Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR650149
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR650149/1
Regeling vervallen per 01-01-2022
Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Nederweert houdende regels omtrent de heffing en de invordering van rioolheffing (Verordening rioolheffing 2021)
Geldend van 24-12-2020 t/m 31-12-2021
Intitulé
Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Nederweert houdende regels omtrent de heffing en de invordering van rioolheffing (Verordening rioolheffing 2021)De raad van de gemeente Nederweert;
gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 1 december 2020,
nummer BW-20-03278;
gelet op artikel 228a van de Gemeentewet;
b e s l u i t :
vast te stellen de:
“Verordening op de heffing en invordering van rioolheffing 2021”.
Artikel 1 Definities
In deze verordening wordt verstaan onder:
- •
gemeentelijke riolering: een voorziening of combinatie van voorzieningen voor inzameling, verwerking, zuivering of transport van afvalwater, hemelwater of grondwater, in eigendom, in beheer of in onderhoud bij de gemeente;
- •
water: huishoudelijk afvalwater, bedrijfsafvalwater, hemelwater, grondwater of oppervlaktewater.
Artikel 2 Aard van de belasting
Onder de naam rioolheffing wordt een directe belasting geheven ter bestrijding van de kosten die voor de gemeente verbonden zijn aan:
- a.
de inzameling en het transport van huishoudelijk afvalwater en bedrijfsafvalwater, alsmede de zuivering van huishoudelijk afvalwater; en
- b.
de inzameling van afvloeiend hemelwater en de verwerking van het ingezamelde hemelwater, alsmede het treffen van maatregelen teneinde structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken.
Artikel 3 Belastbaar feit en belastingplicht
-
1. De belasting wordt geheven van degene die bij het begin van het belastingjaar het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht van een perceel dat direct of indirect is aangesloten op de gemeentelijke riolering, verder te noemen: eigenarendeel.
-
2. Voor het eigenarendeel wordt, als het perceel een onroerende zaak is, als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht aangemerkt degene die bij het begin van het belastingjaar als zodanig in de basisregistratie kadaster is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is.
Artikel 4 Voorwerp van de belasting
-
1. Voorwerp van de belasting is een perceel.
-
2. Als perceel wordt aangemerkt:
- a.
de onroerende zaak, bedoeld in hoofdstuk III van de Wet waardering onroerende zaken;
- b.
de roerende zaak, welke duurzaam aan een plaats gebonden is;
- c.
een gedeelte van een in onderdeel b bedoelde roerende zaak dat blijkens zijn indeling is bestemd om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt;
- d.
een samenstel van twee of meer in onderdeel b bedoelde roerende zaken of in onderdeel c bedoelde gedeelten daarvan die bij dezelfde persoon in gebruik zijn en die, naar omstandigheden beoordeeld, bij elkaar behoren;
- e.
het binnen de gemeente gelegen deel van de in onderdeel b bedoelde roerende zaak, van een in onderdeel c bedoeld gedeelte daarvan of van een in onderdeel d bedoeld samenstel.
- a.
Artikel 5 Maatstaf van heffing
De belasting wordt geheven naar een vast bedrag per perceel.
Artikel 6 Belastingtarieven
-
1. Het tarief voor het eigenarendeel bedraagt € 280,90.
-
2. In afwijking van het bepaalde in het vorige lid, bedraagt de belasting voor bebouwde percelen waarvan de WOZ-waarde kleiner dan € 25.000 is en waarvan alleen lozing van hemelwater plaatsvindt € 28,09.
Artikel 7 Belastingjaar
Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
Artikel 8 Wijze van heffing
De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.
Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
-
1. De belasting, als bedoeld in artikel 3, eerste lid, is verschuldigd bij de aanvang van het belastingjaar.
-
2. Belastingbedragen van minder dan € 5,00 worden niet geheven.
-
3. Voor de toepassing van het vorig lid wordt het totaal van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen aangemerkt als één belastingbedrag.
Artikel 10 Termijnen van betaling
-
1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet een aanslag
worden betaald in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede termijn een maand later.
-
2. In afwijking van het eerste lid geldt, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet
verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat en het bedrag daarvan
niet hoger is dan € 20.000,- en zolang de verschuldigde bedragen door middel van
automatische incasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog niet geëindigde maanden in het kalenderjaar overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen ten minste vier en ten hoogste tien bedraagt.
-
3. Betaling van de termijnen zoals bedoeld in de leden 1 en 2 is mogelijk via automatische
incasso, mits wordt voldaan aan de voorwaarden van de Uitvoeringsregeling automatische
incasso van de Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen (BsGW).
-
4. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.
Artikel 11 Kwijtschelding
Bij de invordering van rioolheffing wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 12 Overgangsrecht
De “Verordening rioolheffing 2020” van 17 december 2019, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 13, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Artikel 13 Inwerkingtreding
-
1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de tweede dag na die van de bekendmaking.
-
2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2021.
Artikel 14 Citeerartikel
Deze verordening wordt aangehaald als ”Verordening rioolheffing 2021”.
Ondertekening
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 16 december 2020.
De raad voornoemd,
De raadsgriffier,
E.G. Schrier
De voorzitter,
B.M.T.J. Op de Laak
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl