Regeling vervallen per 01-01-2017

Reglement van orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad van de gemeente Neder-Betuwe 2015

Geldend van 04-11-2015 t/m 31-12-2016

Intitulé

Reglement van orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad van de gemeente Neder-Betuwe 2015

De raad van de gemeente Neder-Betuwe;

gelet op artikel 16 van de Gemeente;

besluit  vast te stellen het Reglement van orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad van de gemeente Neder-Betuwe 2015;

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsbepalingen

In dit reglement wordt verstaan onder:

  • -

    amendement: voorstel van een raadslid tot wijziging van een ontwerpverordening of ontwerpbeslissing;

  • -

    griffier: griffier van de raad of diens plaatsvervanger;

  • -

    initiatiefvoorstel: voorstel van een raadslid voor een verordening of ander voorstel;

  • -

    motie: verklaring waarmee een oordeel, wens of verzoek wordt uitgesproken;

  • -

    subamendement: voorstel van een raadslid tot wijziging van een aanhangig amendement;

  • -

    voorzitter: voorzitter van de raad of diens plaatsvervanger.

Artikel 2. Het presidium

  • 1.

    • a.

      Er is een presidium dat bestaat uit de voorzitter en de fractievoorzitters;Het presidium wordt bijeengeroepen door de voorzitter of indien één of meerdere fractievoorzitters hierom verzoeken.

  • 2. Fractievoorzitters wijzen elk een raadslid aan dat hen bij afwezigheid in het presidium vervangt.

  • 3. Het presidium kan anderen uitnodigen deel te nemen aan zijn vergaderingen.

  • 4. Het presidium doet aanbevelingen aan de raad inzake de organisatie en het functioneren van de raad voorzover het niet betreft de taken van de agendacommissie.

  • 5. Het presidium vergadert in principe in beslotenheid.

  • 6. Het verslag en/of besluitenlijst wordt toegestuurd aan alle leden van de raad.

Artikel 3. De agendacommissie en het vaststellen van vergaderingen

  • 1. Er is een agendacommissie die bestaat uit de plaatsvervangend voorzitter van de raad en voorts één raadslid per fractie.

  • 2. Ze heeft in ieder geval de volgende taken:

    • a.

      het voorbereiden en vaststellen van voorlopige agenda’s voor raadsvergaderingen;

    • b.

      het vaststellen van vergaderingen als bedoeld in artikel 17, tweede lid, van de Gemeentewet;

    • c.

      het voorbereiden en vaststellen van de agenda’s voor de voorbereidende avonden en thema-avonden;

    • d.

      vaststellen van de raadskalender;

  • 3. De agendacommissie kan anderen uitnodigen deel te nemen aan zijn vergaderingen.

Artikel 4. De griffier

  • 1. De griffier is aanwezig in raadsvergaderingen, vergaderingen van het presidium, tijdens voorbereidende avonden, thema-avonden en vergaderingen van de agendacommissie.

  • 2. Bij verhindering of afwezigheid wordt de griffier vervangen door een door de raad aangewezen plaatsvervanger.

  • 3. De griffier kan op uitnodiging van de voorzitter aan beraadslagingen in raadsvergaderingen deelnemen.

Artikel 5. Onderzoek geloofsbrieven en beëdiging raadsleden

  • 1. Bij de benoeming van nieuwe raadsleden stelt de raad een commissie in bestaande uit drie raadsleden.

  • 2. Deze onderzoekt de geloofsbrieven en de daarop betrekking hebbende stukken van de nieuw benoemde raadsleden en brengt vervolgens advies uit aan de raad over de toelating van de nieuw benoemde raadsleden tot de raad. Indien van toepassing, wordt van een minderheidsstandpunt melding gemaakt in dit advies.

  • 3. Het onderzoek van het proces-verbaal van het centraal stembureau gebeurt in de laatste raadsvergadering in oude samenstelling na de raadsverkiezingen.

  • 4. Na een raadsverkiezing roept de voorzitter de toegelaten raadsleden op om in de eerste raadsvergadering in nieuwe samenstelling, bedoeld in artikel 18 van de Gemeentewet, de voorgeschreven eed of verklaring en belofte af te leggen.

  • 5. In geval van een tussentijdse vacaturevervulling roept de voorzitter in afwijking van het voorgaande een nieuw benoemd raadslid op voor de raadsvergadering waarin over diens toelating wordt beslist om de voorgeschreven eed of verklaring en belofte af te leggen.

Artikel 6. Benoeming wethouders

Bij de benoeming van een wethouder stelt de raad een commissie in bestaande uit drie raadsleden. De commissie onderzoekt of benoeming van de kandidaat voldoet aan de vereisten van de artikelen 36a, 36b, 41b, eerste, derde en vierde lid, en 41c, eerste lid, van de Gemeentewet en brengt vervolgens advies uit aan de raad over de benoeming tot wethouder.

Artikel 7. Fracties

  • 1. Raadsleden die door het centraal stembureau op dezelfde kandidatenlijst verkozen zijn verklaard, worden bij de aanvang van de zitting als één fractie beschouwd.

  • 2. Als boven de kandidatenlijst een aanduiding was geplaatst, voert de fractie in de raad deze aanduiding als naam. Als daar geen aanduiding was geplaatst, deelt de fractie in de eerste raadsvergadering aan de voorzitter mee welke naam deze fractie in de raad zal voeren.

  • 3. De namen van de fractievoorzitter en diens plaatsvervanger worden zo spoedig mogelijk doorgegeven aan de voorzitter.

  • 4. Als één of meer raadsleden van één of meer fracties als zelfstandige fractie gaan optreden of als één of meer raadsleden van een fractie zich aansluiten bij een andere fractie, wordt hiervan zo spoedig mogelijk schriftelijk mededeling gedaan aan de voorzitter.

  • 5. Een nieuwe naam van een fractie voldoet aan de eisen uit artikel G 3 van de Kieswet en wordt gebruikt met ingang van de eerstvolgende raadsvergadering na naamswijziging.

Hoofdstuk 2. Raadsvergaderingen

Paragraaf 1. Voorbereiding

Artikel 8. Oproep en voorlopige agenda

  • 1. De voorzitter stelt ten minste zeven dagen voor een raadsvergadering de raadsleden in kennis van de oproep en de voorlopige agenda met de daarbij behorende stukken, met uitzondering van de in artikel 25, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet bedoelde stukken.

  • 2. Als een aanvullende agenda als bedoeld in artikel 9, eerste lid, wordt vastgesteld, wordt deze met de daarbij behorende stukken zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk 48 uur voor aanvang van de raadsvergadering aan de leden ter kennis gebracht.

Artikel 9. Aanvullende agenda; vaststellen agenda

  • 1. In spoedeisende gevallen kan de voorzitter na kennisgeving van een oproep een aanvullende voorlopige agenda opstellen. De daarbij behorende stukken worden openbaar gemaakt.

  • 2. Als omtrent de inhoud van stukken op grond van artikel 25, eerste of tweede lid, van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, blijven deze stukken in afwijking van het eerste lid onder berusting van de griffier en verleent deze de raadsleden op verzoek inzage.

  • 3. De agenda wordt bij aanvang van een raadsvergadering door de raad vastgesteld.

Artikel 10. Ter inzage leggen van stukken

  • 1. Stukken die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op een voorlopige agenda dienen, worden gelijktijdig met de bekendmaking van de oproep voor een ieder ter inzage aangeboden. Als na de bekendmaking van de oproep stukken ter inzage worden gelegd, wordt hiervan mededeling gedaan aan de leden van de raad en zo mogelijk door middel van openbare kennisgeving.

  • 2. Stukken worden middels het digitale raadsinformatiesysteem en/of plaatsing op de gemeentesite beschikbaar gesteld; in de openbare kennisgeving wordt de toegankelijkheid hiertoe aangegeven. Stukken die digitaal beschikbaar zijn worden op de website van de gemeente geplaatst.

  • 3. Als omtrent stukken op grond van artikel 25, eerste of tweede lid, van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, blijven deze stukken in afwijking van het eerste en tweede lid onder berusting van de griffier en verleent deze de raadsleden op verzoek inzage.

Artikel 11. Openbare kennisgeving

Raadsvergaderingen worden ten openbare kennis gebracht door aankondiging in de Rhenens Betuwse Courant en het raadsinformatiesysteem op de gemeentelijke website.

Paragraaf 2. Ter vergadering

Artikel 12. Presentielijst

  • 1. De griffier draagt zorg voor het bijhouden van presentielijsten van raadsvergaderingen.

  • 2. Bij binnenkomst in de vergaderzaal tekenen raadsleden de presentielijst. Aan het einde van elke raadsvergadering wordt die lijst door de voorzitter en de griffier door ondertekening vastgesteld.

Artikel 13. Opening van de vergadering.

De voorzitter verzoekt bij de opening van de vergadering de leden van de raad staande een moment van stilte voor bezinning of gebed in acht te nemen en sluit de vergadering met de raad ter verzoeken (zittend) een moment van stilte voor bezinning of gebed in acht te nemen.

Artikel 14. Aantal spreektermijnen

  • 1. Beraadslaging over onderwerpen of voorstellen geschiedt in ten hoogste twee termijnen, tenzij de raad anders beslist.

  • 2. Spreektermijnen worden door de voorzitter afgesloten.

  • 3. Raadsleden mogen in een termijn niet meer dan éénmaal het woord voeren over hetzelfde onderwerp of voorstel.

  • 4. Het derde lid is niet van toepassing op een raadslid dat een amendement, een subamendement, een motie of een initiatiefvoorstel heeft ingediend, ten aanzien van de beraadslaging over het door dat raadslid ingediende.

  • 5. Bij de bepaling hoeveel malen een raadslid over hetzelfde onderwerp of voorstel het woord heeft gevoerd, wordt niet meegerekend het spreken over een voorstel van orde.

Artikel 15. Deelname aan de beraadslaging door anderen

Onverminderd artikel 21 van de Gemeentewet kan de raad op enig moment besluiten dat anderen mogen deelnemen aan de beraadslaging.

Artikel 16. Voorstellen van orde

Raadsleden kunnen tijdens een raadsvergadering mondeling een voorstel van orde betreffende de vergadering doen. De raad beslist hier terstond over.

Paragraaf 3. Lidmaatschap van andere organisaties

Artikel 17 Verslag en verantwoording

  • 1. Een lid van de raad, een wethouder, de burgemeester, die door de gemeenteraad is aangewezen tot lid van het algemeen bestuur van een openbaar lichaam of van een gemeenschappelijk orgaan ingesteld op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen of in een andere organisatie of institutie, heeft het recht verslag te doen over zaken die in het algemeen bestuur of gemeenschappelijk orgaan aan de orde zijn. Door de raad gewenste bespreking van dit verslag kan de voorzitter verwijzen naar de voorbereidende avond.

  • 2. Dit artikel is van overeenkomstige toepassing op andere organisaties of instituties, waarin de raad één van zijn leden heeft benoemd.

Paragraaf 4. Stemmingen

Artikel 18. Stemverklaring

Na het sluiten van de beraadslaging en voordat de raad tot stemming overgaat, kunnen raadsleden hun voorgenomen stemgedrag toelichten..

Artikel 19. Beslissing

  • 1. De voorzitter sluit de beraadslaging als hij vaststelt dat een onderwerp of voorstel voldoende is toegelicht, tenzij de raad anders beslist.

  • 2. Voordat de stemming over het voorstel in zijn geheel plaatsvindt, formuleert de voorzitter het voorstel voor de te nemen beslissing.

Artikel 20. Stemming; procedure hoofdelijke stemming

  • 1. De voorzitter vraagt de raadsleden of zij stemming verlangen. Is dit niet het geval dan stelt de voorzitter vast dat het voorstel zonder stemming is aangenomen.

  • 2. Als een voorstel zonder stemming wordt aangenomen kunnen de in de raadsvergadering aanwezige raadsleden aantekening in het verslag vragen, dat zij geacht willen worden te hebben tegengestemd of overeenkomstig artikel 28 van de Gemeentewet niet aan de stemming te hebben deelgenomen.

  • 3. Als een raadslid om stemming of hoofdelijke stemming vraagt, doet de voorzitter daarvan mededeling aan de raad.

  • 4. Bij hoofdelijke stemming roept de voorzitter of de griffier de raadsleden bij naam op hun stem uit te brengen. De stemming begint bij het daarvoor bij loting aangewezen raadslid. Vervolgens geschiedt de oproeping op alfabetische volgorde.

  • 5. Bij hoofdelijke stemming brengen ter vergadering aanwezig raadsleden, tenzij zij overeenkomstig artikel 28 van de Gemeentewet niet aan de stemming deel behoren te nemen, hun stem uit door 'voor' of 'tegen' uit te spreken, zonder enige toevoeging.

  • 6. Een raadslid dat zich bij het uitbrengen van zijn stem vergist, kan deze vergissing herstellen totdat het volgende raadslid heeft gestemd. Bemerkt het raadslid zijn vergissing pas later, dan kan deze nadat de voorzitter de uitslag van de stemming bekend heeft gemaakt aantekening vragen van zijn vergissing. Dit brengt geen verandering in de uitslag van de stemming.

  • 7. De voorzitter deelt de uitslag na afloop van de stemming mee. Deze doet daarbij tevens mededeling van het genomen besluit.

Artikel 21. Volgorde stemming over amendementen en moties

  • 1. Als een amendement op een aanhangig voorstel is ingediend, wordt eerst over dat amendement gestemd en vervolgens over het voorstel zoals het dan luidt in zijn geheel.

  • 2. Als een subamendement is ingediend, wordt eerst over het subamendement gestemd en vervolgens over het amendement waarop dat betrekking heeft.

  • 3. Als meerdere amendementen of subamendementen op een aanhangig voorstel zijn ingediend, wordt, onverminderd het eerste en tweede lid, eerst over het meest verstrekkende amendement of subamendement gestemd.

  • 4. Als aangaande een aanhangig voorstel een motie is ingediend, wordt eerst over het voorstel gestemd en vervolgens over de motie.

Artikel 22. Stemming over personen

  • 1. Bij stemming over personen voor voordrachten of het opstellen van voordrachten of aanbevelingen, benoemt de voorzitter drie raadsleden tot stembureau.

  • 2. Aanwezige raadsleden zijn verplicht een door het stembureau verstrekt stembriefje in te leveren, tenzij zij overeenkomstig artikel 28 van de Gemeentewet niet aan de stemming deel behoren te nemen.

  • 3. Er hebben zoveel stemmingen plaats als er personen zijn te benoemen, voor te dragen of aan te bevelen. De raad kan op voorstel van het stembureau beslissen dat bepaalde stemmingen worden samengevat op één briefje.

  • 4. In geval van twijfel over de inhoud van een stembriefje beslist de raad op voorstel van het stembureau.

Paragraaf 5. Besluitenlijst; ingekomen stukken

Artikel 23. Besluitenlijst

  • 1. De griffier draagt zorg voor de besluitenlijsten en de geluidsopname van raadsvergaderingen.

  • 2. Een besluitenlijst bevat in ieder geval:

    • a.

      de namen van de voorzitter, de griffier, de wethouders en de raadsleden, allen voor zover aanwezig, alsmede van de overige personen die het woord gevoerd hebben;

    • b.

      een aantekening van welke raadsleden afwezig waren;

    • c.

      een vermelding van de zaken die aan de orde zijn geweest;

    • d.

      een zakelijke samenvatting van het besluit;

    • e.

      een overzicht van het verloop van elke stemming, met vermelding bij hoofdelijke stemming van de namen van de raadsleden die voor of tegen stemden, onder aantekening van de namen van de raadsleden die zich overeenkomstig de Gemeentewet van stemming hebben onthouden of zich bij het uitbrengen van hun stem hebben vergist;

    • f.

      de tekst van de ter vergadering ingediende initiatiefvoorstellen, voorstellen van orde, moties, amendementen en subamendementen;

    • g.

      bij het desbetreffende agendapunt, de naam en de hoedanigheid van die personen aan wie het op grond van het bepaalde in artikel 14 door de raad is toegestaan deel te nemen aan de beraadslagingen.

  • 3. Een conceptbesluitenlijst wordt gelijktijdig met de verzending aan de raadsleden verzonden aan de overige personen die het woord hebben gevoerd in de raadsvergadering waarop het betrekking heeft.

  • 4. Vastgestelde besluitenlijsten worden ondertekend door de voorzitter en griffier.

  • 5. Voor zover de aard en de inhoud van de besluitvorming zich daartegen niet verzet, wordt de besluitenlijst zo spoedig mogelijk na de raadsvergadering openbaar gemaakt op de in de gemeente gebruikelijke wijze.

  • 6. Als besluitenlijsten en geluidsopnames elektronisch beschikbaar zijn, worden ze op de website van de gemeente geplaatst.

Artikel 24. Ingekomen stukken

  • 1. Bij de raad ingekomen stukken worden op een lijst geplaatst, onderdeel van de bij de agenda behorende stukken, die aan de raadsleden ter kennis wordt gebracht

  • 2. Na de vaststelling van de besluitenlijst stelt de raad de wijze van afdoening van de ingekomen stukken vast.

Paragraaf 6. Besloten raadsvergaderingen

Artikel 25. Toepassing reglement op besloten vergaderingen

Op besloten raadsvergaderingen is dit reglement van overeenkomstige toepassing voor zover dat niet strijdig is met het besloten karakter van de vergadering.

Artikel 26. Besluitenlijst besloten vergadering

  • 1. Besluitenlijsten van besloten raadsvergaderingen worden niet verspreid, maar uitsluitend voor de raadsleden ter inzage gelegd bij de griffier.

  • 2. Deze besluitenlijsten worden zo spoedig mogelijk in een besloten raadsvergadering ter vaststelling aangeboden. Tijdens deze vergadering neemt de raad een besluit over het al dan niet openbaar maken van het vastgestelde besluitenlijst.

  • 3. De vastgestelde besluitenlijsten worden door de voorzitter en de griffier ondertekend.

Artikel 27. Opheffing geheimhouding

Als de raad op grond van de artikelen 25, derde en vierde lid, 55, tweede en derde lid, of 86, tweede en derde lid, van de Gemeentewet voornemens is de geheimhouding op te heffen, wordt, als het orgaan dat geheimhouding heeft opgelegd daarom verzoekt, daarover in een besloten raadsvergadering met het desbetreffende orgaan overleg gevoerd.

Paragraaf 7. Toehoorders en pers

Artikel 28. Toehoorders en pers

  • 1. Toehoorders en vertegenwoordigers van de pers wonen openbare raadsvergaderingen uitsluitend bij op de voor hen bestemde plaatsen.

  • 2. Het blijkgeven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze verstoren van de orde is hen verboden.

Artikel 29. Geluid- en beeldregistraties

Degenen die van een openbare raadsvergadering geluid- of beeldregistraties willen maken, doen hiervan mededeling aan de voorzitter en gedragen zich naar diens aanwijzingen.

Hoofdstuk 3. Bevoegdheden, instrumenten raadsleden

Artikel 30. Amendementen en subamendementen

  • 1. Raadsleden dienen amendementen en subamendementen voor het sluiten van de beraadslaging van het voorstel waarop deze betrekking hebben in bij de voorzitter. Dit gebeurt schriftelijk, tenzij de voorzitter oordeelt dat mondelinge indiening volstaat.

  • 2. Er wordt alleen beraadslaagd over amendementen en subamendementen die ingediend zijn door raadsleden die de presentielijst getekend hebben

  • 3. Intrekking door de indiener van een amendement of subamendement is mogelijk totdat de besluitvorming daarover door de raad is afgerond.

Artikel 31. Moties

  • 1.

    • a.

      Raadsleden dienen moties schriftelijk in bij de voorzitter

    • b.

      Er wordt alleen beraadslaagd over moties die ingediend zijn door raadsleden die de presentielijst getekend hebben.

  • 2. De behandeling van een motie vindt gelijktijdig plaats met de beraadslaging over het onderwerp of voorstel waarop het betrekking heeft.

  • 3. De behandeling van een motie over een niet op de agenda opgenomen onderwerp vindt plaats nadat alle op de agenda opgenomen onderwerpen zijn behandeld.

  • 4. Intrekking door de indiener van een motie is mogelijk totdat de besluitvorming daarover door de raad is afgerond.

Artikel 32. Initiatiefvoorstel

  • 1. Raadsleden dienen initiatiefvoorstellen, als bedoeld in artikel 147a van de Gemeentewet, schriftelijk in bij de voorzitter .

  • 2. Deze voorstellen worden, na overleg met de voorzitter van de agendacommissie, op de agenda van de eerstvolgende raadsvergadering geplaatst, tenzij de schriftelijke oproep hiervoor reeds verzonden is. In dat geval wordt het voorstel op de agenda van de daaropvolgende raadsvergadering geplaatst.

  • 3. De behandeling van het voorstel vindt plaats nadat alle op de agenda voorkomende voorstellen en onderwerpen zijn behandeld, tenzij de raad oordeelt dat:

    • a.

      het voorstel met het oog op de orde van de vergadering samen met een ander geagendeerd voorstel of onderwerp dient te worden behandeld;

    • b.

      het voorstel eerst dient te worden behandeld in een voorbereidende avond;

    • c.

      het voorstel voor advies naar het college van burgemeester en wethouders dient te worden gezonden. In dit geval bepaalt de raad in welke vergadering het voorstel opnieuw geagendeerd wordt.

  • 4. Raadsleden dienen initiatiefvoorstellen, als bedoeld in artikel 147b van de Gemeentewet schriftelijk in bij de voorzitter. Lid 3 is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 33. Collegevoorstel

  • 1. Een voorstel van het college aan de raad dat vermeld staat op de voorlopige agenda van de raadsvergadering, kan niet worden ingetrokken zonder toestemming van de raad.

  • 2. Als de raad van oordeel is dat een voorstel als bedoeld in het eerste lid voor advies terug aan het college dient te worden gezonden, bepaalt de raad binnen welke termijn het voorstel opnieuw geagendeerd wordt.

Artikel 34. Interpellatie

  • 1. Raadsleden dienen verzoeken tot het houden van een interpellatie schriftelijk in bij de voorzitter. Het verzoek bevat in ieder geval de te stellen vragen.

  • 2. De voorzitter brengt de inhoud van het verzoek zo spoedig mogelijk ter kennis van de overige raadsleden en de wethouders.

  • 3. Als het verzoek ten minste 48 uur voor aanvang van een raadsvergadering is ingediend of in naar het oordeel van de voorzitter spoedeisende gevallen, wordt over het verzoek tijdens de eerstvolgende raadsvergadering gestemd. In andere gevallen tijdens de daaropvolgende raadsvergadering.

  • 4. De interpellant voert niet vaker dan tweemaal het woord. De overige raadsleden, de burgemeester en de wethouders niet vaker dan eenmaal, tenzij de raad hen hiertoe verlof geeft.

Artikel 35. Schriftelijke vragen

  • 1. Raadsleden dienen schriftelijke vragen aan het college of de burgemeester in bij de griffier. Daarbij wordt aangegeven of er een voorkeur voor schriftelijke of mondelinge beantwoording bestaat.

  • 2. De griffier brengt de vragen zo spoedig mogelijk ter kennis van de overige raadsleden en het college of de burgemeester.

  • 3. Schriftelijke beantwoording vindt zo spoedig mogelijk plaats, in ieder geval binnen 30 dagen nadat de vragen zijn ingediend.

  • 4. Als de vragen ten minste 48 uur voor aanvang van een raadsvergadering zijn ingediend, vindt mondelinge beantwoording plaats in de eerstvolgende raadsvergadering, tenzij het college of de burgemeester de griffier gemotiveerd in kennis stelt dat dit onmogelijk is, waarbij tevens aangegeven wordt binnen welke termijn beantwoording zal plaatsvinden.

  • 5. Schriftelijke antwoorden van het college of de burgemeester worden door tussenkomst van de griffier aan de raadsleden -en door plaatsing in het raadsinformatiesysteem- kenbaar gemaakt.

  • 6. De vragensteller kan bij schriftelijke beantwoording in de eerstvolgende raadsvergadering en bij mondelinge beantwoording in dezelfde raadsvergadering nadere inlichtingen vragen over het door de burgemeester of door het college gegeven antwoord, tenzij de raad anders beslist.

Artikel 36. Inlichtingen

  • 1. Raadsleden dienen verzoeken tot inlichtingen als bedoeld in de artikelen 169, derde lid, en 180, derde lid, van de Gemeentewet schriftelijk in bij de griffier .

  • 2. De griffier brengt de inhoud van het verzoek zo spoedig mogelijk ter kennis van de overige raadsleden en het college of de burgemeester.

  • 3. De verlangde inlichtingen worden zo spoedig mogelijk aan de raad verschaft, in ieder geval binnen veertien dagen nadat het verzoek is ingediend.

Artikel 37. Vragenuur

  • 1. In de raadsvergadering is er een vragen(half)uur, tenzij er bij de voorzitter geen vragen zijn ingediend. In bijzondere gevallen kan de agendacommissie bepalen dat het vragenuur op een ander tijdstip wordt gehouden. De voorzitter bepaalt op welk tijdstip het vragenuur eindigt.

  • 2. Raadsleden die tijdens het vragenuur vragen wil stellen, melden dit onder aanduiding van het onderwerp en ten minste 24 uur voor aanvang van het vragenuur, door tussenkomst van de griffier, bij de voorzitter.

  • 3. Vragen voor het vragenuur richten zich op de politieke actualiteit of betreffen zaken met een spoedeisend karakter.

  • 4. De voorzitter kan weigeren een onderwerp tijdens het vragenuur aan de orde te stellen indien:

    • a.

      de vraag naar zijn oordeel niet aan de voorwaarde onder lid 3 voldoet;

    • b.

      hij het onderwerp niet voldoende nauwkeurig acht aangegeven;

    • c.

      indien het onderwerp in de raadsvergadering op diezelfde dag aan de orde komt;

  • 5. De voorzitter bepaalt de volgorde waarin aangemelde onderwerpen tijdens het vragenuur aan de orde worden gesteld.

  • 6. De voorzitter bepaalt per onderwerp de spreektijd voor de vragensteller, voor het college, voor de burgemeester en voor de overige raadsleden.

  • 7. Per onderwerp wordt aan de vragensteller het woord verleend om één of meer vragen aan het college of de burgemeester te stellen en een toelichting daarop te geven.

  • 8. Na de beantwoording door het college of de burgemeester krijgt de vragensteller desgewenst het woord om aanvullende vragen te stellen.

  • 9. Vervolgens kan de voorzitter aan andere raadsleden het woord verlenen om hetzij aan de vragensteller, hetzij aan het college of de burgemeester vragen te stellen over hetzelfde onderwerp.

  • 10. Tijdens het vragenuur kunnen geen moties worden ingediend en worden geen interrupties toegelaten.

HOOFDSTUK 4. DE VOORBEREIDENDE AVOND EN DE THEMA-AVOND

Artikel 38. Algemene bepalingen

  • 1. In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

    • a)

      Vergadering: De behandeling van een agendapunt op de voorbereidende avond of thema-avond;

    • b)

      Voorzitter voorbereidende avond of thema-avond: Een door de agendacommissie aan te zoeken raadslid;

    • c)

      Burgerlid: Een op voordracht van een fractie door de raad benoemde persoon die deel kan nemen aan de vergaderingen;

    • d)

      Lid: Het raadslid of burgerlid dat namens een fractie deelneemt aan de vergadering;

    • e)

      Raadsafvaardiging: De groep leden die een agendapunt behandelt op de voorbereidende avond of thema-avond.

  • 2.

    • a)

      De raad benoemt, voor elke fractie maximaal vier burgerraadsleden.

    • b)

      Op een burgerlid zijn de artikelen 10,11,12, 13 en 15 van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing;

    • c)

      Alvorens zijn functie als burgerlid te aanvaarden legt het burgerlid in handen van de voorzitter van de raad, de eed of belofte af, dat hij getrouw zal zijn aan de Grondwet, dat hij de wetten zal nakomen en dat hij al zijn plichten naar eer en geweten zal vervullen.

Paragraaf 1: Algemene bepalingen ten aanzien van de voorbereidende avond

Artikel 39 Samenstelling en taak

  • 1. De voorbereidende avond vervult de functie van een commissie als bedoeld in artikel 82 van de Gemeentewet.

  • 2. Alle leden van de raad en de door de raad benoemde burgerleden kunnen deelnemen aan de onderwerpen die staan geagendeerd voor de voorbereidende avond.

  • 3. Per fractie neemt maximaal één raadslid of burgerlid deel aan de behandeling van een onderwerp. De fracties bepalen zelf welk lid zij daarheen afvaardigen

  • 4. Elk lid van de raadsafvaardiging heeft in de vergadering bij de behandeling van een onderwerp één stem.

  • 5. De taken van de voorbereidende avond zijn:

    • a)

      Het uitbrengen van advies aan de raad over een raadsvoorstel of onderwerp;

    • b)

      Het bieden van de mogelijkheid van inspraak door burgers over geagendeerde onderwerpen en raadsvoorstellen.

  • 6. De voorzitter is belast met:

    • a)

      het leiden van de vergadering;

    • b)

      het handhaven van de orde en het bewaken van de vergadertijd;

    • c)

      het doen naleven van dit reglement;

    • d)

      hetgeen dit reglement hem verder opdraagt;

  • 7. Bij de vergadering wordt de portefeuillehouder die het geagendeerde in de gelegenheid gesteld het geagendeerde onderwerp toe te lichten en/of vragen te beantwoorden, tenzij de leden van de vergadering anders beslissen.

Artikel 40 Agenda

  • 1. Voor de voorbereidende avond wordt door de agendacommissie een agenda vastgesteld. De agendacommissie kan bepalen dat er twee vergaderingen tegelijkertijd zullen plaatsvinden.

  • 2. De agenda vermeldt in ieder geval:

    • a.

      de onderwerpen die aan de orde zullen komen.

    • b.

      Begin- en eindtijd van het onderwerp, alsmede de uiterste eindtijd van iedere vergadering;

    • c.

      de voorzitter en griffier bij elke vergadering;

    • d.

      de locatie waar elke vergadering zal plaatsvinden.

  • 3. De agenda en bijbehorende stukken worden uiterlijk 7 dagen voor de voorbereidendevergadering aan alle raadsleden en burgerleden ter kennis gebracht door plaatsing in het digitale raadsinformatiesysteen en/of plaatsing op de gemeentesite.

  • 4. In afwijking van het derde lid blijven stukken waarop conform artikel 25, 55 of 86 van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, onder berusting van de griffier. Door of namens de griffier wordt aan de raadsleden en burgerleden inzage verschaft in deze stukken.

Artikel 41 Openbare kennisgeving

  • 1 De voorbereidende avond wordt op de voor afkondigingen in de gemeente gebruikelijke wijze en door plaatsing op de website van de gemeente ter openbare kennis gebracht.

  • 2 De openbare kennisgeving vermeldt:

    • a)

      de datum, aanvangstijd en plaats van de voorbereidende avond;

    • b)

      de wijze waarop en de plaats waar een ieder de agenda en de daarbij behorende stukken kan inzien;

    • c)

      de mogelijkheid tot het uitoefenen van het spreekrecht als bedoeld in de artikelen 56 en 64.

Paragraaf 2: Orde van de vergadering op de voorbereidende avond

Artikel 42 Presentielijst

Leden die bij een vergadering op de voorbereidende avond het woord willen voeren, tekenen bij aanvang van de vergadering de presentielijst.

Artikel 43 Opening vergadering en quorum

  • 1. Een vergadering wordt niet geopend voordat blijkens de presentielijst meer dan de helft van de raadsafvaardiging tegenwoordig is.

  • 2. Als ingevolge het eerste lid de vergadering niet kan worden geopend, belegt de commissievoorzitter opnieuw een vergadering tegen een tijdstip dat ten minste vierentwintig uur na het bezorgen van de oproeping is gelegen.

  • 3. Op een vergadering als bedoeld in het tweede lid is het eerste lid niet van toepassing. Een raadsafvaardiging kan echter over andere aangelegenheden dan die waarvoor de ingevolge het eerste lid niet geopende vergadering was belegd alleen beraadslagen of besluiten, als blijkens de presentielijst meer dan de helft van het aantal zitting hebbende commissieleden tegenwoordig

Artikel 44 Afsprakenlijst

  • 1. Van de vergadering wordt onder zorg van de griffier een afsprakenlijst gemaakt.

  • 2. De afsprakenlijst bevat, bij elk onderwerp, tenminste:

    • a)

      De namen van de voorzitter, de leden en de griffier van de vergadering, en de namen van andere personen die het woord hebben gevoerd;

    • b)

      Het advies van de raadsafvaardiging aan de raad, waarbij ook van eventuele minderheidsstandpunten melding wordt gemaakt;

    • c)

      Eventuele toezeggingen van het college of actiepunten.

  • 3. De afsprakenlijst afsprakenlijst word in de eerstvolgende vergadering van de raad ter kennis gebracht..

Artikel 45 Spreekrecht burgers

  • 1. Burgers die ten aanzien van voorstellen aan de raad hun visie of mening kenbaar willen maken aan de raad, kunnen gebruik maken van het spreekrecht op een voorbereidende avond. Indien het betreffende voorstel niet is geagendeerd voor een voorbereidende avond kan voor het spreekrecht gebruik worden gemaakt van het raadsspreekuur.

  • 2. Degene die van het spreekrecht gebruik wil maken dient zich hiervoor uiterlijk om 12.00 uur op de dag van de voorbereidende vergadering aan te melden bij de griffie. Hij vermeldt daarbij zijn naam, e-mailadres, telefoonnummer en het onderwerp waarover hij het woord wil voeren.

  • 3. Burgers die van het spreekrecht gebruik maken, voeren het woord bij aanvang van de behandeling van het onderwerp waarover zij het woord willen voeren.

  • 4. Het woord kan niet gevoerd worden:

    • a)

      over een besluit van het gemeentebestuur waartegen bezwaar of beroep op de rechter openstaat of heeft opengestaan;

    • b)

      over benoemingen, keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen;

    • c)

      als een klacht ex artikel 9:1 van de Algemene Wet Bestuursrecht kan of kon worden ingediend.

  • 5. De voorzitter geeft het woord op volgorde van aanmelding. De voorzitter kan van de volgorde afwijken, als dit in het belang is van de orde van de vergadering.

  • 6. Voor het spreekrecht zijn per onderwerp maximaal 10 minuten beschikbaar. Elke spreker krijgt maximaal vijf minuten het woord. De voorzitter verdeelt de spreektijd evenredig over de sprekers als er meer dan twee sprekers zijn. De voorzitter kan tevens in bijzondere gevallen afwijken van de maximale lengte van de spreektijd.De spreker voert het woord, nadat de voorzitter hem dit heeft verleend. De commissievoorzitter kan de deelnemers aan de vergadering toestaan aan insprekers een korte, verhelderende vraag te stellen. Er vindt geen discussie plaats tussen een inspreker en deelnemers van de vergadering.

  • 7. De voorzitter of een lid van de raad doet een voorstel voor de behandeling van de inbreng van de burger.

Artikel 46 Aantal spreektermijnen

  • 1. De beraadslaging over een onderwerp of voorstel geschiedt in ten hoogste twee termijnen, tenzij de raadsafvaardiging anders beslist.

  • 2. Elke spreektermijn wordt door de voorzitter afgesloten.

  • 3. Een lid mag in een termijn niet meer dan één maal het woord voeren over hetzelfde onderwerp of voorstel.

  • 4. Bij de bepaling hoeveel malen een lid over hetzelfde onderwerp of voorstel het woord heeft gevoerd, wordt niet meegerekend het spreken over een voorstel van orde.

Artikel 47 Vergadertijd

  • 1. Voor een vergadering is een maximale vergadertijd vastgesteld door de agendacommissie. Deze maximale vergadertijd kan niet worden overschreden.

  • 2. Als meer vergadertijd gewenst is, houdt de raadsafvaardiging het voorstel of onderwerp aan tot de volgende voorbereidende avond. De agendacommissie houdt hiermee rekening bij het opstellen van de agenda van de volgende voorbereidende avond.

  • 3. Als het voorstel geen uitstel kan dulden, belegt de voorzitter aan het einde van de voorbereidende avond een nieuwe vergadering.

Artikel 48 Voorstellen van orde

  • 1. De voorzitter en ieder lid kunnen tijdens de vergadering mondeling een voorstel van orde doen, dat kort kan worden toegelicht.

  • 2. Een voorstel van orde kan uitsluitend de orde van de vergadering betreffen.

  • 3. Over een voorstel van orde beslist de raadsafvaardiging direct.

Artikel 49 Handhaving orde; schorsing

  • 1. Een spreker mag in zijn betoog niet worden gestoord, tenzij:

    • a)

      de voorzitter het nodig oordeelt hem aan het opvolgen van deze verordening te herinneren;

    • b)

      een lid hem interrumpeert. De voorzitter kan bepalen dat de spreker zonder verdere interrupties zijn betoog zal afronden.

  • 2. Als een spreker zich beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen veroorlooft, afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, een andere spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter tot de orde geroepen. Indien de spreker hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter hem gedurende de vergadering waarin zulks plaats heeft, over het aanhangige onderwerp het woord ontzeggen.

  • 3. De voorzitter kan ter handhaving van de orde de vergadering voor een door hem te bepalen tijd schorsen en – indien na de heropening de orde opnieuw wordt verstoord – de vergadering sluiten.

  • 4. De voorzitter kan een raadsafvaardiging voorstellen aan een lid dat door zijn gedragingen de geregelde gang van zaken belemmert, het verdere verblijf in de vergadering te ontzeggen. Over het voorstel wordt niet beraadslaagd. Na aanneming daarvan verlaat het lid de vergadering onmiddellijk. Zo nodig laat de voorzitter hem verwijderen. Bij herhaling van zijn gedrag kan het lid bovendien voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering worden ontzegd.

Artikel 50 Beraadslaging

  • 1. De raadsafvaardiging kan op voorstel van de voorzitter of een lid beslissen over één of meer onderdelen van een onderwerp of voorstel afzonderlijk te beraadslagen.

  • 2. Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de raadsafvaardiging beslissen de beraadslaging voor een door hem te bepalen tijd te schorsen teneinde het college of de leden de gelegenheid te geven tot onderling nader beraad. De beraadslagingen worden hervat nadat de schorsingsperiode verstreken is.

Artikel 51 Deelname aan de beraadslaging door anderen

  • 1. De raadsafvaardiging kan bepalen dat anderen mogen deelnemen aan de beraadslaging.

  • 2. Een beslissing daartoe wordt op voorstel van de voorzitter of een lid genomen voordat met de beraadslaging wordt begonnen.

Artikel 52 Advies

  • 1. Wanneer de voorzitter vaststelt, dat een onderwerp of voorstel voldoende is besproken, sluit hij de beraadslaging, tenzij de raadsafvaardiging anders beslist.

  • 2. Nadat de beraadslaging is gesloten, beslist de raadsafvaardiging of er een advies aan de raad wordt uitgebracht.

  • 3. Als de raadafvaardiging een advies aan de raad uitbrengt beslissen de leden op voorstel van de voorzitter over de inhoud van het advies.

  • 4. In het advies worden de standpunten van alle fracties en buitengewone leden opgenomen.

Artikel 53 Het raadsspreekuur

  • 1. Op elke reguliere voorbereidende avond vindt er een raadspreekuur plaats.

  • 2. Tijdens het raadsspreekuur kunnen burgers aan de raad hun visie geven over onderwerpen die niet op de agenda van de voorbereidende avond staan. Tevens is er gelegenheid om gebruik te maken van het spreekrecht ten aanzien van voorstellen die zijn geagendeerd voor de komende raadsvergadering en niet zijn geagendeerd voor een voorbereidende avond.

  • 3. Het woord kan niet gevoerd worden:

    • a)

      over een besluit van het gemeentebestuur waartegen bezwaar of beroep op de rechter openstaat of heeft opengestaan;

    • b)

      over benoemingen, keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen;

    • c)

      als een klacht ex artikel 9:1 van de algemene wet Bestuursrecht kan of kon worden ingediend;

    • d)

      over onderwerpen die korter dan zes maanden geleden door de raad zijn besproken.

  • 4. Vanuit elke fractie wordt maximaal één raadslid of burgerraadslid afgevaardigd om tijdens het raadsspreekuur het woord te voeren.

  • 5. Burgers die van het raadsspreekuur gebruik willen maken, melden zich uiterlijk bij aanvang van het raadsspreekuur aan bij de griffier. Zij vermelden daarbij hun naam, e-mailadres, telefoonnummer en het onderwerp waarover zij het woord wensen te voeren.

  • 6. Burgers krijgen in het raadsspreekuur het woord op volgorde van aanmelding, tenzij de voorzitter in verband met de orde van het spreekuur hiervan wenst af te wijken.

Artikel 54 Besloten vergadering

  • 1. Op een besloten vergadering zijn de bepalingen van deze verordening van overeenkomstige toepassing voor zover deze bepalingen niet strijdig zijn met het besloten karakter van de vergadering.

  • 2. De afsprakenlijst van een besloten vergadering wordt niet verzonden, maar ligt uitsluitend voor de raadsafvaardiging ter inzage bij de griffier.

  • 3. Voor de afloop van de besloten vergadering beslist de raadsafvaardiging overeenkomstig artikel 86, eerste lid, van de Gemeentewet of omtrent de inhoud van de stukken en het verhandelde, geheimhouding zal gelden. Alleen een raadsafvaardiging in dezelfde samenstelling als op het moment waarop de geheimhouding is opgelegd, of de raad kan besluiten de geheimhouding op te heffen.

  • 4. Als de raad op grond van artikel 25 derde en vierde lid van de Gemeentewet, voornemens is de geheimhouding op te heffen wordt daarover, indien de raadsafvaardiging die geheimhouding heeft opgelegd daarom verzoekt, in een besloten vergadering met de raadsafvaardiging overleg gevoerd.

Paragraaf 3: De thema avond

Artikel 55 Functies van de thema avond

De thema avond heeft de volgende functies:

  • a)

    contacten onderhouden met de samenleving, eventueel in de vorm van een werkbezoek of hoorzitting;

  • b)

    het informerend bespreken van geagendeerde onderwerpen, eventueel in de vorm van presentaties;

  • c)

    het opiniërend bespreken van niet geagendeerde onderwerpen, eventueel in de vorm van een raadsbrede discussie of een derden overleg.

Artikel 56 Agenda van de thema avond

  • 1. De onderwerpen voor een te houden thema avond worden aan de hand van de raadskalender vastgesteld, waarbij de mogelijkheid bestaat, bijvoorbeeld op grond van actualiteit of prioriteit, hiervan af te wijken.

  • 2. De agenda wordt, vergezeld van eventuele bijbehorende stukken, uiterlijk 7 dagen voor de thema avond ter kennis gebracht aan de raadsleden en burgerleden door plaatsing in het raadsinformatiesysteem en op de internetsite van de gemeente.

Artikel 57 Werkvormen en werkafspraken

  • 1. De thema avond kent in ieder geval de volgende werkvormen:

    • a)

      werkbezoek;

    • b)

      hoorzitting;

    • c)

      presentatie;

    • d)

      raadsbrede discussie;

    • e)

      informeel overleg.

  • 2. De agendacommissie kan nadere regels en werkafspraken opstellen aangaande de thema-avond en zijn werkvormen.

Paragraaf 4. Toehoorders en pers

Artikel 58. Toehoorders en pers

  • 1. Toehoorders en vertegenwoordigers van de pers wonen openbare voorbereidende avonden en thema-avonden uitsluitend bij op de voor hen bestemde plaatsen.

  • 2. Het blijkgeven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze verstoren van de orde is hen verboden.

Artikel 59. Geluid- en beeldregistraties

Degenen die van een openbare voorbereidende avond en/of thema-avond geluid- of beeldregistraties willen maken, doen hiervan mededeling aan de voorzitter en gedragen zich naar diens aanwijzingen.

Hoofdstuk 5 Slotbepalingen

Artikel 60 Uitleg reglement

In gevallen waarin dit reglement niet voorziet of bij twijfel omtrent de toepassing van het reglement, beslist de raad op voorstel van de voorzitter.

Artikel 61 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2015

  • 2. Op dat tijdstip vervalt het Reglement van orde voor de vergaderingen van de raad van de gemeente Neder-Betuwe vastgesteld d.d. 9 september 2010 .

  • 3. Dit reglement wordt aangehaald als: Reglement van orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad van de gemeente Neder-Betuwe 2015.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van 18 december 2014.
De raad van de gemeente Neder-Betuwe
De griffier, De voorzitter,
mr. J.C. Bouwman ir. C.W. Veerhoek

Toelichting

Toelichting