Beheersconvenant bestuurscommissie openbaar voortgezet onderwijs

Geldend van 01-08-2003 t/m heden

Intitulé

Beheersconvenant bestuurscommissie openbaar voortgezet onderwijs

Beheersconvenant bestuurscommissie openbaar voortgezet onderwijs

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nieuwegein enerzijds

en de Bestuurscommissie openbaar voortgezet onderwijs Nieuwegein anderzijds.

gelezen de Verordening Bestuurscommissie Openbaar Voortgezet Onderwijs, zoals deze gewijzigd is vastgesteld door de gemeenteraad op 26 juni 2003.

overwegende,

dat het gewenst is om in de verordening benoemde taken en bevoegdheden nader in een convenant vast te leggen;

gelet op het bepaalde in artikel 1 van de Wet op het Voortgezet Onderwijs;

komen als volgt overeen:

Artikel 1 Begripsbepalingen.

de gemeente

:

de gemeente Nieuwegein

de raad

:

de raad van de gemeente Nieuwegein

het college

:

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nieuwegein

de commissie

:

de bestuurscommissie openbaar voortgezet onderwijs Nieuwegein

de scholen

:

de openbare scholen voor het voortgezet onderwijs in Nieuwegein

de rector

:

de rector van de scholengemeenschap voortgezet onderwijs in Nieuwegein

materiële voorzieningen

:

de lump-sum voorzieningen als bedoeld in het rijksbegrotingsstelsel voortgezet onderwijs ten behoeve van de exploitatie.

Artikel 2 Financiën

  • 1. De commissie is een administratief zelfstandig lichaam.

  • 2. De gemeente draagt zorg voor de doorbetaling aan de commissie van de extra bestuurskosten, zoals vermeld in het raadsbesluit instelling artikel 82-commissie ten behoeve van het openbaar primair onderwijs en openbaar voortgezet onderwijs.

  • 3. De in artikel 6, negende lid, van de Verordening Bestuurscommissie Openbaar Voortgezet Onderwijs bedoelde vergoeding bedraagt niet meer dan het vergoedingsbedrag dat jaarlijks door het Ministerie van Binnenlandse Zaken wordt vastgesteld voor de leden van gemeentelijke commissies.

Artikel 3 Begroting en rekening.

  • 1. De begroting van de commissie wordt als volgt ingericht:

    • -

      begroting van de school, met inachtneming van het bepaalde in de “Regeling financiële verslaglegging voortgezet onderwijs” (7 mei 1996, kenmerk CFI/FVE-96/97 1M);

    • -

      begroting van de bestuurskosten.

  • 2. Een beleidsmatige toelichting op de begroting van het komende jaar wordt voor 1 december aangeboden aan het college.

  • 3. Over het ontwerp van de begroting van de school voert de commissie overleg met de rector.

  • 4. De begroting betreffende de besteding van de extra bestuurslasten vormt onderdeel van de begroting van de bestuurskosten.

  • 5. De jaarrekening van de commissie heeft dezelfde indeling als de begroting.

  • 6. Een overzicht van de bestedingen van de extra bestuurslasten maakt onderdeel uit van de jaarlijks in te dienen ontwerprekening met toelichting over het afgelopen jaar.

  • 7. De commissie draagt de controle van de administratie en de jaarrekening op aan een door de commissie zelf te bepalen register-accountant.

Artikel 4 Reserves en voorzieningen.

  • 1. De zeggenschap over de aanwending van de reserves en voorzieningen berust bij de commissie.

  • 2. De saldi van de reserves en voorzieningen per 1 januari 1998 worden overgedragen aan de commissie.

  • 3. De commissie voert een zorgvuldig beheer over de haar beschikbaar gestelde middelen, zij is daarbij vrij om een eventueel overschot aan interne financieringsmiddelen te beleggen bij een instelling naar haar keuze.

    Hierbij dient het treasury-statuut van het college in acht te worden genomen. De rente-opbrengst wordt ten bate van exploitatie gebracht.

Artikel 5 Gebouwen.

  • 1. De bij de school in gebruik zijnde schoolgebouwen en terreinen blijven eigendom van de gemeente.

  • 2. Het beheer van de hoofdvestiging, nevenvestiging en dislokaties van de school berust bij de commissie.

  • 3. De commissie draagt zorg voor een tweejaarlijks te actualiseren beheersplan voor het onderhouden aan binnenzijde van de in het tweede lid bedoelde gebouwen, zijnde de activiteiten zoals opgenomen in de lijst behorende bij bijlage I van de Verordening Huisvestingsvoorzieningen onderwijs gemeente Nieuwegein. De commissie legt deze plannen voor 1 oktober van het jaar voorafgaand aan het betreffend tijdvak ter beoordeling en goedkeuring aan het college voor.

Artikel 6 Organisatie.

  • 1. Met inachtneming van de in het kader van de beschrijving van de administratieve organisatie vastgestelde procesbeschrijving stelt de commissie de organisatiestructuur met betrekking tot de financiële administratie en het beheer van de geldmiddelen vast en zendt deze ter goedkeuring aan de raad.

  • 2. De organisatiestructuur als bedoeld in het eerste lid omvat in elk geval:

    • a.

      een organisatieschema, dat een doelmatige functiescheiding waarborgt en waarin de budgetverantwoordelijkheid wordt geregeld;

    • b.

      een regeling van de teken- en beschikkingsbevoegdheden;

    • c.

      voorschriften inzake melding van calamiteiten, zowel aan de betreffende commissieleden als aan het college.

Artikel 7 Slotbepaling

  • 1. In alle zaken het beheer door de commissie betreffende, waarin dit convenant niet voorziet, beslist het college nadat zij hierover overleg heeft gevoerd met de commissie.

  • 2.

    • a.

      De gemeente en de commissie plegen jaarlijks overleg over de tekst en inhoud van dit convenant.

    • b.

      De gemeente en de commissie plegen tenminste tweemaal per jaar en voorts zo vaak als een partij nodig acht overleg over de uitvoering van dit convenant.

  • 3. Dit convenant treedt in werking met ingang van 1 augustus 2003.

  • 4. Dit convenant kan worden aangehaald als “Beheersconvenant bestuurscommissie openbaar voortgezet onderwijs Nieuwegein”.

Ondertekening

Nieuwegein, 27 mei 20031

namens de bestuurscommissie.

namens de gemeente,

de bestuurscommissie openbaar voortgezet onderwijs,

de burgemeester

drs. C.M. de Vos

de secretaris

drs. H. Verbeek

de voorzitter

drs. E.J.C. Beaten