Besluit van de gemeenteraad van de gemeente Neder-Betuwe houdende Beleidsplan Wmo en Jeugd 2017-2020

Aanleiding

Per 1 januari 2015 vond een grote hervorming plaats binnen het sociale domein en werd een aantal omvangrijke taken gedecentraliseerd. Gemeenten werden hiermee verantwoordelijk voor de uitvoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015), de Participatiewet (PW), de Jeugdwet en de samenwerking met het onderwijs door de invoering van het passend onderwijs.

Het is de bedoeling dat inwoners, ook als zij een zorg- ondersteuningsvraag hebben, zo lang mogelijk zelfstandig wonen, mee blijven doen in de maatschappij en verantwoordelijkheid nemen voor hun eigen leven. Om dit mogelijk te maken en ervoor te zorgen dat inwoners zelf meer verantwoordelijkheid kunnen nemen worden zorg en ondersteuning dichter bij huis georganiseerd.

Ter voorbereiding op de nieuwe taken en om de uitvoering hiervan te organiseren stelden de tien gemeenten in regio Rivierenland een gezamenlijk beleidskader Wmo-Jeugd op. Op basis van dit gezamenlijke beleidskader werd lokaal beleid Wmo-Jeugd voor Neder-Betuwe verder uitgewerkt: het beleidsplan Wmo-Jeugd “Samen kan er meer”, werd in 2014 vastgesteld.

Het beleidsplan “Samen kan er meer” liep een eerste periode van twee jaar (2015-2016) en ging met name om de transities en de organisatie van de nieuwe taken op lokaal niveau. In deze eerste twee jaar werd een goede start gemaakt en ligt er genoeg ervaring met de nieuwe taken om beleid waar nodig bij te stellen of aan te scherpen.

In 2016 werd de regionale oplegger Wmo-Jeugd 2017-2020 door de colleges vastgesteld. Dit regionale beleidsplan dient als basis voor de lokale uitwerking.

Doelstelling

Het doel van het voorliggende beleidsplan “Verder met Wmo-jeugd in Neder-Betuwe” is om de volgende zaken in beeld te brengen en hier verder mee te gaan:

• 1.

  Bewust zijn van wat goed gaat en waar we trots op mogen zijn.

• 2.

  Verbeterpunten en kansen die prioriteit verdienen om opgepakt te worden en welke bedreigingen met prioriteit om aandacht vragen.

• 3.

  Aanpassingen die noodzakelijk zijn om de gedecentraliseerde taken goed en met een doelmatige en adequate inzet van de beschikbare middelen uit te blijven voeren.

• 4.

  Acties die nodig zijn om uitvoering te geven aan de benoemde prioriteiten en om te zorgen dat mensen langer zelfstandig kunnen blijven wonen, er sluitende en passende zorg en ondersteuning beschikbaar blijft en kinderen en jongeren zich veilig en positief kunnen ontwikkelen.

• 5.

  Stappen waarmee vorm gegeven kan worden aan de gewenste maatschappelijke transformatie.

 

Werkwijze

Het regionale beleidsplan gaat voor Wmo-Jeugdtaken uit van drie thema’s:  

• 1.

  Langer zelfstandig (thuis) wonen

• 2.

  Veilig en positief ontwikkelen

• 3.

  Sluitende en passende zorg en ondersteuning

Vanuit deze thema’s werd in de vorm van drie werkgroepen informatie verzameld over de stand van zaken betreffende de uitvoering van het beleid Wmo-jeugd: hoe werken we, wat levert dit tot op heden op, waar lopen we tegen aan en wat kan/moet er beslist anders? Deze vragen werden ook bij de zorgaanbieders, de gemeenteraad en betrokken inwoners neergelegd. Samen met de ervaringen met het Beleidsplan Wmo en Jeugd 2015-2016 en diverse andere gegevens uit bijvoorbeeld cliëntervaringsonderzoeken, Emovo, onderzoeken van de GGD en landelijke databases biedt deze inventarisatie inzicht waar verbeteringen in het huidige beleid mogelijk zijn en waar knelpunten liggen die om aandacht vragen.

 

De verzamelde informatie werd teruggebracht tot een aantal hoofdlijnen voor verbeterpunten, kansen en het ombuigen van bedreigingen. Op basis van deze hoofdlijnen worden in deze nota voorstellen gedaan om het huidige beleid aan te passen en aan een aantal zaken extra aandacht te besteden. De hoofdlijnen worden in een uitvoeringsplan verder uitgewerkt, dat in het najaar 2017 ter besluitvorming aan het college wordt voorgelegd. Dit beleidsplan geeft richting aan die uitwerking.

 

Transformatie

In het kader van de transformatie en de ontwikkeling naar een participatiemaatschappij is gestart met het Preventieteam om (zwaardere) zorgvragen te voorkomen. Er wordt aandacht besteed aan activering en participatie van inwoners en mensen worden waar mogelijk gewezen op hun eigen mogelijkheden om problemen op te lossen en zorg en ondersteuningsvragen te beantwoorden. Eerste stappen, die de komende jaren verder worden uitgebouwd.

 

Hiervoor worden in dit beleidsplan geen afzonderlijke beleidsdoelstellingen of –aanpassingen geformuleerd. De transformatie naar een participatiemaatschappij vormt de achterliggende gedachte achter het beleidsplan Wmo-Jeugd als geheel en wordt daardoor integraal meegenomen in de verbeterpunten, kansen en ombuigingen die in dit plan worden voorgesteld.

 

Afbakening

Het Wmo-jeugdbeleid raakt aan verschillende beleidsterreinen. Onder meer aan het welzijnsbeleid dat dit voorjaar werd vastgesteld. Welzijnsbeleid gaat vooral om activiteiten die preventief kunnen werken om de inzet van zwaardere zorg te voorkomen. Welzijn maakt daarmee deel uit van het Wmo-beleid. Vanwege deze overlap worden het welzijnsbeleid en de nota Wmo-Jeugd in een gezamenlijk uitvoeringsplan verder uitgewerkt en wordt voor het monitoren één methodiek ontwikkeld.

 

In het najaar van 2017 zullen gegevens van de evaluatie van de Kernpunten, Sociaal Team en Preventieteam beschikbaar zijn. Deze gegevens maken dan ook geen deel uit van de hoofdlijnen die in deze beleidsplan worden voorgesteld. De verwachting is dat deze gegevens de gekozen hoofdlijnen zullen ondersteunen en van voorbeelden voorzien. In het uitvoeringsplan en om monitoring van het beleid vorm te geven worden de evaluatiegegevens alsnog meegenomen.

 

Leeswijzer

In dit beleidsplan zijn na dit eerste hoofdstuk met de inleiding de volgende onderdelen te vinden:

• -

  Hoofdstuk 2: Beeld beleid Wmo–Jeugd 2015-2016

• -

  Hoofdstuk 3: Prioriteiten voor verbetering, kansen en het ombuigen van bedreigingen

• -

  Hoofdstuk 4: Samenhang met ander beleid en regio

• -

  Hoofdstuk 5: Financiën

• -

  Hoofdstuk 6: Uitvoering

• -

  Hoofdstuk 7: Monitoring, sturing en evaluatie

In de bijlagen zijn het verslag van de college informatieavond op 23 maart 2017, het totaal overzicht van de inbreng voor het beleidsplan en de regionale oplegger te vinden.