Regeling vervallen per 01-01-2015

Besluit uitgifte parkeervergunningen 2010

Geldend van 09-10-2013 t/m 31-12-2014 met terugwerkende kracht vanaf 01-10-2013

Intitulé

Besluit uitgifte parkeervergunningen 2010

Burgemeester en wethouders van de gemeente Nieuwegein;

overwegende dat het gewenst is voor het aanvragen en verlenen van parkeervergunningen de volgende regels te stellen;

gelet op artikel 3, tweede lid, van de Parkeerverordening 2010;

B e s l u i t:

vast te stellen het Besluit uitgifte parkeervergunningen 2010

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • 1. In dit besluit wordt verstaan onder:

    • a.

      parkeerzone: parkeerzone: een gebied als bedoeld in artikel 1, onderdeel f, van de geldende parkeerbelastingverordening (Parkeerbelastingverordening [jaartal]);

    • b.

      uitgifteplafond: het maximaal te verlenen parkeervergunningen per parkeerzone;

    • c.

      bedrijf: de zelfstandige die voor de voorziening in het bestaan is aangewezen op arbeid in eigen bedrijf of zelfstandig beroep;

    • een al dan niet commerciële organisatie, zoals een instelling, politiediensten, met dien verstande dat beroepen en bedrijven worden beschouwd als één bedrijf indien de vestigingsadressen dezelfde zijn of het een aaneengesloten bebouwing betreft, dan wel sprake is van een juridische constructie waaruit moet worden geconcludeerd dat het in wezen één beroep of bedrijf betreft, tenzij het tegendeel wordt aangetoond;

    • d.

      zorginstelling: een organisatie die onder de Kwaliteitswet zorginstellingen valt, met dien verstande dat daar in ieder geval onder begrepen wordt dat de organisatie tot doel heeft om gezamenlijke zorg te verlenen waarbij ten minste twee zorgverleners op een gelijkwaardig hiërarchisch niveau samenwerken;

    • e.

      Fte: de rekeneenheid die gebruikt wordt om aan te duiden wat de omvang van het aantal werkuren voor functies in een bedrijf is in verhouding tot het personeelsbestand van dat bedrijf, met dien verstande dat 1 Fte uit een werkweek van 36 uren bestaat;

    • f.

      parkeerplaats op eigen terrein:

    • 1.

      een parkeerplaats waarover de aanvrager kan beschikken op grond van eigendom, erfpacht, huur, ingebruikgeving of anderszins zoals aangewezen parkeerplaatsen op kenteken voor artsen, gehandicapten, autodate of;

    • 2.

      een parkeerplaats waarover de aanvrager kan beschikken in een garage of op een perceel, omdat deze volgens een raadsbesluit, een bouwvergunning, een erfpachts- of splitsingsakte of een huur- of koopovereenkomst voor de woning van de aanvrager bestemd is, met uitzondering van de met de woning verbonden ruimte die de bestemming garage heeft alsmede een losse garagebox, die niet direct met de woning verbonden is;

    • g.

      mantelzorg: zorg als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, van de Wet maatschappelijke ondersteuning;

    • h.

      bruto vloer oppervlakte:  de oppervlakte van een ruimte of een groep van ruimten in een bedrijf, gemeten op vloerniveau langs

    • de buitenomtrek van de opgaande scheidingsconstructies, die de desbetreffende ruimte of groep van ruimte omhullen;

    • i.

      leslokaal: een ruimte in een schoolgebouw dat in hoofdzaak bedoeld is en daadwerkelijk gebruikt wordt voor het geven van onderwijs aan leerlingen, met dien verstande dat daar niet onder wordt begrepen een ruimte die naar zijn aard bedoeld is voor  andere gebruiksfuncties in een school.

  • 2. Onder een bedrijf als bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, wordt mede verstaan de publiekrechtelijke rechtspersoon gemeente Nieuwegein.

Artikel 2 Uitgifteplafond parkeervergunningen

  • 1. Gelet op het bepaalde in artikel 2 van de Parkeerverordening 2010 wordt het uitgifteplafond voor parkeervergunningen, per parkeerzone jaarlijks voor aanvang van het nieuwe kalenderjaar berekend. De maatstaf voor de berekening van het uitgifteplafond wordt bepaald aan de hand van het aantal parkeerplaatsen en het verwachte gebruik hiervan, waarvan

    verwacht wordt dat deze gedurende het jaar waarin de parkeervergunningen zijn verleend, gehandhaafd blijven of zullen ontstaan.

  • 2. Indien het aantal beschikbare betaald parkeerplaatsen in een parkeerzone gedurende het kalenderjaar met meer dan vijf procent toe- of afneemt, kan het college het uitgifteplafond opnieuw vaststellen.

  • 3. Per 1 januari 2011 bedraagt het uitgifteplafond voor parkeervergunningen Bewoners:

    • a.

      voor parkeerzone B1: 320,

    • b.

      voor parkeerzone B2: 183,

    • c.

      voor parkeerzone D1: 367,

    • d.

      voor parkeerzone D2: 470,

    • e.

      voor parkeerzone M1: 255,

    • f.

      voor parkeerzone M2: 56,

    • g.

      voor parkeerzone M3: 85,

    • h.

      voor parkeerzone W1: 559,

    met dien verstande dat de daadwerkelijk te verlenen parkeervergunningen Bewoners 95 procent van het uitgifteplafond per parkeerzone bedraagt.

  • 4. In afwijking van het derde lid kan voor eerste bewonersparkeervergunningen als bedoeld in artikel 3, tweede lid, onderdeel a, het uitgifteplafond worden gehanteerd.

  • 5. Per 1 januari 2011 bedraagt het uitgifteplafond Zakelijk, Detailhandel en Horeca, Scholen met uitzondering van een werkparkeervergunning als bedoeld in artikel 12:

    • a.

      voor parkeerzone B1: 70,

    • b.

      voor parkeerzone B2: 732,

    • c.

      voor parkeerzone D1: 98,

    • d.

      voor parkeerzone D2: 118,

    • e.

      voor parkeerzone M1: 170,

    • f.

      voor parkeerzone M2: 169,

    • g.

      voor parkeerzone M3: 256,

    • h.

      voor parkeerzone W1: 62,

    met dien verstande dat de daadwerkelijk te verlenen parkeervergunningen Zakelijk, Detailhandel en Horeca en Scholen 95 procent van het uitgifteplafond per parkeerzone bedraagt.

Artikel 3 Uitgiftecriteria parkeervergunning Bewoners

  • 1. Een parkeervergunning Bewoners wordt verleend aan een bewoner van een zelfstandige woning, gelegen in een parkeerzone die bewoner woont, met dien verstande dat die bewoner tevens houder van een motorvoertuig is.

  • 2. Voor een aanvraag van een parkeervergunning worden de volgende gegevens verstrekt:

    • a.

      een afschrift van het kentekenbewijs, deel IB;

    • b.

      een afschrift van een geldig legitimatiebewijs;

  • 3. De parkeervergunning Bewoners bestaat uit de volgende soorten vergunningen:

    • a.

      een eerste bewonersparkeervergunning, waarop maximaal drie kentekens kan worden opgenomen,met dien verstande dat tenminste één kenteken op naam van de bewoner, bedoeld in het eerste lid, staat.

    • b.

      een tweede bewonersparkeervergunning, waarop één kenteken wordt opgenomen, behoudens het bepaalde in het vierde lid.

    • c.

      een derde bewonersparkeervergunning, waarop één kenteken wordt opgenomen, behoudens het bepaalde in het vierde lid.

    • d.

      een vierde bewonersparkeervergunning, waarop uitsluitend één kenteken wordt opgenomen.

  • 4. Indien de aanvrager beschikt over één parkeerplaats op eigen terrein wordt geen eerste bewonersparkeervergunning verleend. Indien een tweede bewonersparkeervergunning wordt aangevraagd, kunnen in afwijking van het derde lid, onderdeel b, maximaal drie kentekens worden opgenomen op de vergunning, met dien verstande dat tenminste één kenteken op naam van de bewoner, bedoeld in het eerste lid, staat.

  • 5. Indien de aanvrager beschikt over twee of meer parkeerplaatsen op eigen terrein wordt een eerste en tweede bewonersparkeervergunning niet verleend. Indien een derde bewonersparkeervergunning is aangevraagd, kunnen in afwijking van het tweede lid, onderdeel c, maximaal drie kentekens worden opgenomen op de derde bewonersparkeervergunning, met dien verstande dat tenminste één kenteken op naam van de bewoner, bedoeld in het eerste lid, staat.

  • 6. Aan bewoners woonachtig aan de Goudvink 37 tot en met 49 kunnen bewonersparkeervergunningen worden verstrekt voor parkeerzone D2.

Artikel 4 Afwijkende geldigheid parkeervergunning Bewoners

Tijdens evenementen die plaatsvinden op het evenemententerrein De Brinkwal in Nieuwegein zijn de parkeervergunningen voor de parkeerzone M3 ook geldig in de parkeerzones M1 en M2.

Artikel 5 Volgorde van uitgifte parkeervergunning Bewoners

  • 1. Een eerste bewonersparkeervergunning wordt bij voorrang verleend op een tweede bewonersparkeervergunning. Een tweede bewonersparkeervergunning wordt bij voorrang verleend op een derde bewonersvergunning. Een derde bewonersvergunning wordt bij voorrang verleend op een vierde bewonersvergunning.

  • 2. Indien twee of meer aanvragen voor bewonersparkeervergunningen worden ingediend, worden de aanvragen parkeervergunning Bewoners als bedoeld in artikel 3, derde tot en met vijfde lid, in volgorde van binnenkomst beoordeeld. Bij gelijktijdige binnenkomst van aanvragen van bewonersparkeervergunningen wordt de volgorde bepaald aan de hand van de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens, waarbij de aanvraag van degene die het langst staat ingeschreven op het betreffende adres, het eerst wordt beoordeeld.

Artikel 6 Wachtlijst parkeervergunning Bewoners

Indien het aantal aangevraagde parkeervergunningen het uitgifteplafond overschrijdt, worden de aanvragen per parkeerzone op een wachtlijst geplaatst. Bij de afhandeling van de aanvragen die op de wachtlijst vermeld staan is artikel 5 van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat de aanvragen op de wachtlijst voor parkeervergunningen Bewoners bij voorrang worden behandeld op nieuwe aanvragen voor een parkeervergunning Bewoners.

Artikel 7 Bezoekersparkeerpas Bewoners

  • 1. De bewoner, bedoeld in artikel 3, eerste lid, kan een Bezoekersparkeerpas aanvragen.

  • 2. Bij een aanvraag voor een Bezoekersparkeerpas Bewoners worden de volgende gegevens verstrekt:

    • a.

      de adresgegevens waarvoor de Bezoekersparkeerpas Bewoners wordt aangevraagd;

    • b.

      een afschrift van een geldig legitimatiebewijs van de bewoner, bedoeld in het eerste lid.

  • 3. Met een Bezoekersparkeerpas kan aanspraak gemaakt worden op een gereduceerd parkeertarief in de parkeerzone waar de bewoner, bedoeld in het eerste lid, woont.

Artikel 8 Uitgiftecriteria parkeervergunning Zakelijk

  • 1. Bij een aanvraag voor een parkeervergunning Zakelijk wordt het aantal te verlenen parkeervergunningen Zakelijk gerelateerd aan de hoeveelheid vierkante meter bruto vloer oppervlakte van een bedrijf, met dien verstande dat in parkeerzone

    • a.

      B1, 1 parkeervergunning Zakelijk per 70 vierkante meter bruto vloer oppervlak wordt verleend;

    • b.

      B2, 1,5 parkeervergunning Zakelijk per 70 vierkante meter bruto vloeroppervlak wordt verleend;

    • c.

      D1, D2, M1, M3 en W1, 1 parkeervergunning Zakelijk per 45 vierkante meter bruto vloeroppervlak wordt verleend;

    • d.

      M2, 1,5 parkeervergunning Zakelijk per 45 vierkante meter bruto vloeroppervlak wordt verleend;

  • 2. Indien een bedrijf beschikt over parkeergelegenheid op eigen terrein, wordt het maximale aantal te verlenen vergunningen gereduceerd met:

    • a.

      het aantal plaatsen waarover het bedrijf de beschikking heeft op eigen terrein;

    • b.

      het aantal parkeerplaatsen dat volgens een contract met de gemeente inzake gronduitgifte gerealiseerd had moeten worden minus het aantal parkeerplaatsen waarvoor aan de gemeente een afkoopsom betaald is om openbare parkeerplaatsen te realiseren.

Artikel 9 Afwijkende geldigheid parkeervergunning Zakelijk

  • 1. De parkeervergunning Zakelijk is uitsluitend geldig op maandag tot en met vrijdag.

  • 2. De parkeervergunningen Zakelijk verleend voor parkeerzone M3 zijn ook geldig in parkeerzone M2.

  • 3. (vervallen).

Artikel 10 Volgorde van uitgifte parkeervergunning Zakelijk

Parkeervergunningen Zakelijk wordt overeenkomstig het bepaalde in artikel 8 naar evenredigheid verleend.

Artikel 11 Wachtlijst parkeervergunning Zakelijk

Indien het aantal aangevraagde parkeervergunningen Zakelijk het maximum aantal te verlenen parkeervergunningen overschrijdt, worden de aanvragen per parkeerzone op een wachtlijst geplaatst. Bij de afhandeling van de aanvragen die op de wachtlijst vermeld staan is artikel 10 van overeenkomstige toepassing met dien verstande dat de aanvragen op de wachtlijst voor parkeervergunningen Zakelijk bij voorrang worden behandeld op nieuwe aanvragen voor een parkeervergunning Zakelijk.

Artikel 12. Uitgiftecriteria Werkparkeervergunning voor alle zones

  • 1. Aan een bedrijf wordt op aanvraag een werkparkeervergunning verleend, indien wordt aangetoond dat voor het uitvoeren van werkzaamheden in een of meerdere parkeerzones het gebruik van een motorvoertuig onmisbaar is en bovendien de noodzaak van een werkparkeervergunning wordt aangetoond. Hiervan is sprake indien

    • a.

      het regelmatig verrichten van werkzaamheden in het vergunninggebied met een spoedeisend karakter, zoals werkzaamheden aan nutsvoorzieningen en storingsdiensten ten behoeve van bedrijfsmatige activiteiten betreft of

    • b.

      de noodzaak tot het regelmatig bezoeken van bedrijven of personen in het vergunninggebied aan de orde is,

    met dien verstande dat geen werkvergunning wordt verleend voor het laden en lossen alsmede voor het doen van financiële afdrachten.

  • 2. De aanvrager verstrekt daarnaast de volgende gegevens:

    • a.

      een afschrift van het kentekenbewijs;

    • b.

      een uittreksel uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel. Het uittreksel is niet ouder dan drie maanden, waarbij de datum van de indiening van de aanvraag bepalend is.

  • 3. Het tweede lid, onderdeel b, is niet van toepassing indien een aanvraag door  een daartoe bevoegd afdelingshoofd is ingediend voor een Werkparkeervergunning ten behoeve van een medewerker van de gemeente Nieuwegein.

  • 4. De werkparkeervergunning kan worden verstrekt aan bedrijven die zowel binnen als buiten Nieuwegein zijn gelegen.

Artikel 13 Uitgiftecriteria parkeervergunning Scholen

  • 1. Aan een school kan op aanvraag een parkeervergunning Scholen worden verleend.

  • 2. Het aantal per school te verlenen parkeervergunningen Scholen bedraagt maximaal 1,1 per leslokaal.

  • 3. De parkeervergunning Scholen is alleen geldig binnen de parkeerzone waarin de school gevestigd is.

Artikel 14 Uitgiftecriteria parkeervergunning Detailhandel en Horeca

  • 1. Aan een bedrijf in de branche detailhandel of horeca kan op aanvraag een parkeervergunning Detailhandel en Horeca worden verleend.

  • 2. Het aantal per bedrijf te verlenen parkeervergunning Detailhandel en Horeca wordt bepaald op basis van het aantal Fte’s bij een bruto vloeroppervlakte kleiner of gelijk aan 350 vierkante meters, waarbij de volgende criteria gelden:

     

    Aantal Fte’s

    Aantal vergunningen

    ten hoogste 3.0 fte

    1

    3,1 fte-6,0 fte

    2

    6,1 fte -9,0 fte

    3

    9,1 fte – 12,0 fte

    4

    12,1 fte of meer

    5

     

    met dien verstande dat bij een bruto vloer oppervlakte groter dan 350 vierkante meter voor iedere 70 vierkante meter bruto vloeroppervlakte maximaal 1 parkeervergunning Detailhandel en Horeca wordt verleend, met een maximum van 5 extra parkeervergunningen.

  • 3. De parkeervergunning Detailhandel en Horeca is geldig binnen de parkeerzone waarin het bedrijf is gevestigd en is op zaterdag en koopavond ook geldig in parkeerzone M1.

  • 4. Indien een bedrijf in de branche detailhandel of horeca beschikt over parkeergelegenheid op eigen terrein, wordt het maximale aantal te verlenen parkeervergunningen gereduceerd met:

     

    • a.

      het aantal plaatsen waarover het bedrijf de beschikking heeft op eigen terrein;

    • b.

      het aantal parkeerplaatsen dat volgens een contract met de gemeente inzake gronduitgifte gerealiseerd had moeten worden minus het aantal parkeerplaatsen waarvoor aan de gemeente een afkoopsom betaald is om openbare parkeerplaatsen te realiseren.

Artikel 15 Bezoekersparkeerpas Zakelijk

  • 1. Per bedrijf of school wordt maximaal één bezoekersparkeerpas Zakelijk verstrekt, met dien verstande dat per Bezoekersparkeerpas Zakelijk een of meer dagkaarten kunnen worden verleend met in achtneming van het tweede lid.

  • 2. Het aantal dagparkeerkaarten per parkeerzone per kwartaal wordt per parkeerzone als volgt bepaald:

    • a.

      voor de parkeerzones B1 en B2 worden 4 dagparkeerkaarten per kwartaal per verstrekte parkeervergunning Zakelijk verleend;

    • b.

      voor de parkeerzones D1, D2, M1, M2, M3 en W1 worden 10    dagparkeerkaarten per kwartaal per verstrekte parkeervergunning Zakelijk verleend.

  • 3. De Bezoekersparkeerpas Zakelijk en de daarbij behorende dagkaart of

    dagkaarten is of zijn alleen geldig binnen de parkeerzone waarin het bedrijf of de school gevestigd is.

Artikel 16 Uitgiftecriteria Parkeervergunning Zorg

  • 1. In afwijking van artikel 1, eerste lid, onderdeel c, wordt in dit artikel onder bedrijf uitsluitend een zorginstelling verstaan.

  • 2. Aan een arts, of een bedrijf kan op aanvraag een parkeervergunning Zorg worden verleend.

  • 3. De parkeervergunning Zorg kan worden verstrekt aan bedrijven die zowel binnen als buiten Nieuwegein zijn gelegen.

  • 4. De Parkeervergunning Zorg is geldig in alle parkeerzones.

Artikel 17 Uitgiftecriteria Parkeervergunning Mantelzorg

  • 1. Aan een mantelzorger kan op aanvraag een parkeervergunning Mantelzorg worden verleend.

  • 2. De parkeervergunning Mantelzorg wordt verleend op basis van een medische verklaring, die verstrekt is door een daartoe bevoegde arts of andere zorgverlener, waaruit blijkt dat mantelzorg minimaal vier maal per week nodig is.

Artikel 18 Uitgiftecriteria Parkeervergunning Marktkooplieden

  • 1. Aan de marktkooplieden met een standplaatsvergunning op grond van de Marktverordening voor een markt in Nieuwegein kan op aanvraag een parkeervergunning Marktkooplieden worden verleend.

  • 2. Bij de aanvraag voor een parkeervergunning Marktkooplieden wordt een afschrift van de geldige standplaatsvergunning van de gemeente Nieuwegein verstrekt.

  • 3. Per standplaatsvergunning worden maximaal twee parkeervergunningen verleend, met dien verstande dat een parkeervergunning Marktkooplieden geldig is in het westelijk deelgebied van parkeerzone B2, dat wordt begrensd door de Zuidstedeweg, de AC Verhoefweg en de trambaan.

Artikel 19 Uitgiftecriteria Parkeervergunning Autodate

  • 1. Het college kan aan een aanbieder een autodateplaats toewijzen.

  • 2. De parkeervergunning Autodate is alleen geldig op de daartoe aangewezen autodateplaats.

  • 3. Per autodateplaats wordt maximaal 1 parkeervergunning Autodate verleend.

  • 4. Op een parkeervergunning Autodate wordt maximaal één kenteken vermeld.

Artikel 20 Uitgiftecriteria Parkeervergunning Kantoorgarages

  • 1. Aan een bedrijf die parkeerplaatsen op eigen terrein op basis van een overeenkomst met de gemeente openbaar stelt kan een parkeervergunning Kantoorgarage worden verleend.

  • 2. Bij de aanvraag voor een parkeervergunning Kantoorgarages wordt een

    afschrift van de geldige overeenkomst, bedoeld in het eerste lid, verstrekt.

  • 3. De parkeervergunning Kantoorgarage is alleen geldig op koopavond, zaterdag en koopzondag en is uitsluitend geldig op de in het eerste lid bedoelde parkeerplaatsen.

  • 4. Per vijf parkeerplaatsen op eigen terrein wordt 1 parkeervergunning Kantoorgarage verleend.

Artikel 21 Verlenging van parkeervergunningen

  • 1. Een parkeervergunning als bedoeld in artikel 3, lid 3, onderdelen a en b, artikel 8, artikel 13, artikel 14, artikel 16, ten behoeve van een arts, artikel 19 en artikel 20 wordt jaarlijks verlengd, indien de parkeerbelasting als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, van de Parkeerbelastingverordening 2010 binnen de betalingstermijn, bedoeld in de parkeervergunning, is betaald, met dien verstande dat de leden twee tot en met vier van toepassing zijn.

  • 2. Van de parkeervergunning Zakelijk wordt 70% van het aantal verleende parkeervergunningen Zakelijk per bedrijf jaarlijks verlengd. De overige parkeervergunningen Zakelijk worden jaarlijks opnieuw aangevraagd en daarbij wordt de volgorde van uitgifte, bedoeld in artikel 10, gehanteerd.

  • 3. Van de parkeervergunning Detailhandel en Horeca wordt maximaal vier van het aantal verleende parkeervergunningen Detailhandel en Horeca per bedrijf jaarlijks verlengd. De overige parkeervergunningen Detailhandel en Horeca worden opnieuw aangevraagd.

  • 4. Van de parkeervergunning Zorg wordt maximaal vier van het aantal verleende parkeervergunningen Zorg per bedrijf jaarlijks verlengd. De overige parkeervergunningen Zorg dienen opnieuw aangevraagd te worden.

Artikel 22 Beperking geldigheid parkeervergunningen

Een parkeervergunning kan beperkt worden tot een of meer parkeerzones of nader aangeduide straten in een of meer parkeerzones van maandag tot en met zaterdag.

Artikel 23 Ingetrokken parkeervergunning

Indien een parkeervergunning gedurende een kalenderjaar wordt ingetrokken, wordt een nieuwe aanvraag voor een parkeervergunning bij de aanvang van het daarop volgend kalenderjaar ingediend.

Artikel 24 Aanvraagformulier parkeervergunning

De aanvraag voor een parkeervergunning wordt ingediend op de formulieren als bedoeld in de bijlage bij dit besluit.

Artikel 25 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Het “Besluit uitgifte parkeervergunningen 2009-I” wordt ingetrokken.

  • 2. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2010.

  • 3. Dit besluit wordt aangehaald als "Besluit uitgifte parkeervergunningen 2010”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van 8 december 2009,

secretaris

drs. P.C.M. van Elteren

burgemeester

drs. C.M. de Vos

Toelichting op het Besluit uitgifte parkeervergunningen 2010

Algemeen

Het parkeren voor vergunninghouders en betaald parkeren worden geregeld in de Parkeerverordening. De bevoegdheid om nadere regels met betrekking tot het uitgiftebeleid van parkeervergunningen vast te stellen vindt zijn grondslag in de Parkeerverordening 2010. Op grond van artikel 3, tweede lid, van de Parkeerverordening 2010 kan het college regels stellen voor het aanvragen en verlenen van parkeervergunningen. Het onderhavig besluit voorziet hierin.

Het belanghebbendenparkeren maakt onderdeel uit van het fiscaal regime met betrekking tot het parkeerbeleid. Bij het belanghebbendenparkeren wordt een parkeerbelasting betaald voor het verkrijgen van een parkeervergunning. De belastingplicht, de maatstaf en wijze van heffing, de betaling en de naheffingsaanslag wordt geregeld in de Parkeerbelastingverordening (en het daarbij behorende tarieventabel). De tarieven voor deze belasting zijn bepaald in het Besluit betaald parkeren.

De gemeente Nieuwegein heeft ervoor gekozen om binnen de vastgestelde parkeerzones waar vergunninghouders kunnen parkeren ook parkeerapparatuur neer te zetten waar door losse parkeerders na betaling geparkeerd kan worden. Om de druk op de schaarse parkeerruimte niet nodeloos te verhogen is het daarom wenselijk om het aantal te verlenen parkeervergunningen per parkeerzone te maximeren. In dit besluit zijn daarom uitgifteplafonds vastgesteld.

Voor het belanghebbendenparkeren in de daarvoor bedoelde parkeerzones worden in dit besluit uitgiftecriteria geregeld. Hiermee wordt beoogd om een rechtvaardige verdeling van de schaarse parkeerruimte te bevorderen.

In artikel 3, derde lid, van de Parkeerverordening wordt opgesomd welke soorten parkeervergunningen en bezoekerspassen kunnen worden verleend. Bij de opbouw van dit besluit is die volgorde als leidraad gehanteerd bij de bepaling van de uitgiftecriteria.

Relevante aspecten bij de uitgiftecriteria zijn onder andere:

  • -

    de gegevens die moeten worden overgelegd voor de beoordeling van een aanvraag,

  • -

    het kunnen onderscheiden van verschillende typen binnen een vergunningssoort (bewonersparkeervergunning)

  • -

    het aantonen van een bepaalde noodzaak (werkparkeervergunning).

Artikelsgewijs

Artikel 1

Om een eenduidige uitleg van de gehanteerde begrippen in dit besluit te bewerkstelligen wordt in dit artikel een aantal begrippen gedefinieerd. Daarbij zijn de gehanteerde begrippen in de Parkeerverordening 2010 uitgangspunt.

Volledigheidshalve wordt opgemerkt dat in het eerste lid niet specifiek de citeertitel van de Parkeerbelastingverordening (met jaartal) wordt vermeld, maar verwezen wordt naar de op dat moment geldende parkeerbelastingverordening. Dit is gedaan omdat de parkeerbelasting jaarlijks opnieuw wordt vastgesteld. Praktijk is dat in de citeertitel daarbij telkens het jaartal wordt opgenomen en om te voorkomen dat dit artikellid jaarlijks gewijzigd moet worden is de voormelde omschrijving opgenomen.

Bij het begrip mantelzorg wordt verwezen naar de definitie daarvan in de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). In het kader van de Wmo is mantelzorg kernbegrip zodat aangesloten wordt bij deze definitie en binnen de reikwijdte van dit besluit wordt dezelfde betekenis toegekend aan dit begrip. Mantelzorg wordt in artikel 1, onderdeel b, van de Wmo als volgt gedefinieerd:

mantelzorg: langdurige zorg die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende door personen uit diens directe omgeving, waarbij zorgverlening rechtstreeks voortvloeit uit de sociale relatie en de gebruikelijke zorg van huisgenoten voor elkaar overstijgt;

Bij de definitie van zorginstelling is aansluiting gezocht bij de definitie zoals bepaald in de Kwaliteitswet zorginstellingen.

 

In onderdeel e wordt de definitie van de afkorting Fte ingevoegd. Deze definitie is opgenomen omdat in artikel 14 de uitgiftecriteria zijn gewijzigd. Het hanteren van de rekeneenheid die wordt gebruikt om de omvang van het personeelsbestand aan te duiden is een objectievere maatstaf dan wanneer uitgegaan wordt van het aantal voltijd medewerkers.Werkparkeervergunningen worden ook verleend aan medewerkers van de gemeente Nieuwegein. Aangezien de gemeente strikt genomen niet onder de definitie van bedrijf kan worden gevat is een tweede lid opgenomen waarin is bepaald dat onder bedrijf ook de gemeente Nieuwegein wordt bedoeld.

Artikel 2

In dit artikel wordt het maximale aantal te verlenen parkeervergunningen geregeld. Het uitgifteplafond van parkeervergunningen wordt per parkeerzone jaarlijks voor aanvang van het nieuwe kalenderjaar berekend en vastgesteld door het college. De vergunningentermijn loopt van 1 april tot en met 31 maart van een kalenderjaar.

Er wordt in het derde lid en vijfde lid een procentuele marge aangehouden van het beschikbaar betaald parkeerplaatsen om te voorkomen dat het aantal verleende parkeervergunningen niet strookt met de feitelijk beschikbare parkeerplaatsen. De marge in het derde lid wordt gehanteerd om in de loop van het jaar nieuwe eerste bewonersparkeervergunningen te kunnen verlenen.

Dezelfde redenering geldt voor de procentuele marge in het zesde lid met dien verstande dat deze marge wordt aangehouden voor de aldaar betreffende parkeervergunningen. Zo nodig kan het college het uitgifteplafond per parkeerzone aanpassen indien het aantal beschikbare betaald parkeerplaatsen met meer dan 5% toe of afneemt (tweede lid). De beschikbare betaald parkeerplaatsen in een parkeerzone worden maandelijks geteld.(tweede lid).

De aantallen die staan vermeld in de leden 3 en 6 zijn 100 procent aantallen. Duidelijkheidshalve worden hieronder de aantallen vermeld op basis van de 95% van het uitgifteplafond per parkeerzone voor parkeervergunningen bedoeld in de leden 3 en 5 weergegeven:

Parkeervergunning Bewoners:

Parkeerzone B1: 304

                   Parkeerzone B2: 174

                   Parkeerzone D1: 349

                   Parkeerzone D2: 447

                   Parkeerzone M1: 242

                   Parkeerzone M2: 54

                   Parkeerzone M3: 81

                   Parkeerzone W1: 531

 

Parkeervergunningen Zakelijk, Detailhandel en Horeca en Scholen:

 

                   Parkeerzone B1: 67

                   Parkeerzone B2: 695

                   Parkeerzone D1: 93

                   Parkeerzone D2: 112

                   Parkeerzone M1: 162

                   Parkeerzone M2: 161

                   Parkeerzone M3: 243

                   Parkeerzone W1: 59Park

De aantallen in het derde en vijfde lid zijn berekend op basis van de daadwerkelijke parkeercapaciteit, de verhouding tussen woningen en bedrijven en gehanteerde aanwezigheidspercentages uit de CROW-publicatie 182. De naam CROW is een afkorting van Centrum voor Regelgeving en Onderzoek in de Grond-, Water- en Wegenbouw en de Verkeerstechniek. Deze volledige naam wordt tegenwoordig bijna nooit meer gebruikt. CROW noemt zichzelf liever ‘kennisplatform voor infrastructuur, verkeer, vervoer en openbare ruimte’.

Het uitgifteplafond parkeervergunningen Bewoners kan de parkeercapaciteit overschrijden doordat dubbelgebruik van parkeerplaatsen mogelijk is. Voor het berekenen van dubbelgebruik is gebruik gemaakt van kengetallen van CROW-publicatie 182. Conform de berekeningen van CROW zal in de praktijk dubbelgebruik van parkeerplaatsen aan de orde zijn, omdat iedere doelgroep niet op hetzelfde moment aanwezig zijn.

Artikel 3

In artikel 3 is een verduidelijking van het vereiste voor de aanvraag van een parkeervergunning Bewoners opgenomen. Nu wordt uitdrukkelijk bepaald dat de bewoner een zelfstandige woning heeft in de parkeerzone én dat deze bewoner een motorvoertuig in eigendom heeft of bezit.

De aanvraag voor parkeervergunningen wordt getoetst aan de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens. Daarmee wordt bedoeld dat bekeken wordt of de aanvrager voor een parkeervergunning Bewoners daadwerkelijk is opgenomen in de gba en de naam en adresgegevens overeenstemmen met die in de gba (eerste lid).

In het tweede lid wordt bepaald welke gegevens verstrekt moeten worden om een aanvraag voor bewonersparkeervergunning te kunnen beoordelen.

In het vierde lid wordt bepaald dat bewoners met een eigen parkeerplaats geen recht hebben op een eerste bewonersparkeervergunning. Een voorbeeld hiervan zijn de bewoners van appartementen boven Cityplaza met een parkeerplaats op eigen terrein.

In het zesde lid wordt specifiek bepaald dat bewoners woonachtig aan de Goudvink 37 tot en met 49 bewonersparkeervergunningen kunnen krijgen. Dit is gedaan omdat deze bewoners niet in de parkeerzone D2 wonen en de parkeergelegenheid van deze bewoners bevindt zich in parkeerzone D2.

Artikel 4

Tijdens evenementen op het evenemententerrein De Brinkwal (bijvoorbeeld circus of kermis) wordt het toegestaan dat houders van bewonersparkeervergunning voor de parkeerzone M3 gedurende het evenement ook in de parkeerzones M1 en M2 kunnen parkeren. Gelet op het feit dat deze evenementen relatieve korte duur zijn wordt het redelijk geacht dat er een verhoogde parkeerdruk in deze parkeerzones kan ontstaan.

Artikel 5

Er wordt uitgegaan van een bepaalde rangorde tussen eerste tot en met de vierde bewonersparkeervergunning.

In de parkeerzones met voornamelijk een woonfunctie kunnen per adres indien er voldoende feitelijke parkeerruimte is eerste tot en met vierde bewonersparkeervergunningen worden verleend.

Artikel 6

Bij de wachtlijst parkeervergunning Bewoners wordt dezelfde rangorde gehanteerd als bij vergunningverlening. Logisch hierbij is dat aanvragen op een wachtlijst voor parkeervergunningen Bewoners gaan voor nieuwe aanvragen.

Artikel 7

Bij een aanvraag voor een bezoekerspas Bewoners dient vermeld te worden voor welk adres (woning) een bezoekerspas gewenst is. De gemeentelijke basisadministratie wordt geraadpleegd om te bepalen welke parkeerzone van toepassing is (eerste lid). De aanvrager is verplicht om zich met een geldig legitimatiebewijs (paspoort, Europese identiteitskaart, rijbewijs) te identificeren.

Het gebruik van een bezoekerspas is gemaximeerd tot 150 uren per kwartaal. Dit is gedaan om de parkeerbalans in de parkeerzone in tact te houden. Vanuit billijkheidsoverwegingen geldt voor een bezoekerspas Bewoners een gereduceerd tarief in overeenstemming met het bepaalde in de tarieventabel Parkeerbelastingverordening 2010(tweede lid).

Artikel 8

Het college kan, bij openbaar te maken besluit, en met inachtneming van het bepaalde in artikel 3 lid 5 van de Parkeerverordening 2010 een maximum aantal uit te geven vergunningen en bezoekerspassen per parkeerzone en per categorie vaststellen. In artikel 8 wordt de uitgifte van parkeervergunningen Zakelijk waaronder parkeerzone B2 en parkeerzone M2 geregeld. De reden waarom deze uitgiften zijn verhoogd is de behoefte aan extra parkeermogelijkheden voor bedrijven en de ruimere beschikbaarheid aan parkeerplaatsen tijdens kantoortijden in deze gebieden. De parkeerbalans zal door deze uitbreiding niet uit evenwicht raken. De tijdelijkheid van deze overuitgifte wordt beperkt tot 1 april 2016, aangezien dat het eerste jaar zal zijn nadat de 1e en 2e fase van de afbouw van de Binnenstad zullen zijn afgerond.

Het bruto vloeroppervlak is het totaal aantal vierkante meters waarover een bedrijf kan beschikken en kan derhalve hoger zijn dan het aantal vierkante meters dat effectief wordt gebruikt. Deze gegevens kunnen bijvoorbeeld herleid worden uit een plattegrondtekening van een bedrijf.

In het centrumgebied is in verhouding tot de overige parkeerzones (D1, D2, M1, M2, M3 en W1) de parkeerdruk hoger en daardoor is de parkeerruimte voor bedrijven schaarser. Bij de bepaling van de verhouding tussen het aantal vergunningen aan het bruto vloer oppervlakte is de locatie van de parkeerzone (al dan niet centrumgebied) een beslissende factor.

In de parkeerzones buiten het centrum kunnen dan ook relatief gezien meer parkeervergunningen zakelijk worden verleend (eerste lid).

Indien een bedrijf beschikt over parkeergelegenheid op eigen terrein wordt het maximaal aantal te verlenen vergunningen gereduceerd met het feitelijk aantal plaatsen op eigen terrein van het bedrijf (tweede lid onderdeel a).

Indien een bedrijf op basis van een contract met de gemeente Nieuwegein afspraken heeft gemaakt over het aantal parkeerplaatsen die gerealiseerd had moet worden (maar nog niet zijn gerealiseerd), worden deze nog te realiseren parkeerplaatsen in mindering gebracht op het maximaal te verlenen parkeergunningen Zakelijk. In dit geval heeft een bedrijf de mogelijkheid om de gemeente een afkoopsom te betalen ten behoeve van de aanleg van openbare parkeerplaatsen (tweede lid, onderdeel b).

Artikel 9

Een parkeervergunning Zakelijk is niet geldig in het weekend. De beperking is aangehouden vanwege het feit dat bedrijven waar dit soort parkeervergunningen voor bedoeld zijn in het algemeen tijdens kantooruren geopend, althans in bedrijf zijn.

De parkeervergunningen Zakelijk verleend voor de parkeerzone M3 zijn ook geldig in parkeerzone M2. Dit houdt in de praktijk dat indien aan een bedrijf in parkeerzone M3 maximaal verleende parkeervergunningen Zakelijk gebruikt kunnen worden in parkeerzone M2. Deze mogelijkheid is gecreëerd omdat in de praktijk is gebleken dat er gebrek aan parkeerruimte kan ontstaan. Indien er sprake is van een hoge parkeerdruk in parkeerzone M3 kan de parkeerruimte ondervangen worden in parkeerzone M2, waar relatief gezien sprake is van een lagere parkeerdruk (tweede lid).

Ook aan de politie verleende parkeervergunningen Zakelijk zijn niet geldig in het weekend. Bij calamiteiten kan een dienstdoende politieagent te allen tijde zijn of haar (motor-)voertuig voorzien van zwaailicht parkeren in gebied waar gereguleerd parkeren geldt.

Artikel 10

De volgorde van de verlening van parkeervergunningen Zakelijk vindt plaats aan de hand van de norm in artikel 8. Daarbij wordt bij de verlening naar evenredigheid ingevuld. Hierbij wordt tevens verwezen naar het bepaalde in artikel 21, tweede lid.

Artikel 11

Dit artikel spreekt voor zich.

Artikel 12

Voor het laden en lossen van zaken alsmede het doen van financiële afdrachten kan geen werkvergunning worden aangevraagd. Dit type handelingen hebben een incidenteel karakter die vaak van kortdurende aard zijn en daarom – gelet op de schaarse parkeerruimte – het niet redelijk wordt geacht om hiervoor werkparkeervergunningen te verlenen.

Voorbeelden van artikel eerste lid, onderdeel b zijn een verhuisbedrijf, een cateringbedrijf of een makelaar.

De werkparkeervergunning staat niet op kenteken. In artikel 1, tweede lid, is een verruiming van het begrip op genomen op grond waarvan ook aan medewerkers van de gemeente Nieuwegein een werkparkeervergunning kan worden verleend voor zo ver dat in het kader van de uitvoering van hun functie noodzakelijk is.

De verstrekking van een uittreksel uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel is niet van toepassing voor medewerkers van de gemeente Nieuwegein.

Artikel 13

Het aantal leslokalen van een school welke de school daadwerkelijk in gebruik heeft als leslokalen is bepalend voor het aantal te verlenen parkeervergunningen.

Artikel 14

Bij het bepalen van het aantal parkeervergunningen Detailhandel en Horeca wordt het hanteren van het aantal Fte als een objectieve maatstaf beschouwd. Voor het bepalen van het aantal parkeervergunningen Detailhandel en Horeca is op basis van het aantal Fte´s een evenredige verdeelcriterium opgenomen, met dien verstande dat bij die verdeling geldt dat de bruto vloeroppervlakte kleiner of gelijk is dan 350 vierkante meters. Het bruto vloeroppervlakte is het totaal aantal vierkante meters waarover een bedrijf kan beschikken en kan derhalve hoger zijn dan het aantal vierkante meters dat effectief wordt gebruikt. Deze gegevens kunnen bijvoorbeeld herleid worden uit een plattegrondtekening van een bedrijf. Voor detailhandel en horeca met een bruto vloeroppervlakte die meer dan 350 vierkante meters bedraagt kan het criterium van het aantal Fte’s onevenredig uitwerken in de praktijk bij de toekenning van het aantal parkeervergunningen. Vandaar dat voor deze ondernemingen het aanvullend criterium van bruto vloeroppervlakte wordt gehanteerd.

Met deze norm wordt rekening gehouden met intensieve en extensieve detailhandel (en horeca). Bijvoorbeeld: kapperszaken hebben veel medewerkers op een kleiner bruto vloeroppervlakte ten opzichte van andere type winkels.

Indien een detailhandels- of horecazaak beschikt over een bruto vloeroppervlak groter dan 350 vierkante meter wordt gekeken naar het aantal vierkante meter bruto vloeroppervlakte waar de zaak over beschikt. Dan geldt dat aan de betreffende detailhandels- of horecazaak 1 parkeervergunning per 70 vierkante meter bruto vloeroppervlak kan worden verleend met een maximum van 5 extra parkeervergunningen.

 

Indien een detailhandels- of horecazaak beschikt over parkeergelegenheid op eigen terrein wordt het maximaal aantal te verlenen vergunningen gereduceerd met het feitelijk aantal plaatsen op eigen terrein van het bedrijf (vierde lid onderdeel a).

 

Indien een detailhandels- of horecazaak op basis van een contract met de gemeente Nieuwegein afspraken heeft gemaakt over het aantal parkeerplaatsen dat gerealiseerd had moeten worden (maar nog niet zijn gerealiseerd), worden deze nog te realiseren parkeerplaatsen in mindering gebracht op het maximaal te verlenen parkeergunningen Detailhandel en Horeca. In dit geval heeft een bedrijf de mogelijkheid om de gemeente een afkoopsom te betalen ten behoeve van de aanleg van openbare parkeerplaatsen (vierde lid, onderdeel b).

Artikel 15

Bezoekers van bedrijven en scholen kunnen aanspraak maken op een bezoekerspas Zakelijk. Het gebruik van de bezoekerspas Zakelijk is gerelateerd aan het aantal dagkaarten per parkeerzone per kwartaal. Hierbij is onderscheid gemaakt in parkeerzones in het centrum en parkeerzones die buiten het centrum zijn gelegen.

In het centrumgebied is het aantal dagkaarten per verstrekte bezoekerspas Zakelijk minder (4) dan het aantal dagkaarten per verstrekte bezoekerspas Zakelijk buiten het centrumgebied (10). De ratio is hierachter is dat de parkeerdruk in het centrum relatief hoger is dan buiten het centrum.

Op grond van de tarieventabel bij de Parkeerbelastingverordening geldt een gereduceerd tarief voor de bezoekerspas Zakelijk.

Artikel 16

Een arts of andere zorgverlener dient zijn patiënten met gemak te kunnen bereiken. Vanuit deze optiek is het mogelijk dat arts (en andere zorgverleners) een parkeervergunning Zorg kunnen aanvragen.

Artikel 17

Mantelzorg is een vorm van zorg die de laatste jaren steeds meer uitgeoefend worden. Het met gemak kunnen parkeren bij de bewoner die mantelzorg behoeft is hier de hoofdreden geweest om dit type vergunning te kunnen aanvragen.

Artikel 18

De begrenzing van het westelijk deelgebied in parkeerzone B2 is nader aangeduid in de tarieventabel bij de Parkeerbelastingverordening 2010 en de overzichtskaart bij het Besluit betaald parkeren.

Per aanvraag worden 2 parkeervergunningen Marktkooplieden verleend. De reden hiervoor is dat marktkooplieden hun te verkopen waar in aanhanger of iets dergelijks vervoeren en daarom extra parkeerruimte daarvoor nodig hebben.

Artikel 19

Vergunningen voor aanbieders van motorvoertuigen bestemd voor autodate worden verleend met het oog op de bijdrage die daardoor kan worden geleverd aan het selectief gebruik van de auto. In het derde lid wordt daarom uitdrukkelijk bepaald dat per autodateplaats maximaal één autodateparkeervergunning wordt verleend. Het selectief gebruik wordt verder benadrukt doordat op een parkeervergunning Autodate maximaal één kenteken wordt vermeld.

De vergunningaanvraag wordt door de aanbieder ingediend.

Artikel 20

Om oneigenlijk gebruik te voorkomen wordt in dit artikel geregeld dat per vijf parkeerplaatsen op eigen terrein een parkeervergunning garage wordt verleend.

Artikel 21

In het eerste lid wordt bepaald dat de volgende parkeervergunningen jaarlijks worden verlengd, mits

de belasting voor parkeervergunning daarvoor binnen de in de parkeervergunning bedoelde termijn is voldaan:

  • -

    parkeervergunning Bewoners (alleen eerste en tweede bewonersparkeervergunning),

  • -

    parkeervergunning Zakelijk (met in achtneming van het bepaalde in het tweede lid),

  • -

    parkeervergunning Scholen,

  • -

    parkeervergunning Detailhandel en Horeca (met in achtneming van het bepaalde in het derde lid),

  • -

    parkeervergunning Zorg ten behoeve van een arts en met in achtneming van het bepaalde in het vierde lid,

  • -

    parkeervergunning Autodate,

  • -

    parkeervergunning Kantoorgarages.

Indien alle te verlenen parkeervergunningen Zakelijk worden verleend (uitgifteplafond) dan is er geen ruimte voor nieuwe aanvragen gedurende het kalenderjaar. Om bedrijven te faciliteren en de administratieve lasten te beperken wordt 70% procent van de aan hun verleende vergunningen jaarlijks automatisch verlengd (tweede lid).

Dezelfde motivering ligt ten grondslag aan het bepaalde in het derde en vierde lid. In deze leden worden alleen de maximale aantallen aangeduid.

Een derde en vierde bewonersparkeervergunning, een parkeervergunning Mantelzorg, een parkeervergunning Marktkooplieden en een werkparkeervergunning moeten elk jaar opnieuw worden aangevraagd. De reden hiervoor is dat bij de aanvraag de feitelijke omstandigheden van de aanvrager, die getoetst worden aan de criteria voor de uitgifte jaarlijks in verhouding met de overige parkeervergunningen meer onderhevig zijn aan veranderingen. Hierdoor wordt het redelijk geacht dat dit soort parkeervergunningen jaarlijks opnieuw moeten worden aangevraagd.

Hierbij wordt benadrukt dat de aanvragen voor een eerste tot en met vierde bewonersvergunning enparkeervergunning Zakelijk die op een wachtlijst zijn geplaatst niet opnieuw hoeven te worden aangevraagd. Dit blijkt ook uit het bepaalde in artikel 6 en artikel 11.

Artikel 22

In dit artikel wordt bepaald dat voor alle soort parkeervergunningen geldigheidsbeperkingen mogelijk zijn (parkeerzones en of dagen). Deze beperkingen moeten nadrukkelijk in de vergunning worden opgenomen.

Artikel 23

Indien een parkeervergunning gedurende een kalenderjaar wordt ingetrokken, wordt een nieuwe aanvraag voor parkeervergunning bij de aanvang van het daarop volgend kalenderjaar ingediend.

Het wordt redelijk en billijk geacht dat indien een parkeervergunning op grond van een van de intrekkingsgronden als bedoeld in artikel 6 van de Parkeerverordening 2010 wordt ingetrokken dat pas in het daaropvolgende kalenderjaar een nieuwe kan worden ingediend.

Artikel 24

Om de afhandeling van de aanvragen te bespoedigen en te verduidelijken voor de aanvrager wordt gebruikt gemaakt van een aanvraagformulier conform het model dat bij dit besluit is gevoegd.

Artikel 25

Dit besluit heeft onmiddellijke werking. Door te bepalen dat het oude besluit wordt ingetrokken, wordt bewerkstelligd dat het nieuwe regime ook geldt voor parkeervergunningen die voor de inwerkingtreding van dit besluit zijn verleend.