gereed eind november 2016. Uiterlijk eind februari 2017 een actueel en vastgesteld HUP.

Toezichtstrategie

n.v.t.

Signaaltoezicht

n.v.t.

Sanctiestrategie

n.v.t.

Communicatie

Interne afstemming en communicatie. Na vaststelling HUP 2017 moet de gemeenteraad en de (handhavingsregisseur van de) Provincie Utrecht worden geïnformeerd en wordt de vaststelling van het HUP 2017 gepubliceerd (op de website en in de IJsselbode).

Voldoet aan wettelijke norm?

Ja.

5. Behandelen meldingen / klachten / handhavingsverzoeken

Toelichting taak

Behandelen van meldingen, klachten of verzoeken om handhaving die betrekking hebben op:

1. illegale bouw of gebruik in strijd met het bestemmingsplan;

2. inrichtingen in de zin van de Wet milieubeheer;

3. brandonveilige situaties;

4. horeca, evenementen, geluidshinder, openbare ruimte;

5. aanpassen nieuwe beleidsuitgangspunten.

Handhavingsverzoeken worden conform de beginselplicht tot handhaving opgepakt. Klachten, indien aan de beleidsvoorwaarden wordt voldaan.

Wettelijk kader

Algemene wet bestuursrecht, Gemeentewet, Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, Wet ruimtelijke ordening, Woningwet, Bouwverordening, Bouwbesluit, Welstandsnota, Wet milieubeheer, Activiteitenbesluit, Wet Basisregistraties Adressen en Gebouwen, Algemene Plaatselijke Verordening en de Drank- en Horecawet.

Omvang taak

Aanbod gestuurde activiteit. Raming voor 2016:

 

ODRU:

- Meldingen/ handhavingsverzoeken regulier: 48

- Klachten bij voormalig provinciale bedrijven: 4.

 

Daarnaast zijn uren vrijgemaakt voor het doen van 2 controles bij P2000 meldingen in relatie tot meldingen ongewoon voorval.

Verder is er rekening mee gehouden, dat er integrale geluidscontroles bij de horeca worden uitgevoerd, waarbij alle commerciële horecabedrijven worden betrokken.

 

Resultaat 2015

- 90% de meldingen is binnen vijf weken na ontvangst afgehandeld;

- Op alle handhavingsverzoeken is tijdig besloten;

- De geconstateerde overtredingen zijn in 90% van de gevallen na hercontrole opgeheven.

Aanbeveling uit Jaarverslag 2015

Geen concrete aanbevelingen voor 2016.

Doelstelling 2016

- Alle meldingen en klachten zijn binnen vijf weken afgehandeld;

- Op alle handhavingsverzoeken wordt tijdig besloten;

- De geconstateerde overtredingen zijn in 90% van de gevallen na hercontrole opgeheven.

 

Prioriteit

Klachten worden behandeld conform de toegekende prioriteit.

Capaciteit

Voor ODRU:

(milieu)klachten: 164 uur

Klachten over voormalig provinciale bedrijven: 64 uur

Voor het doen van onderzoek van niet-gemelde ongewone voorvallen en het wel doormelden via P2000 is 20 uur gereserveerd.

 

Wat doen we niet

Privaatrechtelijke aangelegenheden (toelichting: burgers onderling). In beginsel worden geen anonieme klachten en handhavingsverzoeken in behandeling genomen.

 

Indicatoren

Aantal klachten, meldingen, handhavingverzoeken en overtredingen; Aantal controles; Aantal ongedaan gemaakte overtredingen; Aantal bestuursrechtelijke handhavingstrajecten; Afhandelduur handhavingsverzoeken.  

Toezichtstrategie

Meldingen, klachten en verzoeken om handhaving worden geregistreerd, voortvarend gecontroleerd en -indien van toepassing- opgenomen per thema.

Signaaltoezicht

Behoudens excessen niet van toepassing.

Sanctiestrategie

Conform Handhavingsbeleid. Bij overtredingen van de APV en bijzondere wetgeving kan door de BOA, aanvullend op het integraal handhavingsbeleid, de bestuurlijke strafbeschikking worden opgelegd.

Communicatie

n.v.t.

Voldoet aan wettelijk kader?

Ja.

6. Reguliere controles voormalig provinciale bedrijven

Toelichting taak

Periodiek controleren van inrichtingen in de zin van de Wet milieubeheer op naleving van de vergunningvoorschriften en op naleving van algemene regels. Het betreft de inrichtingen die tot 1 januari 2014 onder bevoegd gezag van de provincie Utrecht vielen en nadien zijn overgedragen.

 

Wettelijk kader

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, Wet milieubeheer, Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (Activiteitenbesluit) en onderliggende wetgeving.

 

Omvang taak

Voormalig provinciale bedrijven: 6.

 

Resultaat 2015

Alle bedrijven zijn integraal gecontroleerd.

 

Aanbeveling uit Jaarverslag 2015

Geen concrete aanbevelingen voor 2016.

Doelstelling 2016

Alle geplande bedrijven worden gecontroleerd en voldoen aan de milieuregelgeving. Streven is een naleefgedrag van 100%. Eén bedrijf wordt tevens administratief gecontroleerd.

 

Prioriteit

Hoog

 

Capaciteit

In het uitvoeringsprogramma tussen gemeente en ODRU zijn zes bedrijven opgenomen.

   

Wat doen we niet

N.v.t.

 

Indicatoren

Aantal controles; Aantal overtredingen; Aantal ongedaan gemaakte overtredingen; Aantal bestuursrechtelijke handhavingstrajecten.  

Toezichtstrategie

Controle ter plaatse door de Omgevingsdienst Regio Utrecht op de naleving van vergunningsvoorschriften en/of algemene regels. Waar doelmatig integraal toezicht met of voor meerdere vakdisciplines.

 

Signaaltoezicht

Voor VRU, Waterschap en BWT

Sanctiestrategie

Conform het integraal handhavingsbeleid

Communicatie

n.v.t.

Voldoet aan wettelijke norm?

Ja

7. Integrale controles risicovolle bedrijven

 

Toelichting taak

Controle op brandveiligheidsaspecten en milieuaspecten in de gebruiksfase van bouwwerken. Het gaat om bouwwerken en inrichtingen waarvoor bij brand een verhoogd risico op slachtoffers of de omgeving bestaat.

De controles worden afgestemd met de bouwtoezicht, VRU en waterschap. Primair worden de controles gezamenlijk uitgevoerd.

 

Wettelijk kader

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, Woningwet, Bouwbesluit, Ministeriële regeling Bouwbesluit, Bouwverordening, Wet op de veiligheidsregio’s, Brandbeveiligingsverordening, Wet milieubeheer en het Activiteitenbesluit.

 

Omvang taak

Categorie 4 bedrijven: 3.

 

Resultaat 2015

In 2015 zijn 4 controles uitgevoerd. Bij drie van de bedrijven moest een hercontrole worden uitgevoerd.

Aanbeveling uit het concept jaarverslag 2015

In 2015 zijn 4 controles uitgevoerd. Bij drie van de bedrijven moest een hercontrole worden uitgevoerd. Het bedrijf Vianen Kozijntechniek B.V. Willeskop 18 en 30 in Montfoort is sinds 24 maart 2015 failliet.

Doelstelling 2016

1. Het bevorderen van naleving;

2. Het niveau van brandveiligheid en milieubescherming in risicogebouwen minimaal op het rechtens verkregen niveau houden;

3. Veilig repressief optreden door de brandweer borgen.

 

Prioriteit

Hoog

 

Capaciteit

Voor het uitvoeren van 3 categorie 4 is 120 uur beschikbaar.

Verder is er rekening gehouden met eventuele beoordeling rapportageverplichting voor 33 uur.

Wat doen we niet

Nvt

 

Indicatoren

Aantal controles; Aantal overtredingen; Aantal ongedaan gemaakte overtredingen; Aantal bestuursrechtelijke handhavingstrajecten.  

Toezichtstrategie

Controle ter plaatse door de Omgevingsdienst Regio Utrecht op de naleving van vergunningsvoorschriften en/of algemene regels. Waar doelmatig integraal toezicht met of voor meerdere vakdisciplines.

 

Signaaltoezicht

Voor BWT/RO: constructieve veiligheid, illegale bouw, illegaal gebruik

Sanctiestrategie

Conform handhavingsbeleid.

Communicatie

n.v.t.

Voldoet aan wettelijke norm?

Ja

8. Reguliere controles activiteit milieu

Toelichting taak

Periodiek controleren van inrichtingen in de zin van de Wet milieubeheer op naleving van de vergunningvoorschriften en algemene regels.

Wettelijk kader

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, Wet milieubeheer, Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (Activiteitenbesluit) en aanverwante besluiten en regelingen.

Omvang taak

Type A bedrijven: 112

Type B bedrijven: 383

Type B met OBM: 13

Let op: Controles categorie 4 en voormalig provinciaal staan beschreven op productblad 7 en 8.

Resultaat 2015

In 2015 zijn 144 reguliere controles dan wel controles op projectbasis uitgevoerd. Bij 34 bedrijven (= 24 %) was een hercontrole noodzakelijk in verband met geconstateerde overtredingen. In deze weergave zijn de inventarisatieprojecten niet meegenomen.

Aanbeveling uit Jaarverslag 2015

Geen bijzonderheden

Doelstelling 2016

Alle geplande bedrijven worden gecontroleerd en voldoen aan de milieuregelgeving. Streven is een naleefgedrag van 100%.

Prioriteit

De bedrijven worden gecontroleerd aan de hand van de klasse indeling van de risicomodule. De beschikbare capaciteit wordt als eerste ingezet voor toezicht op alle bedrijven in de hoogste klasse. De overgebleven capaciteit zal vervolgens worden ingezet voor de overige klassen (II t/m III).

Capaciteit

In het uitvoeringsprogramma tussen gemeente en ODRU zijn de volgende projecten opgenomen met geraamd aantal producten en beschikbare uren:

Project > Beschikbare uren > Geraamde producten 

Overloop projecten > 15 > pm

Categorie 3 > 160 > 8

Categorie 2 > 180 > 18

Agrarisch project > 190 > 14

Controles n.a.v. ingediende meldingen > 70 > 7

Controle (dubieuze) opslagruimten > 25 > pm

Gebiedsinventarisatie > 75 > pm

Integrale controles tijdens bouwproces

Wat doen we niet

Op basis van een aantal actuele milieurelevante onderwerpen zullen een deel van de categorie 3 en een groot deel van de categorie 2 controles worden uitgevoerd in projectvorm. Dit verhoogt de integraliteit, relevantie, effectiviteit en het kennisniveau binnen de controles. Bij deze controles worden niet alle voorschriften gecontroleerd.

Indicatoren

Aantal controles; Aantal overtredingen; Aantal ongedaan gemaakte overtredingen; Aantal bestuursrechtelijke trajecten (bestuursdwang/dwangsom/ingetrokken vergunningen).

Toezichtstrategie

Controle ter plaatse door de Omgevingsdienst Regio Utrecht op de naleving van vergunningsvoorschriften en/of algemene regels. Waar doelmatig integraal toezicht met of voor meerdere vakdisciplines.

Signaaltoezicht

Voor VRU en BWT

Sanctiestrategie

Conform Handhavingsbeleid

Communicatie

n.v.t.

Voldoet aan wettelijke norm?

Ja.

9. Project vuurwerkcontroles

Toelichting taak

Voor de verkoopperiode van vuurwerk wordt de vuurwerkopslagplaats gecontroleerd samen met de brandweer. Tijdens de verkoopperiode wordt de locatie bezocht door de Omgevingsdienst Regio Utrecht eventueel samen met de VRU en/of de politie. Na deze periode vindt in januari een eindcontrole plaats. Gemiddeld wordt een locatie zo’n 5 keer per jaar (incl. 3 verkoopdagen) bezocht.

Wettelijk kader

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, Wet milieubeheer, Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (Activiteitenbesluit) en het Vuurwerkbesluit.

Omvang taak

Vuurwerkopslagplaats: 1.

Resultaat 2015

Er is 1 voorcontrole uitgevoerd. Tijdens de verkoopdagen is de vestiging diverse malen gecontroleerd. Er zijn geen overtredingen geconstateerd.

Aanbeveling uit Jaarverslag 2015

Geen concrete aanbevelingen voor 2016.

Doelstelling 2016

De gecontroleerde vuurwerkopslagplaats voldoet aan de regelgeving.

Prioriteit

Conform de Risico Module is een vuurwerkplaats ingedeeld in klasse I. Dit betekent dat aan deze locatie de hoogste prioriteit wordt gegeven.

Capaciteit

Voor de uitvoering van dit project is 26 uur begroot.

Wat doen we niet

n.v.t.

Indicatoren

Aantal controles; Aantal overtredingen; Aantal ongedaan gemaakte overtredingen; Aantal bestuursrechtelijke trajecten (bestuursdwang/dwangsom/ingetrokken vergunningen).

Toezichtstrategie

Controle ter plaatse. Bij strijdigheden met de vergunning, voert de inspecteur overleg met de vergunninghouder. Als de strijdigheden niet worden opgeheven, wordt overgegaan tot handhaving conform de handhavingsstrategie. Bij overtreding van de voorschriften op de overige disciplines, wordt dit direct afgestemd met de overige disciplines.

Signaaltoezicht

Voor BWT (en VRU tijdens verkoop)

Sanctiestrategie

Conform integraal handhavingsbeleid

Communicatie

n.v.t.

Voldoet aan wettelijke norm?

Ja.

10. Indirecte lozingen

Toelichting taak

Deze taak betreft het houden van toezicht op de regels over indirecte lozingen. In 2009 met de komst van de Waterwet zijn deze taken overgedragen van het waterschap naar de gemeente. Het toezicht op deze taken is onvoldoende geborgd. ODRU en HDSR nemen het initiatief om deze taak vorm te geven.

 

Na een instructie door HDSR gaan toezichthouders van ODRU en HDSR samen op pad om bij vooraf bepaalde locaties specifiek de lozingssituatie te gaan controleren. Hierbij wordt ingezet op de vergunningssituatie (is lozing bekend?), op de kwaliteit van de lozing (voldoet de lozing aan de normen?) en op de kwaliteit van de zuivering technische voorziening (voldoet voorziening aan de eisen?).

Wettelijk kader

Wet milieubeheer en Waterwet

 

Omvang taak

Aantal bedrijven (eventueel in overleg met rioolbeheerder te bepalen): 12.

 

Resultaat 2015

NVT

 

Aanbeveling uit Jaarverslag 2015

NVT

 

Doelstelling 2016

Meer kennis en vaardigheden bij toezichthouders op de controle van indirecte lozingen.

Meer naleving bij bedrijven als het gaat om regelgeving over lozingen en zuivering technische voorzieningen.

 

Prioriteit

Gemiddeld

 

Capaciteit

50 uur

 

Wat doen we niet

Niet bij elk bedrijf wordt een monster genomen. Als de situatie aanknopingspunten geeft wordt er een monster genomen.

 

Indicatoren

Aantal overtredingen; Aantal ongedaan gemaakte overtredingen; Aantal bestuursrechtelijke handhavingstrajecten; Kennis bij toezichthouders.  

Toezichtstrategie

Conform handhavingsbeleid

 

Signaaltoezicht

Ja

 

Sanctiestrategie

Conform Handhavingsbeleid

 

Communicatie

n.v.t.

 

Voldoet aan wettelijke norm

Ja

11. Toezicht op activiteit bouwen en slopen

Toelichting taak

Toezicht op werken waarvoor een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen is verleend.

Verleende vergunningen of geweigerde aanvragen worden gecontroleerd conform het landelijk toezichtsprotocol (LTP). Resultaten afkomstig van gebiedstoezicht die nader onderzocht moeten worden, worden binnen een project opgepakt.

Wettelijk kader

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, Wet ruimtelijke ordening, Woningwet, Bouwbesluit, Bouwverordening, Welstandsnota en de Wet Basisregistraties Adressen en Gebouwen.

 

Omvang taak

Toezicht bouw realisatiefase Toezicht bouw gebruiksfase Toezicht brandveilig gebruik ODRU Toezicht sloop, w.o asbest Toezicht overige activiteiten Wabo Toezicht BAG  

Resultaat 2015

In 2015 zijn 964 controles bouw uitgevoerd onderverdeeld over de diverse bovenstaande categorieën.

 

Aanbeveling uit jaarverslag 2015

Geen concrete aanbevelingen voor 2016.

Doelstelling 2016

Afhankelijk van de risicoanalyse wordt de frequentie van het toezicht bepaald.

Prioriteit

Hoog (overigens wel afhankelijk van de Risicomodule)

Capaciteit

Omgevingsdienst regio Utrecht

Project > Beschikbare uren > Geraamde producten

Toezicht bouw realisatiefase > 850 > pm

Toezicht bouw gebruiksfase > 540 > pm

Toezicht brandveilig gebruik > 30 > pm

Toezicht sloop, w.o asbest > 30 > pm

Toezicht overige activiteiten Wabo > 50 > pm

Toezicht BAG > 50 > pm

Toezicht overig > 150

De bovengenoemde 30 uur brandveilig gebruik zijn bedoeld als juridische en technische ondersteuning door ODRU bij een handhavingszaak van de VRU. Aanschrijving vindt plaats door ODRU in deze zaken. De uren hebben ook betrekking op de gezamenlijke actie van ODRU en VRU met betrekking tot wonen boven winkels en horeca.

Veiligheidsregio Utrecht

De capaciteit voor ondersteuning door VRU bij bouwzaken van ODRU is opgenomen in de uniforme risicomodule 2014.

Wat doen we niet?

NVT

Indicatoren

Aantal aangevraagde omgevingsvergunningen (activiteit bouwen en/of RO); Aantal gestarte en afgeronde bouwwerkzaamheden voor de activiteit bouwen; Aantal controles; Aantal overtredingen.  

Toezichtstrategie

Conform handhavingsbeleid.

Signaaltoezicht

Voor milieu, brandveiligheid, openbare ruimte.

Sanctiestrategie

Conform integraal handhavingsbeleid. 

Communicatie

n.v.t.

Voldoet aan wettelijke norm?

Ja.

12. Toezicht op geweigerde, ingetrokken en buiten behandeling gestelde vergunningsaanvragen

Toelichting taak

Deze taak betreft het houden van toezicht op afgewezen of buiten behandeling gestelde vergunningaanvragen. Het is bekend dat een aantal aanvragers na de afwijzing/niet in behandelingneming alsnog tot bouw of sloop overgaat of anderszins zonder vergunning opereert.

Wettelijk kader

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, Wet ruimtelijke ordening, Woningwet, Bouwbesluit, Bouwverordening, Welstandsnota, Wet Milieubeheer, Wet Basisregistraties Adressen en Gebouwen.

Omvang taak

Aanbodgestuurde activiteit. Raming 2016: jaarlijks worden gemiddeld ± 1% van de aangevraagde vergunningen geweigerd of buiten behandeling gesteld.

Resultaat 2015

In 2015 zijn geen vergunningen geweigerd. Geconstateerde situaties waren achteraf vergunningsvrij.

Aanbeveling uit Jaarverslag 2015

Geen concrete aanbevelingen voor 2016.

Doelstelling 2016

Er wordt niet gebouwd of gesloopt zonder vereiste vergunning. Evenementen worden niet georganiseerd zonder vergunning. Er wordt ook gecontroleerd op geweigerde Drank- en horecavergunningen, kansspelvergunningen en andere APV-vergunningen.

Prioriteit

Laag (afhankelijk van uitkomst risicomodule en klachten)

Capaciteit

- 25 uur toezicht

Wat doen we niet

Controle 12-dagen regeling (boa’s)

Controles op leeftijdsgrenzen (boa’s)

Indicatoren

Aantal controles; Aantal overtredingen; Aantal ongedaan gemaakte overtredingen; Aantal bestuursrechtelijke trajecten (bestuursdwang/dwangsom/ingetrokken vergunningen).

Toezichtstrategie

Afhankelijk van het aantal aanvragen en weigeringen en het potentiële gevaar voor overtreding wordt gecontroleerd of er inderdaad sprake is van handelen zonder vergunning. Wanneer een inspecteur in de buurt is voor een andere controle, en tijd heeft, wordt ter plaatse gekeken. Verder wordt gecontroleerd naar aanleiding van klachten omwonenden en als het vermoeden bestaat dat zonder vergunning zal worden gehandeld.

Signaaltoezicht

Voor milieu, brandveiligheid en APV.

Sanctiestrategie

Conform integraal handhavingsbeleid.

Communicatie

N.v.t.

Voldoet aan wettelijke norm?

Ja.

13. Gebiedsgericht toezicht

Toelichting taak

Het houden van toezicht (op vergunningsvrije) activiteiten op basis van een vooraf geprogrammeerde gebiedsindeling waarbij de resultaten van de uitkomsten van de risicomodule (bestaande situatie) zijn verdisconteerd.

Wettelijk kader

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, Wet ruimtelijke ordening, Woningwet, Bouwbesluit, Bouwverordening, Welstandsnota en de Wet Basisregistraties Adressen en Gebouwen

Omvang taak

Voor bouwen en RO vinden er conform het handhavingsbeleid periodiek gebiedscontroles plaats. Voor milieu is er jaarlijks een gebied in beeld dat integraal wordt geïnventariseerd met behulp van de app THOM.

Resultaat 2015

Gemeentelijke taak: geen cijfers beschikbaar.

Aanbeveling uit Jaarverslag 2015

Geen bijzonderheden.

Doelstelling 2016

Frequent toezicht houden op alle percelen in de gemeente en inventariseren van veelvoorkomende overtredingen.

Prioriteit

Gemiddeld

Capaciteit

Conform DVO

 

Wat doen we niet

Conform risicomodule

Indicatoren

Aantal gebiedscontroles; Aantal geconstateerde overtredingen; Aantal tijdig gestaakte activiteiten; Aantal bestuursrechtelijke trajecten (bestuursdwang/dwangsom/ingetrokken vergunningen).

Toezichtstrategie

Conform integraal handhavingsbeleid

Signaaltoezicht

Ja

Sanctiestrategie

Conform integraal handhavingsbeleid

Communicatie

n.v.t.

Voldoet aan wettelijke norm?

Ja.

14. Toezicht Drank- en Horecawet, de inrichting

Toelichting taak

De Drank- en Horecawet eist bepaalde voorzieningen in het horecabedrijf. Dikwijls in samenhang met bouwkundige- en milieuhygiënische voorzieningen. Daarover gaat dit productblad. Alcohol(matigings)beleid etc. is omschreven in productblad 21.

Wettelijk kader

Drank- en Horecawet, Woningwet, Bouwbesluit 2012, Wet milieubeheer, de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en de Algemene plaatselijke Verordening.

Omvang taak

Uitvoeren van brandveiligheid- en geluidscontroles horeca; Controles 12-dagen regeling; Toezicht inrichtingseisen besluit Drank- en Horecawet; Controles op roken en leeftijdsgrenzen. Controle op ontheffingen geluidsvoorschriften horeca.

Resultaat 2015

In 2015 hebben geen controles op inrichtingseisen voor drank- en horeca-inrichtingen plaatsgevonden.

Aanbeveling uit Jaarverslag 2015

Geen concrete aanbevelingen voor 2016.

Doelstelling 2016

Frequent toezicht houden op alle (para)commerciële horeca in de gemeente en optreden tegen overtredingen. De controles waar mogelijk uitvoeren in samenhang met het programma uit de productbladen 20 en 21.

Prioriteit

Hoog

Capaciteit

Omgevingsdienst regio Utrecht

Toezicht inrichtingseisen Besluit Drank- en Horecawet: 20 uur Uitvoeren van geluidscontroles horeca: 20 uur Controle op ontheffingen geluidsvoorschriften horeca: 20 uur

Gemeente

Controles 12-dagen regeling: 20 uur Controles op leeftijdsgrenzen: 20 uur

Wat doen we niet?

Controle op roken, echter wel als signaaltoezicht richting nVWA

Indicatoren

Aantal overtredingen Aantal ongedaan gemaakte overtredingen Aantal bestuursrechtelijke handhavingstrajecten (bestuursdwang/dwangsom/ intrekking vergunning).

Toezichtstrategie

Controle ter plaatse. Afhankelijk van de inrichting zal met meerdere vakdisciplines (o.a. brandveiligheid, bouwkundigheid, APV, vergunningvoorschriften) integraal toezicht worden gehouden.

Sanctiestrategie

Conform integraal handhavingsbeleid.

Signaaltoezicht

Voor milieu, brandveiligheid en openbare ruimte

Communicatie

Conform integraal handhavingsbeleid.

Voldoet aan wettelijke norm

Ja.

15. Ketentoezicht en IGH

Toelichting taak

Ketentoezicht richt zich op processen waar verschillende organisaties

als schakels in een keten bij betrokken zijn.

Informatie gestuurde handhaving is een cyclische werkwijze om tot een meer effectieve en efficiënte handhaving te komen door samenwerking en informatie met elkaar te delen.

Wettelijk kader

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo),  Wet milieubeheer, Wet ruimtelijke ordening, Woningwet, Bouwbesluit, Bouwverordening.

Omvang taak

Zicht krijgen en houden op risicovolle ketens en malafide actoren. Het maken van risicoanalyses en het stellen van prioriteiten: is er een vermoeden van malafide gedrag? Gericht nader onderzoek doen (bijv. gerichte toezichtacties, verscherpt toezicht, diepgaand administratief toezicht, interventie). Het optreden bij gegrond vermoeden (feitelijke handhaving). Het adviseren over preventieve maatregelen op basis van risicoanalyses.

Resultaat 2015

In het kader van ketentoezicht heeft een project grondstromen en een project bovengrondse tanks gedraaid.

Aanbeveling uit jaarverslag 2015

Geen concrete aanbevelingen voor 2016.

Doelstelling 2016

Het komende jaar wordt verder gegaan met de projecten bovengrondse tanks en grondstromen. Ook worden ketenprojecten met betrekking tot koudemiddel R22, niet gemelde afvalstoffen in samenwerking met LMA en afvoer afval vanuit KCA-depots opgestart. Informatie gestuurde handhaving wordt verder opgezet. Er wordt aansluiting gezocht bij Inspectieview Milieu.

Prioriteit

middel

Capaciteit

Project > Beschikbare uren > Geraamde producten

Ketentoezicht > 90 > pm

Informatie gestuurde handhaving > 50 > pm 

Wat doen we niet?

N.v.t.

Indicatoren

Aantal controles; Aantal overtredingen; Aantal ongedaan gemaakte overtredingen; Aantal bestuursrechtelijke trajecten (bestuursdwang/dwangsom/ingetrokken vergunningen).

Toezichtstrategie

Conform integraal handhavingsbeleid.

Signaaltoezicht

Behoudens excessen niet van toepassing.

Sanctiestrategie

Conform Handhavingsbeleid.

Voldoet aan wettelijke norm?

Ja

16. Toezicht bodem

Toelichting taak

Besluit bodemkwaliteit: Deze taak betreft het toezicht houden in het veld van meldingen Besluit bodemkwaliteit. Daarnaast toezicht en handhaving op (niet) gemelde werken, grootschalige bodemtoepassingen en administratieve controles.

 

Calamiteiten bodem:

Bij een melding van een calamiteit waarbij mogelijk een bodemverontreiniging is ontstaan, wordt toezichthoudend en handhavend opgetreden.

 

Toezicht op bodemenergiesystemen:

Deze taak betreft het toezicht houden op het indienen van meldingen en de controle van deze meldingen. Daarnaast toezicht en handhaving op gemelde systeem. Voor dit laatste is een grote afhankelijkheid van signaaltoezicht door bouwen. Voor het toezicht wordt gebruik gemaakt van de HUM BE, deel 2 van het SKIB.

Wettelijk kader

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), Wm, bodemwetgeving

Omvang taak

Toezicht en handhaving besluit bodemkwaliteit

Toezicht en handhaving bij calamiteiten

Toezicht en handhaving bij gesloten bodemenergiesystemen

 

Resultaat 2015

In 2015 zijn 13 meldingen Besluit bodemkwaliteit ontvangen. Op deze meldingen is toezicht gehouden.

Het aantal in totaal gemelde systemen:0.

Het totaal aantal gemelde systemen: 0.

 

Aanbeveling uit Jaarverslag 2015

Geen concrete aanbevelingen voor 2016.

Doelstelling 2016

Het doen van steekproefsgewijze veldcontroles. Extra aandacht voor het melden van systemen van voor 1 juli 2013. Deze zijn vaak nog niet gemeld.

Een bijdrage leveren aan de evaluatie van het Besluit bodemenergiesystemen.

 

Prioriteit

Middel

Capaciteit

Project > Beschikbare uren > geraamde producten

Besluit bodemkwaliteit > 50 > pm

Informatie gestuurde handhaving > 15 > pm

Gesloten bodemenergiesystemen > 16 > 2 

Wat doen we niet?

N.v.t.

Indicatoren

Aantal controles; Aantal overtredingen; Aantal ongedaan gemaakte overtredingen; Aantal bestuursrechtelijke trajecten (bestuursdwang/dwangsom/ingetrokken vergunningen).

Toezichtstrategie

Conform Handhavingsbeleid.

Signaaltoezicht

Milieutoezicht, bouwtoezicht

Sanctiestrategie

Conform integraal handhavingsbeleid.

Voldoet aan wettelijke norm?

ja

17. Toezicht brandveiligheid

Toelichting taak

Controle op brandveiligheidsaspecten in de gebruiksfase van bouwwerken en inrichtingen.

Wettelijk kader

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, Woningwet, Wet milieubeheer, Bouwbesluit APV, Wet veiligheidsregio’s en de Brandbeveiligingsverordening.

Omvang taak

Gebouwen worden periodiek gecontroleerd op brandveiligheid. Dat zijn veelal woongebouwen met verminderd zelfredzame personen, die geen vergunning of melding behoeven, maar wel een verhoogd risico kennen.

Risicoklasse > Aantal bouwwerken > Aantal controles HUP 2016

I > 14 > 20

II > 7 > 10

III > 26 > 14

IV > 57 > 14

V > 7 > 2

Totaal > 111 > 59

Resultaat 2015

Naleefgedrag: in eerste 8 maanden van 2015 naleefgedrag 88% (in 2014 was dit 73%).

Aanbeveling uit Jaarverslag 2015

Geen concrete aanbevelingen voor 2016.

Doelstelling 2016

1. Het bevorderen van naleving door toezicht en communicatie;

2. Het niveau van brandveiligheid in risicogebouwen minimaal op het rechtens verkregen niveau houden;

3. Veilig repressief optreden door de brandweer borgen.

Prioriteit

Prioriteiten programma brandveiligheid worden bepaald aan de hand van gebouwrisico’s, (bewoning, zelfredzaamheid, aantallen personen), bestuurlijke gevoeligheid en naleefgedrag.

De beschikbare capaciteit wordt als eerste ingezet voor toezicht op alle bouwwerken in de risico klasse I t/m III.

Capaciteit

De capaciteit van de VRU wordt verdeeld volgens de systematiek van de gemeentefondsbijdrage (Algemeen Bestuur VRU, juli 2014). Dit wordt uitgewerkt in een urenverdeling per gemeente en per taak. Over de invulling van basistaken, maatwerk en meerwerk worden afspraken gemaakt in TUO (zie ook paragraaf 2.7 Brandveiligheid voor een toelichting). Gewerkt wordt aan een uniforme risicomodule in 2017.

Wat doen we niet

De niet in het integraal handhavingsbeleid opgenomen taken

Indicatoren

Aantal controles;

Aantal overtredingen;

Aantal ongedaan gemaakte overtredingen;

Aantal bestuursrechtelijke trajecten (bestuursdwang/dwangsom/ingetrokken vergunningen).

Toezichtstrategie

Controle op bouwkundige-, installatietechnische en organisatorische brandveiligheidsvoorzieningen (BIO), Gebruik (voorwaarden vergunning/melding), Integrale (gezamenlijk ODRU en eventueel gemeente) en veilig repressief optreden door de brandweer.

Signaaltoezicht

Voor BWT (constructieve veiligheid, illegale bouw, illegaal gebruik). ODRU.

Sanctiestrategie

Conform integraal handhavingsbeleid.

Communicatie

n.v.t.

Voldoet aan wettelijke norm?

Ja

18. Brandveiligheid (illegale) bewoning

Toelichting taak

Controle op illegale bewoning en brandveiligheidsaspecten.

Wettelijk kader

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, Woningwet, Wet milieubeheer, Bouwbesluit, Brandbeveiligingsverordening en NEN 2535

Omvang taak

Aan de hand van klachten/meldingen/handhavingsverzoeken van burgers, eigen steekproeven en informatie van de politie worden de gebouwen gecontroleerd.

Resultaat 2015

Naleefgedrag: er zijn geen klachten/meldingen ontvangen

Aanbeveling uit Jaarverslag 2015

Geen concrete aanbevelingen voor 2016.

Doelstelling 2016

1. Het bevindingen van illegale situaties;

2. Het niveau van brandveiligheid in risicogebouwen minimaal op het rechtens verkregen niveau houden;

3. Het bevorderen van naleving;

4. Controle zo veel mogelijk in samenhang met de activiteiten uit de productbladen 11, 14 en 20 en het VRU-project “brandveilig wonen boven winkels resp. horeca”.

Prioriteit

Gemiddeld

Capaciteit

De capaciteit van de VRU wordt verdeeld volgens de systematiek van de gemeentefondsbijdrage (Algemeen Bestuur VRU, juli 2014). Dit wordt uitgewerkt in een urenverdeling per gemeente en per taak. Over de invulling van basistaken, maatwerk en meerwerk worden afspraken gemaakt in TUO (zie ook paragraaf 2.7 Brandveiligheid voor toelichting). Gewerkt wordt aan een uniforme risicomodule in 2017.

Wat doen we niet

Kamerverhuur met meer dan vijf of meer wooneenheden is volgens de definities van de bouwregelgeving meldingsplichtig. De controles op dergelijke gebouwen vallen onder de periodieke controles brandveiligheid. Kamerverhuur met minder bewoners wordt niet bezocht door de VRU, tenzij bij klachten en of binnen het project “wonen boven winkel en/of horeca”.

Indicatoren

Aantal overtredingen;

Aantal ongedaan gemaakte overtredingen

Aantal bestuursrechtelijke trajecten (bestuursdwang/dwangsom/ingetrokken vergunningen).

Toezichtstrategie

Zoveel mogelijk integrale controle ter plaatse. Controle op brandveiligheidsaspecten, zowel bouwkundig als brandveilig gebruik.

De VRU investeert met het programma Stimulerende Preventie erg veel in de communicatie naar burgers in woonsituaties.

Signaaltoezicht

In overleg door BWT (voor VRU, constructieve veiligheid en ruimtelijke ordening). Bij twijfel of overtreding dan gezamenlijke controle.

Sanctiestrategie

Conform integraal handhavingsbeleid

Communicatie

n.v.t.

Voldoet aan wettelijke norm?

Ja

19. Structureel Terugdringen onechte en ongewenste brandmeldingen (STOOM)

Toelichting taak

Terugdringen aantal ongewenste en onechte meldingen waardoor het bewustzijn in verantwoordelijkheid van de abonnee toeneemt, beschikbaarheid brandweer voor echte meldingen wordt vergroot, de verkeersveiligheid wordt bevorderd en de betrokkenheid van brandweerpersoneel en (in geval van vrijwilligers) werkgevers behouden blijft.

Wettelijk kader

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, Woningwet, Bouwbesluit, Bouwverordening en de Wet veiligheidsregio’s

Omvang taak

De VRU onderneemt actie na nodeloze alarmeringen en zeker zodra abonnees de norm overschrijden. Het terugdringen van nodeloze alarmering is speerpunt in VRU-beleid.

Resultaat 2015

In 2015 is een afname van loze meldingen met ongeveer 30% gerealiseerd dankzij:

Afkoppelen van alle niet verplichte installaties Voorlichting en handhaving bij een teveel aan loze meldingen Invoering van verificatie voor alarmering (telefonisch contact tussen meldkamer Brandweer en het meldadres om brandmelding te valideren en eventuele alarmering te voorkomen.

Aanbeveling uit Jaarverslag 2015

Geen concrete aanbevelingen voor 2015.

Doelstelling 2016

1. De doelstelling binnen de VRU is om in 2016 het aantal nodeloze meldingen met 50% terug te dringen door STOOM. De invoering van verificatie in 2014 kan hier aan bijdragen.

2. Het terugdringen van het aantal onechte en ongewenste brandmeldingen van brandmeldinstallaties;

3. Het voorkomen van verminderde alertheid bij gebruikers van gebouwen;

4. Het voorkomen van nodeloze uitrukken door de brandweer.

M.i.v. 2016 wordt ingezet op de certificering van brandmeldinstallaties.

Prioriteit

Prioriteit I

Capaciteit

De capaciteit van de VRU wordt verdeeld volgens de systematiek van de gemeentefondsbijdrage (Algemeen Bestuur VRU, juli 2014). Dit wordt uitgewerkt in een urenverdeling per gemeente en per taak. Over de invulling van basistaken, maatwerk en meerwerk worden afspraken gemaakt in TUO (zie ook paragraaf 2.7 Brandveiligheid voor toelichting). Gewerkt wordt aan een uniforme risicomodule in 2017.

Wat doen we niet

N.v.t.

Indicatoren

Aantal controles en adviezen;

Aantal onechte en ongewenste meldingen

Aantal bestuursrechtelijke trajecten (bestuursdwang/dwangsom/ingetrokken vergunningen).

Toezichtstrategie

Controle ter plaatse. Controle op overschrijding van het toegestane aantal onechte en ongewenste brandmeldingen (op basis van de norm NEN2535). Bij strijdigheden met de rechtstreeks werkende voorschriften en/of voorwaarden van vergunning of melding, voert de inspecteur overleg met de gebruiker. Als de strijdigheden niet worden opgeheven, wordt overgegaan tot handhaving.

Veel investeren in communicatie en advies alvorens over te gaan tot handhaven.

Signaaltoezicht

Voor periodieke controles brandveiligheid

Sanctiestrategie

Conform integraal handhavingsbeleid.

Communicatie

n.v.t.

Voldoet aan wettelijke norm?

Ja

20. Toezicht evenementen

Toelichting taak

Door gebruik te maken van een risicoscan van de VRU worden evenementen beoordeeld op de soort A, B of C. Over het algemeen komt hieruit: grote (type C), middelgrote (type B) en kleine evenementen (type A). Het toezicht tijdens de evenementen vindt plaats vanuit de verschillende handhavingsthema’s (brandveiligheid, APV en bouwen). Op een type B en C evenement wordt door de VRU altijd toezicht gehouden op naleving van de vergunningvoorschriften, soms gezamenlijk met de boa’s en/of de ODRU. Belangrijk aandachtspunt is brandveiligheid (nooduitgangen, materiaalgebruik, BHV organisatie, gebruik gasflessen enz.). Indien er grote podia en/of tribunes worden gebouwd wordt de constructieve veiligheid door de ODrU gecontroleerd Afhankelijk van de grootte van het B evenement, maar zeker de C evenementen vindt er ook tijdens de activiteit controle plaats (VRU en evt. ODRU en de boa’s).

Wettelijk kader

Woningwet, Bouwbesluit, Brandbeveiligingsverordening en de Algemene Plaatselijke Verordening

Omvang taak

Aantal evenementen:

- type A: 20 evenementen

- type B: 24 evenementen

- type C: 1 evenement

Resultaat 2015

De VRU heeft voor 11 type A evenementen geadviseerd en 13 type B evenementen zowel geadviseerd als toezicht gehouden. Er zijn geen bijzonderheden geconstateerd met de controles.

Aanbeveling uit Jaarverslag 2015

Geen concrete aanbevelingen voor 2016.

Doelstelling 2016

De meest risicovolle evenementen type B en C worden gecontroleerd en bij de grotere/bijzondere vindt er een vooroverleg en een evaluatie plaats.

Prioriteit

1

Capaciteit

De capaciteit van de VRU wordt verdeeld volgens de systematiek van de gemeentefondsbijdrage (Algemeen Bestuur VRU, juli 2014). Dit wordt uitgewerkt in een urenverdeling per gemeente en per taak. Over de invulling van basistaken, maatwerk en meerwerk worden afspraken gemaakt in TUO (zie ook paragraaf 2.7 Brandveiligheid voor toelichting). Gewerkt wordt aan een uniforme risicomodule in 2017.

Voor de boa’s: 100 uur.

Wat doen we niet?

Toezicht houden op A-evenementen

Indicatoren

Aantal overtredingen;

Aantal ongedaan gemaakte overtredingen;

Aantal bestuursrechtelijke handhavingstrajecten (bestuursdwang/dwangsom/ intrekking vergunning);

Aantal naar aanleiding van overtreding ingetrokken vergunningen (of in toekomst niet te verlenen vergunningen).

Toezichtstrategie

Controle ter plaatse. Afhankelijk van aard en omvang van een evenement kan meerdere vakdisciplines (o.a. brandveiligheid, bouwkundigheid, APV, vergunningsvoorwaarden) integraal toezicht worden gehouden. Bij strijdigheden met de vergunning, voert de inspecteur overleg met de vergunninghouder. Als de strijdigheden niet worden opgeheven, wordt overgegaan tot handhaving. Bij overtreding van de voorschriften op de overige disciplines, wordt dit direct afgestemd.

Signaaltoezicht

Voor ODRU en openbare ruimte.

Sanctiestrategie

Conform integraal handhavingsbeleid. Bij overtredingen van de APV en bijzondere wetgeving kan door de BOA, aanvullend op het integraal handhavingsbeleid, verbaliserend worden opgetreden.

Communicatie

Voorafgaand aan de type B en C evenementen zal communicatie plaatsvinden over het toezicht dat gehouden gaat worden in zowel de opbouwfase als de uitvoeringsfase van de evenementen.

Voldoet aan wettelijke norm?

Ja.

21. Toezicht Drank- en horecawet

Toelichting taak

Met de inwerkingtreding van de nieuwe Drank- en horecawet zijn er taken bijgekomen voor de gemeente Montfoort.

De Drank- en horecawet geeft gemeenten meer mogelijkheden om overmatige alcohol gebruik van jongeren tegen te gaan en extra regels op te stellen voor de (para)commerciële horeca. Het toezicht van de Nederlandse Voedsel- en Waren Autoriteit (NVWA) is, voor wat betreft alcohol, overgegaan naar de gemeenten. Dit houdt ondermeer in dat de gemeente toeziet dat supermarkten geen drank verkopen aan jongeren onder de 18 en dat deze jongeren geen alcoholhoudende drank op zak hebben. De burgemeester is belast met de uitvoering van de Drank- en horecawet. Er is een specifieke preventie- en sanctiestrategie op dit onderwerp van toepassing, gebaseerd op het Preventie- en Handhavingsplan Alcohol (vastgesteld op 1 april 2014).

Wettelijk kader

Drank- en Horecawet en de Algemene Plaatselijke Verordening.

Omvang taak

Horecagelegenheden (commercieel en paracommercieel) in Montfoort en het openbaar gebied.

Resultaat 2015

Er wordt verwezen naar het jaarverslag 2015 “Preventie en Handhaving Alcohol”.

Aanbeveling uit jaarverslag 2015

Er wordt verwezen naar het jaarverslag 2015 “Preventie en Handhaving Alcohol”.

Doelstelling 2016

Er wordt verwezen naar het uitvoeringsplan 2016 “Preventie en Handhaving Alcohol”.

Prioriteit

Hoog (categorie I of II)

Capaciteit

Boa’s en politie. Voor de boa’s: 150 uur.

Wat doen we niet?

n.v.t.

Indicatoren

Aantal overtredingen

Aantal ongedaan gemaakte overtredingen

Aantal opgelegde sancties

Toezichtstrategie

Controle ter plaatse en in het openbaar gebied. Afhankelijk van de inrichting kan met meerdere vakdisciplines (o.a. brandveiligheid, bouwkundigheid, APV, vergunningvoorschriften) integraal toezicht worden gehouden. Daarnaast de activiteiten, zoals beschreven in het uitvoeringsplan 2016 “Preventie en Handhaving Alcohol”.

Sanctiestrategie

Conform het Preventie- en Handhavingsplan Alcohol en het integraal handhavingsbeleid.

Signaaltoezicht

Voor milieu, brandveiligheid en openbare ruimte

Communicatie

Gericht op preventie.

Voldoet aan wettelijke norm

Ja.

22. Projecten en diversen APV en bijzondere wetten

Toelichting taak

Taken die niet kunnen worden ondergebracht onder één van de andere categorieën. Dit zijn:

- Algemene plaatselijke verordening

- Graffity en reclame-uitingen

- Evenementen

- Wet op de Kansspelen;

- Marktverordening

Daarnaast kunnen projectgewijs (indien daar aanleiding toe is) integrale controles worden uitgevoerd.

Wettelijk kader

Algemene plaatselijke verordening, Algemene plaatselijke verordening Montfoort, Wet op de Kansspelen en Wet Basisregistratie Personen.

Omvang taak

Aan de hand van steekproeven en/of klachten en meldingen zullen horeca-inrichtingen, sportkantines, terrassen, de markt etc. worden bezocht. Het aantal is afhankelijk van de uitkomsten van de steekproeven en/of klachten en meldingen. Als er veel overtredingen worden geconstateerd wordt de steekproef uitgebreid en eventueel dit jaar of volgend jaar een project van gemaakt.

Resultaat 2015

Er heeft geen monitoring plaatsgevonden.

Aanbeveling uit jaarverslag 2015

n.v.t.

Doelstelling 2016

Er wordt voldaan aan de regelgeving waardoor de leefbaarheid en veiligheid worden geoptimaliseerd en voldaan wordt aan de regelgeving.

Prioriteit

Laag (bijvoorbeeld categorie IV of V)

Capaciteit

150 uur

Wat doen we niet?

n.v.t.

Indicatoren

Aantal controles;

Aantal geconstateerde overtredingen;

Aantal bestuursrechtelijke handhavingstrajecten (bestuursdwang/dwangsom/ intrekking vergunning).

Toezichtstrategie

Afhankelijk van de situatie wordt integraal toezicht gehouden.

Signaaltoezicht

Voor milieu, brandveiligheid, openbare ruimte.

Sanctiestrategie

Conform integraal handhavingsbeleid. Bij overtredingen van de APV en bijzondere wetgeving wordt primair verbaliserend opgetreden.

Communicatie

n.v.t.

Voldoet aan wettelijke norm?

n.v.t.

23. Handhaving openbare ruimte

Toelichting taak

Deze taak betreft het houden van toezicht op naleving van de bepalingen uit de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) en de Afvalstoffenverordening. Het gaat hier onder meer om dumpingen, het veroorzaken van zwerfafval, afvaltoerisme en het onjuist aanbieden van grofvuil, huisvuil en bedrijfsvuil.

Vernielingen algemeen en beschadigen bestrating en andere gemeentelijke eigendommen. Aantasting openbaar groen/ vernieling openbaar groen, illegaal gebruik openbaar groen. Illegale plakken, kladden, uitstallingen. Verontreiniging van de bodem of de openbare weg, inclusief water, door (potentieel) milieugevaarlijke stoffen

Wettelijk kader

Gemeentewet, Waterwet, APV, Afvalstoffenverordening, Wetboek van Strafrecht, Bouwverordening

Omvang taak

Aanbodgestuurde activiteit;

- Reguliere aanpak in de gehele gemeente;

- Behandelen meldingen/ handhavingverzoeken.

Resultaat 2015

Er heeft geen monitoring plaatsgevonden.

Aanbeveling uit jaarverslag 2015

-

Doelstelling 2016

Verbeteren leefomgeving. Door snel reageren op meldingen/klachten en adequaat optreden een positief effect op het natuurlijke naleefgedrag uit te oefenen.

Prioriteit

Prioriteit I: echter, reageren op basis van klachten conform de prioritering uit de risicoanalyse.

Capaciteit

Boa’s: 100 uur.

Wat doen we niet

n.v.t.

Indicatoren

Aantal meldingen/handhavingsverzoeken;

Aantal ongedaan gemaakte overtredingen

Aantal bestuursrechtelijke handhavingstrajecten (bestuursdwang/dwangsom/ intrekking vergunning).

Toezichtstrategie

Surveillances, controles naar aanleiding van meldingen/klachten/ handhavingverzoeken/signalen van wijkbeheerders, planmatig toezicht op hotspots.

Signaaltoezicht

Behoudens excessen niet van toepassing

Sanctiestrategie

Conform integraal handhavingsbeleid. Bij overtredingen van de APV en bijzondere wetgeving zal primair verbaliserend worden opgetreden.

Communicatie

n.v.t.

Voldoet aan wettelijke norm

n.v.t.

24. Handhaving parkeerexcessen

Toelichting taak

Toezicht op parkeerexcessen. Het gaat hier onder meer om langdurig in de openbare ruimte geparkeerde caravans en aanhangwagens, het te koop aanbieden van voertuigen, illegaal geparkeerde grote voertuigen, auto- en fietswrakken, gevaarlijk resp. belemmerend parkeren in gebieden, buiten de zone voor betaald parkeren en het parkeren in groenvoorzieningen.

Wettelijk kader

Algemene Plaatselijke Verordening, Wegen- en verkeerswet 1994, en het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens.

Omvang taak

Aanbodgestuurde activiteit. Alleen raming mogelijk:

- Surveillances / projectmatige aanpak caravans;

- Behandelen meldingen/ handhavingverzoeken.

Resultaat 2015

Er heeft geen monitoring plaatsgevonden.

Aanbeveling uit Jaarverslag 2015

-

Doelstelling 2016

Verbeteren leefomgeving. Door als BOA zichtbaar te zijn en op te treden een positief effect op het natuurlijke naleefgedrag uit te oefenen.

Prioriteit

Prioriteit I: echter, reageren op basis van klachten conform de prioritering uit de risicoanalyse.

Capaciteit

Boa’s: 50 uur.

Wat doen we niet

n.v.t.

Indicatoren

Aantal meldingen/ handhavingverzoeken;

Aantal overtredingen;

Aantal ongedaan gemaakte overtredingen

Aantal bestuursrechtelijke handhavingstrajecten (bestuursdwang/dwangsom/ intrekking vergunning).

Toezichtstrategie

Surveillances, controles naar aanleiding van meldingen/ handhavingverzoeken/ waarnemingen wijkbeheerders. Thematische aanpak caravans en aanhangers.

Signaaltoezicht

Behoudens excessen niet van toepassing

Sanctiestrategie

Conform integraal handhavingsbeleid. Bij overtredingen van de APV en bijzondere wetgeving zal primair verbaliserend worden opgetreden.

Communicatie

n.v.t.

Voldoet aan wettelijke norm

n.v.t.

25. Handhaving hondenregels

Toelichting taak

Deze taak betreft het houden van toezicht op de regels over honden. Het gaat hier over het aanlijngebod, aanwezigheid honden op verboden plaatsen en hondenverontreiniging.

Wettelijk kader

Algemene Plaatselijke Verordening.

Omvang taak

Aanbodgestuurde activiteit:

- Reguliere aanpak in de gehele gemeente;

- Behandelen meldingen/ handhavingverzoeken.

Resultaat 2015

Er heeft geen monitoring plaatsgevonden.

Aanbeveling uit Jaarverslag 2015

-.

Doelstelling 2016

Een openbare ruimte met weinig overlast door honden door in 100% van de heterdaad geconstateerde overtredingen op te treden (waarschuwing, proces verbaal, bestuurlijke strafbeschikking, dwangsom).

Prioriteit

Prioriteit II: echter, reageren op basis van klachten conform de prioritering uit de risicoanalyse.

Capaciteit

Boa’s: pm, uurbesteding uit algemene surveillance uit de andere productbladen

Wat doen we niet

n.v.t.

Indicatoren

Aantal klachten

Aantal overtredingen;

Aantal ongedaan gemaakte overtredingen

Aantal bestuursrechtelijke handhavingstrajecten (bestuursdwang/dwangsom/ intrekking vergunning).

Toezichtstrategie

Surveillances, controles naar aanleiding van meldingen/ handhavingsverzoeken/ waarnemingen wijkbeheerders.

Signaaltoezicht

Behoudens excessen niet van toepassing

Sanctiestrategie

Conform integraal handhavingsbeleid. Bij overtredingen van de APV en bijzondere wetgeving zal primair verbaliserend worden opgetreden.

Communicatie

n.v.t.

Voldoet aan wettelijke norm

n.v.t.

Bijlage I: Lijst met veel gebruikte afkortingen

Wetgeving

AMvB: Algemene Maatregel van Bestuur

APV: Algemene Plaatselijke Verordening

Bibob: Wet bevordering integriteits beoordelingen door het openbaar bestuur

BIO: Bouwkundige, Installatietechnische en Organisatorische blik op brandveiligheid

Bor: Besluit omgevingsrecht

BWT: Bouw- en woningtoezicht

DHZ: Doe het zelf(controles)

GBA: Gemeentelijke Basisadministratie

HUP: HandhavingsUitvoeringsProgramma

IPPC: Integrated Pollution Prevention and Control

Mor: Regeling omgevingsrecht

NEN: Nederlandse Norm

RO: Ruimtelijke Ordening

STOOM: Structureel Terugdringen Ongewenste Onechte Meldingen

Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht

Organisaties

BOA: Buitengewoon Opsporingsambtenaar

FP: Functioneel Parket (Openbaar Ministerie)

HDSR: Hoogheemraadschap ‘De Stichtse Rijnlanden’

IenM: Ministerie van Infrastructuur en Milieu

IPO: Interprovinciaal Overleg

NVWA: Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit

OM: Openbaar Ministerie

ODRU: Omgevingsdienst Regio Utrecht

RMT: Regionaal Milieuteam (politie)

RUD: Regionale Uitvoeringsdienst

VNG: Vereniging Nederlandse Gemeenten

VRU: Veiligheidsregio Utrecht

Bijlage 2: Risicoanalyse per taakveld

Milieu:

afbeelding binnen de regeling afbeelding binnen de regeling

Ruimtelijke ordening en bouwen

afbeelding binnen de regeling afbeelding binnen de regeling

Bestaande bouw, gebruik en bestemmingsplannen

afbeelding binnen de regeling afbeelding binnen de regeling

Algemene plaatselijke verordening c.a

afbeelding binnen de regeling afbeelding binnen de regeling

Inhoudsopgave

1. Inleiding

1.1 Inleiding

1.2 Achtergrond en wettelijk kader integraal Handhavingsuitvoeringsprogramma

1.3 Uitgangspunten

1.4 Afstemming handhavingspartners

1.5 Totstandkoming van het handhavingsuitvoeringsprogramma

1.6 Leeswijzer

2. Ontwikkelingen

2.1 Verschuiving van taken en derugulering

2.2 Landelijke handhavingsstrategie

2.3 Milieuregelgeving

2.4 Asbestverwijderingsbesluit

2.5 Regionale uitvoeringsdienst(en)

2.6 Omgevingswet en Wet (en verordening) VTH

2.7 Brandveiligheid

2.7.1 Vergroten veiligheidsbewustzijn

2.7.2 Niet-bouwwerken

2.7.3 Doorontwikkeling VRU

2.8 Natuurbeschermingswet

2.9 Wet kwaliteitsborging voor het bouwen

2.10 Lokaal veiligheidsbeleid

2.11 Bestuurlijk toezicht

3. Afstemming met handhavingspartners

3.1 Algemeen

3.2 Openbaar Ministerie

3.3 Politie

3.4 Provincie Utrecht

3.5 Hoogheemraadschap "De Stichtse Rijnlanden"

4. Wijze van uitvoering

4.1 Kwaliteitseisen handhaving Wabo

4.2 Beleid en organisatie

4.3 Prioriteiten

4.4 Capaciteit

4.4.1 Benodigde capaciteit

4.4.2 Beschikbare capaciteit

4.4.3 Keuzes en borging capaciteit

4.5 Wat doen we niet

4.6 Kennisuitwisseling

4.6.1 Kennisuitwisseling intern

4.6.2 Kennisuitwisseling regionaal

4.7 Bereikbaarheid

5. Communicatie

5.1 Handhavingscommunicatie

5.2 Effect

5.3 Toepassing

5.4 Programma Stimulerende Preventie

5.5 Relatie landelijke handhavingsstrategie

6. Monitoring en evaluatie

6.1 Monitoring

6.2 Evaluatie

7. Productbladen

7.1 Overzicht productbladen

1. Project actualiseren van registratiesystemen en risicoanalyse

2. Actualisatie handhavingsbeleid

3. Handhavingsjaarverslag 2015

4. Handhavingsuitvoeringsprogramma 2016

5. Behandelen meldingen / klachten / handhavingsverzoeken

6. Reguliere controles voormalig provinciale bedrijven

7. Integrale controles risicovolle bedrijven  

8. Reguliere controles activiteit milieu

9. Project vuurwerkcontroles

10. Indirecte lozingen

11. Toezicht op activiteit bouwen en slopen

12. Toezicht op geweigerde, ingetrokken en buiten behandeling gestelde vergunningsaanvragen

13. Gebiedsgericht toezicht

14. Toezicht Drank- en Horecawet, de inrichting 

15. Ketentoezicht en IGH 

16. Toezicht bodem

17. Toezicht brandveiligheid

18. Brandveiligheid (illegale) bewoning

19. Structureel Terugdringen onechte en ongewenste brandmeldingen (STOOM)

20. Toezicht evenementen

21. Toezicht Drank- en Horecawet

22. Projecten en diversen APV en bijzondere wetten

23. Handhaving openbare ruimte

24. Handhaving parkeerexcessen

25. Handhaving hondenregels

Bijlage 1: Lijst met veel gebruikte afkortingen

Bijlage 2: Samenvatting risicoanalyses


Noot
1

Het wetsvoorstel is op 1 juli 2015 door de Tweede Kamer aangenomen.

Noot
2

Het wetsvoorstel is in juli 2015 door de Tweede Kamer aangenomen.

Noot
3

Per 14 april 2016

Noot
4

Reactie mr. E.C. Visser (Officier van Justitie Justitieel parket Amsterdam), 29 maart 2012. Naar aanleiding van de consultatie voor het HUP 2016 is geen reactie ontvangen.

Noot
5

Reactie R. Lauwers (Local Office West-Utrecht van de Politie Midden-Nederland), 5 oktober 2015.

Noot
6

Reactie B. Campagne, Coördinator Samenwerking VTH, 19 oktober 2015.

Noot
7

Reactie van het Hoogheemraadschap ‘De Stichtse Rijnlanden’ (HDSR) van 14 oktober 2015.

Noot
8

Vanuit UWSamenwerking worden ook de boa’s aangestuurd die toezicht houden op de openbare ruimte en naleving van de Drank- en Horecawet en het Preventie- en Handhavingsplan Alcohol