Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR617367
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR617367/1
Regeling vervallen per 31-12-2019
Verordening van de gemeenteraad Nieuwkoop houdende de heffing en invordering van afvalstoffenheffing 2019
Geldend van 01-01-2019 t/m 30-12-2019
Intitulé
Verordening van de gemeenteraad Nieuwkoop houdende de heffing en invordering van afvalstoffenheffing 2019Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder “gebruik maken: gebruik maken in de zin van artikel 15.33 Wet milieubeheer.
Artikel 2 Aard van de belasting en belastbaar feit
-
1. Onder de naam “afvalstoffenheffing” wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.
-
2. De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
Artikel 3 Belastingplicht
De belasting wordt geheven van degene die naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens een zakelijk of persoonlijk recht gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief
De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
Artikel 5 Belastingjaar
Met betrekking tot de belasting die per jaar wordt geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.
Artikel 6 Wijze van heffing
-
a. De belasting bedoeld in hoofdstuk 1.1 van de tarieventabel wordt door middel van een aanslag geheven.
-
b. De belasting bedoeld in hoofdstuk 1.2 van de tarieventabel wordt geheven door middel van een schriftelijke gedagtekende kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingplichtige bekendgemaakt.
Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
-
1. De belasting, bedoeld in hoofdstuk 1.1 van de tarieventabel is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.
-
2. Indien een perceel in de loop van het belastingjaar in gebruik wordt genomen en de gebruiker nog niet eerder als belastingschuldige voor hetzelfde belastbare feit een aanslag is opgelegd, is de belasting in hoofdstuk 1.1 van de tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na aanvang van het gebruik, nog volle kalendermaanden overblijven.
-
3. Indien het gebruik van een perceel in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing van de belasting bedoeld in hoofdstuk 1.1 van de tarieventabel voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 9.
-
4. Het tweede en derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingschuldige binnen de gemeente verhuist en aldaar een ander perceel in feitelijk gebruik neemt.
-
5. Belastingbedragen van minder dan € 9 worden niet geheven.
-
6. Voor de toepassing van het bepaalde in het vijfde lid wordt het totaal van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen belastingen of andere heffingen aangemerkt als één belastingaanslag.
-
7. De belasting bedoeld in hoofdstuk 1.2 van de tarieventabel is verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening.
Artikel 8 Termijnen van betaling
-
1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet de aanslag worden betaald uiterlijk drie maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet.
-
2. In afwijking van het eerste lid geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in tien gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
-
3. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet de op grond van artikel 6, onder b, verschuldigde belasting worden betaald op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel ingeval van toezending daarvan, binnen 2 weken na dagtekening van de kennisgeving.
Artikel 9 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de afvalstoffenheffing.
Artikel 10 Inwerkingtreding en citeertitel
-
1. De 'Verordening afvalstoffenheffing 2018” wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
-
2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.
-
3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2019.
-
4. Deze verordening kan worden aangehaald als 'Verordening afvalstoffenheffing 2019’.
Ondertekening
Aldus besloten door de raad van de gemeente Nieuwkoop in zijn openbare vergadering van 13 december 2018.
De griffier,
E.R. van Holthe,
Behoort bij raadsbesluit van
De griffier van Nieuwkoop,
Tarieventabel behorende bij Verordening afvalstoffenheffing 2019
Hoofdstuk 1.1 Maatstaven en jaarlijkse tarieven afvalstoffenheffing
1.1 |
De belasting bedraagt per perceel per belastingjaar: |
||
1.1.1 |
indien een perceel wordt gebruikt door één persoon |
€ 214,92 |
|
1.1.2 |
indien een perceel wordt gebruikt door meer dan één persoon |
€ 303,24 |
|
1.1.3 |
Het aantal personen dat gebruik maakt van het perceel wordt bepaald naar de situatie per 1 januari van het belastingjaar dan wel op het moment van het ontstaan van de belastingplicht |
||
1.1.4 |
De belasting bedoeld in de onderdelen 1.1.1 en 1.1.2 wordt vermeerderd voor het op 1 januari van het belastingjaar of, indien de belastingplicht later aanvangt, bij aanvang van de belastingplicht, in bruikleen hebben van een extra (= boven hetgeen volgens de gemeentelijke afvalstoffenverordening aan het perceel is verstrekt): |
||
1.1.4.1 |
container van 140 liter bestemd voor groente-, fruit- en tuinafval, per extra container met |
€ 69,84 |
|
1.1.4.2 |
container van 240 liter, bestemd voor groente-, fruit- en tuinafval, per extra container met |
€ 93,60 |
|
1.1.4.3 |
container van 140 liter, bestemd voor de overige huishoudelijke afvalstoffen, per extra container met |
€ 106,80 |
|
1.1.4.4 |
container van 240 liter, bestemd voor de overige huishoudelijke afvalstoffen, per extra container met |
€ 155,52 |
Hoofdstuk 1.2 Maatstaven en overige tarieven afvalstoffenheffing
1.2.1 |
Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1.1 bedraagt de belasting voor het op aanvraag inzamelen van grove huishoudelijke afvalstoffen |
per m³ |
€ 50,04 |
1.2.2 |
Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1.1 bedraagt de belasting voor het achterlaten van grove huishoudelijke afvalstoffen op een daartoe van gemeentewege ter beschikking gestelde plaats voor: |
||
1.2.2.1 |
Accu’s |
Gratis |
|
1.2.2.2 |
Asbest |
Gratis |
|
1.2.2.3 |
Bilgewater met een maximum van 20 liter |
per liter |
€ 2,00 |
1.2.2.4 |
Brandblussers tot 2 kilogram |
Gratis |
|
1.2.2.5 |
Elektrische en elektronische apparatuur |
Gratis |
|
1.2.2.6 |
Flessenglas en vlakglas |
Gratis |
|
1.2.2.7 |
Grof huishoudelijk afval |
Gratis |
|
1.2.2.8 |
Grof tuin- en snoeiafval |
Gratis |
|
1.2.2.9 |
Plastic verpakkingsafval |
Gratis |
|
1.2.2.10 |
Klein chemisch afval |
Gratis |
|
1.2.2.11 |
Metalen |
Gratis |
|
1.2.2.12 |
Papier en karton |
Gratis |
|
1.2.2.13 |
Textiel |
Gratis |
|
1.2.3 |
Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1.1 bedraagt de belasting voor het achterlaten van grove huishoudelijke afvalstoffen op een daartoe van gemeentewege ter beschikking gestelde plaats voor verbouwingsafval: |
||
1.2.3.1 |
Puin (tot 1 m³) |
Gratis |
|
1.2.3.2 |
Puin (meer dan 1 m³) |
per 0,25 m³ |
€ 10,00 |
1.2.3.3 |
Gips (tot 1 m³) |
Gratis |
|
1.2.3.4 |
Gips (meer dan 1 m³) |
per 0,25 m³ |
€ 10,00 |
1.2.3.5 |
A-hout (tot 1 m³) Hieronder wordt verstaan schoon houtafval |
Gratis |
|
1.2.3.6 |
A-hout (meer dan 1 m³) Hieronder wordt verstaan schoon houtafval |
Per 0,25 m³ |
€ 10,00 |
1.2.3.7 |
B-hout (tot 1 m³) Hieronder wordt verstaan geverfd hout e.d. |
Gratis |
|
1.2.3.8 |
B-hout (meer dan 1 m³) Hieronder wordt verstaan geverfd hout e.d. |
Per 0,25 m³ |
€ 10,00 |
1.2.3.9 |
Bitumen (o.a. dakbedekking) |
Per 0,25 m³ |
€ 10,00 |
1.2.3.10 |
C-hout (bielzen en geïmpregneerd hout) |
Per 0,25 m³ |
€ 10,00 |
1.2.3.11 |
Gemengd verbouwingsafval |
Per 0,25 m² |
€ 10,00 |
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl