Regeling vervallen per 21-01-2016

Gedragscode raadsleden en commissieleden niet-raadsleden

Geldend van 12-07-2012 t/m 20-01-2016 met terugwerkende kracht vanaf 01-07-2012

Intitulé

Gedragscode raadsleden en commissieleden niet-raadsleden

De raad van de gemeente Nieuwegein;

gelezen het raadsvoorstel van 21 februari 2003;

b e s l u i t :

  • -

    De gedragscode voor raadsleden en commissieleden niet-raadsleden vast te stellen.

  • -

    De burgemeester de rol van vertrouwenspersoon te geven bij het behandelen van vragen over (het niet naleven) van de gedragscode.

  • -

    De vice voorzitter van de raad de rol van vertrouwenspersoon te geven bij afwezigheid van de burgemeester en wanneer de burgemeester onderwerp van gesprek is.

  • -

    De werking van de vastgestelde gedragscode en de inhoud van de code jaarlijks te evalueren en waar nodig bij te stellen.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 6 maart 2003.

de griffier

de voorzitter

Gedragscode bestuurlijke integriteit geldig met ingang van 7 maart 2003 (gemeentewet artikel 15, lid 3)

Gedragscode bestuurlijke integriteit geldig met ingang van 7 maart 2003 (gemeentewet artikel 15, lid 3)

1. Algemene bepalingen

  • 1.1

    Deze gedragscode geldt voor de voorzitter en alle leden van de raad en commissieleden niet-raadsleden.

  • 1.2

    In gevallen waarin de code niet voorziet of waarbij de toepassing niet eenduidig is, vindt er een beoordeling plaats in de raad.

  • 1.3

    De code is openbaar en door derden te raadplegen. De code kan opgevraagd worden bij de raadsgriffier.

  • 1.4

    De leden van de raad en de commissieleden niet-raadsleden ontvangen bij hun aantreden een exemplaar van de code.

  • 1.5

    Ter verduidelijking kan gesteld worden dat de handelingen die in dit stuk zijn beschreven, uitsluitend betrekking hebben op de uitoefening van de functie.

2. Belangenverstrengeling en aanbesteding

  • 2.1

    Een raadslid of commissielid niet-raadslid doet opgave van zijn financiële belangen in ondernemingen en organisaties, waarmee de gemeente zakelijke betrekkingen onderhoudt. De opgave is openbaar en door derden te raadplegen. De opgave kan opgevraagd worden bij de raadsgriffier.

  • 2.2

    Bij privaat-publieke samenwerkingsrelaties voorkomt het raadslid of het commissielid niet-raadslid (de schijn van) bevoordeling in strijd met eerlijke concurrectieverhoudingen.

  • 2.3

    Een oud-raadslid of commissielid niet-raadslid wordt het eerste jaar na de beëindiging van zijn raadslidmaatschap of commissielidmaatschap uitgesloten van het tegen beloning verrichten van werkzaamheden voor de gemeente.

  • 2.4

    Een raadslid of commissielid niet raadslid die familie- of vriendschapsbetrekkingen of anderszins persoonlijke betrekkingen heeft met een aanbieder van diensten aan de gemeente, onthoudt zich van deelname aan de besluitvorming over de betreffende opdracht.

  • 2.5

    Een raadslid of commissielid niet-raadslid neemt van een aanbieder van diensten aan de gemeente geen faciliteiten of diensten aan die zijn onafhankelijke positie ten opzichte van de aanbieder kan beïnvloeden.

3. Nevenfuncties

  • 3.1

    Een raadslid of commissielid niet-raadslid maakt melding van al zijn nevenfuncties bij de raadsgriffier, waarbij tevens wordt aangegeven of de functie wel of niet bezoldigd is. De raadsgriffier zorgt er jaarlijks voor dat de lijst met nevenfuncties geactualiseerd wordt. De lijst wordt ter kennisname toegevoegd aan de lijst van ingekomen stukken van de gemeenteraad.

  • 3.2

    Een raadslid of commissielid niet-raadslid maakt melding van al zijn handelen waarbij persoonlijke belangen van groepen of individuen waarmee hij in contact staat enerzijds en de belangen van de gemeente anderzijds door elkaar lopen of kunnen gaan lopen. Dat geldt ook voor het bijstaan van anderen in juridische procedures tegen de (bestuursorganen van de) gemeente. De melding wordt toegevoegd aan de lijst van ingekomen stukken van de gemeenteraad. (1e wijziging 17-02-2010)

4. Informatie

  • 4.1

    Een raadslid of commissie lid nite-raadslid gaat zorgvuldig en correct om met informatie waarover hij uit hoofde van zijn raadslidmaatschap of comissielidmaatschap beschikt. Hij verstrekt geen geheime informatie. Ter aanvulling zie "notitie over geheimhouding en vertrouwelijkheid".

  • 4.2

    Een raadslid of commissielid niet-raadslid houdt geen informatie achter, tenzij deze geheim is en het niet geven van informatie mogelijk is op grond van artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur.

  • 4.3

    Een raadslid of commissielid niet-raadslid maakt niet ten eigen bate of van zijn persoonlijke betrekkingen gebruik van in de uitoefening van het raadslidmaatschap of commissie-lidmaatschap verkregen informatie.

5. Aannemen van geschenken

  • 5.1

    Geschenken en giften worden niet op het huisadres ontvangen. Indien dit toch is gebeurd, wordt dit gemeld in de raad waar een besluit over de bestemming van het geschenk wordt genomen.

  • 5.2

    Geschenken en giften die een raadslid of commissielid niet-raadslid uit hoofde van zijn functie ontvangt, worden gemeld en geregistreerd en zijn eigendom van de gemeente. Er wordt een gemeentelijke bestemming voor gezocht.

6. Bestuurlijke uitgaven

  • 6.1

    De raad ontvangt ieder kwartaal een overzicht omtrent de besteding van budgetten van de concerncontroller. De accountant controleert op naleving.

  • 6.2

    De verordening "vergoedingen raads- en commissieleden Nieuwegein" is hierop van toepassing. Zie voor de declaratie van onkosten punt 7.1.

7. Declaraties

  • 7.1

    Een raadslid of commissielid niet-raadslid declareert geen kosten die reeds op andere wijze worden vergoed.

  • 7.2

    In geval van twijfel omtrent een declaratie, wordt deze voorgelegd aan de voorzitter van de raad. Zo nodig wordt de declaratie ter beoordeling aan de raad voorgelegd.

8. Creditcards

  • 8.1

    Aan een raadslid of commissielid niet-raadslid wordt geen creditcard op naam en voor rekening van de gemeente beschikbaar gesteld.

9. Gebruik van gemeentelijke voorzieningen

  • 9.1

    Gebruik van gemeentelijke eigendommen of voorzieningen voor privé-doeleinden is niet toegestaan.

  • 9.2

    In afwijking van het bepaalde onder 9.1 wordt op verzoek van een raadslid of commissielid niet-raadslid een computervoorziening in bruikleen gegeven, die geschikt en bestemd is voor het raadplegen en bewerken van de vergaderstukken van de gemeenteraad. Het raadslid of commissielid niet-raadslid verplicht zich deze computervoorziening daarvoor te gebruiken en in te leveren, op het moment dat het lidmaatschap is beëindigd

     

10. Reizen buitenland

  • 10.1

    Een raadslid of commissielid niet-raadslid die het voornemen heeft een buitenlandse reis te maken ten laste van de gemeente, heeft toestemming nodig van de raad.

  • 10.2

    Een raadslid of commissielid niet-raadslid die het voornemen van een reis meldt, verschaft informatie over het doel van de reis, de bijbehorende beleidsoverwegingen, de samenstelling van het gezelschap en de geraamde kosten.

  • 10.3

    Uitnodigingen voor reizen, werkbezoeken en dergelijke op kosten van derden worden altijd besproken in de raad en onder meer getoetst op het risico van belangenverstrengeling. Het gemeentelijk belang van de reis is doorslaggevend voor de besluitvorming.

  • 10.4

    Van de reis wordt een verslag opgesteld. Buitenlandse reizen worden vermeld in een jaarverslag.

  • 10.5

    Het ten laste van de gemeente meereizen van de partner van een raadslid of commissielid niet-raadslid is uitsluitend toegestaan wanneer dit gebeurt op uitnodiging van de ontvangende partij en het belang van de gemeente daarmee gediend is. Het meereizen van de partner wordt bij de besluitvorming van de raad betrokken.

  • 10.6

    Het anderszins meereizen van derden op kosten van de gemeente is niet toegestaan. Het meereizen van derden op eigen kosten is toegestaan en wordt in dat geval bij de besluitvorming van de raad betrokken.

  • 10.7

    Het verlengen van een buitenlandse deinstreis voor privé-doeleinden is toegestaan, mits dit is betrokken bij de besluitvorming van de raad. De extra reis- en verblijfkosten komen volledig voor rekening van het raadslid of commissielid niet-raadslid.

  • 10.8

    De in verband met de buitenlandse dienstreis gedane functionele uitgaven worden vergoed conform de geldende regelingen.