Verordening op de woning- en kamerverhuurbureaus

Geldend van 01-01-2024 t/m heden

Intitulé

Verordening op de woning- en kamerverhuurbureaus

Raadsbesluit

De raad van de gemeente Nieuwegein;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 15 maart 1988;

gelet op artikel 168 van de gemeentewet;

b e s l u i t :

vast te stellen de “verordening op de woning- en kamerverhuurbureaus”.

Bijgewerkt tot en met de eerste wijziging vastgesteld in de raadsvergadering van 19 maart 1992.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt verstaan onder:

  • a.

    woonruimte: elk besloten lokaal, waar, al of niet tezamen met andere besloten lokalen of met een besloten woonerf, de activiteit wonen is toegestaan en waarbij het lokaal of de lokalen feitelijk kunnen worden gebruikt voor bewoning;

  • b.

    bemiddeling verlenen bij het verkrijgen van woonruimte:

    zowel het tegen vergoeding registreren van woning- of kamerzoekenden;

    • -

      als het tegen vergoeding, handelend als tussenpersoon, ter beschikking stellen van woonruimte van derden aan een woning- of kamerzoekende;

    • -

      als het verkopen en verhuren van meubilair, stoffering en tot een woning of kamer behorende uitrusting, gekoppeld aan het recht, die woning of kamer te mogen bewonen;

  • c.

    woningbureau/kamerverhuurbureau: een persoon of personen, handelend onder eigen naam of handelsnaam, of een rechtspersoon, die bemiddeling verleent/verlenen bij het verkrijgen van woonruimte.

Artikel 2 Verbodsbepalingen

  • 1. Het is verboden, zonder of in afwijking van een vergunning van burgemeester en wethouders, bemiddeling te verlenen bij het verkrijgen van woonruimte of zich te vestigen of op te treden als woningbureau of als kamerverhuurbureau.

  • 2. Niet van toepassing is voornoemd verbod op:

    • a.

      woningbouwcorporaties, welke toegelaten instelling zijn in de zin van het Besluit toegelaten

    • b.

      instellingen volkshuisvesting;

    • c.

      makelaars in onroerende goederen, die zijn aangesloten bij de Nederlandse Vereniging van makelaars (N.V.M.).

Artikel 3 Inhoud van de aanvraag

  • 1. (vervallen)

  • 2. De aanvraag houdt in:

    • a.

      naam, voornamen, geboortedatum, geboorteplaats en volledig adres van de aanvrager of zo deze rechtspersoon mocht zijn, naam en rechtsvorm, onder bijvoeging van statuten of reglementen;

    • b.

      naam, voornamen, geboortedatum, geboorteplaats en volledig adres van het hoofd of beheerder van het bureau, zo de aanvrager niet tevens hoofd of beheerder mocht zijn;

    • c.

      de naam waaronder het bedrijf zal worden uitgeoefend en het adres van de vestiging en/of nevenvestiging.

Artikel 4 Over te leggen bescheiden

  • 1. Bij de aanvraag, als bedoeld in artikel 3, de volgende bescheiden overleggen:

    • a.

      een verklaring omtrent het gedrag, als bedoeld in de "Wet op de justitiële documentatie en de verklaringen omtrent het gedrag" van de aanvrager en van het hoofd of van de beheerder van het bureau;

    • b.

      een korte omschrijving van de wijze waarop de administratie zal worden gevoerd alsmede een opgave van het tot het bureau behorende woning- of kamerbestand dan wel van de wijze waarop de aanvrager zich voorstelt, de beschikking over een dergelijk bestand te verkrijgen;

    • c.

      een opgave van de bemiddelingsvoorwaarden en -tarieven.

  • 2. Debescheiden betreffende de administratie, het kamerbestand, de bemiddelingsvoorwaarden en de tarieven dienen door de aanvrager of diens gemachtigde ondertekend te zijn.

  • 3. Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels stellen, gehoord de COVON en de functionele commissie, waaraan de in het eerste lid vermelde bescheiden moet voldoen.

Artikel 5

(vervallen)

Artikel 6 Ongenoegzaamheid van stukken

  • 1. Indien de aanvraag of de daarbij behorende bescheiden niet voldoen aan het bepaalde in of krachtens de artikelen 3, 4 of 5, wordt de aanvrager door burgemeester en wethouders in de gelegenheid gesteld, binnen twee weken na de dag van ontvangst van een daartoe strekkend verzoek het verzuim te herstellen.

  • 2. (vervallen).

  • 3. (vervallen).

Artikel 7 Procedure

  • 1. Burgemeester en wethouders beschikken op de aanvraag, als bedoeld in artikel 3 binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen hun beschikking eenmaal voor ten hoogste acht weken verdagen.

  • 3. Paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht is niet van toepassing.

Artikel 8 Weigeringsgronden

Burgemeester en wethouders moeten een vergunning weigeren, indien naar hun oordeel gegronde vrees bestaat, dat het belang van de betrokken woning- of kamerzoekenden onvoldoende gewaarborgd zal zijn of dat het belang van een doelmatige woonruimte wordt geschaad.

Artikel 9 De vergunning

  • 1. De vergunning wordt verleend voor een termijn van een jaar.

    De termijn wordt stilzwijgend telkens met drie jaren, tenzij burgemeester en wethouder uiterlijk 26 weken vóór de afloop van de termijn aan de houder hebben bekendgemaakt dat de vergunning niet of niet-ongewijzigd kan worden gehandhaafd.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen aan een vergunning voorschriften verbinden.

  • 3. (vervallen).

  • 4. De houder is verplicht zorg te dragen, dat steeds een afschrift of fotokopie van de vergunning en deze verordening duidelijk zichtbaar in een voor het publiek toegankelijk vertrek van zijn woning- of kamerverhuurbureaus of, indien aanwezig, zo dicht mogelijk bij de balie, is opgehangen.

Artikel 10 Bemiddelingsvoorwaarden en -tarieven

  • 1. Het inschrijfgeld mag ten hoogste € 14,97 exclusief BTW bedragen. De vergunninghouder/ster verplicht zich voor dat bedrag:

    • a.

      de woonwensen van de woning- of kamerzoekende te registreren, zoals grootte van de woning of de kamer, de maximale huurprijs, de gewenste voorzieningen en het karakter van de gezochte woonruimte;

    • b.

      de woning- of kamerzoekende een jaar ingeschreven te houden;

    • c.

      de woning- of kamerzoekende regelmatig aanbiedingen te doen die in overeenstemming zijn met de onder a, genoemde woonwensen.

  • 2. Nadat een huurovereenkomst is gesloten zonodig een woonvergunning is afgegeven mag de vergunninghouder/ster als bemiddelingskosten een halve netto maandhuur exclusief BTW (tot een maximum van € 102,10) berekenen.

  • 3. Hij is verplicht zorg te dragen, dat de bemiddelingsvoorwaarden en -tarieven steeds duidelijk zichtbaar in een voor het publiek toegankelijk vertrek van zijn woning- of kamerverhuurbureau of indien aanwezig, zo dicht mogelijk bij de balie, zijn opgehangen.

  • 4. Burgemeester en wethouders bepalen jaarlijks aan de hand van de ontwikkelingen van het gemeentelijk legestarief, waarbij de verhoging/verlaging van het inschrijfgeld voor woningzoekenden bepalend is, de maximum-hoogte van het inschrijfgeld voor kamerzoekenden.

Artikel 11 Anti-discriminatiebepaling

Het is de vergunninghouder/ster verboden te bemiddelen ter zake van woonruimte waarvan de verhuurder/ster discriminerende voorwaarden aan de kamer- of woningzoekende stelt.

Artikel 12 Intrekking van de vergunning

  • 1. Indien de bepalingen van deze verordening of een of meer voorschriften verbonden aan de vergunning, naar het oordeel van burgemeester en wethouders niet of niet behoorlijk worden nageleefd, kunnen zij aan houder een waarschuwing zenden, waarin een termijn van ten minste 2 weken wordt gesteld, waarbinnen aan de bepalingen en voorschriften alsnog moet worden voldaan.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen de vergunning intrekken, indien:

    • a.

      niet wordt voldaan aan de waarschuwing, als bedoeld in lid 1;

    • b.

      zij verstrekt is op grond van onjuiste of onvolledige gegevens.

  • 3. (vervallen)

Artikel 13 Strafbare feiten

Hij die handelt in strijd met het bepaalde in artikel 2 wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of een geldboete van de tweede categorie.

Artikel 14 Zorg voor de naleving

Het toezicht op de naleving van de bepalingen van deze verordening alsmede de opsporing van de in artikel 12 genoemde strafbare feiten is opgedragen aan de daartoe door burgemeester en wethouders bij openbare kennisgeving aangewezen ambtenaren:

een en ander onverminderd het bepaalde in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering.

Artikel 15 Overgangsbepalingen

  • 1. Het verbod van artikel 2, lid 1, is gedurende 13 weken na de inwerkingtreding van deze verordening niet van toepassing ten aanzien van de woningbureaus en kamerverhuurbureaus, die op het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening als zodanig werkzaam zijn.

  • 2. Indien binnen 13 weken na het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag overeenkomstig de artikel 3 en 4 worden ingediend, is het verbod bedoeld in artikel 2, lid 1, niet van toepassing, totdat op de aanvraag onherroepelijk is beslist.

  • 3. Op een aanvraag, als bedoeld in het tweede lid, beschikken burgemeester en wethouders in afwijking van het bepaalde in artikel 7, lid 1 binnen 13 weken.

Artikel 16 Slotbepalingen

  • 1. Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening op de woning- en kamerverhuurbureaus.

  • 2. Zij treedt in werking op de dag na die van haar afkondiging.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de Raad, gehouden op 2 juni 1988,

de secretaris
de voorzitter