Regeling vervallen per 16-06-2011

Marktverordening

Geldend van 16-06-2011 t/m 15-06-2011

Intitulé

Marktverordening

De raad van de gemeente Neder-Betuwe;

gelet op het bepaalde in artikel 151 van de Gemeentewet;

BESLUIT: Vast te stellen de volgende

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

1 In deze verordening wordt verstaan onder:

a. markt: de warenmarkt welke wordt gehouden op een door burgemeester en wethouders aangewezen plaats;

b. marktterrein: de gehele openbare of voor het publiek toegankelijke oppervlakte grond, die bij of krachtens artikel 1.a is aangewezen voor het uitoefenen van de markthandel;

c. standplaats: de ruimte die voor de duur van de markt door het college van burgemeester en wethouders is aangewezen voor het uitoefenen van de markthandel;

d. vaste plaats: een standplaats die tot de intrekking van de vergunning op grond van het in deze verordening bepaalde, ter beschikking wordt gesteld aan de vergunninghouder;

e. dagplaats: een standplaats die per marktdag beschikbaar wordt gesteld aan de vergunninghouder, omdat deze niet als vaste plaats is toegewezen dan wel ingenomen;

f. vergunninghouder of standplaatshouder: degene aan wie door het college van burgemeester en wethouders een vergunning is afgegeven om gedurende een markt een standplaats in te nemen;

g. marktmeester: de als zodanig door het college van burgemeester en wethouders aangewezen persoon;

h. branchepatroon: een door het college van burgemeester en wethouders vast te stellen lijst van branches en het aantal standplaatsen en/of meters verkooplengte per artikel of artikelengroep;

i. bederfelijke waar: handelswaren welke naar het oordeel van het college van burgemeester en wethouders ongeschikt zijn als koopwaar voor een gegadigde voor een standplaats (meeloper);

j. meeloper: de gegadigde voor een dagplaats;

2 In deze verordening wordt de mannelijke persoonsvorm gebruikt; waar dat het geval is, wordt de vrouwelijke persoonsvorm geacht er in te zijn begrepen.

 

Artikel 2 Tijdelijk andere plaats of dag

1 Het college van burgemeester en wethouders kan, indien dringende redenen daartoe noodzaken, tijdelijk een andere plaats voor het houden van de markt aanwijzen, of, bij het samenvallen van een marktdag met een dag als bedoeld in artikel 2, tweede lid van de Winkeltijdenwet een andere dag als marktdag aanwijzen of een dag als marktdag laten vervallen en tevens een andere tijd.

2 Zij brengen hun besluit dienaangaande tijdig ter kennis van belanghebbenden; van dit besluit wordt openbaar kennis gegeven conform de bepalingen in de Algemene wet bestuursrecht.

3 Het college van burgemeester en wethouders is gerechtigd om onder bijzondere en/of extreme omstandigheden, de koopman een andere plaats op de markt aan te wijzen, de verkoop op de markt eerder dan is vastgesteld te doen stoppen of de markt af te gelasten.

 

Artikel 3 Marktinrichting

1 Het college van burgemeester en wethouders bepaalt ten aanzien van de markt:

a. het aantal standplaatsen;

b. de afmeting van de standplaatsen;

c. de opstelling en de indeling van de markt;

d. welke gedeelten van het marktterrein bestemd zijn voor het verhandelen van bepaalde artikelen;

e. welke gedeelten van het marktterrein eventueel bestemd worden voor het plaatsen van verkoopwagens;

2 Het college van burgemeester en wethouders kan het branchepatroon vaststellen en een maximum aantal standplaatsen per branche.

3 Het college van burgemeester en wethouders kan grotere plaatsen toewijzen dan de standaardmaat van de op de markt in gebruik zijnde kramen, overeenkomstig door zijn tevoren vast te stellen en ter openbare kennis te brengen regelen.

 

Artikel 4 Verbod ruimte in te nemen

Het is verboden vanaf 22.00 uur op de dag voorafgaande aan de markt tot anderhalf uur na het einde van de markt op het als marktterrein aangewezen terreingedeelte, ruimte in te nemen met een voertuig, goederen of anderszins, zonder vergunning van het college van burgemeester en wethouders.

Artikel 5 Plaatsen opstallen

1 Het is verboden zonder vergunning van het college van burgemeester en wethouders op het als marktterrein aangewezen terreingedeelte gedurende de markt, marktkramen, tafels en dergelijke te plaatsen of op te slaan of gebruik te maken van verkoopwagens.

2 Het gebruik van instandwagens is uitsluitend toegestaan als deze voldoet aan nader door het college van burgemeester en wethouders te stellen voorschriften.

3 Het college van burgemeester en wethouders kan aan deze vergunning voorschriften verbinden.

 

Artikel 6 Verlichting

1 Het is verboden voor de verlichting van een standplaats gebruik te maken van andere dan elektrische verlichting, alsmede elektrische energie te betrekken van een ander dan degene, die door het college van burgemeester en wethouders voor het leveren van elektriciteit is aangewezen, dan wel zelf hierin te voorzien.

2 Het is een standplaatshouder verboden om meer dan 3 1/2 kWh per aansluiting van het marktelectriciteitsnet af te nemen.

3 Het college van burgemeester en wethouders kan van deze verboden ontheffing verlenen onder door hem te stellen voorschriften.

 

Artikel 7 Verboden goederen

1 Het is verboden artikelen, welke krachtens een besluit van het college van burgemeester en wethouders niet op de markt verhandeld mogen worden, op de markt in voorraad te houden, uit te stallen, ter verkoop aan te bieden of te verkopen.

2 Het college van burgemeester en wethouders kan, indien hij dit in het belang van de orde op de markt of van de volksgezondheid noodzakelijk voorkomt, de handel in bepaalde artikelen gedurende een bepaalde termijn verbieden.

 

Artikel 8 Marktcommissie

1 Het college kan een commissie van advies instellen die tot taak heeft het college te adviseren inzake marktaangelegenheden.

2 Het college kan nadere regels stellen met betrekking tot de samenstelling en werkwijze van deze marktcommissie.

 

Artikel 9 Nadere regels

Het college is bevoegd nadere regels te stellen betreffende het bepaalde in deze verordening.

Artikel 10 Voorschriften en beperkingen

1 Het college kan voorschriften en beperkingen verbinden aan een krachtens deze verordening verleende vergunning of ontheffing, ter bescherming van de belangen in verband waarmee de vergunning of ontheffing is vereist.

2 Degene aan wie krachtens deze verordening een vergunning of ontheffing is verleend, is verplicht de daaraan verbonden voorschriften en beperkingen in acht te nemen

 

Hoofdstuk 2 Toewijzing en bezetting van standplaatsen.

Artikel 11 Vaste plaatsen als regel

1 De standplaatsen op een markt worden als regel als vaste plaatsen toegewezen.

2 Een vrijgekomen vaste plaats wordt als dagplaats beschouwd en blijft als zodanig aangemerkt, zolang zij niet als vaste plaats is toegewezen.

 

Artikel 12 Vergunning college van burgemeester en wethouders

1 De toewijzing van standplaatsen geschiedt bij door het college van burgemeester en wethouders af te geven vergunning.

2 Het is verboden een andere standplaats in te nemen dan de plaats waarvoor de vergunning is afgegeven.

 

Artikel 13 Legitimatie

Een ieder, die een standplaats op de markt inneemt of wenst in te nemen, dient zich tegenover het college van burgemeester en wethouders te kunnen legitimeren door middel van een door een officiële instantie afgegeven, van een goedgelijkende foto voorzien, identiteitsbewijs. Hij moet dit identiteitsbewijs op eerste aanvrage aan de daartoe aangewezen ambtenaar tonen.

Artikel 14 Inschrijving gegadigden

1 Degene die voor een standplaats in aanmerking wil komen, dient het college van burgemeester en wethouders schriftelijk te verzoeken hem in te schrijven op een daartoe aangelegde meeloperslijst. Bij inschrijving op deze lijst worden, naast de datum van inschrijving, de artikelen of groepen van artikelen vermeld als bedoeld in de artikelengroepenlijst (artikel 3, tweede lid).

De betrokkene wordt daarvan een schriftelijk bewijs verstrekt.

2 Om voor inschrijving op de meeloperslijst in aanmerking te komen, dient men een handelingsbekwaam natuurlijk persoon te zijn en aangetoond te hebben dat men voldoet aan de voor ingeschreven gestelde vereisten (artikel 15, eerste lid, sub a en c), onverminderd de mogelijkheid van het college van burgemeester en wethouders om in bijzondere gevallen ontheffing te verlenen (artikel 15, tweede lid) en verplicht verzekerd te zijn (artikel 15, derde lid).

3 In afwijking van het bepaalde in het vorige lid, kan één wettig kind van een vaste standplaatshouder, dat gedurende de laatste 2 jaar, in loondienst, bij voortduring zijn ouder op diens vaste plaats bijstaat, op de in het eerste lid bedoelde lijst worden ingeschreven indien het persoonlijk voldoet aan de bij de toepasselijke vestigingsregeling gestelde eisen ter verkrijging van een vestigingsvergunning als bedoeld in de Vesti¬gingswetgeving.

4 De inschrijving op de meeloperslijst als wettig kind van een vaste standplaatshouder (artikel 14, derde lid) wordt doorgehaald zodra inschrijving op de lijst van vergunninghouders vaste plaats (artikel 16, tweede lid), kan plaatsvinden. Het feitelijk gebruik van rechten die uit inschrijving op bedoelde lijst voortvloeien blijft uitgesloten, zo lang het recht van de ouder op een vaste plaats blijft bestaan (artikel 17, derde lid).

5 Een inschrijving op de meeloperslijst als wettig kind van een vaste standplaatshouder (artikel 14, derde lid) kan worden gewijzigd in een inschrijving op de meeloperslijst van zelfstandige kooplui (artikel 14, tweede lid).

6 Kooplieden handelend in bederfelijke waar worden zo nodig, op grond van nader door het college van burgemeester en wethouders te stellen regels, opgeroepen wanneer daar behoefte aan is. Zij worden op de meeloperslijst (artikel 14, eerste lid) opgenomen

wanneer zij daadwerkelijk een al dan niet vaste plaats op een markt innemen.

 

Artikel 15 Vereisten ingeschrevenen

1 Om voor een vaste plaats in aanmerking te komen is vereist dat de aanvrager een handelingsbekwaam natuurlijk persoon is en aantoont:

a. dat hij voldaan heeft aan alle publiekrechtelijke verplichtingen op het gebied van bedrijfsuitoefening en bedrijfsorganisatie, dan wel dat hij als bedrijfsleider van een rechtspersoon die heeft voldaan aan alle publiekrechtelijke verplichtingen op het gebied van bedrijfsuitoefening en bedrijfsorganisatie, persoonlijk voldoet aan de bij de toepasselijke vestigingsregeling gestelde eisen ter verkrijging van een vesti¬gingsvergunning als bedoeld in de Vestigingswetgeving;

b. dat hij van het uitoefenen van handel zijn hoofdberoep maakt;

c. dat hij voldoende verzekerd is tegen vorderingen tot schadevergoeding, waartoe hij als gebruiker van een verkoopinrichting op een markt krachtens wettelijke aan¬sprakelijkheidsbepalingen zou kunnen worden verplicht wegens aan derden toe¬gebrachte schade. Betrokkene dient het college van burgemeester en wethouders jaarlijks het bewijs over te leggen dat de door hem ter zake verschuldigde premie is voldaan.

2 Het college van burgemeester en wethouders kan van het bepaalde dat de aanvrager die van het uitoefenen van de markthandel zijn hoofdberoep maakt (artikel 15, eerste lid, onder b) en dat aanvrager voldoende verzekerd is (artikel 15, eerste lid onder c.), in bijzondere gevallen ontheffing verlenen.

3 Een marktkoopman wordt geacht voldoende verzekerd te zijn (artikel 14, eerste lid onder c), indien hij een geldig bewijs van lidmaatschap overlegt van een organisatie die voor haar leden een collectieve verzekering heeft afgesloten.

4 Aanvrager behoort bovendien tenminste drie maanden op de meelopers-lijst (artikel 14, eerste lid), te zijn ingeschreven. Het college van burgemeester en wethouders kan van deze bepaling ontheffing verlenen.

 

Artikel 16 Schriftelijke vergunning vaste plaats

1. Van de toewijzing van een vaste plaats wordt door het college van burgemeester en wethouders aan de standplaatshouder een schriftelijke vergunning afgegeven, vermeldende:

a. de naam en voornamen, geboortedatum en -plaats alsmede woonplaats en adres;

b. een duidelijke omschrijving van de toegewezen vaste plaats met vermelding van het nummer daarvan;

c. de artikelen of groep van artikelen, welke door de standplaatshouder op de hem toegewezen standplaats mogen worden verkocht.

2 Vergunninghouders van vaste plaatsen worden met vermelding van en in volgorde van de datum waarop aan hen voor het eerst een vaste plaats is toegewezen, op een doorlo¬pend te nummeren ancienniteitenlijst ingeschreven.

Bij deze inschrijving worden tevens de artikelen of de groep van artikelen vermeld, welke door de standplaatshouder op de hem toegewezen standplaats mogen worden verkocht (artikel 16, eerste lid, onder c).

 

Artikel 17 Volgorde toewijzing vaste plaatsen

1 Bij de toewijzing van vaste plaatsen, waartoe op gezette tijden, doch tenminste eenmaal per jaar wordt overgegaan, komen daarvoor allereerst in aanmerking de vergunning¬houders van vaste plaatsen die aan het college van burgemeester en wethouders schriftelijk de wens te kennen hebben gegeven van standplaats te willen veranderen, zulks in de volgorde waarin zij op de ancienniteitenlijst (artikel 16, tweede lid), zijn inge¬schreven.

2 Na toepassing van het gestelde in het eerste lid van dit artikel komen in aanmerking degenen die zich op de meeloperslijst (artikel 14, eerste lid) hebben laten inschrijven en te kennen hebben gegeven tevens voor een vaste standplaats in aanmerking te willen

komen, dit op volgorde van inschrijving op deze lijst.

3 Degene die op de meeloperslijst als wettig kind van een vaste standplaatshouder (artikel 14, derde lid) is ingeschreven, kan geen vaste plaats worden toegewezen zo lang het recht van zijn ouder op een vaste plaats bestaat; wèl wordt hij, als hij op grond van de

bepalingen in dit artikel aan de beurt is voor het verwerven van een vaste plaats, inge¬schreven op de ancienniteitenlijst (artikel 16, tweede lid).

4 Indien voor de markt een indeling per artikel of artikelengroep is vastgesteld, wordt hiermee rekening gehouden bij toepassing van het bepaalde in de voorgaande leden, overeenkomstig door het college van burgemeester en wethouders tevoren vast te stellen en ter openbare kennis te brengen regelen.

 

Artikel 18 Intrekking vergunning vaste plaats

1 De vergunning voor een vaste plaats wordt ingetrokken:

a. op schriftelijk verzoek van de vergunninghouder;

b. bij overlijden van de vergunninghouder, behoudens het bepaalde in het vierde lid van dit artikel;

c. wanneer behoudens met ontheffing van het college van burgemeester en wethouders in bijzondere gevallen (artikel 15, tweede lid) niet langer wordt voldaan aan de voor ingeschrevenen gestelde vereisten (artikel 15, eerste lid) en onver¬minderd de plicht om aan te tonen dat men verzekerd is (artikel 15, derde lid);

d. indien de vergunninghouder gedurende drie achtereenvolgende weken en vijf markten in een periode van negen weken zijn plaats op de markt niet inneemt, zulks met inachtneming van het bepaalde omtrent ziekte (artikel 21), vakantie (artikel 22) en vervanging (artikel 23).

e. niet of niet tijdig het verschuldigde marktgeld voldoet, dat wordt geheven op grond van artikel 229 van de Gemeentewet.

2. De vergunning voor een vaste plaats wordt eveneens ingetrokken van degene die, gedurende een tijdvak van vierentwintig achtereenvolgende maanden, van het recht op het innemen van een vaste plaats persoonlijk geen of nagenoeg geen gebruik heeft kunnen maken.

3 Indien het bepaalde in de beide voorgaande leden toepassing vindt, wordt de inschrij¬ving op de ancienniteitenlijst (artikel 16, tweede lid), doorgehaald.

4 Bij het overlijden van de vergunninghouder en in het geval intrekking van de vergunning van degene die gedurende een tijdvak van 24 achtereenvolgende maanden van het recht op het innemen van een vaste plaats persoonlijk geen of nagenoeg geen gebruik heeft kunnen maken, bijvoorbeeld wegens ziekte en/of buiten zijn schuld (artikel 18, tweede lid), wordt de vergunning voor de vaste plaats overgeschreven op de over¬blijvende echtgenoot of daarmee gelijkgestelde, indien een daartoe strekkend schriftelijk verzoek binnen drie maanden na het overlijden dan wel na het verstrijken van genoemde termijn van 24 maanden bij het college van burgemeester en wethouders wordt ingediend.

Indien de aanvrager, bedoeld in de vorige alinea, vergunning heeft voor een andere vaste plaats op dezelfde markt, wordt de vergunning voor die plaats ingetrokken. De in¬schrijving op de ancienniteitenlijst (artikel 16, tweede lid), wordt dienovereenkomstig gewijzigd.

5 In het geval er sprake is van hetgeen gesteld is in dit artikel onder het eerste lid sub a of b of het gestelde onder het tweede en het vierde lid niet van toepassing is, kan het meewerkend kind als bedoeld in artikel 14, derde lid, dan wel een wettig kind, als

tweede of de vaste medewerker die de laatste vijf jaren op de markt bij de vaste koopman op de loonlijst heeft gestaan als laatste, binnen 3 maanden schriftelijk aan het college van burgemeester en wethouders verzoeken de standplaats te mogen overnemen, waarbij voldaan moet worden aan de eisen die gesteld worden ten aanzien van de ancienniteitenlijst (artikel 17, eerste en derde lid) en aan de meeloperslijst (artikel 17, tweede lid).

6 Het college van burgemeester en wethouders is mits aan de bepalingen in de Vestigingswetgeving wordt voldaan bevoegd, in bijzondere omstandigheden, bij gemoti¬veerd besluit, af te wijken van het bepaalde in dit artikel.

 

Artikel 19 Tijdstip bezetten vaste plaats

1 Degene aan wie een vergunning is afgegeven, dient de standplaats uiterlijk een half uur vóór de aanvang van de markt bezet te hebben, bij gebreke waarvan de betreffende plaats voor die dag als dagplaats wordt aangemerkt.

2 Het bepaalde in het vorige lid is niet van toepassing, indien de vergunninghouder het college van burgemeester en wethouders vóór dit tijdstip onder opgave van een geldige reden, welke hem belet tijdig aanwezig te zijn, heeft verzocht de plaats vrij te houden.

 

Artikel 20 Toewijzing dagplaatsen

1 Om voor een dagplaats in aanmerking te komen, dient aanvrager op de meeloperslijst (artikel 14, eerste lid) te zijn ingeschreven. Toewijzing van dagplaatsen geschiedt bij door het college van burgemeester en wethouders af te geven vergunning op het vastgestelde tijdstip (artikel 19, eerste lid), in volgorde van de datum van inschrijving op de meeloperslijst.

2 Aan het wettig kind van de vaste standplaatshouder dat op de meeloperslijst staat ingeschreven (artikel 14, derde lid), kan geen dagplaats worden toegewezen zo lang zijn ouder vergunninghouder van een vaste plaats is.

3 Indien voor de markt een branchepatroon is vastgesteld, wordt hiermee rekening gehouden bij toepassing van het bepaalde in het eerste lid, overeenkomstig door het college van burgemeester en wethouders vast te stellen en ter openbare kennis te brengen regelen.

 

Artikel 21 Doorhalen inschrijving lijst van gegadigden

1 De inschrijving op de meeloperslijst (artikel 14, eerste lid), voor een standplaats wordt doorgehaald:

a. op schriftelijk verzoek van de ingeschrevene;

b. bij overlijden van de ingeschrevene;

c. wanneer niet langer wordt voldaan aan één of meer van de eisen die gelden ten aanzien van ingeschrevenen (artikel 14, tweede lid), danwel aan de eisen tot inschrijving van een wettig kind van een vaste standplaatshouder (artikel 14, derde lid) en

d. wanneer het volgende van toepassing is indien de ingeschrevene niet tenminste eenmaal per drie weken een plaats op de markt inneemt of zich bij de markt¬meester heeft aangemeld en getracht heeft een dagplaats te verkrijgen:

- het een meewerkend op de meeloperslijst ingeschreven kind van een standplaatshouder betreft (artikel 19, tweede lid),

- bij ziekte (artikel 23),

- in geval van vakantie (artikel 24) en/of

- bij vervanging in bijzondere omstandigheden (artikel 25).

e. wanneer aan de ingeschrevene een vergunning voor een vaste plaats is afgegeven, tenzij hij die vergunning niet aanvaardt op grond van een door het college van burgemeester en wethouders geldig geachte reden.

 

Artikel 22 Persoonlijk innemen standplaatsen

1 Een standplaats moet door de vergunninghouder persoonlijk worden ingenomen; hij mag de standplaats derhalve niet aan een ander afstaan of in gebruik geven.

2 De vergunninghouder mag zich op de standplaats doen bijstaan.

 

Artikel 23 Regeling bij ziekte (ziekmelding)

1 Vergunninghouders van vaste plaatsen, die wegens ziekte verhinderd zijn hun stand¬plaats te bezetten, alsmede degenen die ingeschreven staan op de meeloperslijst (artikel 14, eerste lid) en die zich om dezelfde reden niet ter markt kunnen melden, dienen het

college van burgemeester en wethouders daarvan schriftelijk in kennis te stellen.

2 Deze schriftelijke mededeling dient tijdig vóór de betreffende marktdag te worden ingezonden. Bij plotselinge verhindering moet de mededeling mondeling of telefonisch worden gedaan, gevolgd door een schriftelijke bevestiging van deze melding, als verwacht mag worden dat de ziekte langer dan twee marktdagen gaat duren.

3 Bij langdurige afwezigheid van een vergunninghouder wegens ziekte, dient ten bewijze van deze reden van verhindering iedere drie maanden een geneeskundige verklaring te worden overgelegd.

Het college van burgemeester en wethouders kan van het overleggen van deze verklaring ontheffing verlenen.

4 Indien de in het vorige lid bedoelde verklaring van een geneeskundige niet wordt overgelegd of indien naar het oordeel van het college van burgemeester en wethouders behoefte bestaat aan nadere informatie, dient de vergunninghouder een keuring te ondergaan bij een door het college van burgemeester en wethouders aan te wijzen geneeskundige.

Indien blijkt dat vergunninghouder niet in zijn recht staat, worden hem de kosten van de keuring in rekening gebracht.

 

Artikel 24 Regeling bij vakantie

1 Degenen die ingeschreven staan als meelopers (artikel 14) en als vaste standplaatshouders (artikel 16, tweede lid) en die wegens vakantie een markt niet kunnen bezoeken, dienen daarvan tijdig onder opgave van de duur van de vakantie, met inachtneming van het hierna in het tweede lid bepaalde, schriftelijk mededeling te doen aan het college van burgemeester en wethouders.

2 De regeling inzake de opkomstfrequentie (artikel 18, eerste lid, onder d), alsmede de regeling inzake de meldingsplicht (artikel 21, onder d) teneinde de inschrijving op de meeloperslijst (artikel 14, eerste lid) gehandhaafd te doen blijven, blijven per kalender¬jaar ten hoogste vier marktdagen buiten werking, indien de rechthebbende, na te hebben voldaan aan het in het eerste lid genoemde voorschrift, wegens vakantie afwezig is.

3 De rechthebbenden als hierboven bedoeld kunnen op buitenwerkingstelling van de in het tweede lid aangeduide regelingen alleen dan aanspraak maken, indien zij op de markt¬dag, voorafgaande aan hun afwezigheid wegens vakantie, de hun toegewezen plaats hebben bezet, dan wel als op de in artikel 14, eerste lid, bedoelde lijst ingeschreven gegadigden een plaats hebben toegewezen gekregen of blijkens hun aanmelding bij de dienstdoende marktmeester getracht hebben een plaats te verkrijgen.

4 De rechthebbenden als bedoeld in het tweede lid hebben voorts, tot behoud van hun eerder omschreven rechten, de verplichting op de eerste marktdag, volgend op die, waarop zij - binnen het in het tweede lid gestelde maximum aantal marktdagen - wegens vakantie afwezig waren, hun vaste plaats weer in te nemen dan wel zich weer ter markt te melden teneinde te trachten een opengebleven marktplaats toegewezen te krijgen.

 

Artikel 25 Vervanging

1 In bijzondere omstandigheden kan door het college van burgemeester en wethouders aan hen, die zijn ingeschreven op de lijst van vergunninghouders (artikel 16, tweede lid) of aan hen, die ingeschreven zijn op de meeloperslijst (artikel 14, eerste lid) op schrif¬telijk verzoek tijdelijk ontheffing worden verleend van de verplichting om zelf op hun vaste plaats aanwezig te zijn, dan wel zich bij de marktmeester aan te melden voor het verkrijgen van een dagplaats.

2 In de gevallen, bedoeld in het eerste lid van dit artikel, alsmede in geval van ziekte (artikel 23) of vakantie (artikel 24), kan het college van burgemeester en wethouders de vergunninghouder van een vaste plaats vergunning verlenen zich te laten vervangen.

 

Hoofdstuk 3 Overige maatregelen van orde.

Artikel 26 Tijdstip aan- en afvoer van goederen

1 Het is verboden eerder dan twee uur vóór de aanvang van de markt goederen of waren ter markt aan te voeren. De aanvoer moet zijn beëindigd op het aanvangsuur van de markt, behoudens bijzondere omstandigheden, zulks ter beoordeling van het college van burgemeester en wethouders en behoudens ter aanvulling van de voorraad na het aanvangsuur.

2 De afvoer moet zijn beëindigd en de voertuigen moeten verwijderd zijn uiterlijk één uur na de sluitingstijd van de markt.

 

Artikel 27 Innemen standplaats tot sluitingstijd markt

De vergunninghouder is verplicht zijn standplaats tot de sluitingstijd van de markt te blijven innemen, waarbij hij zijn handelswaar op de kraam of stal uitgestald dient te hebben. Het college van burgemeester en wethouders kan in bijzondere gevallen, te hunner beoordeling, van deze bepaling ontheffing verlenen.

 

Artikel 28 Parkeren marktvoertuigen

Het is verboden rij- en voertuigen, waarmee goederen of waren ter markt worden of zijn aangevoerd, op de markt aanwezig te hebben op een andere plaats dan die, welke door het college van burgemeester en wethouders is aangewezen.

 

Artikel 29 Verboden

Het is de standplaatshouder verboden:

a. zich, behoudens ontheffing van het college van burgemeester en wethouders langer dan zestig (60) minuten van zijn uitstalling te verwijderen; gedurende deze tijd mag hij zijn standplaats niet onbeheerd achterlaten;

b. op het marktterrein op een andere dan voor de markt bestemde tijd goederen of waren te koop aan te bieden, te verkopen of af te leveren;

c. meer ruimte in te nemen dan hem is toegewezen;

d. de in gebruikgenomen marktkraam of de opstal op zijn standplaats tijdens de markt af te breken of te verplaatsen;

e. de doorgang in de wandelgangen op en langs het marktterrein op enigerlei wijze te hinderen of te belemmeren;

f. zich, behoudens ontheffing van het college van burgemeester en wethouders, aan de voorzijde van de standplaats op te houden bij het te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen of waren;

g. op de standplaats andere goederen of waren in voorraad te hebben dan die, waarvoor vergunning is verleend.

h. op de markt afval aan te voeren. Onder afval wordt mede verstaan waren of goederen of partijen daarvan, die geheel of in belangrijke mate ongeschikt zijn om te verhandelen.

 

Artikel 30 Verzorging standplaats

1 De vergunninghouder is verplicht er zorg voor te dragen dat zijn standplaats, zulks ter beoordeling van het college van burgemeester en wethouders, steeds een goed verzorgd aanzien biedt;

2 Hij dient zijn kraam aan de voorzijde tussen verkoopblad en grond af te schermen.

3 Tijdens de markt dient de ingenomen standplaats doorlopend verzorgd uit te zien.

4 Alvorens hij het marktterrein verlaat, dient hij zijn standplaats en de onmiddellijke omgeving daarvan schoon op te leveren. Het van zijn inrichting afkomstige ingezamelde afval dient door hemzelf en voor zover dit in verband met de hoeveelheid noodzakelijk is, door een door hem voor zijn rekening ingeschakelde inzamelende bedrijf, te worden afgevoerd.

5 Het college van burgemeester en wethouders kan indien de exploitatiekosten daartoe aanleiding geven ten aanzien van het afvoeren van afval nadere regels stellen.

 

Artikel 31 Geluid

1 Het is verboden tijdens de markt op het marktterrein gebruik te maken van luidsprekers, versterkers en andere middelen ter versterking van het geluid of het ten gehore brengen van muziek.

2 Het college van burgemeester en wethouders kan in bijzondere gevallen van de in het eerste lid gestelde verbod ontheffing verlenen, onder door hen te stellen voorschriften.

 

Artikel 32 Koken, bakken, verwarmen

1 Het is de vergunninghouder verboden verwarmingstoestellen en/of bak- en kook¬installaties te gebruiken die niet aangesloten kunnen worden op de door of vanwege de gemeente geplaatste electriciteitskast.

2 Het college van burgemeester en wethouders kan de commandant van de Brandweer gehoord van het in het eerste lid gestelde verbod ontheffing verlenen onder door hen te stellen voorschriften.

 

Artikel 33 Afvalbakken

Vergunninghouders aan wie tevens vergunning is verleend op hun standplaats geringe eet- en drinkwaren voor consumptie gereed te maken, dienen aan de voorzijde van hun marktkraam of verkoopgelegenheid een tweetal afvalbakken van voldoende grootte te plaatsen.

Artikel 34 Naamsaanduiding op standplaats

Vergunninghouders zijn verplicht gedurende de tijd dat zij hun goederen of waren voor de verkoop aanbieden, op een duidelijk zichtbare plaats aan hun marktkraam of verkoopgelegen¬heid een bord te hebben, waarop duidelijk leesbaar de voorletters en de naam van de recht¬hebbende op de betreffende standplaats zijn aangegeven.

Artikel 35 Duidelijke prijsaanduidingen

Onverminderd het bepaalde in het Besluit prijsaanduiding goederen, dient, indien de voor de verkoop aangeboden goederen of waren geprijsd worden, de prijsaanduiding tot generlei misverstand aanleiding te kunnen geven en voor het publiek duidelijk leesbaar te zijn.

Artikel 36 Hygiëne

De vergunninghouder aan wie tevens vergunning is verleend tot de verkoop van eet- en drinkwaren, is verplicht, onverminderd het bepaalde in de warenwetgeving, zijn goederen of waren op zodanige wijze uit te stallen, dat zij voldoende beschermd zijn tegen verontreiniging door stof, vuil of anderszins.

Artikel 37 Meet- en weegwerktuigen

1 Onverminderd het bepaalde in de IJkwet en het IJkreglement, is de vergunninghouder die zijn goederen of waren per maat of gewicht verkoopt, verplicht ervoor zorg te dragen dat zijn meet- of weegwerktuigen in deugdelijke staat verkeren.

2 Het weegwerktuig moet zodanig aan de naar het publiek gekeerde zijde van de standplaats zijn geplaatst of aangebracht, dat het daarop bij weging aangegeven gewicht steeds voor het publiek duidelijk leesbaar is.

 

Artikel 38 Voertuigen op het marktterrein

1 Behoudens het bepaalde in artikel 27, is het verboden zich op marktdagen met een voertuig op het als marktterrein aangewezen gedeelte te bevinden of een voertuig op dit marktterreingedeelte aanwezig te hebben.

2 Onder een voertuig wordt in deze verordening verstaan elk object dat ten doel heeft over enige afstand een of meer personen of goederen te vervoeren.

3 Niet onder de werking van het bepaalde in het eerste lid vallen kinderwagens, boodschappenwagentjes, rolstoelen en aan de hand meegevoerde fietsen en bromfietsen met uitgeschakelde motor.

4 Het college van burgemeester en wethouders kan van het bepaalde in het eerste lid gestelde verbod ontheffing verlenen onder door het te stellen voorschriften.

 

Artikel 39 Venten op het marktterrein

1 Het is verboden op het marktterrein tijdens de duur van de markt met goederen of waren voor de verkoop rond te lopen of te rijden.

2 Van het bepaalde in het eerste lid kan door het college van burgemeester en wethouders ontheffing worden verleend, voor zoveel betreft de verkoop van alcoholvrije dranken en geringe eet- en drinkwaren ten behoeve van de vergunninghouders.

 

Artikel 40 Gedrukte stukken; propaganda

1 Op grond van het bepaalde in artikel 2.1.3.1 van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Neder-Betuwe kan het college van burgemeester en wethouders het venten met of het verspreiden van gedrukte of geschreven stukken of afbeeldingen, dan wel het

voeren van godsdienstige, politieke of andere propaganda, tijdens de duur van de markt op het marktterrein verbieden of beperken.

2 Onder het voeren van propaganda als in het eerste lid bedoeld, wordt niet verstaan het door de standplaatshouders aanprijzen van koopwaar op de markt.

 

Hoofdstuk 4 Nadere regels te stellen door het college van burgemeester en wethouders.

Artikel 41 Vaststelling Uitvoeringsreglement

Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd nadere regelen te stellen betreffende het in deze verordening bepaalde, waartoe zij een Uitvoeringsreglement kan vaststellen.

Hoofdstuk 5 Straf- en slotbepalingen

Artikel 42 Ogenblikkelijke verwijdering

Degene die in strijd handelt met het bij of krachtens deze verordening bepaalde of zich aan wangedrag of bedrog op de markt schuldig maakt, het marktpersoneel in de uitoefening van zijn taak belemmert, dan wel direct of indirect de orde op de markt verstoort of in gevaar brengt, dan wel op een hem toegewezen standwerkersplaats niet als standwerker actief is, een en ander ter beoordeling van het college van burgemeester en wethouders, kan, onverminderd het bepaalde in de artikelen 40 en 41, door het college van burgemeester en wethouders gelast worden zich met zijn goederen of waren ogenblikkelijk van de markt te verwijderen, aan welke last onmiddellijk gevolg dient te worden gegeven.

Artikel 43 Intrekken vergunning en schorsing

1 Het college van burgemeester en wethouders kan de vergunning voor een vaste plaats, al dan niet voorwaardelijk, intrekken of de inschrijving op de in artikel 14, eerste lid, bedoelde lijst doorhalen, dan wel de standplaatsvergunning telkens voor ten hoogste twee achtereenvolgende marktdagen intrekken, indien:

a. de vergunninghouder het bij of krachtens deze verordening bepaalde overtreedt;

b. van de plaats gebruik wordt gemaakt, strijdig met het doel waarvoor zij is bestemd;

c. de vergunninghouder zich schuldig maakt aan wangedrag.

 

Artikel 44 Geldboete en hechtenis

Overtreding van het bepaalde bij of krachtens deze verordening wordt gestraft met een geldboete van de tweede categorie of hechtenis van ten hoogste 2 maanden.

Artikel 45 Citeerartikel

Deze verordening kan worden aangehaald als Marktverordening.

Artikel 46 In werking treden

1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na de bekendmaking, tenzij er hierover een referendum zal worden gehouden.

2. Op dat tijdstip vervalt de Marktverordening van de gemeente Kesteren.

 

Ondertekening

Besloten in de raadsvergadering van 2 januari 2002,
de voorzitter