Regeling vervallen per 01-01-2020

Personeelsbeoordeling 2006, regeling

Geldend van 05-08-2011 t/m 31-12-2019

Intitulé

Personeelsbeoordeling 2006, regeling

Personeelsbeoordeling 2006, regeling

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder:

  • 1

    Ambtenaar:de ambtenaar in de zin van artikel 1:1, eerste lid onder a. van de arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Nieuwegein;

  • 2

    Beoordelaar:de direct leidinggevende van de te beoordelen ambtenaar, die met de beoordeling van de ambtenaar is belast;

  • 3

    Beoordelingsadviseur:de personeel- en organisatieadviseur, die de naasthogere leidinggevende, de beoordelaar en de ambtenaar kan adviseren inzake de interpretatie en de uitvoering van deze regeling;

  • 4

    Beoordelingsformulier:formulier zoals vastgesteld bij het Personeels Ontwikkelings Systeem van de gemeente Nieuwegein;

  • 5

    Beoordelingsgesprek:gesprek over het functioneren van de ambtenaar in de afgelopen periode;

  • 6

    Beoordelingstijdvak:een tijdvak van ten hoogste één jaar, direct voorafgaand aan het tijdstip van beoordeling waarover de beoordelaar zich met betrekking tot de functievervulling door de ambtenaar een oordeel vormt;

  • 7

    Beslissing met rechtspositionele consequenties:een door, of namens het bevoegd gezag te nemen beslissing omtrent bevordering, verandering in de bezoldiging - anders dan die voortvloeiende uit een arbeidsvoorwaardenakkoord - of persoonlijke toelagen, her- en overplaatsing, wijziging van de aanstelling, ontslag en overige beslissingen die de rechtspositie van de ambtenaar in negatieve of positieve zin direct beïnvloeden.

  • 8

    Concept-beoordeling:het voorlopige, vooruitlopend op het beoordelingsgesprek met de ambtenaar, door de beoordelaar ingevulde beoordelingsformulier;

  • 9

    Functie:het samenstel van werkzaamheden waarmee de ambtenaar door of vanwege het bestuursorgaan gedurende het beoordelingstijdvak feitelijk was belast;

  • 10

    Functionele leidinggevende of informant:degene die op verzoek van de ambtenaar, de beoordelaar of de naasthogere leidinggevende de beoordelaar informeert over de functievervulling in het beoordelingstijdvak van de ambtenaar;

  • 11

    Naasthogere leidinggevende:de direct leidinggevende van de beoordelaar, die namens het bevoegd gezag de beoordeling vaststelt;

Artikel 2 Beoordeling

De beoordeling van een ambtenaar betreft de wijze waarop deze zijn functie gedurende het beoordelingstijdvak heeft uitgeoefend, zulks tegen de achtergrond van aan de functievervulling redelijkerwijze te stellen eisen, zoals is vastgelegd in het beoordelingsformulier.

Artikel 3 Beoordelingsfrequentie

Lid 1

De beoordeling wordt minstens één maal per jaar uitgevoerd.

Lid 2

Er vindt altijd een beoordeling plaats, voordat ten aanzien van de ambtenaar een beslissing met rechtspositionele consequenties genomen wordt.

Lid 3

De ambtenaar kan, onder opgaaf van redenen, te allen tijde zelf om een beoordeling verzoeken.

Lid 4

Indien bijzondere omstandigheden dit wenselijk maken, kan de naasthogere leidinggevende de beoordelingsfrequentie wijzigen.

Lid 5

De naasthogere leidinggevende bepaalt, na overleg met de beoordelaar de datum en het tijdstip waarop het beoordelingsgesprek zal plaatsvinden.

Lid 6

Het in onder 5 genoemde tijdstip wordt ten minste twee weken van tevoren ter kennis gebracht van de te beoordelen ambtenaar.

Lid 7

De te beoordelen ambtenaar en de beoordelaar bepalen in overleg of de beoordelingsadviseur aanwezig zal zijn bij het beoordelingsgesprek. Dit is mogelijk tot de onder 5.1. genoemde datum.

Artikel 4 Informanten

Lid 1

Beoordelaar en beoordeelde kunnen gebruik maken van functionele leidinggevende(n) of informant(en) om verdere informatie ten behoeve van de beoordeling van de ambtenaar te verkrijgen.

Lid 2

Beoordelaar en beoordeelde bepalen in overleg wie er als informant optreedt, deze informanten dienen een functionele relatie met de te beoordelen ambtenaar te hebben;

Lid 3

Deze informanten kunnen zowel personen zijn die deel uitmaken van de organisatie van de gemeente Nieuwegein als personen die daar geen deel van uitmaken

Lid 4

Indien over het gebruik maken van informanten geen overeenstemming tussen beoordelaar en beoordeelde wordt bereikt, beslist de naasthogere leidinggevende.

Artikel 5 Conceptbeoordeling en beoordelingsgesprek

Lid 1

De concept-beoordeling wordt opgemaakt door de beoordelaar en deze wordt één week voor het te houden beoordelingsgesprek aan de te beoordelen ambtenaar ter hand gesteld.

Lid 2

In het beoordelingsgesprek wordt de concept-beoordeling toegelicht door de beoordelaar.

Lid 3

De te beoordelen ambtenaar wordt in de gelegenheid gesteld hierop te reageren. Zonodig kan de beoordelaar de concept-beoordeling wijzigen.

Artikel 6 Beoordeling

Lid 1

Uiterlijk een week na het beoordelingsgesprek wordt het beoordelingsformulier door de beoordelaar definitief ingevuld en aan de ambtenaar uitgereikt

Lid 2

Nadat het beoordelingsformulier is ingevuld, wordt dit door de beoordelaar ondertekend en door de ambtenaar voor gezien getekend.

Lid 3

De ambtenaar wordt in de gelegenheid gesteld, tot het tijdstip genoemd onder 7.1., zijn opmerkingen in een aparte notitie bij het beoordelingsformulier te voegen. De eerdergenoemde notitie maakt geen deel uit van de beoordeling.

Artikel 7 Voorlopige vaststelling

Lid 1

Het beoordelingsformulier, en eventueel de onder 6.3 genoemde notitie, worden vervolgens binnen een week aan de naasthogere leidinggevende voorgelegd.

Lid 2

Indien de naasthogere leidinggevende van mening is, dat de beoordeling niet overeenkomstig de bepalingen van dit reglement tot stand is gekomen, dan wel dat hij de juistheid van de beoordeling betwijfelt, bespreekt hij dit met de beoordelaar.

Lid 3

De naasthogere leidinggevende is bevoegd de beoordeling daarna overeenkomstig zijn bevindingen te wijzigen.

Lid 4

De beoordelaar bespreekt deze wijzigingen met de ambtenaar; de ambtenaar wordt in de gelegenheid gesteld opmerkingen te maken.

Lid 5

Vervolgens stelt de naasthogere leidinggevende de beoordeling voorlopig vast en wordt gelijktijdig een afschrift van de beoordeling aan de ambtenaar uitgereikt.

Artikel 8 Reactie van de ambtenaar op de voorlopige beoordeling

Lid 1

Binnen twee weken na uitreiking van het afschrift van de voorlopig vastgestelde beoordeling, deelt de ambtenaar zijn zienswijze schriftelijk mee aan de beoordelaar.

Lid 2

Indien de ambtenaar het met de voorlopig vastgestelde beoordeling eens is, is deze definitief vastgesteld.

Lid 3

Indien de ambtenaar het met de voorlopig vastgestelde beoordeling oneens is, bespreekt de beoordelaar in een gesprek met de ambtenaar, welke punten van de beoordeling leiden tot het eerder genoemde standpunt van de ambtenaar.

Lid 4

Indien in dit gesprek overeenstemming tussen de ambtenaar en beoordelaar wordt bereikt, wordt de voorlopige beoordeling definitief vastgesteld

Lid 5

Indien in dit gesprek geen overeenstemming wordt bereikt, volgt een gesprek tussen beoordelaar en de ambtenaar in aanwezigheid van de naasthogere leidinggevende.

Lid 6

Na het onder 5. genoemde gesprek, stelt de naasthogere leidinggevende de beoordeling definitief vast.

Lid 7

Tegen de beslissing van de naasthogere leidinggevende is bezwaar mogelijk bij het college, conform het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 9 Slotbepalingen

Lid 1

In die gevallen, waarin dit reglement niet, of niet in redelijkheid, voorziet, kan het college nadere regels stellen.

Lid 2

Deze regeling kan worden aangehaald als de "Regeling personeelsbeoordeling 2006" en treedt in werking op de dag na de bekendmaking op de gebruikelijke manier aan de medewerkers.

Lid 3

Met ingang van de datum van vaststelling van dit besluit vervalt het "Reglement personeelsbeoordeling 2001".

Bijlage Schematisch overzicht

Schematisch overzicht personeelsbeoordeling