Regeling vervallen per 01-01-2011

Beleidsregels Inburgering Nieuwegein

Geldend van 25-02-2010 t/m 31-12-2010 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2010

Intitulé

Beleidsregels Inburgering Nieuwegein

Collegebesluit beleidsregels verordening Inburgering Nieuwegein

Collegenummer

Burgemeester en wethouders van de gemeente Nieuwegein;

gelet op de bepalingen van de Wet inburgering, de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht;

besluit vast te stellen de beleidsregels voorzieningen inburgering Nieuwegein

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • 1. In dit besluit wordt verstaan onder de verordening: de verordening Inburgering Nieuwegein

  • 2. de begripsomschrijvingen in de verordening Inburgering Nieuwegein zijn van toepassing op de begrippen die in dit besluit worden gebruikt.

Artikel 2 Doelgroep

Op grond van artikel 3 van de verordening wijst het college de volgende doelgroepen aan die, naast de verplichte doelgroepen (geestelijk bedienaren en asielgerechtigde nieuw- en oudkomers), bij voorrang een voorziening krijgen aangeboden:

  • -

    inburgeringsplichtige uitkeringsgerechtigden met WWB uitkering

  • -

    inburgeringsplichtige vrouwen (oudkomers) zonder inkomen uit werk of uitkering

  • -

    nieuwkomers met een vergunning regulier zoals gezinvormers en herenigers

  • -

    inburgeringsplichten die deels of geheel in hun eigen inkomen voorzien

  • -

    overige inburgeringsplichten

Artikel 3 Eigen bijdrage

  • 1. De eigen bijdrage wordt meegenomen in een schuldregeling indien van toepassing.

  • 2. Bij onvoldoende draagkrachtruimte stellen we een passende betalingsregeling vast die de 12 betalingstermijnen, conform artikel 5 van de verordening, te boven kan gaan.

Artikel 4 Ontheffing van de inburgeringsplicht

  • 1. Het college is bevoegd om, krachtens artikel 6, eerste lid, artikel 25, derde lid, artikel 31, tweede lid, onderdeel b en artikel 64, tweede lid, van de Wet inburgering, de inburgeringsplichtige te ontheffen van de inburgeringsplicht:

    • a.

      op grond van artikel 6, eerste lid;

    • b.

      direct na het afronden van het onderzoek zoals bedoeld in artikel 25 van de wet en

    • c.

      indien het college beoordeelt dat, op grond van de door de inburgeringsplichtige aantoonbaar geleverde inspanningen ten aanzien van het behalen van het inburgeringsexamen binnen de in artikel 7 van de wet gestelde termijnen, het voor hem redelijkerwijs niet mogelijk is het inburgeringsexamen te behalen. De inburgeringsplichtige dient hiertoe een schriftelijk verzoek in bij de gemeente vanaf 6 maanden voor het verstrijken van de inburgeringstermijn, vergezeld van een duidelijke motivatie en een verklaring van de betrokken cursusinstelling dat de inburgeraar blijvend niet in staat is het examen te behalen.

  • 2. Bij of krachtens algemene maatregelen van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot de toepassing van artikel 6 van de Wet inburgering.

Artikel 5 Verlengen van de inburgeringstermijn

  • 1. Het college kan op grond van artikel 31 lid 2 onder a van de wet de wettelijke inburgeringstermijn verlengen met ten hoogste twee jaar, indien de inburgeringsplichtige in een schriftelijk verzoek aannemelijk maakt dat hem geen verwijt treft terzake van het niet behalen van het (inburgerings)examen binnen de gestelde termijn.

  • 2. Het college kan op grond van artikel 31 lid 2 onder b van de wet de wettelijke inburgeringstermijn eenmalig verlengen met ten hoogste twee jaar en zes maanden, indien de inburgeringsplichtige aantoonbaar een alfabetiseringscursus als bedoeld in de Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB) volgt of heeft gevolgd.

Artikel 6 Reiskostenvergoeding

  • 1. De reiskosten worden vergoed indien voor het volgen van een door het college aangeboden inburgeringsvoorziening de inburgeraar de grens van zijn/haar woongemeente moet overschrijden.

  • 2. De hoogte van de vergoeding voor reiskosten wordt in het geval dat niet wordt gereisd per openbaar vervoer vastgesteld op basis van werkelijk gereden kilometers, met een nader te bepalen vergoeding per kilometer.

Artikel 7 Kosten herexamen

  • 1. Aan de inburgeringsplichtige kunnen de kosten voor herexamen inburgeringsexamen of Staatsexamen I of II op alle verplichte onderdelen maximaal eenmalig worden vergoed.

Artikel 8 Bestuurlijke boete

  • 1. Het college legt een boete van € 250,00 op indien de inburgeringsplichtige voor de derde keer niet verschijnt op een zonder tegenbericht of geldige reden en het college het vermoeden heeft dat de inburgeringsplichtige onvoldoende medewerking verleent. Na de eerste en tweede keer niet verschijnen stuurt het college een herstelbrief en een nieuwe afspraak.

  • 2. Het college legt een boete van € 500,00 op indien de inburgeringsplichtige voor de tweede keer geen of onvoldoende medewerking verleent aan de uitvoering van de voor hem vastgestelde inburgeringsvoorziening, bedoeld in artikel 23, eerste lid, van de wet inburgering of aan de verplichtingen, bedoeld in artikel 6 van de verordening. Na de eerste keer volgt een gesprek en een waarschuwingsbrief.

  • 3. Indien er sprake is van recidive binnen twaalf maanden en de inburgeringsplichtige valt dit te verwijten, dan zal de bestuurlijke boete opnieuw worden opgelegd. Hiervoor gelden dezelfde regelingen als beschreven in lid 1 en 2 van dit artikel.

  • 4. De bestuurlijke boete wordt pas opgelegd als de ernst van de gedraging, de mate van verwijtbaarheid en de persoonlijke omstandigheden zijn vastgesteld. Dit zal uit nader onderzoek moeten blijken (bv. huisbezoek). Als uit het onderzoek blijkt dat de inburgeringsplichtige geen verwijtbaar gedrag heeft getoond (opname in het ziekenhuis; vakantie, enz.) dan moet er geen boete worden opgelegd.

Artikel 9 Stimuleringsbijdrage

  • 1. Indien de inburgeringsplichtige het (inburgerings)examen heeft behaald binnen de gestelde termijn zoals opgenomen in de beschikking, zal een bonus worden uitgekeerd ter hoogte van het bedrag van de eigen bijdrage.

  • 2. Indien de inburgeringsplichtige conform artikel 4, lid 1 onder c van deze beleidsregels ontheven wordt van de inburgeringsplicht, wordt een bonus uitgekeerd ter hoogte van het volledige bedrag van de eigen bijdrage.

  • 3. Indien de eigen bijdrage is meegenomen in een schuldregeling (conform artikel 3 lid 1 van deze beleidsregels), of indien er een passende betalingsregeling is vastgesteld in verband met onvoldoende draagkracht en de inburgeringsplichtige het (inburgerings)examen heeft behaald binnen de gestelde termijn zoals opgenomen in de beschikking wordt een bonus uitgekeerd ter hoogte gvan het tot dan toe voldane bedrag van de eigen bijdrage. De resterende betalingstermijnen vervallen daarmee.

  • 4. Indien er sprake is van invordering van de eigen bijdrage door middel van dwanginvordering, wordt er geen bonus uitgekeerd.

Artikel 10 Intrekking oude regeling

Het oude collegebesluit beleidsregels Inburgering Nieuwegein wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2010.

Artikel 11 Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen in deze beleidsregels, indien toepassing van de beleidsregels tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 12 Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden met terugwerkende kracht in werking op 1 januari 2010.

Artikel 13 Citeertitel

Dit besluit kan worden aangehaald als: Beleidsregels inburgering Nieuwegein.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de collegevergadering van 16 juli 2010.

Secretaris

drs. P.C.M. van Elteren

Burgemeester

drs. C.M. de Vos

Toelichting Beleidsregels Inburgering Nieuwegein

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1: spreekt voor zich.

Artikel 2: spreekt voor zich.

Artikel 3

Bij een schuldregeling bemiddelt de schuldregelende instelling tussen de schuldenaar en zijn schuldeisers om een minnelijke regeling van de totale schuldenlast te bewerkstelligen.

Artikel 4

Artikel 6 van wet geeft aan dat het college de inburgeringsplichtige kan ontheffen van de inburgeringsplicht indien hij/zij heeft aangetoond door een psychische of lichamelijke belemmering, dan wel een verstandelijke handicap, blijvend niet in staat is het herinburgeringsexamen te behalen. De gemeente heeft een onafhankelijk arts aangewezen die de keuring volstrekt conform een landelijk, speciaal daarvoor ontwikkeld protocol. Artikel 25 van de wet schrijft voor dat de gemeente de inburgeringsplichtige kan oproepen om te verschijnen. Op basis van de verkregen gegevens tijdens het gesprek kan de inburgeringsplichtige ontheven worden van de inburgeringsplicht.

Artikel 5

De wettelijke inburgeringstermijn bedraagt voor nieuwkomers 3,5 jaar vanaf het moment dat een verblijfsvergunning is verleend. De termijn voor alle andere inburgeringsplichtigen is 5 jaar vanaf het moment dat de beschikking is opgelegd. Vanaf een nog nader vast te stellen tijdstip wordt de wettelijke termijn voor iedere inburgeringsplichtige 3,5 jaar.

Artikel 6

De reiskosten van de inburgeringsplichtigen worden in de praktijk reeds vanaf de start van de uitvoering van de Wet inburgering in 2007 vergoed door de onderwijsinstelling die de kosten één op één factureert bij de gemeente.

Artikel 7: spreekt voor zich.

Artikel 8

In de praktijk komt het vaak voor dat de herstelbrief en nieuwe (derde) uitnodiging voor een intakegesprek persoonlijk worden afgeleverd bij de belanghebbende thuis om een eventuele toelichting te geven of krijgen.

Artikel 9

De hoogte van de eigen bijdrage is € 270,00.

Artikel 10 t/m 13: spreken voor zich.