Subsidieregeling “projectsubsidie sportstimulering 2018–2022”

Artikel 2 Doel

Verenigingen, maatschappelijke organisaties en ondernemers werkzaam in de welzijnssector uit te dagen om te komen met nieuw, innovatief en duurzaam beweegaanbod om meer inwoners in aanraking te laten komen met bewegen, sporten en/of het verenigingsleven.

Artikel 3 Doelgroep

De projectsubsidie richt zich op personen die onvoldoende bewegen en onderdeel uitmaken van de volgende doelgroepen:

• ●

  kinderen/jongeren met een beperking: lichamelijk-, verstandelijk- en zintuiglijkebeperking (visueel en auditief) of een combinatie hiervan;

• ●

  kinderen vanuit een gezin met een lage sociaaleconomische status;

• ●

  kinderen, jongeren en ouderen met risico op overgewicht en obesitas (zowel jeugdals volwassenen).

Artikel 4 Subsidieplafond

Het college heeft voor de subsidiabele activiteiten jaarlijks het subsidieplafond vastgesteld van €25.000.

Artikel 5 Subsidiabele activiteiten

De projectsubsidie kan aangevraagd worden voor innovatief aanbod (uitbreiding) of specialisatie van bestaand aanbod, dat bijdraagt aan het welzijn en/of participatie van inwoners van het dorp.

Het aanbod dient na afloop van het project zonder een directe afhankelijkheid van overheidssteun te kunnen blijven bestaan. Dat betekent er een samenwerking is tussen zorg, welzijn en sport en dat er onder de doelgroep draagvlak moet zijn voor de producten en diensten; zij moeten de producten en diensten willen gebruiken en ook kunnen uitvoeren zodat het voortbestaan van de ontwikkelde producten of diensten voldoende kan worden aangegeven. Een project loopt maximaal vier jaar.

Artikel 6 Subsidiehoogte en subsidieduur

Per sportvereniging/maatschappelijke organisatie en ondernemer werkzaam in de welzijnssector is maximaal € 5.000 per jaar beschikbaar, gedurende maximaal vier jaar. De subsidie kan voor vier jaar aangevraagd worden.

Artikel 7 Subsidieaanvrager

Sportverenigingen, maatschappelijke organisaties en ondernemers werkzaam in de welzijnssector komen voor subsidie in aanmerking.

Artikel 8 Monitoring

In afwijking van artikel 17 van de Algemene subsidieverordening sociaal domein gemeente Neder-Betuwe 2016 kan er ongeacht de duur van de activiteiten en de hoogte van het subsidiebedrag gemonitord worden aan de hand van schriftelijke voortgangsrapportages. De frequentie hiervan en de wijze van monitoring worden verteld in de subsidiebeschikking.

Artikel 9 Verplichtingen

De aanvrager van een projectsubsidie zorgt ervoor dat:

• 1.

  de aanvraag een plan van aanpak en een begroting bevat;

• 2.

  de huidige situatie wordt geschetst, met daarbij een analyse van wat op dit moment mist;

• 3.

  de toegevoegde waarde van de activiteit wordt beschreven;

• 4.

  het project specifieke, meetbare, acceptabele, realistische en tijdgebonden resultaten heeft;

• 5.

  de activiteiten zijn afgestemd op de vraag of behoeften van de deelnemers;

• 6.

  het aanbod vernieuwend en/of aanvullend is op het bestaande/basis aanbod;

• 7.

  de samenwerking met andere organisaties en partners inzichtelijk wordt gemaakt. Hierbij dient concreet benoemd te worden welke afspraken worden gemaakt en welke resultaten met deze samenwerking worden bereikt.

• 8.

  Er medewerking wordt verleend aan de algehele evaluatie van de projectsubsidie in 2020.

Het activiteitenplan wordt beoordeeld op het aantal en de inhoud van de activiteiten alsmede op de resultaten die verwacht worden. Het plan van aanpak bevat tenminste een beschrijving van:

• 1.

  alle activiteiten waarvoor subsidie gevraagd wordt;

• 2.

  voor wie welke activiteiten georganiseerd wordt;

• 3.

  de frequentie en de duur van de activiteiten;

• 4.

  de beoogde doelen die met de activiteiten bereikt worden;

• 5.

  de verwachte resultaten aan het einde van het project;

• 6.

  hoe wordt getracht de deelnemers in beweging te houden na afloop van de gesubsidieerde activiteit;

• 7.

  de wijze van evalueren (nulmeting en eindmeting) gedurende het project.