Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Neder-Betuwe houdende regels omtrent subsidie (Nadere regel subsidie Lokaal Investeringsfonds Neder-Betuwe 2019-2020-2021- 2022)

1. Een aanvraag kan uitsluitend worden ingediend door een aanvrager in de zin van artikel 1 lid c. van deze regeling

2. Het bepaalde in deze regeling is enkel van toepassing op de verstrekking van subsidie door het college voor activiteiten die bijdragen aan de doelen genoemd in artikel 3 tweede lid van deze nadere regel. Dit betekent dat de aanvragen gericht moeten zijn, of ten goede moeten komen aan de lokale economie en lokale gemeenschap (inwoners) in Neder-Betuwe.

3. Op de subsidieverstrekking op grond van deze regeling zijn de bepalingen van de Algemene subsidieverordening gemeente Neder-Betuwe van toepassing.

1. Met deze subsidieregeling wil de gemeente Neder-Betuwe lokale initiatieven van haar ondernemers stimuleren en activiteiten ondersteunen die bijdragen aan economische bevordering in Neder-Betuwe.

2. Het initiatief/de projectaanvraag dient positief economisch-maatschappelijk effect te sorteren. De activiteit(en) genoemd in de aanvraag moet(en) gericht zijn op één of meerdere onderstaande doelen:

• -

  versterken van het maatschappelijk belang in Neder-Betuwe (voor en door de gemeenschap), of

• -

  bevordering van de lokale werkgelegenheid in Neder-Betuwe, of

• -

  de versterking van de concurrentiepositie van het bedrijfsleven in Neder-Betuwe, of

• -

  de verbetering van het vestigingsklimaat in Neder-Betuwe , of

• -

  innovatieve ontwikkelingen/vernieuwing in Neder-Betuwe, of

• -

  de stimulering van duurzame ontwikkeling in Neder-Betuwe of

• -

  een positieve spin off hebben voor andere projecten van ondernemers en/of als voorbeeld dienen voor )(lokale) bedrijven die kennis kunnen nemen van de (resultaten) van het project.

3. De aanvraag wordt door de beoordelingscommissie getoetst aan de hand van de doelen genoemd in het tweede lid van dit artikel. Toetsing geschiedt door het scoren op de criteria. De aanvraag bevat benoeming van activiteiten die bijdragen aan één of meerdere van deze doelen.

4. Van aanvragen die van de beoordelingsadviescommissie een gelijkluidende beoordeling/score krijgen, hebben aanvragen waarin meer ondernemers deelnemen ten opzichte van de andere aanvraag met vergelijkbare beoordeling voorrang.

1. Het beschikbare subsidieplafond is €40.000,- voor het jaar 2019 en €20.000,- (per jaar) in de jaren 2020, 2021 en 2022. De subsidie bedraagt maximaal 50% van de te subsidiëren activiteiten (bedrag exclusief btw) met een maximum van € 10.000,- per subsidieaanvraag in 2020 en verder.

2. Er geldt een co-financieringsvereiste voor (minimaal) 50% van de kosten van de subsidiabele activiteiten. Minimaal 50% van de projectkosten (ex. BTW) dient voor rekening te komen van aanvrager. Ten behoeve van de berekening van de subsidie dient een begroting inclusief dekkingsvoorstel deel uit te maken van de subsidieaanvraag. Uit dit dekkingsvoorstel moet blijken dat samenwerkende ondernemers voor 50% bijdragen aan de kosten van het project.

3. De verdeelsleutel bestaat uit het hanteren van een ranking. Volledig ingediende aanvragen worden inhoudelijk beoordeeld door een in het leven geroepen beoordelingsadviescommissie. De binnen het subsidieplafond vallende, positief beoordeelde, aanvragen komen op basis van een geadviseerde ranking/prioritering in aanmerking voor een subsidiebijdrage van maximaal 50% van de projectkosten. Echter wanneer het subsidieplafond voor het betreffende subsidiejaar is bereikt, kunnen aanvragers met een positieve beoordeling, o.b.v. lagere positie in de ranking ten opzichte van andere hoger scorende aanvragen, een afwijzing ontvangen. Aanvragers kunnen voor het volgende subsidiejaar een nieuwe aanvraag indienen voor een specifiek project met evt. dezelfde activiteit(en). Indien er sprake is van restantbedrag, na toekenning van hoger in de ranking scorende aanvragen, kan er voor een volgende aanvraag in de ranking sprake zijn van subsidieverstrekking voor een gedeelte van het gevraagde bedrag.

4. Het is mogelijk om de subsidieaanvragen op grond van deze regeling te combineren met andere subsidieaanvragen bij andere overheidsinstellingen, bijvoorbeeld het Regionaal Investeringsfonds (RIF). Dit dient bij de aanvraag vermeld te worden. Een toekenning van een subsidie op grond van een andere subsidieregeling kan aanvrager meenemen bij de 50% cofinancieringsregel. De LIF toekenning kan mogelijk ook dienen als cofinanciering voor een andere subsidieregeling.

1. Aanvragen voor het subsidiejaar 2019 moeten voor 1 juni 2019 worden ingediend. Voor de subsidiejaren 2020, 2021 en 2022 dienen de aanvragen voor 1 mei van het betreffende subsidiejaar te worden ingediend.

2. Het college kan besluiten om de termijn, zoals genoemd in lid 1, te verlengen.

3. Voor indiening van een aanvraag dient gebruik gemaakt te worden van het subsidieaanvraagformulier, zoals beschikbaar gesteld via de website van de gemeente. Bij de aanvraag kunnen aparte bijlagen door aanvrager toegevoegd worden.

4. De indieningsvereisten van de aanvraag staan vermeld op het aanvraagformulier, zoals genoemd in het derde lid. Naast de eisen die in de Algemene wet bestuursrecht worden gesteld aan een aanvraag gelden de volgende indieningsvereisten:

• -

  In geval van een samenwerkingsverband: een kopie van de samenwerkingsovereenkomst en een volmacht verlening aan de vertegenwoordiger van het samenwerkingsverband;

• -

  In geval van een rechtspersoon (vereniging of stichting): een exemplaar van haar statuten, een opgaaf van de zittende bestuursleden alsmede een uittreksel uit het Handelsregister waaruit blijkt welke personen de rechtspersoon kunnen vertegenwoordigen;

• -

  Een project(beschrijving) met benoeming van activiteiten en motivering/toelichting op welke punten die activiteiten bijdragen aan de doelen genoemd in artikel 3.

• -

  Een gespecificeerde sluitende (project)begroting ten aanzien van de subsidiabele activiteiten die voldoende zekerheid biedt van cofinanciering door overige financiers;

• -

  Een dekkingsvoorstel waaruit de verplichte (minimale) cofinanciering van 50% van de projectkosten/subsidiabele activiteiten blijkt. Het dekkingsvoorstel dient alle toezeggingen of beschikkingen voor cofinanciering te omvatten;

• -

  Vermelding van begin- en einddatum activiteiten.

5. Wanneer de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen en de aanvraag binnen de gestelde termijn niet of niet volledig is aangevuld, kan het college –- besluiten de aanvraag buiten behandeling te laten.

6. Na het uitbrengen van het advies door de beoordelingscommissie over de subsidiabele projecten, besluit het college uiterlijk op 15 september over subsidieverlening.

1. Het besluit tot subsidieverlening vermeldt minimaal:

• -

  omschrijving van de activiteit;

• -

  de start- en einddatum van de activiteit;

• -

  de maximale subsidiebijdrage uit het LIF;

• -

  de financieringsopzet;

• -

  de totale kosten die als basis voor de berekening van de subsidie dienen;

• -

  de aan de subsidie verbonden verplichtingen;

• -

  de wijze van verantwoording.

2. Bij toekenning van de subsidie wordt 100% van het toegekende subsidiebedrag vooruitbetaald.

3. Het aanvangsmoment van uitvoering van het project dient uiterlijk 6 maanden na het moment van subsidieverlening plaats te vinden.

1. Uiterlijk 8 weken nadat de gesubsidieerde activiteiten hebben plaatsgevonden, en in ieder geval uiterlijk 1 juni van het jaar volgend op het jaar waarin subsidie is verleend, wordt een schriftelijke aanvraag om definitieve vaststelling van de subsidie ingediend. De aanvraag tot vaststelling dient de uitgevoerde gesubsidieerde (project)activiteiten aan te tonen en dient rekening en verantwoording te geven over de aan de activiteiten verbonden werkelijke uitgaven en inkomsten en het voldoen aan co-financieringsvereiste (50%).

2. Indien de toegekende subsidie hoger is dan €5.000,- geldt dat de aanvraag om vaststelling van een subsidie vergezeld dient te gaan van een inhoudelijk activiteitenverslag en een financieel verslag (zie ook artikel 12 lid2. Rekening en verantwoording van de ASV).

1. Het subsidieplafond wordt jaarlijks vastgesteld. Er wordt rekening gehouden met een (jaarlijks) subsidieplafond van € 20.000,= m.u.v. het startjaar 2019, waarin het subsidieplafond eenmalig maximaal € 40.000,- bedraagt (€20.000,- (overgeheveld uit 2018) + € 20.000,- ). De subsidieplafonds zijn:

• -

  voor 2019: €40.000,-;

• -

  voor 2020: €20.000,-;

• -

  voor 2021: €20.000,-.

• -

  voor 2022: €20.000,-

De raad heeft een structureel bedrag beschikbaar gesteld van € 20.000 per jaar. De raad heeft voor het subsidiejaar 2019 €40.000,- beschikbaar gesteld. Voor de subsidiejaren daarna is €20.000 per jaar beschikbaar.

2. De begrotingspost die voor de subsidiëring wordt aangewend is 0033100020 Lokaal Economisch Beleid.

1. De subsidieaanvragen worden beoordeeld door de beoordelingscommissie. Deze commissie scoort de aanvragen op de beoordelingscriteria, op basis waarvan de ambtelijk ondersteuner advies uitbrengt aan het college. Op basis van een ranking van de initiatieven, brengt de ambtelijke ondersteuner een schriftelijk advies uit aan het college over toekenning van de ingediende subsidieaanvragen, met als (geheime) bijlage een toelichting op de initiatieven met vermelding van argumenten, namen van indieners en toe te kennen bedragen. Het college beslist over de subsidietoekenning.

2. De leden van de beoordelingsadviescommissie worden benoemd door het college. De commissie bestaat uit een vertegenwoordiging van: Platform Ondernemersverenigingen Neder-Betuwe OVNB Bedrijventerreinen (1x), Detailhandel/kernen (1x), Platform Recreatie & Toerisme (1x), Land- en Tuinbouw Organisatie Nederland (LTO) (1x), Tree Center Opheusden (TCO) (1x) en Koninklijke Horeca Nederland (KHN) (1x). Het plaatsnemen in de commissie en advisering door de leden is onbezoldigd. Ter ondersteuning van de commissie vervult een vertegenwoordiger namens de gemeente (ambtelijk/adviserend) een secretarisrol.

3. Bij de vergadering van de beoordelingsadviescommissie dienen minimaal 4 van de 6 leden aanwezig te zijn.

4. De beoordelingscommissie kiest een (technisch) voorzitter uit haar midden. De commissie wordt ondersteund door een ambtelijk ondersteuner, die de commissie faciliteert, maar niet betrokken is bij de (inhoudelijke) beoordeling.

5. De commissie weegt op basis van de doelen/criteria (zie artikel 3) welke aanvragen het meest kansrijk zijn, en toegevoegde waarde hebben, en stelt een ranking/prioritering voor met vermelding van de voorgestelde subsidiebedragen per projectaanvraag. De commissie brengt schriftelijk advies uit over de ingediende subsidieaanvragen. Het advies aan het college bevat en een korte toelichting ten aanzien van de voorgestelde verdeling van de beschikbare subsidiegelden. Hierbij geldt het jaarlijkse vastgestelde subsidieplafond als maximum van het in totaal toe te kennen bedrag.

6. Van aanvragen die van de beoordelingsadviescommissie een gelijkluidende beoordeling/ranking krijgen, hebben aanvragen waarin meer ondernemers deelnemen ten opzichte van de andere aanvraag met vergelijkbare beoordeling voorrang.

7. In het geval commissieleden indirect of direct betrokken zijn bij een subsidieaanvraag geldt dat het betreffende lid zich dient te onthouden van – vanuit een kennisvoorsprong - (voor)informeren over en/of toelichten van het ingediende voorstel, en zich bij de latere beoordeling tevens dient te onthouden van stemming over/scoren van de betreffende aanvraag.

1. Deze regeling treedt in werking op de dag na bekendmaking

2. De regeling de Nadere regel subsidie Lokaal Investeringsfonds Neder-Betuwe (LIF), vastgesteld bij collegebesluit d.d. 14 mei 2019 en 26 november 2019, wordt op de dag na bekendmaking ingetrokken, maar blijft van toepassing op subsidies die zijn verleend voor de subsidiejaren 2019 en 2020.

3. Deze regeling loopt tot en met subsidiejaar 2022.