Regeling vervallen per 14-07-2015

Beleidsregels voor subsidieverstrekking gemeente Nieuwegein 2010

Geldend van 01-01-2010 t/m 13-07-2015

Intitulé

Beleidsregels voor subsidieverstrekking gemeente Nieuwegein 2010

Beleidsregels voor subsidieverstrekking gemeente Nieuwegein 2010

Vooraf

Inleiding

Per 1 januari 2009 is de nieuwe Algemene Subsidieverordening Nieuwegein (hierna te noemen ASV) in werking getreden. De verordening bevat procedurele voorschriften die van toepassing bij subsidieverlening.

De nieuwe verordening geeft het college van burgemeester en wethouders van Nieuwegein de mogelijkheid om ter verduidelijking of ter uitwerking van wat in de verordening staat:

  • ·

    nadere regels te stellen

  • ·

    specifieke voorwaarden te formuleren

  • ·

    grondslagen voor subsidieverlening te benoemen

  • ·

    subsidieplafonds (per werkveld) aan te geven

Die nadere uitwerking is opgenomen in deze notitie. Per werkveld wordt ingegaan op de activiteiten die in aanmerking komen voor subsidie, de relevante doelstellingen, de grondslagen die we hanteren (normen, criteria) en eventuele aanvullende regels of voorwaarden. In een aantal gevallen zijn subsidieplafonds benoemd en verdeelregels die worden toegepast indien het plafond wordt overschreden.

Algemene deel van de beleidsregels

Het eerste hoofdstuk bevat een nadere uitwerking van een aantal aspecten die voor alle subsidies relevant (kunnen) zijn. Het zijn regels die het college hanteert ten aanzien van bijvoorbeeld bevoorschotting en indexering van budgetten.

Ordening en herschikking van budgetten

Zorgvuldig is uitgezocht welke budgetten tot nu toe worden aangewend voor welke subsidies. Daarbij is geconstateerd dat de relatie tussen de budgetten en plafonds in de gemeentebegroting en de werkvelden niet overal één op één loopt. Stapsgewijs wordt hierin een aantal verbeteringen doorgevoerd.

Indexeren van de budgetten voor 2010

De budgetten in deze versie van beleidsregels (april 2009) zijn de budgetten op basis van de begroting 2009. Per 1 mei kan nadere informatie worden verstrekt over de indexering van de budgetten. Na behandeling van de begroting (november) is definitief bekend welke indexering op de budgetten van toepassing is. De subsidieaanvragers worden hierover per brief geïnformeerd.

Evaluatie en aanpassing

De praktijk moet uitwijzen in welke mate de ASV en de beleidsregels aanpassing behoeven voor het zo goed mogelijk functioneren van het subsidiebeleid. In de loop van 2010 zal de ASV worden geëvalueerd. Als dit leidt tot aanpassingsvoorstellen zullen deze worden voorgelegd aan de raad.

De beleidsregels zijn zo opgesteld dat ze gemakkelijk kunnen worden aangepast. Bijvoorbeeld als het gaat om het vastleggen van (geïndexeerde) budgetten en subsidieplafonds (jaarlijks) maar ook naar aanleiding van de ontwikkeling van nieuw beleid. Daarmee geeft dit document duidelijkheid en actuele informatie aan de aanvragers van subsidie. Dit document wordt jaarlijks, gelijktijdig met de aanvraagformulieren, beschikbaar gesteld.

Noot: hoewel de grootst mogelijk zorgvuldigheid is betracht bij het opstellen van deze notitie en het benoemen van de bedragen kunnen in de praktijk afwijkingen voorkomen. Waar deze afwijkingen worden geconstateerd zullen deze in de eerstvolgende versie van deze nota worden bijgesteld.

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

1.1 Algemeen

De Begripsomschrijvingen uit de Algemene Subsidieverordening Nieuwegein zijn van overeenkomstige toepassing.

1.2 Reikwijdte

Om te voorkomen dat er onduidelijkheid bestaat over de reikwijdte van de bevoegdheden van het college, zijn in de verordening beleidsterreinen genoemd. Een nadere uitwerking van de beleidsterreinen waarop subsidies verstrekt worden is opgenomen in de subsidiebeleidsregels.

1.3.1 Productsubsidie

  • 1.

    Het college verleent in de regel subsidie in de vorm van een productsubsidie; daarbij is een relatie zichtbaar tussen het product en de bijbehorende kostprijs. Niet geleverde producten worden niet betaald.

  • 2.

    De productsubsidie kan meerjarig, jaarlijks (kalenderjaar) en incidenteel worden verstrekt. Bij structurele subsidies die het karakter van een basisvoorziening hebben, genieten meerjarige productsubsidies de voorkeur.

  • 3.

    Mogelijk wordt een onderscheid gemaakt tussen structurele activiteiten (basispakket) en een jaarlijks wisselend aanbod van activiteiten dat niet standaard wordt aangeboden (flexibel pakket).

  • 4.

    Nadere afspraken over producten en prijzen (in relatie tot doelen) kunnen worden vastgelegd in de beschikking, met als bijlage een uitvoeringsovereenkomst en/of een programmaboek.

Toelichting: de productsubsidie

Bij de productsubsidie kan een duidelijke relatie kan worden gelegd tussen de gesubsidieerde activiteiten (of producten) en de kostprijs daarvan. Er wordt dan een subsidiebedrag per product beschikbaar gesteld. Een product staat voor een product of dienst die direct aan bewoners ten goede komt.

Bij structurele activiteiten bestaat de mogelijkheid om subsidie aan te vragen voor een standaardpakket (de structurele activiteiten) en, daarnaast, een flexibel pakket. Het flexibele pakket bestaat uit activiteiten/producten die de instelling niet standaard aanbiedt en die jaarlijks kunnen wisselen.

Toelichting: gemeentegarantie

Als aanspraak wordt gedaan op een gemeentegarantie is sprake van een incidentele productsubsidie. Een instelling kan alleen aanspraak maken op een gemeentegarantie als er sprake is van een sluitende begroting.

Toelichting: begrotingsvoorbehoud bij meerjarige subsidies

Bij meerjarige subsidies is het begrotingsvoorbehoud van kracht. Dit betekent dat, in aanvulling op de beschikking, subsidieontvanger jaarlijks een brief ontvangt waarin duidelijkheid wordt verschaft ten aanzien van het gemaakte begrotingsvoorbehoud.

De basis voor de subsidieverlening bestaat uit a) het ingediende productenoverzicht met begroting en b) de door de raad vastgestelde begroting en subsidieplafonds.

1.3.2 Aanvraag productsubsidie: maximale subsidie

  • 1.

    Een productsubsidie is in beginsel toereikend voor het dekken van maximaal 90% van de kosten van het product/de producten. Bij de aanvraag moet inzichtelijk zijn dat tenminste 10% van de begrote activiteiten met andere middelen dan de gemeentelijke subsidie worden bekostigd. Van geval tot geval wordt beoordeeld of dit redelijkerwijs mogelijk is.

  • 2.

    Subsidieontvangers die geen of onvoldoende mogelijkheden hebben voor het verwerven van eigen inkomsten – en die derhalve tot 100% in plaats van 90% kunnen worden gesubsidieerd – zijn in ieder geval:

    • o

      het algemene maatschappelijke werk

    • o

      het schoolmaatschappelijk werk

  • 3.

    Het college is bevoegd om aanvullende producten, diensten en activiteiten te benoemen.

1.4 Waarderingssubsidie

  • 1.

    Het college kan een instelling subsidie verlenen in de vorm van een waarderingssubsidie wanneer de hoogte van de subsidie die de instelling in één kalenderjaar ontvangt ten hoogste € 2.500 bedraagt.

  • 2.

    De subsidie wordt verstrekt als de gemeente de doelstellingen van de subsidieaanvragende instelling onderschrijft; de gemeente wenst de activiteit waarvoor subsidie wordt aangevraagd te ondersteunen of aan te moedigen.

  • 3.

    Het subsidiebedrag is niet gerelateerd aan de kostprijs van de activiteit of het product.

  • 4.

    Een waarderingssubsidie wordt in één keer verleend en vastgesteld.

  • 5.

    Een waarderingssubsidie wordt als incidentele (eenmalige) subsidie verstrekt.

1.5 Minimale subsidie

Het college kent geen subsidies lager dan € 200,- toe.

1.6 Maximaal beschikbare budgetten: subsidieplafonds en verdeelregels

  • 1.

    In beginsel worden subsidieplafonds opgenomen in de programmabegroting en vastgesteld door de raad.

  • 2.

    In de beleidsregels wordt door het college aangegeven welke verdeelregels worden gehanteerd, in gevallen waarin meer subsidie wordt aangevraagd dan conform het subsidieplafond beschikbaar is. Het benoemen van verdeelregels zal met name aan de orde zijn bij budgetten waaruit door meerdere instellingen subsidie kan worden aangevraagd.

1.7 Subsidieontvanger

  • 1.

    Bij het verstrekken van subsidie aan een groep van natuurlijke personen zijn zij als persoon aansprakelijk voor een rechtmatige besteding van de subsidie. Bij het in gebreke blijven kunnen zij daarvoor als natuurlijke persoon hoofdelijk aansprakelijk worden gesteld.

  • 2.

    Bij subsidiebedragen hoger dan € 2.500,- wordt alleen subsidie verstrekt aan rechtspersonen met een volledige rechtsbevoegdheid. Dit om als gemeente meer zekerheid te hebben en om risico´s voor de subsidieaanvrager te beperken.

  • 3.

    De activiteit van de subsidieaanvrager of – ontvanger moet zonder winstoogmerk zijn (de aanvrager zelf mag wel een winstoogmerk hebben).

1.8 Bevoorschotting

  • 1.

    Bij een productsubsidie worden afspraken over bevoorschotting opgenomen in de verleningsbeschikking. Bevoorschotting vindt in beginsel plaats tot maximaal 90% van het totale subsidiebedrag. De laatste 10% wordt betaald/verrekend met de subsidievaststelling.

  • 2.

    Bevoorschotting vindt in beginsel plaats in 4 termijnen, ieder kwartaal één.

  • 3.

    Indien de omvang van de subsidie of de aard van de gesubsidieerde activiteit daartoe aanleiding geeft, kan worden afgeweken van het aantal van vier termijnen.

  • 4.

    In de verleningsbeschikking wordt het bevoorschottingsregime beschreven, inclusief het tijdstip waarop de betalingen zullen plaatsvinden.

1.9 Accountantsverklaring

  • 1.

    Bij productsubsidies van € 50.000,- of meer moet het verzoek om subsidievaststelling worden vergezeld van een goedkeurende accountantsverklaring. Het gaat om een beoordelingsverklaring zoals wordt bedoeld in artikel 393, eerste lid van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. Deze verklaring bevat tevens een uitspraak over de rechtmatige besteding van de subsidie.

  • 2.

    Eveneens bevat de accountantsverklaring een weergave van een onderzoek naar de naleving van de aan de subsidieverstrekking verbonden verplichtingen.

  • 3.

    Een accountantsverklaring is eveneens vereist als:

    • ·

      Aanvrager hiertoe ook al verplicht is door de belastingdienst

    • ·

      Aanvrager een jaarrekeningsplichtige rechtspersoon is

    • ·

      Aanvrager door de gemeente is aangewezen in het kader van een vijfjaarlijkse steekproefsgewijze controle

    • ·

      Aanvrager niet meeloopt met accountantscontrole gemeente (onderscheiden verantwoordelijkheid)

1.10 Sanctionering

Als de aanvraag tot subsidievaststelling niet, niet tijdig of onvolledig is ingediend, wordt deze ambtshalve vastgesteld met een sanctie van 5% ten opzichte van de op inhoudelijke gronden maximaal vast te stellen subsidie. Deze sanctie wordt toegepast als ook binnen een hersteltermijn stukken niet of onvolledig worden aangeleverd.

1.11 Indexering

  • 1.

    De beschikbare subsidiebedragen voor structurele subsidies worden jaarlijks geïndexeerd met het prijsindexcijfer dat wordt gehanteerd in de gemeentebegroting.

  • 2.

    Voor instellingen waarbij tenminste 30% van de begroting bestaat uit loongerelateerde kosten, wordt bij indexering zowel een prijs- als een looncomponent gehanteerd.

  • 3.

    Voor looncompensatie wordt het cijfer uit de gemeentebegroting gehanteerd.

  • 4.

    Indien zowel een prijs- als een looncomponent wordt gehanteerd bij het indexeren van het subsidiebedrag, hanteren we een verdeelsleutel van 50/50: 50% van het subsidiebedrag wordt vermeerderd met het cijfer voor de prijsindex, 50% van het subsidiebedrag wordt vermeerderd met het cijfer voor looncompensatie.

  • 5.

    Uitzondering op deze wijze van indexeren wordt gevormd door subsidies waarvoor loon- en prijscompensatie in regionaal verband worden bepaald.

1.12 Vermogensontwikkeling

  • 1.

    Het college is bevoegd om maximumbedragen vast te stellen voor subsidieontvangende instellingen met betrekking tot de reserves, voorzieningen en het vermogen.

  • 2.

    Het college kan schriftelijk instemming verlenen voor het vormen en aanhouden van een of meer reserves en voorzieningen.

  • 3.

    Het college kan bij de subsidieverlening rekening houden met de omvang van de vermogensbestanddelen zoals genoemd in het eerste lid.

  • 4.

    Het college kan aanvullende regels vaststellen ten aanzien van het maximumbedrag en het doel van vorming van reserves en voorzieningen.

1.13 Egalisatiereserve en eigen vermogen

  • 1.

    Tot het eigen vermogen wordt gerekend de egalisatiereserve en bestemmingsreserves.

  • 2.

    Voor instellingen die structureel subsidie ontvangen van tenminste € 100.000 per jaar, dient in beginsel een algemene of egalisatiereserve aanwezig te zijn van tenminste 10% van het balanstotaal. De gemeente hanteert dit uitgangspunt ten behoeve van de continuïteit van de instellingen en daarmee het mogelijk maken van duurzame samenwerking met instellingen die subsidie ontvangen.

  • 3.

    Voor de bepaling van de beschikbare eigen middelen, als bedoeld in artikel 12, lid 1 van de Algemene subsidieverordening, wordt in beginsel een egalisatiereserve, die niet meer bedraagt dan 10% van het balanstotaal, buiten beschouwing gelaten.

  • 4.

    Het verschil tussen de gehanteerde norm van 10% en de werkelijke hoogte van egalisatiereserve kan aanleiding zijn voor college om hierover het gesprek aan te gaan met de instelling en tot nadere afspraken in deze te komen. Criteria die het college daarbij hanteert zijn de mate van afhankelijkheid van de gemeentelijke subsidie en de financiële risico´s van de instelling.

  • 5.

    Voor instellingen die structureel subsidie ontvangen van minder dan € 100.000 per jaar, dient in beginsel een egalisatiereserve aanwezig te zijn van tenminste 5% van het balanstotaal. Het vormen en in stand houden van deze reserve de verantwoordelijkheid van de instelling zelf. Incidenteel kan het college bij de beoordeling van de subsidieaanvraag inzicht vragen in de omvang van deze egalisatiereserve.

  • 6.

    Het verschil tussen de vaststelling en de werkelijke kosten kan ten laste worden gebracht van de egalisatiereserve, dan wel leiden tot een toevoeging aan de egalisatiereserve.

De jaarlijkse toevoeging aan de egalisatiereserve bedraagt in beginsel niet meer dan 10% van de in dat jaar aan de instelling verstrekte subsidies.

1.14 Bestemmingsreserve

  • 1.

    Het college kan de gesubsidieerde instelling toestemming verlenen om bestemmingsreserves te vormen.

  • 2.

    Het college geeft instemming voor het vormen van een bestemmingsreserve, indien naar het oordeel van de het college de noodzaak hiertoe door de instelling is aangetoond.

  • 3.

    Voor de bepaling van de beschikbare eigen middelen, als bedoeld in artikel 12, lid 1 van de Algemene subsidieverordening, blijven bestemmingsreserves, voor zover het college daarvoor toestemming heeft verleend, buiten beschouwing.

1.15 Voorzieningen

  • 1.

    Het college kan de gesubsidieerde instelling toestemming verlenen voor het vormen van voorzieningen. Het college geeft hiervoor toestemming, indien de noodzaak hiertoe door de instelling is aangetoond.

  • 2.

    Als sprake is van eigendommen waarop wordt afgeschreven, is de instelling verplicht om het jaarlijkse afschrijvingsbedrag op de begroting op te nemen.

  • 3.

    Als de instelling eigenaar is van onroerend goed moet betreffende het onderhoud daarvan een voorziening groot planmatig onderhoud (buiten en binnen) worden opgesteld op basis van een door het college geaccordeerd meerjaren onderhoudsplan.

  • 4.

    De met instemming van het college gevormde voorzieningen mogen slechts worden aangewend voor het doel waarvoor ze zijn gevormd.

  • 5.

    Voor de bepaling van het eigen vermogen als bedoeld in artikel 12, lid 1 van de Algemene subsidieverordening, blijven voorzieningen voor zover deze met toestemming van het college zijn gevormd, buiten beschouwing.

Toelichting: eigendommen en voorzieningen

Bij instellingen worden eigendommen niet altijd gelijkmatig afgeschreven en wordt niet altijd gespaard voor grote uitgaven, met als gevolg dat het vervangen van bijvoorbeeld inventaris vaak afhankelijk is van financiële meevallers, schenkingen of eenmalige, aanvullende subsidies van de gemeente. Om de zelfstandigheid en verantwoordelijkheid van de instellingen te benadrukken, kiezen we voor dit systeem.

Toelichting: groot planmatig onderhoud onroerend goed

Om de voorziening voor groot onderhoud op het vereiste niveau te brengen wordt de daartoe noodzakelijke dotatie structureel in de begroting opgenomen. Voor het toevoegen en onttrekken van middelen aan de voorziening is toestemming van het college nodig in het verlengde van artikel 4:71 Awb.

Met deze procedure willen we voorkomen dat een instelling onvoldoende vermogen opbouwt om toekomstige uitgaven te financieren die onontkoombaar zijn en waarvan de uitgaven niet binnen de exploitatiebegroting van 1 jaar kunnen worden opgevangen.

Hoofdstuk 2 Onderwijs, opvoeding & jeugd

Werkveld :

Peuterspeelzaalwerk (2.1)

Relevantie nota´s :

Visie 2006-2010, Bijna naar school

Budget :

€ 364.0001, 2

Subsidievorm :

productsubsidie (jaarlijks)

Instelling :

KMN Kind & Co

Doelstellingen

  • ·

    Het samen spelen en elkaar ontmoeten van kinderen in de leeftijd van 2,5 tot 4 jaar.

  • ·

    Het bevorderen van cognitieve, sociale en emotionele, motorische en creatieve ontwikkeling van kinderen in de leeftijd van 2,5 tot 4 jaar.

  • ·

    Het signaleren van mogelijke achterstanden bij kinderen in de leeftijd van 2,5 tot 4 jaar.

  • ·

    Het doen realiseren van voldoende aanbod peuterspeelzaalwerk in alle wijken op ambitieniveau 1.

2.1.1 Subsidiabele activiteiten/producten

Het aanbieden van een voorziening aan kinderen van 2,5 tot 4 jaar, gedurende (in de regel) twee dagdelen van maximaal drie en een haf uur, gedurende ongeveer 40 weken per jaar, gericht op genoemde doelstelling. Voor dit aanbod gaan we uit van ambitieniveau 1.

Inzet t.b.v. realiseren niveauverhoging van 0 naar 1 bij peuterspeelzaal ´t Piraatje (SWN).

2.1.2 Subsidiegrondslagen

  • ·

    Activiteitenplan met productbegroting, waarbij onderscheid gemaakt wordt tussen 1) personeel 2) huisvesting, 3) activiteitenkosten, 4) overhead/organisatie, 5) afschrijvingen

  • ·

    Budget/kosten per peuterspeelplaats.

2.1.3 Overige verplichtingen

  • ·

    De activiteiten moeten binnen de gemeente Nieuwegein worden aangeboden aan inwoners van Nieuwegein.

  • ·

    De leiding van de peuterspeelzaalgroep berust bij een peuterspeelzaalleidster die qua opleiding en ervaring voldoet aan de voorwaarden zoals deze zijn opgenomen in de CAO Welzijn.

  • ·

    De professionele/ betaalde leidster wordt geassisteerd door tenminste één volwassen hulpouder of vrijwilliger.

  • ·

    Een peuterspeelzaalgroep telt 16 peuterspeelplaatsen tussen de 2,5 en 4 jaar.

  • ·

    Er moet gestreefd worden naar een minimale gemiddelde bezettingsgraad op jaarbasis per groep van 92,5%.

    oIn bijzondere gevallen, een en ander ter beoordeling van het college, kan de gemiddelde bezettingsgraad per groep worden bijgesteld.

  • ·

    De openstelling van het peuterspeelzaalwerk loopt qua aantal weken en qua periode gelijk met het basisonderwijs.

  • ·

    Er wordt uitgegaan van twee dagdelen openstelling per week:

    • o

      Één ochtenddeel van tenminste 2,5 uur (maximaal 3,5 uur subsidiabel)

    • o

      Één middag van 2,5 uur

  • ·

    Er is sprake van een pedagogisch werkplan.

  • ·

    Er zijn reguliere contacten met het primair onderwijs, onder andere voor de overdracht van informatie over kinderen.

  • ·

    De peuterspeelzaalvestigingen moeten een maal per jaar worden geïnspecteerd door de GGD.

  • ·

    De professionele/ betaalde leidster moet in het bezit zijn van een verklaring omtrent het gedrag, afgegeven volgens de Wet justitiële gegevens.

  • ·

    De subsidie wordt slechts verleend aan een professionele instelling die een vergunning heeft op basis van de ´Verordening kinderopvang Nieuwegein 1997´.

  • ·

    De ouderbijdragen kennen een inkomensafhankelijk tarief.

  • ·

    De te hanteren ouderbijdragen behoeven instemming van het college van B&W (artikel 4:71 Awb)

  • ·

    Nadere afspraken en verplichtingen kunnen worden vastgelegd in de subsidiebeschikking.

  • ·

    In 2010 vindt een evaluatie plaats van het peuterspeelzaalwerk. Hierin wordt ook de positie van ´t Piraatje (SWN) meegenomen.

    Werkveld

    :

    Onderwijsachterstandenbeleid/ VVE3 (2.2)

    Relevantie nota´s

    :

    Nota onderwijsachterstanden 2006-2010

    Budget

    :

    tot augustus 2010 is (rijks)budget beschikbaar; de besteding van deze middelen tot augustus 2010 is vastgelegd in genoemde nota. Gemeentelijk aandeel in budget 2009 bedraagt € 24.508.

Als meer bekend is over beschikbare budgetten vanaf augustus 2010 zullen de beleidsregels op dit punt worden geactualiseerd.

Doelstellingen onderwijsachterstandenbeleid

  • ·

    Het effectief en vroegtijdig aanpakken van onderwijsachterstanden (nadruk op voor- en vroegschoolse educatie en de totstandkoming van schakelklassen).

  • ·

    Landelijk liggen er twee doelen voor gemeenten

    • o

      Op 1 augustus 2010 neemt op landelijk niveau 70% van de totale populatie van doelgroepkinderen deel aan voorschoolse educatie.

    • o

      Op 1 augustus 2010 hebben landelijk 36.000 leerlingen deelgenomen aan een schakelklas.

Doelstellingen voorschoolse educatie

  • ·

    Het bevorderen van samen spelen en ontmoeten van kinderen die behoren tot de doelgroepen van het onderwijsachterstandenbeleid.

  • ·

    Het bevorderen van de ontwikkeling van deze kinderen.

  • ·

    Het signaleren van mogelijke achterstanden bij deze kinderen en het terugdringen/ wegwerken van deze achterstanden.

2.2.1 Subsidiabele activiteiten/producten

Voorschoolse educatie: lokale onderwijsactiviteiten die bijdragen aan genoemde doelstellingen. Het gaat om een aanbod van 4 dagdelen per week in verschillende peuterspeelzalen op ambitieniveau 2 (hierover zijn afspraken gemaakt met KMN Kind & Co voor de periode tot augustus 2010).4

Schakelklassen: voorbereiding en uitvoering (uitgevoerd door SSN).

2.2.3 Overige verplichtingen

Subsidie wordt verleend aan professionele organisaties, waaronder schoolbesturen en welzijnsorganisaties. Bij de uitvoering van activiteiten op het gebied van vroegschoolse educatie en vermindering van taalachterstanden waarvoor de gemeente een beroep doet op rijksmiddelen zijn de voorwaarden zoals gesteld bij de betreffende rijksregeling van toepassing.

Werkveld

:

Brede School (2.3)

Relevantie nota´s

:

Nota Verder met de Brede School (2005)

Budget

:

Voor 2010 is € 42.8175 (coördinatiefunctie) + € 25.893 (activiteitenbudget) geraamd

Subsidievorm

:

productsubsidie

Doelstellingen

  • ·

    Integraal aanpakken van onderwijsachterstanden en gezondheidsproblemen bij kinderen.

  • ·

    Multifunctioneel gebruiken van gebouwen, ook in de avonduren, waardoor leefbaarheid en veiligheid in de wijken toenemen en de kans op vandalisme afneemt.

  • ·

    Het aantrekkelijker maken van de combinatie werk en zorg (voor- en naschoolse opvang).

  • ·

    Realiseren van een brede school in alle wijken met een basisschool.

2.3.1 Subsidiabele activiteiten/producten

Bevorderen van samenwerking tussen scholen, kinderopvang, peuterspeelzaalwerk, zorg, welzijn, sport en culturele voorzieningen – vanuit een coördinerende en stimulerende rol.

2.3.2 Subsidieplafond en verdeelregels

Het subsidieplafond voor 2010 bedraagt € 68.710.

Verdeelregels: nog nader te bepalen.

2.3.3 Overige verplichtingen

Nadere verplichtingen worden opgenomen in de verleningsbeschikking.

Werkveld :

Centrum voor Jeugd en Gezin/jeugdgezondheidszorg (2.4)

Werkveld :

Maatschappelijk werk in het onderwijs (2.5)

De werkvelden met betrekking tot jeugdgezondheidszorg, jeugd, en schoolgericht maatschappelijk werk zijn volop in ontwikkeling door de komst van het Centrum voor Jeugd en Gezin. Nieuwe beleidsregels moeten in het verlengde van deze ontwikkeling nader worden uitgewerkt. Tot die tijd is de wijze van subsidieverlening in voorgaande jaren uitgangspunt voor subsidiering in 2010. Indicatief voor het beschikbare budget zijn de bedragen in onderstaand kader, o.b.v. 2009.

Budgetten/subsidies 2009:

  • -

    Budget Centrum voor Jeugd en Gezin, bestaande uit brede doeluitkering jeugd (BDU) 2009 € 1.034.103 (voorheen budget consultatiebureaus)

  • -

    (voorheen) budget voor consultatiepunten, € 40.000

  • -

    Jeugdgezondheidszorg, maatwerk, € 47.460

  • -

    Lokaal preventief jeugdbeleid (amw jeugdigen), € 82.824

Werkveld

:

Schoolbegeleiding (2.6)

Relevantie nota´s

:

geen specifieke nota´s

Budget

:

€ 172.226

Subsidievorm

:

productsubsidie

Instelling

:

schoolbesturen in het primair onderwijs

Doelstellingen

  • ·

    Het bevorderen van een optimale schoolloopbaan van leerlingen in het primair onderwijs.

  • ·

    Scholen in staat stellen om diensten op het gebied van schoolbegeleiding in te kopen.

2.6.1 Subsidiabele activiteiten

Begeleidingsactiviteiten, ontwikkelingsactiviteiten, advisering, informatieverstrekking en evaluatie en andere activiteiten die dienen tot bevordering van een optimale schoolloopbaan van leerlingen in het primair onderwijs.

2.6.2 Subsidiegrondslagen

Activiteitenplan met productbegroting.

2.6.3 Subsidieplafond en verdeelregels

Het subsidieplafond bedraagt € 172.226.

Het beschikbare budget wordt verdeeld op basis van het aantal leerlingen per school(bestuur).

2.6.4 Overige verplichtingen

Nadere verplichtingen, met name ten aanzien van de verantwoording, worden vastgelegd inde verleningsbeschikking.

Werkveld

:

Speel-o-theek (2.7)

Relevantie nota´s

:

geen specifieke nota´s

Budget

:

€ 2.657

Subsidievorm

:

productsubsidie (eenjarig of meerjarig)

Instelling

:

Speel-O-Theek De Geintrein

Doelstellingen

Bevorderen van de ontwikkeling en het samen spelen van kinderen in de leeftijd van 0-9 jaar.

2.7.1 Subsidiabele activiteiten/producten

Het creëren van een aanbod van speelgoed voor (gehandicapte) kinderen van 0 tot 9 jaar, d.w.z. het verwerven van speelgoed en materialen, het uitlenen ervan aan de leden en het geven van voorlichting aan ouders en/of leden.

2.7.2 Subsidiegrondslagen

Activiteitenplan met productbegroting.

Met de subsidie levert de gemeente een bijdrage in met name de huisvestingskosten.

2.7.3 Overige verplichtingen

Naast de algemene verplichtingen bij de verantwoording, bevat deze tenminste informatie over:

  • ·

    Het aantal uitleningen

  • ·

    Het aantal leden per 1 januari van het jaar voorafgaand aan het jaar waarvoor subsidie wordt aangevraagd; uitgesplitst naar leden uit Nieuwegein en leden buiten Nieuwegein.

  • ·

    De tijden waarop de speel-o-theek geopend is.

  • ·

    De hoeveelheid spelmateriaal, met aparte vermelding van de hoeveelheid spelmateriaal voor gehandicapte kinderen.

Werkveld

:

Volwasseneneducatie, aanvullend cursusaanbod6 (2.8)

Relevantie nota´s

:

geen specifieke nota´s

Budget

:

€ 52.749, waarvan € 8.830 t.b.v. Volksuniversiteit

Subsidievorm

:

productsubsidie (jaarlijks/ incidenteel)

Doelstellingen

Het doen verzorgen van aanbod op het terrein van volwasseneneducatie, zoveel mogelijk in afstemming/samenwerking met andere aanbieders van (educatieve) activiteiten in Nieuwegein.

2.8.1 Subsidiabele activiteiten/producten

Verzorgen van cursussen op terrein van volwasseneneducatie.

Samenwerking en afstemming met overige educatieve activiteiten/instellingen in Nieuwegein.

2.8.2 Subsidiegrondslagen

Activiteitenplan met productbegroting.

2.8.3 Subsidieplafond en verdeelregels

Het subsidieplafond bedraagt € 52.749. Subsidieaanvragen worden eerst getoetst aan het gemeentelijk beleid. Vervolgens geldt het principe wie het eerste komt, eerste maalt.

2.8.4 Overige verplichtingen

Nadere verplichtingen worden vastgelegd in de verleningsbeschikking.

Werkveld

:

Bibliotheek (2.9)

Relevantie nota´s

:

Beleidskader openbare bibliotheek 2003-2006 (doorlooptijd verlengd; nieuw beleidskader verwacht in 2009)

Budget

:

€ 1.437.967

Subsidievorm

:

productsubsidie

Doelstellingen

Inwoners van Nieuwegein toegang bieden tot kennis, ze te stimuleren om deel te nemen aan het sociale en culturele leven en ze weerbaar en kritisch te maken. De bibliotheek heeft daarin een educatieve, culturele en emancipatoire functie.

2.9.1 Subsidiabele activiteiten/producten

De bibliotheek nodigt burgers met informatie- en kennisvragen uit om naar de (digitale) bibliotheek te komen. Zij bemiddelt actief tussen vragen van klanten en het aanbod aan informatie en biedt ondersteuning bij kennisverwerving. De bibliotheek biedt plaats aan culturele vorming en ontmoeting en vormt een plaats waar mensen elkaar treffen, waar verschillende culturen, opvattingen en tradities samenkomen.

Met de activiteiten wordt invulling gegeven aan de vijf kernfuncties uit de Richtlijn voor Basisbibliotheken:

  • ·

    Warenhuis van kennis en informatie

  • ·

    Centrum voor ontwikkeling en educatie

  • ·

    Inspiratiebron van lezen en literatuur

  • ·

    Encyclopedie van kunst en cultuur

  • ·

    Podium voor ontmoeting en debat

2.9.2 Subsidiegrondslagen

Activiteitenplan met productbegroting.

2.9.3 Overige verplichtingen

Nadere afspraken worden vastgelegd in een (jaarlijkse of meerjarige) uitvoeringsovereenkomst, die als bijlage onderdeel uitmaakt van de beschikking.

Hoofdstuk 3 Kunst & cultuur

Werkveld

:

Amateurkunst, activiteitenbudget (3.1)

Relevantie nota´s

:

Beleidsnota subsidies amateurkunst, Subsidieregeling Amateurkunst (vervalt)

Budget

:

€ 87.414 minus budget voor Theater Totaal (3.2)

Subsidievorm

:

incidentele productsubsidie

Doelstellingen

Uitbreiding van het culturele aanbod en de vergroting van het publieksbereik op het terrein van kunst en cultuur.

Met onderstaande beleidsregels komt de aparte regeling subsidies amateurkunst te vervallen.

3.1.1 Subsidiabele activiteiten/producten

  • 1.

    Projecten op cultureel gebied, uitgevoerd door amateurs, die een bijdrage leveren aan genoemde doelstellingen. Met name wordt gedacht aan publiekspresentaties, zoals exposities, tentoonstellingen, dans, orkestuitvoeringen, film, literatuur, etc.. Uitgezonderd zijn kerkelijke, levensbeschouwelijke en politieke instellingen of groepen en instellingen met een besloten karakter, zij komen niet voor subsidie in aanmerking.

  • 2.

    Investeringen ten bate van de hiervoor genoemde activiteiten/producten zijn, kunnen in aanmerking komen voor deze subsidie.

3.1.2 Subsidiegrondslagen

Activiteitenplan met productbegroting, met gebruikmaking van het Aanvraagformulier subsidies amateurkunst Nieuwegein.

3.1.3 Subsidieplafond en verdeelregels

Het subsidieplafond bedraagt € 78.7927.

Per jaar zijn er 2 momenten waarop subsidieaanvragen kunnen worden ingediend, per 1 maart en per 1 september.

Verdeelregels: indien het totaal van alle aanvragen het plafond overstijgt, zal de commissie amateurkunst de aanvragen honoreren op basis van prioritering.

3.1.4 Overige verplichtingen

Voor projecten gelden ten opzichte van de ASV de volgende aanvullende criteria:

  • -

    Subsidies kunnen worden aangevraagd door inwoners, verenigingen, gezelschappen, clubs, etc., die woonachtig/gevestigd zijn in Nieuwegein en actief op het terrein van amateurkunst.

  • -

    Van de groep bewoners of organisatie die subsidie aanvraagt bestaat 65% uit inwoners van Nieuwegein.

  • -

    Van de deelnemers aan het gesubsidieerde project bestaat minimaal 65% uit inwoners van Nieuwegein; het project is openbaar toegankelijk.

  • -

    Het voorbereidingstraject van het project mag maximaal twee jaar beslaan.

  • -

    Het gesubsidieerde project wordt zo breed mogelijk aan de beschikbare media bekend gemaakt (om een zo groot en breed mogelijk publiek te bereiken).

  • -

    Na toekenning van de subsidie wordt in alle uitingen over het project bekend gemaakt dat de gemeente (mede)financier is van het project.

  • -

    Het project wordt in ieder geval aangekondigd op informatiebord@nieuwewegein.nl (hieraan zijn geen kosten verbonden).

  • -

    De amateurkunstenaars die het project uitvoeren mogen geen honorarium uit deze activiteit verwerven.

  • -

    Voor alle gesubsidieerde projecten worden de leden van het college van B&W en de leden van de commissie amateurkunst uitgenodigd.

  • -

    De subsidie voor projecten wordt aangevraagd m.b.v. het Aanvraagformulier subsidies amateurkunst Nieuwegein.

3.1.5 Toetsing aanvragen projecten door de commissie amateurkunst

  • -

    De aanvragen worden getoetst door de commissie amateurkunst, een commissie van onafhankelijke deskundigen. De commissie toetst inhoudelijk (kwaliteit), financieel (zijn de kosten reëel), organisatorisch (is het project haalbaar) en productioneel.

  • -

    De commissie adviseert het college van B&W over de toekenning van de eenmalige subsidies.

  • -

    De beoordeling/toetsing door de commissie vindt plaats op basis van de volgende criteria:

    • a)

      De projecten hebben een minimumniveau, d.w.z. zijn presentabel en acceptabel.

    • b)

      Kwaliteitsaspecten: organisatorisch en artistiek (zeggingskracht, originaliteit, haalbaarheid, ontwikkeling van het gezelschap).

    • c)

      Het oordeel over eerdere projecten van de aanvrager kan worden meegenomen, dit in verband met de inhoudelijke ontwikkeling en groei van het gezelschap.

    • d)

      (Niet het professionele gehalte maar) de vraag of de aanvrager het optimale uit de mogelijkheden van zijn/haar gezelschap tracht te halen.

    • e)

      Bijzondere waardering wordt gegeven aan projecten waarbij over de grenzen wordt gekeken, dwarsverbanden worden gelegd tussen verschillende kunstdisciplines.

    • f)

      PR plan: wegen om specifieke doelgroepen te bereiken wordt als pre meegenomen in de beoordeling.

    • g)

      Reële verhouding tussen het gevraagde subsidiebedrag en het te verwachten aantal bezoekers.

    • h)

      Er is een redelijke relatie tussen de hoogte van het aangevraagde subsidiebedrag en de totale kosten (en de omvang) van het project.

    • i)

      (Het aandeel van) de kosten van evt. ingehuurde professionals (dus niet de ‘vaste’ deskundige begeleiding) moeten in redelijke verhouding staan tot de totale kosten.

    • j)

      Lasten ter voorbereiding van het project, zoals vaste deskundige begeleiding, huur oefenruimtes, productiekosten, e.d. worden zoveel mogelijk uit eigen inkomsten zoals contributies betaald.

3.1.6 Beoordeling investeringsaanvragen

Voorwaarden voor investeringsaanvragen zijn:

  • -

    In de aanvraag is aangegeven waarom de aanschaf – op korte en op lange termijn- noodzakelijk is.

  • -

    In de aanvraag is aangegeven wie de eigenaar van de aanschaf wordt (b.v. de vereniging).

  • -

    In de aanvraag wordt aangegeven wie de aanschaf gaat/gaan gebruiken.

  • -

    In de aanvraag wordt aangegeven wanneer de aanschaf moet zijn gedaan.

Criteria waaraan de investeringsaanvragen worden getoetst:

  • -

    De aanschaf levert een bijdrage aan de kwaliteit, het niveau of de ontwikkeling van de vereniging, club, etc.

  • -

    Er is een redelijke relatie tussen de hoogte van het aangevraagd subsidiebedrag en de totale kosten van de aanschaf.

  • -

    Aanvragen voor investeringen die door meerdere verenigingen, clubs, etc. gebruikt kunnen worden, mogen rekenen op bijzondere waardering.

Werkveld

:

Amateurkunst, Theater Totaal (3.2)

Relevantie nota´s

:

Beleidsnota subsidies amateurkunst

Budget

:

€ 8.622

Subsidievorm

:

productsubsidie

Doelstellingen

Uitbreiding van het culturele aanbod en de vergroting van het publieksbereik op het terrein van kunst en cultuur.

3.2.1 Subsidiabele activiteiten/producten

Een openbare voorstelling van Theater Totaal.

3.2.2 Subsidiegrondslagen

Activiteitenprogramma met productbegroting (productiekosten van de openbare voorstelling).

3.2.3 Overige verplichtingen

Nadere verplichtingen worden vastgelegd in de verleningsbeschikking.

Werkveld

:

Podiumkunsten, De Kom (3.3)

Relevantie nota´s

:

Beleidsnota podiumkunsten en kunstzinnige vorming, nieuwe beleidsnota verwacht in 2009

Budget

:

€ 1.325.524

Subsidievorm

:

meerjarige productsubsidie

Instellingen

:

Theater De Kom

Doelstellingen

Uitbreiding van het culturele aanbod en de vergroting van het publieksbereik op het terrein van kunst en cultuur.

3.3.1 Subsidiabele activiteiten/producten

Basispakket, bestaande uit het geven van:

  • o

    een aanbod van aan podiumkunsten

  • o

    muziekonderwijs

  • o

    dansonderwijs

  • o

    toneelonderwijs

  • o

    onderwijs in beeldende kunst

Naast het basispakket is er een flexibel pakket, dat bestaat uit verhuur/dienstverlening t.b.v. lokale amateurkunst en het bieden van faciliteiten culturele verhuur/dienstverlening (exposities, film, etc.).

3.3.2 Subsidiegrondslagen

Activiteitenplan met productbegroting.

3.3.3 Overige verplichtingen

Er worden afspraken gemaakt over inhoud en prestaties binnen het basispakket en het flexibele pakket.

Werkveld

:

Podiumkunsten, activiteitenbudget (3.4)

Relevantie nota´s

:

Beleidsnota podiumkunsten en kunstzinnige vorming, (nieuwe beleidsnota verwacht in 2009

Budget

:

€ 60.198 (poppodium) + € 10.366 (popfestival)

Subsidievorm

:

productsubsidie

Doelstellingen

Uitbreiding van het culturele aanbod en de vergroting van het publieksbereik op het terrein van kunst en cultuur.

3.4.1 Subsidiabele activiteiten/producten

De organisatie van poppodium activiteiten.

De organisatie van het jaarlijkse Popfestival.

3.4.2 Subsidiegrondslagen

Activiteitenplan met productbegroting.

3.4.3 Overige verplichtingen

Nadere verplichtingen worden vastgelegd in de verleningsbeschikking.

Werkveld

:

Kunsteducatie (3.5)

Relevantie nota´s

:

Beleidsnota podiumkunsten en kunstzinnige vorming

Budget

:

€ 26.160 (€ 18.000 t.b.v. Primair onderwijs, € 7.323 t.b.v. Voortgezet onderwijs)

Subsidievorm

:

productsubsidie

Instelling

:

Kunst Centraal

Doelstellingen

Uitbreiding van het culturele aanbod en de vergroting van het publieksbereik op het terrein van kunst en cultuur.

3.5.1 Subsidiabele activiteiten/producten

Aanbieden van het Kunstmenu in het primair onderwijs.

Aanbieden van Cultuurdagen (workshops) in het voortgezet onderwijs

3.5.2 Subsidiegrondslagen

Activiteitenplan met productbegroting.

3.5.3 Overige verplichtingen

Nadere verplichtingen worden vastgelegd in de verleningsbeschikking.

Werkveld

:

Beeldende kunst,Kunstuitleen (3.6)

Relevantie nota´s

:

“Beton moet bloeien”, nota i.k.v. vernieuwing binnenstad (nieuwe Kadernota Kunstuitleen verwacht in 2009)

Budget

:

€ 49.964

Subsidievorm

:

productsubsidie

Instelling

:

St. Bibliotheek en Kunstuitleen8

Doelstellingen

Interesse wekken bij een breed publiek voor hedendaagse beeldende kunst.

3.6.1 Subsidiabele activiteiten/producten

Het uitlenen en verkopen van kunstwerken van hedendaagse kunstenaars.

Het houden van exposities en educatieve activiteiten voor inwoners van Nieuwegein en uit de regio.

3.6.2 Subsidiegrondslagen

Activiteitenplan met productbegroting.

3.6.3 Overige verplichtingen

Nadere verpichtingen kunnen worden vastgelegd in een uitvoeringsovereenkomst, die als bijlage onderdeel uitmaakt van de verleningsbeschikking.

Werkveld

:

Beeldende kunst, Kunstmarkt (3.7)

Relevantie nota´s

:

geen specifieke nota´s (nieuwe Kadernota Kunstuitleen verwacht in 2009)

Budget

:

€ 1.531

Subsidievorm

:

productsubsidie

Instelling

:

St. Kunstmarkt Nieuwegein

Doelstellingen

Het interesse wekken bij een breed publiek voor hedendaagse beeldende kunst.

3.7.1 Subsidiabele activiteiten/producten

Het organiseren van de jaarlijkse kunstmarkt in Nieuwegein.

3.7.2 Subsidiegrondslagen

Activiteitenplan met productbegroting.

3.7.3 Overige verplichtingen

Nadere verplichtingen worden vastgelegd in de verleningsbeschikking.

Werkveld

:

Cultureel erfgoed/musea, Historische Kring (3.8)

Relevantie nota´s

:

“Uit de lengte of uit de breedte”, Programma Cultureel Erfgoed 2006-2010,

Budget

:

€ 16.218

Subsidievorm

:

productsubsidie

Instelling

:

Historische Kring Nieuwegein

Doelstellingen

Behouden van musea en het in een museum tonen van de cultuurhistorie van Nieuwegein.

3.8.1 Subsidiabele activiteiten/producten

Beheren van het museum.

Verrichten van historisch onderzoek.

3.8.2 Subsidiegrondslagen

Activiteitenplan met productbegroting.

3.8.3 Overige verplichtingen

Nadere verplichtingen, bijvoorbeeld over rapportage t.a.v. bezoekersaantallen en publicaties, worden vastgelegd in de verleningsbeschikking.

Werkveld

:

Cultureel erfgoed/musea, Museumwerf (3.9)

Relevantie nota´s

:

“Uit de lengte of uit de breedte”, Programma Cultureel Erfgoed 2006-2010,

Budget

:

€ 139.000

Subsidievorm

:

productsubsidie

Instelling

:

Museumwerf Vreeswijk

Doelstellingen

Behouden van musea en het in een museum tonen van de cultuurhistorie van Nieuwegein; in het bijzonder de historie van de Nederlandse binnenvaartschepen i.r.t. de historie van het schippersdorp Vreeswijk.

3.9.1 Subsidiabele activiteiten/producten

Exploitatie van de museumwerf.

3.9.2 Subsidiegrondslagen

Activiteitenplan met productbegroting.

3.9. Overige verplichtingen

Nadere verplichtingen worden vastgelegd in de verleningsbeschikking.

Gemeente en de Museumwerf maken op onderdelen nadere afspraken in de vorm van convenanten, bijvoorbeeld t.a.v. het ligplaatsenbeleid.

Werkveld

:

Cultureel erfgoed/ St. Oudheidkamer Vreeswijk (3.10)

Relevantie nota´s

:

“Uit de lengte of uit de breedte”, Programma Cultureel Erfgoed 2006-2010,

Budget

:

€ 4.182

Subsidievorm

:

productsubsidie

Instelling

:

St. Oudheidkamer Vreeswijk

Doelstellingen

Behouden van musea en het in een museum tonen van de cultuurhistorie van Nieuwegein.

3.10.1 Subsidiabele activiteiten/producten

Het beheren van het museum.

Verrichten van historisch onderzoek.

3.10.2 Subsidiegrondslagen

Activiteitenplan met productbegroting.

3.10.3 Overige verplichtingen

Nadere verplichtingen, bijvoorbeeld t.a.v. rapportage over publicaties en bezoekersaantallen, worden vastgelegd in de verleningsbeschikking.

Hoofdstuk 4 Sport & bewegen

Voor de subsidiering van de sport is nieuw beleid in ontwikkeling. De nieuwe kaders zijn gesteld in de nota Nieuwegein beweegt. De beleidsregels die in het verlengde daarvan zijn uitgewerkt, worden separaat ter besluitvorming aangeboden aan het college van B&W. Daarna worden ze opgenomen in de beleidsregels.

Daarnaast wordt gewerkt aan een overgangsregeling voor de gesubsidieerde sportverenigingen. Ook deze overgangsregeling wordt separaat ter besluitvorming aangeboden, alvorens zij wordt opgenomen in de beleidsregels.

Zo spoedig mogelijk wordt de uitgangssituatie voor subsidiering op het terrein van sport & bewegen voor 2010 opgenomen in deze bundel beleidsregels.

Hoofdstuk 5 Integratie, emancipatie & mondiaal beleid

Werkveld

:

Mondiaal beleid, Stichting Nieuwegein Mondiaal (5.1)

Relevantie nota´s

:

Nieuwegein internationaal

Budget

:

€ 5.672

Subsidievorm

:

productsubsidie

Instelling

:

St. Nieuwegein Mondiaal

Doelstellingen

Het bevorderen van bewustwording van de problematiek in ontwikkelingslanden.

Het vergroten van kennis en betrokkenheid bij Europa.

Het leveren van een bijdrage aan de democratische en bestuurlijke ontwikkelingen op lokaal niveau in andere landen.

Bevorderen van internationale contacten in zijn algemeenheid, in het bijzonder met Stedenband gemeenten Pulawy (Polen) en Rundu (Namibië).

5.1.1 Subsidiabele activiteiten/producten

Het geven van voorlichting over mondiale bewustwording aan de bewoners van Nieuwegein.

Het (doen) organiseren van publieksgerichte activiteiten in Nieuwegein op het gebied van mondiale bewustwording.

5.1.2 Subsidiegrondslagen

Activiteitenplan met productbegroting.

5.1.3 Subsidieplafond en verdeelregels

Het subsidieplafond voor mondiaal beleid bedraagt € 11.202. Dit budget wordt in de vorm van 2 subsidies verstrekt aan St. Nieuwegein Mondiaal. Een vast bedrag (€ 5.672) gaat naar St. Nieuwegein Mondiaal (5.1), het resterende budget wordt via dezelfde stichting ingezet t.b.v. de ondersteuning van derden (5.2).

5.1.4. Overige verplichtingen

De verantwoording van de subsidie bevat, naast de algemene vereisten, informatie over de georganiseerde activiteiten.

Werkveld

:

Mondiaal beleid, activiteitenbudget (5.2)

Relevantie nota´s

:

Nieuwegein internationaal

Budget

:

€ 4.311

Subsidievorm

:

productsubsidie

Instelling

:

St. Nieuwegein Mondiaal

Doelstellingen

Het bevorderen van bewustwording van de problematiek in ontwikkelingslanden.

Het vergroten van kennis en betrokkenheid bij Europa.

5.2.1 Subsidiabele activiteiten/producten

Het bieden van incidentele financiële ondersteuning aan derden voor activiteiten op het gebied van mondiale bewustwording.

5.2.2 Subsidiegrondslagen

Verantwoording achteraf over de ondersteunde activiteiten.

5.2.3 Subsidieplafond en verdeelregels

Het subsidieplafond voor mondiaal beleid bedraagt € 11.202. Dit budget wordt in de vorm van 2 subsidies verstrekt aan St. Nieuwegein Mondiaal. Een vast bedrag (€ 5.672) gaat naar St. Nieuwegein Mondiaal (5.1), het resterende budget wordt via dezelfde stichting ingezet t.b.v. de ondersteuning van derden (5.2).

Als verdeelregel voor het budget behorend bij beleidsregel 5.2 geldt het uitgangspunt ´wie het eerste komt, het eerste maalt´.

5.2.4 Overige verplichtingen

In de verantwoording achteraf staat minimaal informatie over:

  • ·

    Wie aanvragen voor een bijdrage hebben gedaan en voor welke doeleinden.

  • ·

    Welke bedragen zijn aangevraagd.

  • ·

    Wat er is toegekend.

  • ·

    De motivering voor de toekenningen en afwijzingen.

Werkveld

:

Subsidiering wereldwinkel (5.3)

Relevantie nota´s

:

Nieuwegein internationaal

Budget

:

€ 8.234

Subsidievorm

:

productsubsidie

Instelling

:

St. Pand Wereldwinkel Nieuwegein

Doelstellingen

Het bevorderen van bewustwording van de problematiek in ontwikkelingslanden.

5.3.1 Subsidiabele activiteiten/producten

Exploitatie van de Wereldwinkel.

5.3.2 Subsidiegrondslagen

Activiteitenplan met productbegroting.

5.3.3 Overige verplichtingen

In de verantwoording staat, naast de algemene verplichtingen, minimaal informatie over:

  • ·

    Aantal bezoekers, respectievelijk klanten dat Wereldwinkel bezocht hebben.

  • ·

    Aantal bezoekers, respectievelijk klanten in relatie tot het landelijk gemiddelde van de Wereldwinkels.

  • ·

    Openstellingtijden van de Wereldwinkel

  • ·

    Gebruik dat door de aan de stichting verwante organisaties is gemaakt van de ruimte en op welke wijze voorlichting aan het publiek is verstrekt over de derde wereldproblematiek.

Werkveld :

Integratiebeleid, zelforganisaties (5.4) &

Werkveld :

Integratiebeleid, activiteitenbudget(5.5)

N.B: beleidsregels voor integratie worden vernieuwd op basis van de nieuwe nota integratiebeleid. Na besluitvorming over de nieuwe nota integratiebeleid zullen nieuwe beleidsregels t.a.v. integratie separaat ter besluitvorming worden aangeboden aan het college van B&W en worden opgenomen in deze notitie.

Voor het aanvragen van subsidie voor 2010 wordt de looptijd van de huidige regeling “Subsidieregeling zelforganisaties allochtonen 2000” met een jaar verlengd.

Subsidieplafond: € 29.796.

Werkveld

:

Emancipatie (5.6)

Relevantie nota´s

:

geen specifieke nota´s

Budget

:

€ 1.249

Subsidievorm

:

productsubsidie

Instelling

:

Comité Internationale Vrouwendag

Doelstellingen

Het bevorderen van emancipatie van (allochtone) vrouwen in Nieuwegein.

5.6.1 Subsidiabele activiteiten/producten

Organisatie van de Internationale Vrouwendag in Nieuwegein.

5.6.2 Subsidiegrondslagen

Activiteitenplan met productbegroting.

5.6.3 Overige verplichtingen

Nadere voorwaarden of afspraken worden vastgelegd in de verleningsbeschikking.

Hoofdstuk 6 Maatschappelijke participatie

Werkveld

:

Welzijn/Sociaal cultureel werk (SCW) – basisdeel (6.1)

Relevantie nota´s

:

Beleidskader SCW 2003-206, Visienota Wmo (2006) (Beleidskader SCW 2009-2011 vast te stellen in 2009)

Budget

:

€ 1.485.781

Subsidievorm

:

productsubsidie (meerjarig)

Instelling

:

SWN

Doelstellingen

Bevorderen van participatie, zelfredzaamheid en onderlinge verdraagzaamheid en het tegengaan van achterstanden.

6.1.1 Subsidiabele activiteiten/producten

  • ·

    Bewonersondersteuning en –stimulering (oa wijkgerichte aanpak, ondersteuning vrijwilligers, ondersteuning wijknetwerken en wijkplatforms)

  • ·

    Informatie en advies (Rechtswinkel/ informatiepunt voor ouderen met een hulpvraag)

  • ·

    Vitaliserende activiteiten (kinderwerk, ontmoeting en recreatie)

  • ·

    Accommodatiebeheer (exploitatie en beheer van 9 accommodaties w.o. 7 buurtcentra)

  • ·

    Accommodatiegebonden activiteitenaanbod

  • ·

    Deelname aan signaleringsbijeenkomsten, deelname aan samenwerkingsverbanden

6.1.2 Subsidiegrondslagen

Activiteitenplan met productbegroting.

6.1.3 Overige verplichtingen

Afspraken over (bijstelling van) het basisaanbod worden vastgelegd in het Programmaboek van de SWN en de beschikking die de gemeente afgeeft bij de subsidieverlening.

Voor 2010 wordt de SWN gevraagd in het programmaboek (ook) inzichtelijk te maken welke activiteiten/kosten gerelateerd zijn aan ondersteuning van vrijwilligers.

Werkveld

:

Welzijn/Sociaal cultureel werk - flexibel deel (6.2)

Relevantie nota´s

:

Beleidskader SCW 2003-206, Visienota Wmo (2006) (Beleidskader SCW 2009-2011 vast te stellen in 2009)

Budget

:

€ 356.126

Subsidievorm

:

productsubsidie (jaarlijks)

Instelling

:

SWN

Doelstellingen

Bevorderen van participatie, zelfredzaamheid en onderlinge verdraagzaamheid en het tegengaan van achterstanden.

6.2.1 Subsidiabele activiteiten/producten

(Innovatieve) activiteiten en projecten die aanvullend zijn t.ov. het ´basisdeel welzijn´. Waar de activiteiten uit het basisdeel zijn gericht op alle bewoners, kunnen activiteiten uit het flexibele deel gericht zijn op specifieke groepen, zoals kinderen/jongeren, mensen met een functiebeperking of inburgeraars (integratie, toeleiding naar inburgering).

6.2.2 Subsidiegrondslagen

Activiteitenplan met productbegroting.

6.2.3 Overige verplichtingen

Afspraken over de invulling van het flexibele deel worden jaarlijks vastgelegd in het programmaboek van SWN en in de verleningsbeschikking van de gemeente.

Werkveld

:

Ondersteuning mantelzorg (6.3)

Relevantie nota´s

:

Visienota Wmo (2006), beleidsnota verwacht in sept 2009

Budget

:

raming budget o.b.v. huidige subsidies (2009)

Subsidievorm

:

productsubsidie

Instelling

:

in ieder geval Steunpunt mantelzorg (Vitras), Alzheimer Café

Doelstellingen

Leveren van een bijdrage in de ondersteuning van mensen die langdurig mantelzorg verlenen.

Toenemend aantal mantelzorgers maakt gebruik van info/advies, cursussen, lotgenotencontact van het steunpunt mantelzorg.

6.3.1 Subsidiabele activiteiten/producten

Het ondersteunen of faciliteren van mantelzorgers, in ieder geval respijtzorg, de informatie- en adviesfunctie (steunpunt), lotgenotencontacten.

Een uitgebreidere beschrijving van de invulling van subsidiabel activiteiten/producten wordt opgenomen in een nieuwe beleidsnota ten aanzien van de ondersteuning van mantelzorgers.

6.3.2 Subsidiegrondslagen

Activiteitenplan met productbegroting.

6.3.3 Subsidieplafond en verdeelregels

Het subsidieplafond bedraagt ca. € 190.000 (raming op basis van subsidies in 2009, zie kader).

De exacte hoogte van het plafond en de bijbehorende verdeelregels worden nader ontwikkeld en opgenomen in de beleidsregels op basis van het nieuwe beleid.

6.3.4 Overige verplichtingen

Nadere invulling volgt op basis van vast te stellen beleidsnota t.a.v. ondersteuning mantelzorgers, in de loop van 2009. Op basis van deze nieuwe beleidsnota vindt een heroverweging plaats van de huidige inzet van middelen.

Subsidies in 2009:

  • -

    Steunpunt Mantelzorg (Vitras), € 35.900

  • -

    Ontmoetingscentrum (Vitras), € 13.959

  • -

    ´Handje helpen´ (thuishulpcentrale), € 41.880

  • -

    Alzheimer Café (St. Alzheimer Cafe Nederland), € 3.000

  • -

    St. Terminale Thuiszorg, € 2.269

  • -

    Vriendendienst (SWN), € 10.000

  • -

    Nederlands Rode Kruis, afdeling Nieuwegein, € 10.981

  • -

    Hospice, € 28.382

  • -

    Buddyhulp (Stade), € 12.000

Werkveld

:

Ondersteuning vanvrijwilligers (ook in de zorg)9 (6.4)

Relevantie nota´s

:

Eindrapport Herijking subsidies (vrijwilligers)organisaties in de zorg, Op weg naar een basiswelzijnspakket (2003), Nota volksgezondheid 2008-2010, Visienota Wmo (2006), Nieuwe beleidsnota verwacht in 2009

Budget

:

raming budget o.b.v. huidige subsidies (2009)10

Subsidievorm

:

productsubsidie (meerjarig of jaarlijks)

Doelstellingen

Stimuleren van deelname aan vrijwilligerswerk; 40% van de bewoners van de gemeente Nieuwegein zet zich in als vrijwilliger.

Het (doen) ondersteunen van vrijwilligers en vrijwilligersorganisaties.

6.4.1 Subsidiabele activiteiten/producten

Activiteiten die bijdragen aan genoemde doelstellingen, zoals bemiddeling, promotie, informatie, advies en ondersteuning, belangenbehartiging, werkontwikkeling, organisatieontwikkeling11.

6.4.2 Subsidiegrondslagen

Activiteitenplan met productbegroting.

6.4.3 Subsidieplafonds en verdeelregels

Het subsidieplafond bedraagt ca. € 110.472 (raming op basis van subsidies in 2009, zie kader).

De exacte hoogte van het plafond en de bijbehorende verdeelregels worden nader ontwikkeld en opgenomen in de beleidsregels op basis van het nieuwe beleid.

6.4.4 Overige verplichtingen

Nadere invulling volgt op basis van vast te stellen beleidsnota t.a.v. ondersteuning van vrijwilligers (in de zorg), in de loop van 2009.

Subsidies in 2009:

  • -

    Unie van vrijwilligers, € 6.500

  • -

    Netwerk vrijwilligers in de zorg (Vitras), € 103.972

  • -

    Ondersteuning vrijwilligers, deel basispakket SWN (hier PM)

Werkveld

:

Belangenbehartiging ouderen, COSBO (ouderenbonden) (6.5)

Relevantie nota´s

:

geen specifieke nota´s

Budget

:

€ 2.250

Subsidievorm

:

productsubsidie

Instelling

:

COSBO

Doelstellingen

De COSBO in staat stellen om voorlichting voor ouderen te organiseren.

6.5.1 Subsidiabele activiteiten/producten

Organiseren van grootschalige activiteiten of bijeenkomsten rond een thema in de het kader van de belangenbehartiging.

6.5.2 Subsidiegrondslagen

Activiteitenplan met productbegroting.

6.5.3 Overige verplichtingen

Nadere voorwaarden en afspraken kunnen worden vastgelegd in de verleningsbeschikking.

Werkveld

:

Scouting (6.6)

Relevantie nota´s

:

Visienota Wmo (2006)

Budget

:

€ 22.600

Subsidievorm

:

productsubsidie

Doelstellingen

Het creëren van aanbod aan vrijetijdsactiviteiten voor kinderen en jongeren in Nieuwegein.

6.6.1 Subsidiabele activiteiten/producten

  • ·

    (organiseren van) spelbijeenkomsten voor elke leeftijdsgroep (7-9/10-15/15-17/>18)

  • ·

    (organiseren van) weekend/ kamp voor elke leeftijdsgroep (7-9/10-15/15-17/>18)

6.6.2 Subsidiegrondslagen

Activiteitenplan met productbegroting.

Vast bedrag per scoutingclub: 11.000 (St. Scouting Vreeswijk) en 11.600 St. Scouting Nieuwegein Noord.

6.6.3 Overige verplichtingen

In de verleningsbeschikking zijn nadere voorwaarden bepaald, bijvoorbeeld ten aanzien van de informatie die moet worden aangeleverd bij de verantwoording.

Hoofdstuk 7 Maatschappelijke voorzieningen & zorg

Werkveld

:

Algemeen maatschappelijk werk (Amw) (7.1)

Relevantie nota´s

:

Kader AMW 2007-2011, Visienota Wmo (2006)

Budget

:

€ 781.367 (dit is inclusief budget vluchtelingenwerk)

Subsidievorm

:

productsubsidie

Instelling

:

St. Vitras/ CMD

Doelstellingen

  • ·

    Het bieden van laagdrempelige toegang tot eerstelijns hulpverlening/ algemeen maatschappelijk werk aan de inwoners van Nieuwegein met psychische, sociale en materiële problemen.

  • ·

    Het vergroten van de zelfstandigheid en het benutten van de eigen mogelijkheden van de cliënten bij het oplossen van hun problemen, zodanig dat zij (weer/beter) kunnen deelnemen aan het maatschappelijk verkeer.

7.1.1 Subsidiabele activiteiten/producten

Cliëntgerichte hulpverlening: geheel van activiteiten gericht op het verbeteren van het persoonlijk en sociaal functioneren van de cliënt.

Dienstverlening aan derden: ondersteuning van professionele en niet-professionele derden in hun werk en het adviseren en begeleiden in het kader van de verbetering en gebruikmaking van de zorgstructuur en uitvoering.

Signalering: signaleren van ontwikkelingen en omstandigheden die ten grondslag kunnen liggen aan psychosociale nood en achterstandsproblemen, het signaleren van het ontbreken van voorzieningen of van knelpunten in de toegang tot de voorzieningen.

7.1.2 Subsidiegrondslagen

  • ·

    De subsidienorm voor het budget voor het (lokale) basispakket Amw is gebaseerd op het aantal inwoners (c.q. potentiële cliënten) van de gemeente.

  • ·

    Over de afname van de basisdienstverlening (basispakket) van het algemeen maatschappelijk werk worden afspraken gemaakt in regionaal verband; hiertoe is een convenant afgesloten.

  • ·

    Per afzonderlijke gemeente worden daarnaast jaarlijks afspraken gemaakt over aanvullende inzet van AMW.

  • ·

    Uitvoeringsovereenkomst (bijlage beschikking) en productbegroting (beschrijving van te leveren producten met bijbehorende begroting c.q. “productbladen”).

7.1.3 Overige verplichtingen

Afspraken over indexering van het budget worden in regionaal verband gemaakt, op dit punt wordt afgeweken van de algemene regels die de gemeente Nieuwegein in deze hanteert.

Overige verplichtingen worden vastgelegd in de uitvoeringsovereenkomst.

Werkveld

:

Vluchtelingenwerk (7.2)

Relevantie nota´s

:

Nota lokale inburgeringsagenda Nieuwegein, Wet Inburgering, Generaal pardonregeling

Budget

:

deze taak wordt uitgevoerd binnen budget AMW

Subsidievorm

:

productsubsidie (aanvullende deel)

Instelling

:

St. Vitras/ algemeen maatschappelijk werk

Doelstellingen

Volwaardige participatie van (ex)vluchtelingen/asielzoekers die zich vestigen in de gemeente Nieuwegein.

7.2.1 Subsidiabele activiteiten/producten

Begeleiding van vluchtelingen, oudkomers en uitgeprocedeerde asielzoekers (materiele rechtspositie en psychologische begeleiding).

7.2.2 Subsidiegrondslagen

Activiteitenplan met productbegroting.

7.2.3 Overige verplichtingen

De kosten voor de inzet van de coördinator vluchtelingenwerk worden gedekt uit het budget voor algemeen maatschappelijk werk (aanvullende deel). Uitgangspunt is de inzet van 1 fte (coördinator) en ondersteuning door inzet van vrijwilligers. In geval van grote fluctuaties kunnen (jaarlijks) afspraken worden gemaakt over het verhogen/verlagen van inzet/budget t.b.v. het vluchtelingenwerk.

Werkveld

:

Volksgezondheid (7.3)

Relevantie nota´s

:

Nota volksgezondheid 2008-2010

Budget

:

€ 1.575 t.b.v. EHBO Vreeswijk, € 500 t.b.v. werkgroep AA, € 4.200 t.b.v. St. Voorkom

Subsidievorm

:

productsubsidie

Doelstellingen

Bevorderen van de volksgezondheid.

7.3.1 Subsidiabele activiteiten/producten

EHBO Vreeswijk: het aanleren van eerste hulp bij ongelukken aan bewoners en het leveren ervan.

Werkgroep Anonieme Alcoholisten (AA): bieden van een ondersteuningsprogramma voor alcoholisten.

St. Voorkom: voorlichting(sprogramma´s) ter preventie van alcohol en drugsmisbruik.

7.3.2 Subsidiegrondslagen

Activiteitenplan met productbegroting.

7.3.3 Overige verplichtingen

Nadere voorwaarden of afspraken worden vastgelegd in de verleningsbeschikking.

Werkveld

:

Maatschappelijke opvang (7.4)

Relevantie nota´s

:

Visienota Wmo (2006)

Budget

:

raming budget o.b.v. huidige subsidies (2009), zie kader

Subsidievorm

:

productsubsidie

Doelstellingen

(Doen) bieden van maatschappelijke opvang aan bewoners met specifieke problemen (b.v. slachtoffers huiselijk geweld, seksueel geweld).

7.4.1 Subsidiabele activiteiten/producten

Het bieden van maatschappelijke opvang en hulp aan bewoners met specifieke problemen.

7.4.2 Subsidiegrondslagen

Activiteitenplan met productbegroting.

7.4.3 Plafond en verdeelregels

Het subsidieplafond bedraagt € 58.400.

Als het subsidieplafond wordt overschreden, vindt prioriteitstelling plaats. De aanvragen (met name de activiteitenplannen) worden beoordeeld op doelstellingen, kwaliteit, kwantiteit, het aantal deelnemers en de prijs-kwaliteitverhouding.

7.4.3 Overige verplichtingen

Nadere voorwaarden of afspraken worden vastgelegd in de verleningsbeschikking.

Subsidies in 2009:

  • -

    St. Tussenvoorziening, € 40.000

  • -

    Fiom, € 18.400

Werkveld

:

Collectieve voorzieningen maatschappelijke ondersteuning (7.5)

Relevantie nota´s

:

Visienota Wmo (2006)

Budget

:

raming budget o.b.v. huidige subsidies (2009)

Subsidievorm

:

productsubsidie

Doelstellingen

Het bevorderen van deelname aan het maatschappelijk verkeer en van het zelfstandig functioneren van mensen met een lichamelijke of geestelijke beperking.

7.5.1 Subsidiabele activiteiten/producten

Collectieve voorzieningen op het terrein van wonen, welzijn en zorg (waaronder vervoer), die bijdragen aan genoemde doelstellingen.

7.5.2 Subsidiegrondslagen

Activiteitenplan met productbegroting.

6.5.3 Subsidieplafonds en verdeelregels

Het subsidieplafond bedraagt ca. € 80.217 (raming op basis van subsidies in 2009, zie kader).

De exacte hoogte van het plafond en de bijbehorende verdeelregels worden nader ontwikkeld en opgenomen in de beleidsregels op basis van het nieuwe beleid.

7.5.4 Overige verplichtingen

Nadere invulling volgt op basis van vast te stellen beleidsnota t.a.v. collectieve voorzieningen op het terrein van maatschappelijke ondersteuning, in de loop van 2009.

Subsidies in 2009:

  • -

    Preventieve zorg (Vitras), € 11.500

  • -

    Rolstoelbus, € 4.765

  • -

    Algemene hulpdienst, € 4.500

  • -

    Maaltijdvoorziening (Vitras), € 47.200

  • -

    Personenalarmering (Vitras), € 12.252

Werkveld

:

Ondersteuning van mensen met een handicap en/of psychische klachten (7.6)

Relevantie nota´s

:

Visienota Wmo (2006)

Budget

:

indicatief budget o.b.v. huidige subsidies (2009)

Subsidievorm

:

productsubsidie

Doelstellingen

Het bevorderen van deelname aan het maatschappelijk verkeer en van het zelfstandig functioneren van mensen met een lichamelijke of geestelijke beperking.

7.6.1 Subsidiabele activiteiten/producten

Activiteiten die bijdragen aan genoemde doelstellingen en zijn gericht op specifieke (groepen) mensen met bepaalde lichamelijke of geestelijke beperkingen. Het aanbod kan plaatsvinden in groepsverband of individueel.

7.6.2 Subsidiegrondslagen

Activiteitenplan met productbegroting.

7.6.3 Subsidieplafond en verdeelregels

Het subsidieplafond bedraagt ca. € 112.284 (raming op basis van subsidies in 2009, zie kader).

De exacte hoogte van het plafond en de bijbehorende verdeelregels worden nader ontwikkeld en opgenomen in de beleidsregels op basis van het nieuwe beleid.

7.6.4 Overige verplichtingen

Nadere invulling volgt op basis van vast te stellen beleidsnota t.a.v. collectieve voorzieningen op het terrein van maatschappelijke ondersteuning, in de loop van 2009.

Subsidies in 2009:

  • -

    St. lich./zint. gehandicapten De Paraplu, € 2.950

  • -

    Vriendendienst Maatje groter (SWN), € 20.000

  • -

    Indigo, € 34.584

  • -

    Kees Trimbos Stichting, € 54.750

Werkveld

:

Armoedebestrijding (7.7)

Relevantie nota´s

:

Integraal plan van aanpak Armoedebestrijding in Nieuwegein (wordt herzien in 2010)

Budget

:

Op dit moment geen specifiek budget beschikbaar, nieuw budget komt mogelijk beschikbaar na herziening in 2010

Subsidievorm

:

productsubsidie (incidenteel of meerjarig)

Doelstellingen

  • ·

    Het bestrijden van armoede door rechtstreeks contact met inwoners van Nieuwegein.

  • ·

    Samenwerking tussen organisaties ten bate van armoedebestrijding onder inwoners van Nieuwegein.

  • ·

    Bevorderen van succesvolle deelname aan schuldhulpverleningstrajecten.

7.7.1 Subsidiabele activiteiten/ producten12

  • ·

    Activiteiten die bijdragen aan bekendheid met en het gebruik van voorzieningen op het gebied van armoedebestrijding door inwoners van Nieuwegein die recht hebben op die voorzieningen.

  • ·

    Praktische ondersteuning van inwoners van Nieuwegein door rechtstreeks contact, dat bijdraagt aan preventie van financiële problemen; deze activiteiten moet een aanvulling zijn op het bestaande aanbod. De U-pas geldt expliciet als voorliggende voorziening.

  • ·

    Samenwerkingsactiviteiten tussen organisaties die een aantoonbare bijdrage leveren aan a) eenduidig en herkenbaar aanbod van instrumenten op het terrein van armoedebestrijding en b) activiteiten genoemd bij eerste twee punten.

7.7.2 Subsidiegrondslagen

Activiteitenplan met productbegroting.

7.7.3 Subsidieplafond en verdeelregels

Het beschikbare budget wordt verdeeld volgens het principe ´wie het eerst komt, het eerst maalt´.

7.7.4 Overige verplichtingen

Activiteiten moeten passen binnen het gemeentelijk beleid.

Bij de subsidieaanvraag is per product inzicht gegeven in de doelstelling, doelgroep en het bereik, als ook de geraamde baten en lasten.

Indien aan de deelnemers een eigen bijdrage wordt gevraagd, wordt de mogelijkheid van U-paskorting onderzocht. Voor kinderen wordt de mogelijkheid van een aanvullende bijdrage van Stichting Leergeld onderzocht.

Hoofdstuk 8 Veiligheid

Werkveld

:

Slachtofferhulp (8.1)

Budget

:

€ 8.453

Subsidievorm

:

productsubsidie

Instelling

:

Slachtofferhulp Nederland, regio Midden

Doelstelling

De Stichting Slachtofferhulp in staat stellen om hulp te verlenen aan mensen uit Nieuwegein die het slachtoffer zijn van een misdrijf of verkeersongeval.

8.1.1 Subsidiabele activiteiten/producten

In behandeling nemen van hulpvragen van inwoners van de gemeente Nieuwegein.

8.1.2 Subsidiegrondslagen

Productbegroting, vast bedrag.

8.1.3 Overige verplichtingen

Nadere voorwaarden/afspraken zijn opgenomen in de verleningsbeschikking.

De gemeente stimuleert samenwerking met/aansluiting bij Steunpunt Vrijwilligers Nieuwegein of het Netwerk Vrijwilligers in de Zorg.

Werkveld

:

Dierenasiel (8.2)

Budget

:

€ 7.781

Subsidievorm

:

productsubsidie

Instelling

:

St. Rijpickerwaard

Doelstelling

Stichting Rijpickerwaard in staat stellen om op een zorgvuldige en adequate manier zwervende honden en katten in bewaring te nemen.

8.2.1 Subsidiabele activiteiten/producten

Opvang van zwervende dieren.

8.2.2 Subsidiegrondslagen

Activiteitenplan met productbegroting. Er geldt een normbedrag van € 7,07 per dag per hond en van € 4,27 per dag per kat. Het maximaal aantal dagen dat voor subsidie in aanmerking komt bedraagt 21 opvangdagen per hond en per kat.

Op basis van jaarlijkse opgave wordt afgerekend tot (maximaal) het verleende bedrag.

8.2.3 Overige voorwaarden

Nadere voorwaarden/afspraken zijn opgenomen in de verleningsbeschikking. Het gaat onder andere over rapportage over het aantal honden en katten dat is opgevangen en het aantal opvangdagen.


Noot
1

Voor de periode tot en met augustus 2010 is incidenteel aanvullend budget beschikbaar gesteld voor het realiseren van ambitieniveau 1 op alle locaties.

Noot
2

Voor de organisatie van peuterspeelzaal ´t Piraatje ontvangt SWN € 1.777 subsidie binnen het basisdeel welzijn; een beroepskracht t.b.v. peuterspeelzaalwerk op niveau 1 wordt gesubsidieerd via KMN Kind & Co.

Noot
3

Voor- en vroegschoolse educatie

Noot
4

De verantwoordelijkheid voor de vroegschoolse educatie ligt bij de scholen zelf.

Noot
5

In de huidige raming voor 2011 is dit nog € 32.817.

Noot
6

Voor volwasseneneducatie ontvangt de gemeente geld van het rijk; voor deze middelen geldt tot 2011 gedwongen winkelnering bij het ROC. Naast deze inkoop van cursussen uit deze rijksbijdrage, heeft de gemeente een beperkt eigen budget dat zij kan inzetten ten behoeve van lokale initiatieven.

Noot
7

Dit is het budget dat beschikbaar is voor amateurkunst, minus de subsidie die jaarlijks wordt verstrekt aan Theater Totaal (3.2) ad € 8.622 (budget 2009).

Noot
8

De kunstuitleen zal na 2010 worden omgevormd tot een centrum voor beeldende kunst (CBK)

Noot
9

Ondersteuning van vrijwilligerswerk in de sport valt buiten dit budget.

Noot
10

Deze raming is op basis van de huidige inzet/subsidies (zie kader) en een deel van het budget dat wordt ingezet bij de SWN (SCW basisdeel).

Noot
11

Gemeente ondersteunt vrijwilligers ook m.b.v. vrijwilligersverzekeringen; deze vorm van ondersteuning wordt niet ingevuld met het instrument subsidie en ontbreekt daarom in deze opsomming.

Noot
12

In het kader van armoedebestrijding vinden ook gemeentelijke activiteiten plaats buiten het instrument van subsidieverlening; het gaat dan om persoonsgebonden zorg/hulp zoals schuldhulpverlening en bijzondere bijstand.