Regeling vervallen per 01-01-2018

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Nederweert houdende regels omtrent financieel beleid, beheer en inrichting Financiële beheersverordening gemeente Nederweert 2017

Geldend van 01-01-2017 t/m 31-12-2017

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Nederweert houdende regels omtrent financieel beleid, beheer en inrichting Financiële beheersverordening gemeente Nederweert 2017

Verordening op de uitgangspunten voor het financieel beleid,

alsmede voor het financieel beheer en voor de inrichting van de

financiële organisatie van de gemeente Nederweert.

Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen

Artikel 1 Defenities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    administratie:

    het systematisch verzamelen, vastleggen, verwerken en verstrekken van informatie ten behoeve van het besturen, het functioneren en het beheersen van (onderdelen van) de organisatie van de gemeente Nederweert en ten behoeve van de verantwoording die daarover moet worden afgelegd.

     

  • b.

    doelmatigheid:

    het realiseren van bepaalde prestaties met een zo beperkt mogelijke inzet van middelen.

     

  • c.

    doeltreffendheid:

    de mate waarin de beoogde maatschappelijke effecten van het beleid ook daadwerkelijk worden behaald.

     

  • d.

    rechtmatigheid:

    het in overeenstemming zijn met geldende wet- en regelgeving, waaronder gemeentelijke verordeningen en raadsbesluiten.

     

Hoofdstuk 2 Begroting en verantwoording

Artikel 2 Kadernota

  • a.

    Het college biedt de raad jaarlijks een kadernota aan met daarin opgenomen de kaders voor het volgende begrotingsjaar en minstens drie daaropvolgende jaren.

  • b.

    In deze kadernota worden de bevindingen betrokken uit de laatst vastgestelde programmabegroting, alsmede uit de programmaverantwoording (jaarverslag/ jaarrekening).

  • c.

    De raad stelt de hier genoemde kadernota vast.

Artikel 3 Programmabegroting

  • 1. De raad stelt bij de aanvang van de nieuwe raadsperiode de programma-indeling voor de komende raadsperiode vast. Bij iedere begroting wordt een overzicht gegeven van de toedeling van de producten uit de productenraming aan de programma’s.

  • 2. De raad stelt per programma vast:

    • a.

      de beoogde maatschappelijke effecten (wat willen we bereiken?);

    • b.

      de te leveren prestaties (wat doen we daarvoor?);

    • c.

      de baten en lasten (wat mag het kosten?)

  • 3. Het college stelt per programma indicatoren voor met betrekking tot de beoogde maatschappelijke effecten en de te leveren prestaties/producten.

  • 4. De raad stelt de indicatoren, bedoeld in het derdel lid, vast.

  • 5. De raad autoriseert met het vaststellen van de begroting de totale lasten en de totale baten per programma en het overzicht algemene dekkingsmiddelen.

  • 6. Voor de investeringen in de loop van het begrotingsjaar van meer dan € 5.000,00, die niet in de begroting zijn opgenomen, legt het college vooraf, voor het aangaan van verplichtingen, een investeringsvoorstel en een voorstel voor het autoriseren van een investeringskrediet aan de raad voor.

Artikel 4 Uitvoering begroting

  • 1. Het college draagt ten aanzien van de productraming er zorg voor dat:

    • a.

      de baten en lasten, door middel van kostentoerekening, eenduidig zijn toegewezen aan de producten van de productenraming;

    • b.

      de budgetten uit de productenraming en kredieten voor investeringen passen binnen de kaders zoals door de raad geautoriseerd;

    • c.

      de lasten van de producten niet dusdanig worden overschreden dat de realisatie van andere producten binnen hetzelfde programma onder druk komt.

  • 2. Het college draagt er zorg voor dat de netto-lasten (na aftrek van gerealiseerde inkomsten) van de programma’s zoals geautoriseerd in de (gewijzigde) begroting niet worden overschreden.

  • 3. Voorzienbare mutaties in de totale baten en lasten per programma in de loop van het begrotingsjaar worden door het college ter vaststelling aan de raad voorgelegd.

Artikel 5 Tussentijdse rapportage en informatie

Het college informeert de raad twee maal per jaar door middel van een tussentijdse rapportage, genaamd “Bestuursrapportage” over de realisatie van programmabegroting van het lopende boekjaar. Deze rapportages bevatten een financiële begrotingsbijstelling, inclusief onderbouwing en een beleidsinhoudelijke verantwoording per programma, die de raad ter vaststelling wordt voorgelegd.

Hoofdstuk 3 Financieel Beleid

Artikel 6 Financiële positie

  • 1. Het college draag er zorg vor, dat al het beleid waartoe de raad heeft besloten, in de begroting en meerjarenramingen is opgenomen.

  • 2. De raad autoriseert met het vaststellen van de begroting de investeringskredieten.

Artikel 7 Waardering & afschrijving vaste activa

  • 1. Geactiveerde kosten voor onderzoek en ontwikkeling voor een bepaald actief en het saldo van agio en disagio worden lineair in maximaal 5 jaar afgeschreven.

  • 2. Kosten voor het afsluiten van geldleningen worden direct ten laste van de exploitatie gebracht.

  • 3. Materiële vaste activa met economisch nut, waarbij vervanging op termijn noodzakelijk is, worden annuïtair afgeschreven in maximaal 40 jaar.

  • 4. Materiële vaste activa met economisch nut, waarbij vervanging op termijn niet aan de orde is, worden lineair afgeschreven in maximaal 40 jaar.

  • 5. Op de kosten van aankoop van gronden en terreinen wordt niet afgeschreven.

  • 6. Aankoop en vervaardiging van activa met een meerjarig maatschappelijk nut wordt onder aftrek van bijdrage van derden in maximaal 40 jaar afgeschreven op basis van annuïteit als op termijn vervanging aan de orde is en op lineaire basis als op termijn geen vervanging aan de orde is.

  • 7. De rente toerekening aan de activa wordt voor de totale levensduur van de activa bepaald op basis van het door de raad jaarlijks bij de begrotingsvaststelling te bepalen rentepercentage voor investeringen in het begrotingsjaar

  • 8. Bovenstaande bepalingen gelden voor investeringen vanaf inwerkingtreding van deze verordening.

Artikel 8 Voorzieningen voor oninbare vordeningen

Voor openstaande vorderingen betreffende gemeentelijke belastingen en heffingen en overige vorderingen wordt een voorziening wegens oninbaarheid gevormd op basis van een beoordeling op inbaarheid van de openstaande vorderingen per balansdatum.

Artikel 9 Kostprijsberekening

  • 1. Voor het bepalen van de geraamde kostprijs van goederen, werken en diensten wordt een systeem van kostentoerekening gehanteerd. Bij de kostentoerekening worden naast de directe kosten alleen die indirecte kosten betrokken, die rechtstreeks samenhangen met de door de gemeente verleende diensten.

  • 2. De toerekening van overhead aan de heffingen waarbij kosten in rekening worden gebracht geschiedt op basis van de personeelslasten met de formule: ((Personeelslasten taakveld)/(totale personeelslasten alle taakvelden exclusief overhead)) x overhead = opslag taakveld..

Artikel 10 Financieringsfunctie

Het college neemt bij de uitvoering van de financieringsfunctie richtlijnen voor taken en bevoegdheden, de verantwoordingsrelaties en de bijbehorende informatievoorziening in acht, die zijn vastgelegd in het treasurystatuut.

Hoofdstuk 4 Financieel beheer

Artikel 11 Administratie

De administratie is zodanig van opzet en werking, dat zij in ieder geval dienstbaar is

voor:

  • a.

    het sturen en het beheersen van activiteiten en processen in de gemeente als geheel;

  • b.

    het verstrekken van informatie over ontwikkelingen in de omvang van activa met economisch nut, activa met maatschappelijk nut, voorraden, vorderingen en schulden, enzovoorts;

  • c.

    het verschaffen van informatie aan de budgethouders en voor het maken van kostencalculaties;

  • d.

    het verschaffen van informatie over indicatoren met betrekking tot de gemeentelijke productie van goederen en diensten en de maatschappelijke effecten van het gemeentelijke beleid;

  • e.

    het afleggen van verantwoording over de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en de ter zake geldende wet- en regelgeving;

  • f.

    de controle van de registratie van gegevens als zodanig en van de daaraan ontleende informatie alsmede voor de controle op de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen.

Artikel 12 Financiële organisatie

Het college draagt de zorg voor:

  • a.

    een eenduidige indeling van de gemeentelijke organisatie;

  • b.

    een adequate scheiding van taken, functies, bevoegdheden en verantwoordelijkheden, zodat aan de eisen van interne controle wordt voldaan en de betrouwbaarheid van de verstrekte informatie aan beleids- en beheersorganen is gewaarborgd;

  • c.

    de verlening van mandaten en volmachten voor het aangaan van verplichtingen ten laste van de toegekende budgetten en investeringskredieten.

Artikel 13 Interne controle

Het college zorgt, ten behoeve van het getrouwe beeld van de jaarrekening en de rechtmatigheid van de baten, lasten en de balansmutaties, voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking en de rechtmatigheid van de beheershandelingen. Bij afwijkingen neemt het college maatregelen tot herstel.

Hoofdstuk 5 Slotbepalingen

Artikel 14 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking per 1 januari 2017.

  • 2. De bij raadsbesluit van 23 maart 2010 vastgestelde "Financiële beheersverordening gemeente Nederweert "wordt ingetrokken.

Artikel 15 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald onder de naam “Financiële beheersverordening gemeente Nederweert 2017”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 13 december 2016.
De raad voornoemd,
De raadsgriffier, De voorzitter,
E.G. Schrier H.F.M. Evers