Verordening Tegemoetkoming Chronisch Zieken en Gehandicapten gemeente Neder-Betuwe, 2017

1. Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015), de Participatiewet (PW), de Wet langdurige zorg (Wlz), de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Gemeentewet.

2.

• a.

  de raad: de gemeenteraad van gemeente Neder-Betuwe

• b.

  het college: het college van burgemeester en wethouders van gemeente Neder-Betuwe.

• c.

  bijstandsnorm: de toepasselijke bijstandsnorm als bedoeld in artikel 5 onderdeel c van de Participatiewet of, voor zover sprake is van een IOAW of IOAZ uitkering de grondslag van de uitkering als bedoeld in artikel 5 IOAW respectievelijk artikel 5 IOAZ.

• d.

  inkomensgrens: het inkomen dat niet hoger is dan 120%, 130% of 140% van de voor de aanvrager geldende bijstandsnorm.

• e.

  vermogen: het vrij te laten bescheiden vermogen zoals bedoeld in artikel 34 van de Participatiewet, waarbij geen rekening wordt gehouden met het vermogen gebonden in de zelf bewoonde woning met bijbehorend erf als bedoeld in artikel 50 lid 1 van de Participatiewet.

• f.

  peildatum: de datum waarop belanghebbende de tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten aanvraagt zoals in artikel 3, lid 2, van deze verordening

• g.

  tegemoetkoming: de tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten

• h.

  belanghebbende: de inwoner van 18 jaar of ouder die op de peildatum en/of:

  • o

    in het bezit is van een Gehandicaptenparkeerkaart (GPK) die is afgegeven voor de duur van 5 jaar;

  • o

    een Wmo en/of Wlz voorziening heeft, uitgezonderd de voorziening ‘hulp bij het huishouden’;

  • o

    een Wmo en/of Wlz indicatie heeft voor langer dan 1 jaar voor de voorziening ‘hulp bij het huishouden’ en/of ‘Wlz zorg’;

  • o

    in de periode van 1 jaar voorafgaande aan de peildatum een vergoeding kreeg van de zorgverzekeraar voor:

    • o

      minimaal 96 behandelingen voor fysiotherapie en/of

    • o

      minimaal 96 behandelingen voor oefentherapie en/of

    • o

      hulpmiddelen voor een blijvende aandoening (gebaseerd op § 1.4. Hulpmiddelenzorg van de regeling zorgverzekering)

  • o

    Een inkomensvoorziening Volledig Arbeidsongeschikten (IVA) op grond van de Wet werk en Inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) ontvangt.

1. Voor het vaststellen van het inkomen gelden de volgende situaties:

• a)

  Bij belanghebbenden waarvan het actuele inkomen en het vermogen bij het college bekend is wordt, na toestemming, uitgegaan van dat inkomen;

• b)

  Belanghebbenden waarvan het actuele inkomen niet bekend is bij het college dienen hun inkomen aan te tonen middels een inkomensverklaring van de belastingdienst (T-2);

• c)

  Voor belanghebbenden bij wie de inkomensgegevens van de inkomensverklaring belastingdienst (T-2) met meer dan 25% is gedaald ten opzichte van de actuele situatie, geldt dat aansluiting wordt gezocht bij de actuele situatie.

2. Voor het vaststellen van de hoogte van het inkomen, anders dan bij een inkomensverklaring van de belastingdienst, worden de inkomensbestanddelen die bij de verlening van algemene bijstand niet tot de middelen worden gerekend, voor deze regeling ook niet tot het inkomen gerekend.

3. Een aanvraag kan gedurende het hele jaar worden ingediend bij het college door middel van een daartoe vastgesteld aanvraagformulier.

4. Het college besluit over de aanvraag binnen acht weken na ontvangst van alle benodigde gegevens.

5. De hoogte van de tegemoetkoming bedraagt bij een inkomen tot:

• ●

  120% van de voor belanghebbende geldende bijstandsnorm: € 385,-

• ●

  130% van de voor belanghebbende geldende bijstandsnorm: € 285,-

• ●

  140% van de voor belanghebbende geldende bijstandsnorm: € 185,-