Regeling vervallen per 26-01-2016

Besluit uitgifte parkeervergunningen 2015

Geldend van 26-01-2015 t/m 25-01-2016 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2015

Intitulé

Besluit uitgifte parkeervergunningen 2015

Het college van burgemeester en wethouders van Nieuwegein;

overwegende dat het gewenst is voor het aanvragen en verlenen van parkeervergunningen de volgende regels te stellen; gelet op artikel 3, tweede lid, van de Parkeerverordening 2015; besluit vast te stellen het: “Besluit uitgifte parkeervergunningen 2015

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a.

    parkeerbelasting: de belasting, bedoeld in artikel 2 van de Parkeerbelastingverordening 2015;

  • b.

    betaald parkeergebied: de parkeerzones zoals beschreven in onderdeel 2 van de Tarieventabel behorende bij en deel uitmakende van de Parkeerbelastingverordening 2015;

  • c.

    vergunningdrager: medium waarop informatie over onder andere de vergunninghouder en de parkeerrechten wordt vastgelegd;

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

1. In dit besluit wordt verstaan onder:

a. parkeerzone:

een parkeerzone als bedoeld in de Tarieventabel behorende bij en deel uitmakende van de geldende Parkeerbelastingverordening en een aangeduide parkeerzone volgens de overzichtskaart van het geldende Besluit betaald parkeren;

b. uitgifteplafond: het maximaal te verlenen aantal parkeervergunningen per parkeerzone;

c. bedrijf:

- de zelfstandige die voor de voorziening in het bestaan is aangewezen op arbeid in eigen bedrijf of zelfstandig beroep;

- een al dan niet commerciële organisatie, zoals een instelling, politiediensten, met dien verstande dat beroepen en bedrijven worden beschouwd als één bedrijf indien de vestigingsadressen dezelfde zijn of het een aaneengesloten bebouwing betreft, dan wel sprake is van een juridische constructie waaruit moet worden geconcludeerd dat het in wezen één beroep of bedrijf betreft, tenzij het tegendeel wordt aangetoond;

d. zorginstelling:

een organisatie die onder de Kwaliteitswet zorginstellingen valt, met dien verstande dat daar in ieder geval onder begrepen wordt dat de organisatie tot doel heeft om gezamenlijke zorg te verlenen waarbij ten minste twee zorgverleners op een gelijkwaardig hiërarchisch niveau samenwerken;

e. fte:

de rekeneenheid die gebruikt wordt om aan te duiden wat de omvang van het aantal werkuren voor functies in een bedrijf is in verhouding tot het personeelsbestand van dat bedrijf, met dien verstande dat 1 Fte uit een werkweek van 36 uren bestaat; 

f. parkeerplaats op eigen terrein:

1. een parkeerplaats waarover de aanvrager kan beschikken op grond van eigendom, erfpacht, huur, ingebruikgeving of anderszins zoals aangewezen parkeerplaatsen op kenteken voor artsen, gehandicapten, autodate of;

2. een parkeerplaats waarover de aanvrager kan beschikken in een garage of op een perceel, omdat deze volgens een raadsbesluit, een bouwvergunning, een erfpachts- of splitsingsakte of een huur- of koopovereenkomst voor de woning van de aanvrager bestemd is, met uitzondering van de met de woning verbonden ruimte die de bestemming garage heeft alsmede een losse garagebox, die niet direct met de woning verbonden is;

g. mantelzorg:

zorg als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, van de Wet maatschappelijke  ondersteuning;

h. bruto vloer oppervlakte:

de oppervlakte van een ruimte of een groep van ruimten in een bedrijf, gemeten op vloerniveau langs de buitenomtrek van de opgaande scheidingsconstructies, die de desbetreffende ruimte of groep van ruimte omhullen;

i. leslokaal:

een ruimte in een schoolgebouw dat in hoofdzaak bedoeld is en als zodanig gebruikt wordt voor het geven van onderwijs aan leerlingen, met dien verstande dat daar niet onder wordt begrepen een ruimte die naar zijn aard bedoeld is voor andere gebruiksfuncties in een school.

2. Onder een bedrijf als bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, wordt mede verstaan de

publiekrechtelijke rechtspersoon gemeente Nieuwegein.

Artikel 2 Uitgifteplafond parkeervergunningen

1. De maatstaf voor de berekening van het uitgifteplafond wordt bepaald aan de hand van het aantal parkeerplaatsen en het verwachte gebruik hiervan, waarvan verwacht wordt dat deze gedurende het jaar waarin de parkeervergunningen zijn verleend, gehandhaafd blijven of zullen ontstaan.

2. Indien het aantal beschikbare betaald parkeerplaatsen in een parkeerzone gedurende het kalen­derjaar met meer dan vijf procent toe- of afneemt, kan het college het uitgifteplafond opnieuw vaststellen.

3. Per 1 januari 2015 bedraagt het uitgifteplafond voor parkeervergunningen Bewoners,:

a. voor parkeerzone B1: 284,

b. voor parkeerzone B2: 138,

c. voor parkeerzone D1: 367,

d. voor parkeerzone D2: 497,

e. voor parkeerzone M1: 280,

f. voor parkeerzone M2: 56,

g. voor parkeerzone M3: 118,

h. voor parkeerzone W1: 847,

met dien verstande dat de daadwerkelijk te verlenen parkeervergunningen Bewoners 95

procent van het uitgifteplafond per parkeerzone bedraagt.

4. In afwijking van het derde lid kan voor de eerste parkeervergunning Bewoners als bedoeld in artikel 3, tweede lid, onderdeel a, het uitgifteplafond worden gehanteerd.

5. Per 1 januari 2015 bedraagt het uitgifteplafond Zakelijk, Detailhandel en Horeca, Scholen met uitzondering van een werkparkeervergunning als bedoeld in artikel 12:

a. voor parkeerzone B1: 95,

b. voor parkeerzone B2: 553,

c. voor parkeerzone D1: 98,

d. voor parkeerzone D2: 118,

e. voor parkeerzone M1: 151,

f. voor parkeerzone M2: 169,

g. voor parkeerzone M3: 219,

h. voor parkeerzone W1: 42,

met dien verstande dat de daadwerkelijk te verlenen parkeervergunningen Zakelijk,

Detailhandel en Horeca en Scholen 95 procent van het uitgifteplafond per parkeerzone

bedraagt.

Artikel 3 Uitgiftecriteria parkeervergunning bewoners

1. Een parkeervergunning Bewoners wordt verleend aan een bewoner van een zelfstandige woning, gelegen in de parkeerzone behorende bij het adres waar die bewoner staat ingeschreven, met dien verstande dat die bewoner tevens houder is van een motorvoertuig waarvoor de parkeervergunning Bewoners wordt aangevraagd.

2. Voor een aanvraag van een parkeervergunning Bewoners worden de volgende gegevens verstrekt:

a. een afschrift van het kentekenbewijs, deel IB;

b. een afschrift van een geldig legitimatiebewijs;

3. De parkeervergunning Bewoners bestaat uit de volgende soorten vergunningen:

a. een eerste parkeervergunning Bewoners, waarop maximaal drie kentekens worden opgenomen, met dien verstande dat tenminste één kenteken op naam van de bewoner, bedoeld in het eerste lid, staat.

b. een tweede parkeervergunning Bewoners, waarop één kenteken wordt opgenomen, behoudens het bepaalde in het vierde lid.

c. een derde parkeervergunning Bewoners, waarop één kenteken wordt opgenomen, behoudens het bepaalde in het vierde lid.

d. een vierde bewonersparkeervergunning Bewoners, waarop uitsluitend één kenteken wordt opgenomen.

4. Indien de aanvrager beschikt over één parkeerplaats op eigen terrein wordt geen eerste

parkeervergunning Bewoners verleend. Indien door deze aanvrager een tweede parkeervergunning Bewoners wordt aangevraagd, kunnen in afwijking van het derde lid, onderdeel b, maximaal drie kentekens worden opgenomen op de parkeervergunning Bewoners.

5. Indien de aanvrager beschikt over twee of meer parkeerplaatsen op eigen terrein wordt een eerste en tweede bewonersparkeervergunning niet verleend. Indien een derde bewonersparkeervergunning is aangevraagd, kunnen in afwijking van het tweede lid, onderdeel c, maximaal drie kentekens worden opgenomen op de derde bewonersparkeervergunning, met dien verstande dat tenminste één kenteken op naam van de bewoner, bedoeld in het eerste lid, staat.

6. Aan bewoners woonachtig aan de Goudvink huisnummers 19 t/m 25 en huisnummers 16 t/m 24 kunnen bewonersparkeervergunningen worden verstrekt voor parkeerzone D2. In het betreffende gedeelte van deze straat zijn geen openbare parkeerplaatsen. Bewoners zijn voor het parkeren aangewezen op een openbaar parkeerterrein dat is gelegen in parkeerzone D2.

7. Aan bewoners woonachtig aan de Richterlaan huisnummers 161 t/m 183 kunnen bewonersparkeervergunningen worden verstrekt voor parkeerzone W1. In het betreffende gedeelte van deze straat zijn geen openbare parkeerplaatsen. Bewoners zijn voor het parkeren aangewezen op parkeerplaatsen gelegen in parkeerzone W1.

Artikel 4 Afwijkende geldigheid parkeervergunning bewoners

Tijdens evenementen die plaatsvinden op het evenemententerrein De Brinkwal in Nieuwegein zijn

de parkeervergunningen voor de parkeerzone M3 ook geldig in de parkeerzones M1 en M2.

Artikel 5 Volgorde van uitgifte parkeervergunning bewoners

1.Een eerste parkeervergunning Bewoners wordt bij voorrang verleend op een tweede

parkeervergunning Bewoners. Een tweede parkeervergunning Bewoners wordt bij voorrang verleend op een derde parkeervergunning Bewoners. Een derde parkeervergunning Bewoners wordt bij voorrang verleend op een vierde parkeervergunning Bewoners.

2. Indien twee of meer aanvragen voor een parkeervergunning Bewoners als bedoeld in artikel 3, derde tot en met vijfde lid worden ingediend, wor­den de aanvragen in volgorde van binnenkomst be­oordeeld. Bij gelijktijdige binnenkomst van aanvragen voor een parkeervergunning Bewoners  op hetzelfde adres wordt de volgorde van uitgifte bepaald aan de hand van de gemeentelijke basisadmini­stratie persoonsgegevens, waarbij de aanvraag van degene die het langst staat ingeschreven op het betreffende adres, het eerst wordt beoordeeld.

Artikel 6 Wachtlijst parkeervergunning bewoners

Indien het aantal aangevraagde parkeervergunningen Bewoners het uitgifteplafond overschrijdt, worden de aanvragen per parkeerzone op een wachtlijst geplaatst. Bij de afhandeling van de aanvragen die op de wachtlijst vermeld staan is artikel 5 van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat de aanvragen op de wachtlijst voor parkeervergunningen Bewoners bij voorrang worden behandeld op nieuwe aanvragen voor een parkeervergunning Bewoners.

Artikel 7 Bezoekersparkeerpas bewoners

1. De bewoner, bedoeld in artikel 3, eerste lid, kan een bezoekersparkeerpas aanvragen.

2. Bij een aanvraag voor een bezoekersparkeerpas Bewoners worden de volgende

gegevens verstrekt:

  • a.

    de adresgegevens waarvoor de bezoekersparkeerpas Bewoners wordt aangevraagd;

  • b.

    een afschrift van een geldig legitimatiebewijs van de bewoner, bedoeld in het eerste lid.

3. Met een bezoekersparkeerpas kan aanspraak gemaakt worden op een gereduceerd parkeertarief

in de parkeerzone waar de bewoner, bedoeld in het eerste lid, woont.

Artikel 8 Uitgiftecriteria parkeervergunning zakelijk

1. Bij een aanvraag voor een parkeervergunning Zakelijk wordt het aantal te verlenen parkeervergunningen Zakelijk gerelateerd aan de hoeveelheid vierkante meter bruto vloer oppervlakte van een bedrijf, met dien verstande dat in parkeerzone

a. B1 en B2, 1 parkeervergunning Zakelijk per 70 vierkante meter bruto vloer oppervlakte wordt verleend;

b. D1, D2, M1, M2, M3 en W1, 1 parkeervergunning Zakelijk per 45 vierkante meter bruto vloer oppervlakte wordt verleend.

2. Indien een bedrijf beschikt over parkeergelegenheid op eigen terrein, wordt het maximale aantal te verlenen vergunningen gereduceerd met:

  • 1.

    het aantal plaatsen waarover het bedrijf de beschikking heeft op eigen terrein;

  • 2.

    het aantal parkeerplaatsen dat volgens een contract met de gemeente inzake gronduitgifte gerealiseerd had moeten worden minus het aantal parkeerplaatsen waarvoor aan de gemeente een afkoopsom betaald is om openbare parkeerplaatsen te realiseren.

Artikel 9 Afwijkende geldigheid parkeervergunning zakelijk

N.v.t.

Artikel 10 Volgorde van uitgifte parkeervergunning zakelijk

Parkeervergunningen Zakelijk wordt overeenkomstig het bepaalde in artikel 8 naar evenredigheid verleend.

Artikel 11 Wachtlijst parkeervergunning Zakelijk

Indien het aantal aangevraagde parkeervergunningen Zakelijk het maximum aantal te verlenen parkeervergunningen overschrijdt, worden de aanvragen per parkeerzone op een wachtlijst geplaatst. Bij de afhandeling van de aanvragen die op de wachtlijst vermeld staan is artikel 10 van overeenkomstige toepassing met dien verstande dat de aanvragen op de wachtlijst voor parkeervergunningen Zakelijk bij voorrang worden behandeld op nieuwe aanvragen voor een parkeervergunning Zakelijk.

Artikel 12 Uitgiftecriteria werkparkeervergunning voor alle zones

1. Aan een bedrijf wordt op aanvraag een werkparkeervergunning ver­leend, indien wordt aangetoond dat voor het uitvoeren van werkzaamheden in een of meerdere parkeerzones het gebruik van een motorvoertuig onmisbaar is en bovendien de noodzaak van een werkparkeervergunning wordt aangetoond. Hiervan is sprake indien

a. het regelmatig verrichten van werkzaamheden in het vergunninggebied met een spoedeisend karakter, zoals werkzaamheden aan nutsvoorzieningen en storingsdiensten ten behoeve van bedrijfsmatige activiteiten betreft of

b. de noodzaak tot het regelmatig bezoeken van bedrij­ven of personen in het vergunninggebied aan de orde is,

met dien verstande dat geen werkvergunning wordt verleend voor het laden en lossen alsmede

voor het doen van financiële afdrachten.

2. De aanvrager verstrekt daarnaast de volgende gegevens:

a. een afschrift van het kentekenbewijs;

b. een uittreksel uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel. Het uittreksel is niet ouder dan drie maanden, waarbij de datum van de indiening van de aanvraag bepalend is.

3. Het tweede lid, onderdeel b, is niet van toepassing indien een aanvraag door

een daartoe bevoegd afdelingshoofd is ingediend voor een Werkparkeer-

vergunning ten behoeve van een medewerker van de gemeente Nieuwegein.

4. De werkparkeervergunning kan worden verstrekt aan bedrijven die zowel binnen als buiten Nieuwegein zijn gelegen.

Artikel 13 Uitgiftecriteria parkeervergunning scholen

  • 1.

    Aan een school kan op aanvraag een parkeervergunning Scholen worden ver­leend.

  • 2.

    Het aantal per school te verlenen parkeervergunningen Scholen bedraagt maximaal 1,1 per leslokaal.

3. De parkeervergunning Scholen is alleen geldig binnen de parkeerzone waarin de school gevestigd is.

 

Artikel 14 Uitgiftecriteria parkeervergunning Detailhandel en Horeca

  • 1.

    Aan een bedrijf in de branche detailhandel of horeca kan op aanvraag een parkeervergunning Detailhandel en Horeca worden ver­leend.

  • 2.

    Het aantal per bedrijf te verlenen parkeervergunning Detailhandel en Horeca wordt bepaald op basis van het aantal het aantal Fte´s bij een bruto vloeroppervlakte kleiner of gelijk aan 350 vierkante meters, waarbij de volgende criteria gelden:

 

Aantal Fte’s

Aantal vergunningen

ten hoogste 3.0 fte

1

3,1 fte-6,0 fte

2

6,1 fte -9,0 fte

3

9,1 fte – 12,0 fte

4

12,1 fte of meer

5

 

Met dien verstande dat bij een detailhandels- of horecazaak met een bruto vloeroppervlakte van meer dan 350 vierkante meter maximaal 1 parkeervergunning Detailhandel en Horeca per 70 vierkante meter bruto vloer oppervlakte wordt verleend met een maximum van 700 vierkante meter bruto vloeroppervlakte;

  • 3.

    De parkeervergunning Detailhandel en Horeca is geldig binnen de parkeerzone waarin het bedrijf is gevestigd en is op koopavond, zaterdag en zondag ook geldig in parkeerzone M1.

 

  • 4.

    Indien een detailhandels- of horecazaak beschikt over parkeergelegenheid op eigen terrein, wordt het maximale aantal te verlenen vergunningen gereduceerd met:

 

a. het aantal plaatsen waarover het bedrijf de beschikking heeft op eigen terrein;

 

b. het aantal parkeerplaatsen dat volgens een contract met de gemeente inzake gronduitgifte gerealiseerd had moeten worden minus het aantal parkeerplaatsen waarvoor aan de gemeente een afkoopsom betaald is om openbare parkeerplaatsen te realiseren.

 

Artikel 15 Bezoekersparkeerpas Zakelijk

Per bedrijf of school wordt maximaal één Bezoekersparkeerpas Zakelijk verstrekt, met dien verstande dat per Bezoekersparkeerpas Zakelijk één of meer dagkaarten kunnen worden verstrekt met in achtneming van het tweede lid.

2. Per Bezoekerspas Zakelijk kan per kwartaal voor maximaal 150 euro tegen het gereduceerde parkeertarief parkeertickets worden aangeschaft.

3. De Bezoekersparkeerpas Zakelijk en daarmee gekochte parkeertickets zijn alleen geldig binnen de parkeerzone waarin het bedrijf of de school gevestigd is.

Artikel 16 Uitgiftecriteria Parkeervergunning Zorg

In afwijking van artikel 1, eerste lid, onderdeel c, wordt in dit artikel onder bedrijf uitsluitend een zorginstelling verstaan.

2. Aan een arts, of een bedrijf kan op aanvraag een parkeervergunning Zorg worden verleend.

3. De parkeervergunning Zorg kan worden verstrekt aan bedrijven die zowel binnen als buiten Nieuwegein zijn gelegen.

4. De Parkeervergunning Zorg is geldig in alle parkeerzones.

 

 

Artikel 17 Uitgiftecriteria Parkeervergunning Mantelzorg

1. Aan een mantelzorger kan op aanvraag een parkeervergunning Mantelzorg worden verleend.

2. De parkeervergunning Mantelzorg wordt verleend op basis van een medische verklaring, die

verstrekt is door een daartoe bevoegde arts of andere zorgverlener, waaruit blijkt dat

mantelzorg minimaal vier maal per week nodig is.

Artikel 18 Uitgiftecriteria Parkeervergunning Marktkooplieden

1.Aan de marktkooplieden met een standplaatsvergunning op grond van de Marktverordening voor een markt in Nieuwegein kan op aanvraag een parkeervergunning Marktkooplieden worden ver­leend.

2. Bij de aanvraag voor een parkeervergunning Marktkooplieden wordt een afschrift van de

geldige standplaatsvergunning van de gemeente de gemeente Nieuwegein verstrekt.

3.  Per standplaatsvergunning worden maximaal twee parkeervergunningen verleend, met dien

verstande dat een parkeervergunning Marktkooplieden geldig is in het westelijk

deelgebied van parkeerzone B2, dat wordt begrensd door de Zuidstedeweg, de AC Verhoefweg

  en de trambaan.

Artikel 19 Uitgiftecriteria Parkeervergunning Autodate

1. Het college kan aan een aanbieder een autodateplaats toewijzen.

2. De parkeervergunning Autodate is alleen geldig op de daartoe aangewezen autodateplaats.

3. Per autodateplaats wordt maximaal 1 parkeervergunning Autodate verleend.

4. Op een parkeervergunning Autodate wordt maximaal één kenteken vermeld.

Artikel 20 Uitgiftecriteria Parkeervergunning Kantoorgarages

1. Aan een bedrijf die parkeerplaatsen op eigen terrein op basis van een overeenkomst met de gemeente openbaar stelt kan een parkeervergunning Kantoorgarage worden verleend.

2. Bij de aanvraag voor een parkeervergunning Kantoorgarages wordt een afschrift van de geldige overeenkomst, bedoeld in het eerste lid, verstrekt.

3. De parkeervergunning Kantoorgarage is alleen geldig op koopavond, zaterdag en zondag en is uitsluitend geldig op de in het eerste lid bedoelde parkeerplaatsen.

4. Per vijf parkeerplaatsen op eigen terrein wordt 2 parkeervergunning Kantoorgarage verleend.

Artikel 21 Verlenging van parkeervergunningen

1. Een parkeervergunning als bedoeld in artikel 3, lid 3, onderdelen a en b, artikel 8, artikel 13, artikel 14, artikel 16, ten behoeve van een arts, artikel 19 en artikel 20 wordt jaarlijks verlengd, indien de parkeerbelasting als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, van de Parkeerbelastingverordening 2015 binnen de betalingstermijn, bedoeld in de parkeervergunning, is betaald, met dien verstande dat de leden twee tot en met vier van toepassing zijn.

2. Van de parkeervergunning Zakelijk wordt 70 procent van het aantal verleende parkeervergunningen Zakelijk per bedrijf jaarlijks verlengd. De overige parkeervergunningen Zakelijk worden jaarlijks opnieuw aangevraagd en daarbij wordt de volgorde van uitgifte, bedoeld in artikel 10, gehanteerd.

3. Van de parkeervergunning Detailhandel en Horeca wordt maximaal vier van het aantal verleende parkeervergunningen Detailhandel en Horeca per bedrijf jaarlijks verlengd. De overige parkeervergunningen Detailhandel en Horeca worden opnieuw aangevraagd.

4. Van de parkeervergunning Zorg wordt maximaal vier van het aantal verleende parkeervergunningen Zorg per bedrijf jaarlijks verlengd. De overige parkeervergunningen Zorg dienen opnieuw aangevraagd te worden.

Artikel 22 Beperking geldigheid parkeervergunningen

Een parkeervergunning kan beperkt worden tot één of meer parkeerzones of nader aangeduide straten in één of meer parkeerzones van maandag tot en met zondag.

Artikel 23 Ingetrokken parkeervergunningen

Indien een parkeervergunning gedurende een kalenderjaar wordt ingetrokken, wordt een nieuwe

aanvraag voor een parkeervergunning bij de aanvang van het daarop volgend kalenderjaar

ingediend.

Artikel 24 Aanvraagformulier parkeervergunning

De aanvraag voor een parkeervergunning wordt ingediend op de formulieren als bedoeld in de bijlage bij dit besluit.

Artikel 25 Inwerkingtreding en citeertitel

1. Het “Besluit uitgifte parkeervergunningen 2010” wordt ingetrokken;

2.  Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2015;

3. Dit besluit wordt aangehaald als "Besluit uitgifte parkeervergunningen 2015”.

Nota-toelichting

Algemeen

Het parkeren voor vergunninghouders en betaald parkeren worden geregeld in de Parkeerverordening. De bevoegdheid om nadere regels met betrekking tot het uitgiftebeleid van parkeervergunningen vast te stellen vindt zijn grondslag in de Parkeerverordening 2015. Op grond van artikel 3, tweede lid, van de Parkeerverordening 2015 kan het college regels stellen voor het aanvragen en verlenen van parkeervergunningen. Het onderhavig besluit voorziet hierin.

Het belanghebbendenparkeren maakt onderdeel uit van het fiscaal regime met betrekking tot het parkeerbeleid. Bij het belanghebbendenparkeren wordt een parkeerbelasting betaald voor het verkrijgen van een parkeervergunning. De belastingplicht, de maatstaf en wijze van heffing, de betaling en de naheffingsaanslag worden geregeld in de Parkeerbelastingverordening 2015 (en de daarbij behorende tarieventabel).

De gemeente Nieuwegein heeft ervoor gekozen om binnen de vastgestelde parkeerzones waar vergunninghouders kunnen parkeren ook parkeerapparatuur neer te zetten waar door parkeerders na betaling middels een tijdelijke parkeerbewijs geparkeerd kan worden. Om de druk op de schaarse parkeerruimte niet nodeloos te verhogen is het daarom wenselijk om het aantal te verlenen parkeervergunningen per parkeerzone te maximeren. In dit besluit zijn daarom uitgifteplafonds vastgesteld.

Voor het belanghebbendenparkeren in de daarvoor bedoelde parkeerzones worden in dit besluit uitgiftecriteria geregeld. Hiermee wordt beoogd om een rechtvaardige verdeling van de schaarse parkeerruimte te bevorderen.

In artikel 3, derde lid, van de Parkeerverordening 2015 wordt opgesomd welke soorten parkeervergunningen en bezoekerspassen kunnen worden verleend. Bij de opbouw van dit besluit is die volgorde als leidraad gehanteerd bij de bepaling van de uitgiftecriteria.

Relevante aspecten bij de uitgiftecriteria zijn onder andere:

- de gegevens die moeten worden overgelegd voor de beoordeling van een aanvraag;

- het kunnen onderscheiden van verschillende typen binnen een vergunningssoort;

- het aantonen van een bepaalde noodzaak (werkparkeervergunning).

 

Artikelsgewijs

Artikel 1

Om een eenduidige uitleg van de gehanteerde begrippen in dit besluit te bewerkstelligen wordt in dit artikel een aantal begrippen gedefinieerd. Daarbij zijn de gehanteerde begrippen in de Parkeerverordening 2015 uitgangspunt.

Volledigheidshalve wordt opgemerkt dat in het eerste lid niet specifiek de citeertitel van de

Parkeerbelastingverordening 2015 wordt vermeld, maar verwezen wordt naar de op dat

moment geldende parkeerbelastingverordening. Dit is gedaan omdat de parkeerbelasting jaarlijks

opnieuw wordt vastgesteld. Praktijk is dat in de citeertitel daarbij telkens het jaartal wordt

opgenomen. Om te voorkomen dat dit artikellid jaarlijks gewijzigd moet worden is de voormelde

omschrijving opgenomen.

Bij de definitie van zorginstelling is aansluiting gezocht bij de definitie zoals bepaald in de Kwaliteitswet zorginstellingen.

In onderdeel e wordt de definitie van de afkorting Fte ingevoegd. Deze definitie is opgenomen omdat in artikel 14 de uitgiftecriteria zijn gewijzigd. Het hanteren van de rekeneenheid die wordt gebruikt om de omvang van het personeelsbestand aan te duiden is een objectievere maatstaf dan wanneer uitgegaan wordt van het aantal voltijd medewerkers.

Werkparkeervergunningen worden ook verleend aan medewerkers van de gemeente Nieuwegein. Aangezien de gemeente strikt genomen niet onder de definitie van bedrijf kan worden gevat is een tweede lid opgenomen waarin is bepaald dat onder bedrijf ook de gemeente Nieuwegein wordt bedoeld.

Bij het begrip mantelzorg wordt verwezen naar de definitie daarvan in de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). In het kader van de Wmo is mantelzorg een kernbegrip zodat aangesloten wordt bij deze definitie en binnen de reikwijdte van dit besluit wordt dezelfde betekenis toegekend aan dit begrip. Mantelzorg wordt in artikel 1, onderdeel b, van de Wmo als volgt gedefinieerd:

Mantelzorg: langdurige zorg die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende door personen uit diens directe omgeving, waarbij zorgverlening rechtstreeks voortvloeit uit de sociale relatie en de gebruikelijke zorg van huisgenoten voor elkaar overstijgt;

Artikel 2

In dit artikel wordt het maximale aantal te verlenen parkeervergunningen geregeld. Het uitgifteplafond van parkeervergunningen wordt per parkeerzone jaarlijks voor aanvang van het nieuwe kalenderjaar berekend en vastgesteld door het college. De vergunningentermijn loopt van 1 april tot en met 31 maart van een kalenderjaar.

Er wordt in het derde lid en vijfde lid een procentuele marge aangehouden van het beschikbaar betaald parkeerplaatsen om te voorkomen dat het aantal verleende parkeervergunningen niet strookt met de feitelijk beschikbare parkeerplaatsen. De marge in het derde lid wordt gehanteerd om in de loop van het jaar nieuwe eerste bewonersparkeervergunningen te kunnen verlenen.

Dezelfde redenering geldt voor de procentuele marge in het zesde lid met dien verstande dat deze marge wordt aangehouden voor de aldaar betreffende parkeervergunningen. Zo nodig kan het college het uitgifteplafond per parkeerzone aanpassen indien het aantal beschikbare betaald parkeerplaatsen met meer dan 5 procent toe- of afneemt (tweede lid). De beschikbare betaald parkeerplaatsen in een parkeerzone worden jaarlijks geteld.

De aantallen die staan vermeld in het derde en zesde lid zijn 100 procent aantallen. Duidelijkheidshalve worden hieronder de aantallen vermeld op basis van de 95 procent van het uitgifteplafond per parkeerzone voor parkeervergunningen bedoeld in het derde en vijfde lid:

Parkeervergunningen Bewoners:

Parkeerzone B1: 270

Parkeerzone B2: 131

Parkeerzone D1: 349

Parkeerzone D2: 472

Parkeerzone M1: 266

Parkeerzone M2: 53

Parkeerzone M3: 112

Parkeerzone W1: 805

Parkeervergunningen Zakelijk, Detailhandel en Horeca en Scholen:

Parkeerzone B1: 90

Parkeerzone B2: 525

Parkeerzone D1: 93

Parkeerzone D2: 112

Parkeerzone M1: 143

Parkeerzone M2: 161

Parkeerzone M3: 208

Parkeerzone W1: 40

De aantallen in het derde en vijfde lid zijn berekend op basis van de daadwerkelijke parkeercapaciteit, de verhouding tussen woningen en bedrijven en gehanteerde aanwezigheidspercentages uit de CROW-publicatie 182. De naam CROW is een afkorting van Centrum voor Regelgeving en Onderzoek in de Grond-, Water- en Wegenbouw en de Verkeerstechniek. Deze volledige naam wordt tegenwoordig bijna nooit meer gebruikt.

Het uitgifteplafond parkeervergunningen Bewoners kan de parkeercapaciteit overschrijden doordat dubbelgebruik van parkeerplaatsen mogelijk is. Voor het berekenen van dubbelgebruik is gebruik gemaakt van kengetallen van CROW-publicatie 182. Conform de berekeningen van het CROW zal in de praktijk dubbelgebruik van parkeerplaatsen aan de orde zijn, omdat de verschillende doelgroepen niet op hetzelfde moment aanwezig zijn.

Artikel 3

De aanvraag voor parkeervergunningen wordt getoetst aan de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens. Daarmee wordt bedoeld dat bekeken wordt of de aanvrager voor een parkeervergunning Bewoners daadwerkelijk is opgenomen in de gba en de naam en adresgegevens overeenstemmen met die in de gba (eerste lid).

In het tweede lid wordt bepaald welke gegevens verstrekt moeten worden om een aanvraag voor bewonersparkeervergunning te kunnen beoordelen.

In het vierde lid wordt bepaald dat bewoners met een eigen parkeerplaats geen recht hebben op

een eerste bewonersparkeervergunning. Een voorbeeld hiervan zijn de bewoners van

appartementen boven Cityplaza met een parkeerplaats op eigen terrein (in de parkeergarage).

In het zesde lid wordt specifiek bepaald dat bewoners woonachtig aan de Goudvink huisnummers 19 t/m 25 en huisnummers 16 t/m 24 en bewoners woonachtig aan de Richterlaan huisnummers 161 t/m 183 bewonersparkeervergunningen kunnen krijgen. Dit is gedaan omdat deze bewoners niet in de betreffende parkeerzone wonen terwijl de parkeergelegenheid van deze bewoners zich aantoonbaar in de betreffende parkeerzone bevindt.

 

Artikel 4

Tijdens evenementen op het evenemententerrein De Brinkwal (bijvoorbeeld circus of kermis) wordt het toegestaan dat houders van bewonersparkeervergunning voor de parkeerzone M3 gedurende het evenement ook in de parkeerzones M2 kunnen parkeren. Gelet op het feit dat deze evenementen van relatieve korte duur zijn wordt het redelijk geacht dat er tijdelijk een verhoogde parkeerdruk in deze parkeerzones kan ontstaan.

Artikel 5

Er wordt uitgegaan van een bepaalde rangorde tussen eerste tot en met de vierde bewonersparkeervergunning. In de parkeerzones met voornamelijk een woonfunctie kunnen per adres, indien er voldoende feitelijke parkeerruimte is, eerste tot en met vierde bewonersparkeervergunningen worden verleend.

 

Artikel 6

Bij de wachtlijst parkeervergunning Bewoners wordt dezelfde rangorde gehanteerd als bij vergunningverlening. Logisch hierbij is dat aanvragen op een wachtlijst voor parkeervergunningen Bewoners voorrang hebben op nieuwe aanvragen.

Artikel 7

Bij een aanvraag voor een bezoekerspas Bewoners dient vermeld te worden voor welk adres (woning) een bezoekerspas gewenst is. De gemeentelijke basisadministratie wordt geraadpleegd om te bepalen welke parkeerzone van toepassing is (eerste lid). De aanvrager is verplicht om zich met een geldig legitimatiebewijs (paspoort, Europese identiteitskaart, rijbewijs) te identificeren.

Het gebruik van een bezoekerspas is gemaximeerd tot 150 uren per kwartaal. Dit is gedaan om de parkeerbalans in de parkeerzone in tact te houden. Vanuit billijkheidsoverwegingen geldt voor een bezoekerspas Bewoners een gereduceerd tarief in overeenstemming met het bepaalde in de tarieventabel van de geldende parkeerbelastingverordening (tweede lid).

Artikel 8

In het centrumgebied (parkeerzones B1 en B2) wordt één parkeervergunning Zakelijk per zeventig vierkante meter bruto vloer oppervlakte per bedrijf verleend. Voor de parkeerzones D1, D2, M1, M2, M3 en W1 geldt het uitgiftecriterium één vergunning per vijfenveertig bruto vloeroppervlak per bedrijf. Het bruto vloer oppervlakte is het totaal aantal vierkante meters waarover een bedrijf kan beschikken en kan derhalve hoger zijn dan het aantal vierkante meters dat effectief wordt gebruikt. Deze gegevens kunnen bijvoorbeeld herleid worden uit een plattegrondtekening van een bedrijf.

In het centrumgebied is in verhouding tot de overige parkeerzones (D1, D2, M1, M2, M3 en W1) de parkeerdruk hoger en daardoor is de parkeerruimte voor bedrijven schaarser. Bij de bepaling van de verhouding tussen het aantal vergunningen aan het bruto vloer oppervlakte is de locatie van de parkeerzone (al dan niet centrumgebied) een beslissende factor.

In de parkeerzones buiten het centrum kunnen dan ook relatief gezien meer parkeervergunningen zakelijk worden verleend (eerste lid).

Indien een bedrijf beschikt over parkeergelegenheid op eigen terrein wordt het maximaal aantal te verlenen vergunningen gereduceerd met het feitelijk aantal plaatsen op eigen terrein van het bedrijf (tweede lid onderdeel a).

Indien een bedrijf op basis van een contract met de gemeente Nieuwegein afspraken heeft gemaakt over het aantal parkeerplaatsen die gerealiseerd had moet worden (maar nog niet zijn gerealiseerd), worden deze nog te realiseren parkeerplaatsen in mindering gebracht op het maximaal te verlenen parkeervergunningen Zakelijk. In dit geval heeft een bedrijf de mogelijkheid om de gemeente een afkoopsom te betalen ten behoeve van de aanleg van openbare parkeerplaatsen (tweede lid, onderdeel b).

Artikel 9

Niet van toepassing.

 

Artikel 10

De volgorde van de verlening van parkeervergunningen Zakelijk vindt plaats aan de hand van de norm in artikel 8. Daarbij wordt bij de verlening naar evenredigheid ingevuld. Hierbij wordt tevens verwezen naar het bepaalde in artikel 21, tweede lid.

 

Artikel 11

Dit artikel spreekt voor zich.

 

Artikel 12

Voor het laden en lossen van zaken alsmede het doen van financiële afdrachten kan geen werkvergunning worden aangevraagd. Dit type handelingen hebben een incidenteel karakter die vaak van kortdurende aard zijn en daarom – gelet op de schaarse parkeerruimte – het niet redelijk wordt geacht om hiervoor werkparkeervergunningen te verlenen.

Voorbeelden van artikel eerste lid, onderdeel b zijn een verhuisbedrijf, een cateringbedrijf of een makelaar.

De werkparkeervergunning staat niet op kenteken.

In artikel 1, tweede lid, is een verruiming van het begrip op genomen op grond waarvan ook aan medewerkers van de gemeente Nieuwegein een werkparkeervergunning kan worden verleend voor zo ver dat in het kader van de uitvoering van hun functie noodzakelijk is.

De verstrekking van een uittreksel uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel is niet van toepassing voor medewerkers van de gemeente Nieuwegein.

Artikel 13

Het aantal leslokalen van een school welke de school daadwerkelijk in gebruik heeft als leslokalen is bepalend voor het aantal te verlenen parkeervergunningen.

 

Artikel 14

Bij het bepalen van het aantal parkeervergunningen Detailhandel en Horeca wordt het hanteren van het aantal Fte als een objectieve maatstaf beschouwd. Voor het bepalen van het aantal parkeervergunningen Detailhandel en Horeca is op basis van het aantal Fte´s een evenredige verdeelcriterium opgenomen. Voor de detailhandel en horeca wordt vanaf januari 2010 getoetst op het aantal voltijdwerkers (of parttimermedewerkers omgerekend naar voltijdwerkers) en niet meer op basis van het bruto vloeroppervlak. Met deze norm wordt rekening gehouden met intensieve en extensieve detailhandel (en horeca). Bijvoorbeeld: kapperszaken hebben veel medewerkers op een kleiner bruto vloeroppervlakte ten opzichte van andere type winkels.

Echter indien een detailhandels- of horecazaak beschikt over een bruto vloeroppervlak groter dan 350 vierkante meter (met een maximum van 700 vierkante meter) wordt wel gekeken naar het aantal vierkante meter bruto vloeroppervlak waar de zaak over beschikt. Dan geldt dat aan de betreffende detailhandels- of horecazaak 1 parkeervergunning per 70 vierkante meter bruto vloeroppervlak kan worden verleend. Hiermee wordt tegemoet gekomen aan grote detailhandelszaken die veel personeel in dienst hebben. De basis voor de hier aangehouden 70 vierkante meter is het gebruikte criterium voor parkeervergunningen Zakelijk, waarbij er rekening mee is gehouden dat detailhandel met name in de binnenstad gevestigd is en vaak op drukkere locaties gevestigd is. Het bruto vloeroppervlak is het totaal aantal vierkante meters waarover een bedrijf kan beschikken en kan derhalve hoger zijn dan het aantal vierkante meters dat effectief wordt gebruikt. Deze gegevens kunnen bijvoorbeeld herleid worden uit een plattegrondtekening van een bedrijf.

 

Indien een detailhandels- of horecazaak beschikt over parkeergelegenheid op eigen terrein wordt het maximaal aantal te verlenen vergunningen gereduceerd met het feitelijk aantal plaatsen op eigen terrein van het bedrijf (tweede lid onderdeel a).

 

Indien een detailhandels- of horecazaak op basis van een contract met de gemeente Nieuwegein afspraken heeft gemaakt over het aantal parkeerplaatsen dat gerealiseerd had moeten worden (maar nog niet zijn gerealiseerd), worden deze nog te realiseren parkeerplaatsen in mindering gebracht op het maximaal te verlenen parkeergunningen Detailhandel en Horeca. In dit geval heeft een bedrijf de mogelijkheid om de gemeente een afkoopsom te betalen ten behoeve van de aanleg van openbare parkeerplaatsen (tweede lid, onderdeel b).

 

Artikel 15

Bezoekers van bedrijven en scholen kunnen aanspraak maken op een bezoekerspas Zakelijk.

Op grond van de tarieventabel bij de geldende parkeerbelastingverordening geldt een gereduceerd tarief voor de bezoekerspas Zakelijk. Het gebruik van een bezoekerspas is gemaximeerd tot 150 uren per kwartaal. Dit is gedaan om de parkeerbalans in de parkeerzone in tact te houden.

 

Artikel 16

Een arts of andere zorgverlener dient zijn patiënten met gemak te kunnen bereiken. Vanuit deze optiek is het mogelijk dat een arts (en andere zorgverleners) een parkeervergunning Zorg kan aanvragen.

 

Artikel 17

Mantelzorg is een vorm van zorg die de laatste jaren steeds meer uitgeoefend worden. Het met gemak kunnen parkeren bij de bewoner die mantelzorg behoeft is hier de hoofdreden geweest om dit type vergunning te kunnen aanvragen.

 

Artikel 18

De begrenzing van het westelijk deelgebied in parkeerzone B2 wordt in de tarieventabel behorende bij de geldende parkeerbelastingverordening aangeduid als “ten westen van de trambaan”.

Per aanvraag worden 2 parkeervergunningen Marktkooplieden verleend. De reden hiervoor is dat

marktkooplieden hun te verkopen waar in aanhanger of iets dergelijks vervoeren en daarom extra

parkeerruimte nodig hebben. 

 

Artikel 19

Vergunningen voor aanbieders van motorvoertuigen bestemd voor autodate worden verleend met het oog op de bijdrage die daardoor kan worden geleverd aan het selectief gebruik van de auto.

In het derde lid wordt daarom uitdrukkelijk bepaald dat per autodateplaats maximaal één autodateparkeervergunning wordt verleend. Het selectief gebruik wordt verder benadrukt doordat op een parkeervergunning Autodate maximaal één kenteken wordt vermeld.

De vergunningaanvraag wordt door de aanbieder ingediend.

 

Artikel 20

Om oneigenlijk gebruik te voorkomen wordt in dit artikel geregeld dat per vijf parkeerplaatsen op eigen terrein twee parkeervergunningen Kantoorgarages wordt verleend.

  Artikel 21

In het eerste lid wordt bepaald dat de volgende parkeervergunningen jaarlijks worden verlengd, mits

de belasting voor parkeervergunning daarvoor binnen de in de parkeervergunning bedoelde termijn is

voldaan:

  • 1.

    parkeervergunning Bewoners (alleen eerste en tweede bewonersparkeervergunning),

  • 2.

    parkeervergunning Zakelijk (met in achtneming van het bepaalde in het tweede lid),

  • 3.

    parkeervergunning Scholen,

  • 4.

    parkeervergunning Detailhandel en Horeca (het bepaalde in het derde lid in acht nemende),

  • 5.

    parkeervergunning Zorg ten behoeve van een arts en met in achtneming van het bepaalde in het vierde lid,

  • 6.

    parkeervergunning Autodate,

  • 7.

    parkeervergunning Kantoorgarages.

Indien alle te verlenen parkeervergunningen Zakelijk worden verleend (uitgifteplafond) dan is er geen

ruimte voor nieuwe aanvragen gedurende het kalenderjaar. Om bedrijven te faciliteren en de

administratieve lasten te beperken wordt 70 procent van de aan hun verleende vergunningen

jaarlijks automatisch verlengd (tweede lid).

Dezelfde motivering ligt ten grondslag aan het bepaalde in het derde en vierde lid. In deze leden

worden alleen de maximale aantallen aangeduid.

Een derde en vierde bewonersparkeervergunning, een parkeervergunning Mantelzorg, een

parkeervergunning Marktkooplieden en een werkparkeervergunning moeten elk jaar opnieuw worden

aangevraagd. De reden hiervoor is dat bij de aanvraag de feitelijke omstandigheden van de

aanvrager, die getoetst worden aan de criteria voor de uitgifte jaarlijks in verhouding met de overige

parkeervergunningen meer onderhevig zijn aan veranderingen. Hierdoor wordt het redelijk geacht

dat dit soort parkeervergunningen jaarlijks opnieuw moeten worden aangevraagd.

Hierbij wordt benadrukt dat de aanvragen voor een eerste tot en met vierde bewonersvergunning en

parkeervergunning Zakelijk die op een wachtlijst zijn geplaatst niet opnieuw hoeven te worden

aangevraagd. Dit blijkt ook uit het bepaalde in artikel 6 en artikel 11.

 

Artikel 22

In dit artikel wordt bepaald dat voor alle soort parkeervergunningen geldigheidsduurbeperkingen mogelijk zijn (parkeerzones en of dagen). Deze beperkingen moeten nadrukkelijk in de parkeervergunning worden opgenomen.

 

Artikel 23

Indien een parkeervergunning gedurende een kalenderjaar wordt ingetrokken, wordt een nieuwe

aanvraag voor een parkeervergunning pas bij de aanvang van het daarop volgend kalenderjaar ingediend. Het wordt redelijk en billijk geacht dat indien een parkeervergunning op grond van een van de intrekkingsgronden als bedoeld in artikel 6 van de Parkeerverordening 2015 wordt ingetrokken, dat pas in het daaropvolgende kalenderjaar een nieuwe parkeervergunning kan worden ingediend.

  Artikel 24

Om de afhandeling van de aanvragen te bespoedigen en te verduidelijken voor de aanvrager wordt gebruikt gemaakt van divers aanvraagformulieren. De aanvrager kan er voor kiezen een aanvraagformulier op de gebruikelijke wijze opsturen of langs te brengen. Men mag het aanvraagformulier ook per e-mail versturen, inclusief bijlagen. In 2015 wordt het mogelijk om aanvragen, wijzigen, opzeggen en/of verlengen van een parkeervergunning of een bezoekerspas via een e-loket te regelen.

  Artikel 25

Dit besluit heeft onmiddellijke werking. Door te bepalen dat het oude besluit wordt ingetrokken, wordt bewerkstelligd dat het nieuwe regime ook geldt voor parkeervergunningen die voor de inwerkingtreding van dit besluit zijn verleend.