Regeling vervallen per 01-01-2015

Verordening op de Heffing en Invordering van rioolheffing 2014

Geldend van 31-12-2013 t/m 31-12-2014

Intitulé

Verordening op de Heffing en Invordering van rioolheffing 2014

Intitulé

Vaststelling verordening Rioolheffing 2014.

De raad van de gemeente Mook en Middelaar;

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van d.d. 19 november en 10 december 2013;

Gelet op artikel 228a van de Gemeentewet;

Gezien het advies van de raadscommissie 28 november 2013;

Besluit:

vast te stellen de Verordening op de Heffing en Invordering van rioolheffing 2014.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • Deze verordening verstaat onder:

  • a. perceel: een roerende of onroerende zaak of een zelfstandig gedeelte daarvan;

  • b. gemeentelijke riolering: een voorziening of combinatie van voorzieningen voor inzameling, verwerking, zuivering of transport van afvalwater, hemelwater of grondwater, in eigendom, in beheer of in onderhoud bij de gemeente;

  • c. verbruiksperiode: de periode waarop de afrekening van het waterbedrijf betrekking heeft;

  • d. water: huishoudelijk afvalwater, bedrijfsafvalwater, hemelwater of grondwater.

Artikel 2 Aard van de belasting

  • Onder de naam rioolheffing wordt een directe belasting geheven ter bestrijding van de kosten voor de gemeente verbonden zijn aan: die

  • a. de inzameling en het transport van huishoudelijk afvalwater en bedrijfsafvalwater, alsmede de zuivering van huishoudelijk afvalwater; en

  • b. de inzameling van afvloeiend hemelwater en de verwerking van het ingezamelde hemelwater, alsmede het treffen van maatregelen teneinde structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken.

Artikel 3 Belastbaar feit en belastingplicht

  • 1. De belasting wordt geheven van degene die bij het begin van het belastingjaar het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht van een perceel dat direct of indirect is aangesloten op de gemeentelijke riolering.

  • 2. Ingeval het perceel een onroerende zaak is wordt als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht aangemerkt degene die bij het begin van het belastingjaar als zodanig in de basisregistratie kadaster is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is.

Artikel 4 Zelfstandige gedeelten

Indien gedeelten van een in artikel 3 bedoeld perceel blijkens hun indeling bestemd zijn om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt, wordt de belasting geheven ter zake van elk als zodanig bestemd gedeelte, met dien verstande dat indien twee of meer van die gedeelten tezamen als één geheel worden gebruikt, deze als één perceel worden aangemerkt.

Artikel 5 Vrijstellingen

De belasting is niet verschuldigd ter zake van percelen met een woz-waarde die minder is dan € 25.000, die in zelfstandig gebruik zijn als berging of garagebox.

Artikel 6 Maatstaf van heffing

De belasting wordt geheven naar een vast bedrag per perceel.

Artikel 7 Belastingtarieven

Het tarief bedraagt per perceel € 230,10.

Artikel 8 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 9 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 10 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar.

Artikel 11 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.

  • 2. In afwijking van het eerste lid geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische incasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in 8 gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 3. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rioolheffing.

Artikel 13 Overgangsrecht

De 'Verordening op de Heffing en Invordering van rioolheffing 2013' van 6 december 2012 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 14, tweede, lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 14 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de 8e dag na die van de bekendmaking.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2014.

Artikel 15 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: ‘Verordening rioolheffing 2014’.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 12 december 2013.
De griffier, De voorzitter
Drs. C.M. de Heus mr. drs. W. Gradisen