Verordening op het beheer en gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen in de gemeente Nieuwkoop 2020

Geldend van 01-01-2024 t/m heden

Intitulé

Verordening op het beheer en gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen in de gemeente Nieuwkoop 2020

Gelet op artikel 35 van de Wet op de lijkbezorging en artikel 149 van de Gemeentewet.

Hoofdstuk 1: Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a. begraafplaats:

    • .

      de gemeentelijke begraafplaats aan het Reghthuysplein, Nieuwkoop;

    • .

      de gemeentelijke begraafplaats aan de Westkanaalweg, Ter Aar;

    • .

      de gemeentelijke begraafplaats aan de Dorpsstraat, Zevenhoven;

    • .

      de gemeentelijke begraafplaats aan de Kerkstraat, Nieuwveen;

  • b. particulier graf: een particulier graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • .

      het begraven en begraven houden van overledenen;

    • .

      het bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urn;

  • c. particulier kindergraf: een particulier graf, waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • .

      het begraven en begraven houden van overleden kinderen tot 12 jaar en van dood geboren kinderen;

    • .

      het bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urn van overleden kinderen tot 12 jaar en dood geboren kinderen;

  • d. particuliere urnennis: een particuliere nis waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend voor het daarin bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urn, met de as van overledenen;

  • e. particulier urnengraf:een particulier graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het daarin bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urn, met de as van overledenen;

  • f. f. algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin overledenen begraven kunnen worden;

  • g. asbus: een bus om de as van een overledene in te bewaren;

  • h. urn: een voorwerp om één of meer asbussen in te bewaren;

  • i. gedenkteken: nagelvast verbonden voorwerp op het graf voor het aanbrengen van opschriften en/of figuren;

  • j. grafbedekking: gedenkteken en/of grafbeplanting op een graf;

  • k. omrastering: een omheining van het graf die niet hoger is dan 40 cm en binnen de gestelde maten van het graf valt;

  • l. grafzerk / liggend gedenkteken: een liggend gedenkteken op een fundering;

  • m. grafbeplanting: beplanting die door de rechthebbende en/of de gemeente op een graf wordt geplant;

  • n. los voorwerp: een niet nagelvast aan het grafoppervlak verbonden voorwerp dat bedoeld is ter decoratie van het graf en/of ter nagedachtenis aan de overledene;

  • o. duurzame materialen: vaste, niet buigzame materialen van natuursteen, glas, hout, keramiek, kunststof of metaal die van nature of door een speciale behandeling weerbestendig en niet breukgevoelig zijn. De constructie bestaat uit één geheel en de praktische toepasbaarheid zoals opnemen, verplaatsen en dergelijke is gewaarborgd;

  • p. beheerder: de medewerker van de gemeente die belast is met de dagelijkse leiding van de begraafplaats of zijn of haar vervanger;

  • q. college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nieuwkoop;

  • r. rechthebbende: de natuurlijke persoon of een rechtspersoon, die het uitsluitend recht heeft verkregen voor het gebruik van een particulier graf, kindergraf, urnengraf of urnennis;

  • s. gebruiker: de natuurlijke persoon of een rechtspersoon aan wie het gebruik van een ruimte in een algemeen graf is verleend, of degene die redelijkerwijs geacht kan worden dit overgenomen te hebben;

  • t. grafakte: de brief waarin overeenkomstig de bepalingen van deze verordening door of namens het college een grafrecht wordt verleend;

  • u. grafrecht: het recht op het gebruik van een particulier graf, kindergraf, urnennis of urnengraf;

  • v. gebruik: het gebruik van een algemeen graf;

  • w. grafrust: de wettelijk vastgestelde periode van 10 jaar waarin het graf niet mag worden geopend of geruimd;

  • x. uitgiftetermijn: de periode van uitsluitend recht op een particulier graf;

  • y. verstrooiingsplaats: een plaats op de begraafplaats waarop as wordt verstrooid;

  • z. particuliere gedenkplaats: een plaats waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend om overledenen te gedenken.

Artikel 2 Uitbreiding begrippen particulier graf

Voor de toepassing van deze verordening wordt bepaald dat onder ‘particulier graf’ ook wordt verstaan: particulier kindergraf, particuliere urnennis en particulier urnengraf.

Hoofdstuk 2: Beheer, bestemming en registratie

Artikel 3 Beheer

De begraafplaats wordt beheerd onder verantwoordelijkheid van het college. Onder toezicht van het college worden één of meer daartoe aangewezen personen belast met:

  • a.

    de administratie van de begraafplaats;

  • b.

    de dagelijkse leiding van de begraafplaats;

  • c.

    het onderhoud van de begraafplaats;

  • d.

    het delven of openen en sluiten van graven.

Artikel 4 Bestemming

  • 1. De begraafplaats is bestemd voor:

    • .

      het begraven van overledenen;

    • .

      het begraven en bijzetten van asbussen;

    • .

      het verstrooien van as.

  • 2. Het college kan nadere regels stellen over de bestemming van de begraafplaatsen.

Artikel 5 Register en plaatsregistratie

  • 1. De administratie bevat een register van al de rechthebbenden en de gebruikers van de graven. Per graf is één rechthebbende/gebruiker mogelijk waarvan in dit register de geslachtsnaam, voornamen, geboortedatum, adresgegevens worden bijgehouden. Ook worden in de administratie aantekeningen bijgehouden. Dit register is niet openbaar.

  • 2. De administratie bevat een registratie van de overleden personen die zijn begraven of bijgezet. Hierin staan de geslachtsnaam, voornamen, geboorte-, overlijdens- en begraafdatum en het grafnummer.

  • 3. Per grafruimte wordt de melding die is gedaan voor het plaatsen van gedenktekens opgenomen.

  • 4. De rechthebbenden en gebruikers zijn verplicht een wijziging van hun adres schriftelijk aan de beheerder door te geven.

  • 5. De beheerder zorgt voor een plattegrondtekening van elke begraafplaats met daarop de indeling en de grafnummering van de begraafplaats.

Hoofdstuk 3: Openstelling van de begraafplaats en ordemaatregelen

Artikel 6 Openstelling

  • 1. De begraafplaats is voor iedereen toegankelijk tijdens de tijden die zijn vastgesteld door het college in de nadere regels. Het college maakt deze tijden openbaar bekend.

  • 2. Het is verboden de begraafplaats te betreden buiten deze tijden, tenzij het college hiervoor een ontheffing heeft afgegeven.

  • 3. Het college kan de toegangen en/of (delen van) de begraafplaats tijdelijk sluiten.

Artikel 7 Tijden van begraven, asbezorging en as verstrooiing

  • 1. Het college bepaalt de tijd van begraven van overledenen en het bijzetten van asbussen en het verstrooien van as.

  • 2. Op zondagen en algemeen erkende feest- en gedenkdagen vinden geen begravingen plaats, het bijzetten van asbussen of het verstrooien van as.

  • 3. Het tijdstip van begraven of bijzetten van overledenen, het bijzetten van asbussen en het verstrooien van as wordt telkens en voor elk geval afzonderlijk door de beheerder, in overleg met de betrokken nabestaanden vastgesteld.

  • 4. Op hetzelfde tijdstip mag op de begraafplaats per locatie niet meer dan één begrafenis plaatsvinden.

  • 5. Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen van lid 4 afwijken.

Artikel 8 Ordemaatregelen

  • 1. Bezoekers, personeel van uitvaartondernemingen en personen die werkzaamheden op de begraafplaats verrichten, houden zich in het belang van de orde, rust en netheid aan de aanwijzingen van de beheerder.

  • 2. De beheerder kan degenen die zich niet aan de in het eerste lid bedoelde aanwijzingen houden, van de begraafplaats verwijderen.

  • 3. Steenhouwers, hoveniers en daarmee gelijk te stellen personen verrichten alleen met toestemming van of namens het college, werkzaamheden aan grafbedekkingen op de begraafplaatsen. Deze toestemming kan mondeling worden gegeven.

  • 4. De beheerder kan voor werkzaamheden op de begraafplaats en om de orde op de begraafplaats te handhaven, bezoekers de toegang tot de begraafplaats of een deel van de begraafplaats ontzeggen.

Artikel 9 Verboden

  • 1. Het is verboden op de begraafplaats:

    • a.

      zich op hinderlijke wijze te gedragen;

    • b.

      te colporteren of goederen voor verkoop aan te bieden;

    • c.

      reclame te maken voor handel of bedrijf;

    • d.

      op de graven te lopen, zitten mag alleen op de daarvoor aanwezige zitplaatsen;

    • e.

      de graven, de gedenktekens, de beplanting, de gebouwen en de paden te bekladden, te beschadigen of op een andere manier te verontreinigen;

    • f.

      iets te doen of na te laten dat in strijd is met de eerbied van de nagedachtenis van de overledene;

    • g.

      alcohol of drugs te gebruiken;

    • h.

      vuur te stoken;

    • i.

      dieren te begraven;

    • j.

      losse spullen of voorwerpen achter het gedenkteken te plaatsen/op te slaan.

    • k.

      rijwielen, bromfietsen, rij- of voertuigen mee te nemen en in gebruik te nemen, anders dan voor het vervoeren van materialen om werkzaamheden op de begraafplaats te verrichten of hulpmiddelen van gehandicapten;

    • l.

      sneller dan 10 km per uur te rijden.

  • 2. Het is verboden de begraafplaats op te gaan anders dan via de daarvoor bestemde ingangen.

  • 3. Het meenemen van honden op de begraafplaats is alleen toegestaan als deze zijn aangelijnd.

  • 4. Het college kan ontheffing verlenen van de verboden.

Artikel 10 Plechtigheden

  • 1. Herdenkingsbijeenkomsten, onthullingen van gedenktekens en dergelijke plechtigheden op de begraafplaats moeten vijf dagen van tevoren worden gemeld aan de beheerder. Hierbij wordt de datum, tijd en de manier waarop de plechtigheid zal plaatsvinden vermeld.

  • 2. Deelnemers aan de plechtigheid, bedoeld in het eerste lid houden zich in het belang van de orde, rust en netheid aan de aanwijzingen van de beheerder.

Artikel 11 Over te leggen stukken

  • 1. Begraven mag alleen nadat het verlof tot begraven aan de beheerder is overlegd.

  • 2. De beheerder beoordeelt of de overlegde stukken toereikend zijn.

Hoofdstuk 4: Indeling, uitgifte en onderscheid van graven

Artikel 12 Indeling en uitgifte van graven

  • 1. Graven worden in volgorde van ligging uitgegeven en aansluitend op de reeds uitgegeven graven. De beheerder kan een particulier graf toewijzen anders dan in volgorde als dit op de begraafplaats niet bezwaarlijk is. Het recht op het graf gaat in op het moment van toewijzing.

  • 2. Het college kan nadere regels stellen voor de indeling en inrichting van de begraafplaats, de graven, de bestemming van de grafvelden en het onderscheid in graven.

Artikel 13 Soorten graven

  • 1. Op de begraafplaats kunnen worden uitgegeven:

    • a.

      particuliere graven;

    • b.

      algemene graven.

Artikel 14 Termijn particuliere graven

  • 1. Het college verleent, het uitsluitend recht op een particulier graf voor een periode van 20 jaar. Het uitsluitend recht op een urnennis of urnenkelder kan voor een periode van 10 of 20 jaar worden verleent. Hiervoor moet een schriftelijke aanvraag worden ingediend. De termijn loopt vanaf de datum waarop het particuliere graf, de urnennis of urnenkelder is uitgegeven.

  • 2. Het in het eerste lid bedoelde recht kan op aanvraag van de rechthebbende steeds worden verlengd met 10 jaar. De aanvraag hiervoor moet voor het verstrijken van de lopende termijn worden ingediend.

  • 3. 3. a. Begraving of bijzetting in een particulier graf waarvan de uitgiftetermijn binnen de wettelijke minimum grafrusttermijn afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de uitgiftetermijn met 10 jaar.

  • 4. b. De rechthebbende vraagt de verlenging aan of, indien deze is overleden, één van de in artikel 25, lid 1 bedoelde personen. De verlenging wordt zo nodig naar boven toe afgerond op hele jaren.

  • 5. c. De kosten van de verlenging inclusief de kosten voor het onderhoud van de begraafplaats worden in rekening gebracht.

  • 6. Het grafrecht op een particulier graf geeft de rechthebbende zeggenschap over wie in dat graf wordt begraven en begraven wordt gehouden, onder de voorwaarden en de beperkingen van deze verordening en de daarop gebaseerde nadere regels.

  • 7. Een uitsluitend recht zoals omschreven in lid 1 wordt slechts aan één rechthebbende verleend.

  • 8. Het college bevestigt schriftelijk het in lid 1 bedoelde grafrecht met een grafakte.

Artikel 15 Termijnen algemene graven

  • 1. Algemene graven mogen 10 jaar worden gebruikt. Deze termijn kan niet worden verlengd. Een overledene kan, op schriftelijk verzoek en op kosten van de gebruiker, in een nieuw particulier graf worden herbegraven volgens de bepalingen van de geldende beheerverordening begraafplaatsen. Dit kan echter alleen na afloop van de minimale grafrusttermijn van alle begraaflagen.

  • 2. Het gebruik van een algemeen graf wordt per begraaflaag aan verschillende gebruikers verleend.

  • 3. Het college bevestigt het in het eerste lid bedoelde gebruik schriftelijk met een brief.

Hoofdstuk 5: Vereisten voor begraving of bijzetting Artikel 16 Kennisgeving begraven en bijzetting

  • 1. De rechthebbende of gebruiker die wil begraven of een asbus wil bijzetten meldt dit uiterlijk twee werkdagen voor de dag waarop de begraving of bijzetting zal plaatsvinden, vóór 12.00 uur schriftelijk of telefonisch aan de beheerder. Zondagen en algemeen erkende feest- en gedenkdagen gelden niet als werkdag.

  • 2. Indien de burgemeester verlof heeft verleend om de overledene binnen 36 uur na overlijden te begraven, meldt de rechthebbende/gebruiker dit zo snel mogelijk.

  • 3. Bij de in het eerste en tweede lid bedoelde kennisgeving dient het verlof tot begraving of de bezorging van as of met een ander wettelijk gelijkgesteld document te worden afgegeven.

  • 4. Tijdens plechtigheden is het gebruik van een geluidsinstallatie toegestaan. Het geluidsniveau mag de normen bepaald in de APV niet overschrijden.

Artikel 17 Delven en sluiten van het graf

  • 1. Het delven van een graf voor begraving of voor het bijzetten van as en het daarna sluiten van een graf en het bedienen van de hulpmiddelen, mag alleen in opdracht, op aanwijzing en onder toezicht van de beheerder van de begraafplaats worden uitgevoerd.

  • 2. De nabestaanden kunnen op aanwijzing en onder toezicht van de beheerder de kist zelf (geheel of gedeeltelijk) laten zakken of de urn in het graf of de nis bijzetten als zij deze wens uiterlijk om 12.00 uur van de voorafgaande dag bekend is bij de beheerder.

  • 3. Wanneer nabestaanden een bijzetting of verstrooiing zonder tussenkomst van een uitvaartondernemer willen regelen, dan is de beheerder aanwezig. Zijn aanwijzingen moeten worden opgevolgd.

Artikel 18 Begraving

  • 1. De beheerder wijst de plaats van het graf aan als de stukken zijn overlegd genoemd in artikel 11.

  • 2. Tot begraving of bijzetting wordt overgegaan nadat:

    • a.

      de beheerder heeft geconstateerd dat aan de opgenomen vereisten is voldaan;

    • b.

      de beheerder de identiteit van overledene heeft vastgesteld door vergelijking van het op de kist of een ander lijkomhulsel vermelde registratienummer met dat op een bijgevoegd document. Dit document bevat het registratienummer, de namen, de overlijdens- en geboortedatum van de overledene of de geslachtsnaam van de dood geborene.

Artikel 19 Lijkomhulsel en grafgiften

  • 1. Rechthebbenden of gebruikers zijn verplicht bij het verzoek tot het verlof tot begraven het gebruik van lijkhoezen aan de beheerder door te geven.

  • 2. Het is niet toegestaan voorwerpen aan de grafruimte toe te voegen die de vertering van het stoffelijk overschot belemmeren, voorkomen en/of vervuilend zijn.

Hoofdstuk 6: Grafbedekkingen

Artikel 20 Vereisten gedenktekens

  • 1. Het plaatsen van grafbedekking is toegestaan, indien:

  • a. deze voldoet aan de door het college vastgestelde nadere regels over de aard en afmetingen van de grafbedekking en;

  • b. de plaatsing minimaal twee weken van te voren digitaal is gemeld bij de beheerder met een formulier en een werktekening, die voldoet aan de door het college vastgestelde nadere regels.

  • 2. Het college kan de toestemming weigeren indien:

  • a. niet voldaan is aan de door haar vastgestelde nadere regels;

  • b. de grafbedekking afbreuk doet aan het aanzien van de begraafplaats;

  • c. de duurzaamheid van de materialen onvoldoende is;

  • d. de constructie van de grafbedekking ondeugdelijk is.

  • 3. Het plaatsen, herstellen of vernieuwen van een gedenkteken of andere vorm van grafbedekking op zowel particuliere als algemene graven geschiedt door of namens en voor rekening van de nabestaande of rechthebbende.

Artikel 21 Algemeen onderhoud

Het college zorgt voor het algemeen onderhoud van de begraafplaats. Dit houdt in: het onderhoud van de paden, de algemene perken en het onderhoud van de omheining van de begraafplaats.

Artikel 22 Onderhoud rechthebbende of gebruiker

  • 1. Dit artikel is van toepassing voor zover dit onderhoud niet door de beheerder van de begraafplaats wordt uitgevoerd.

  • 2. De rechthebbende/gebruiker is verplicht het eigen grafoppervlak en de grafbedekking op het graf behoorlijk te onderhouden of te herstellen. Onder dit onderhoud wordt verstaan:

    • a.

      het schoonhouden van het geplaatste gedenkteken;

    • b.

      het herstellen van de gedenktekens en losse voorwerpen;

    • c.

      het indien nodig na verzakking opnieuw laten stellen van het gedenkteken;

    • d.

      het verven of vergulden van de opschriften en andere figuren op het gedenkteken;

    • e.

      het aanbrengen, onderhouden en vernieuwen van losse planten, potplanten en één- of meerjarige gewassen en het verwijderen van dode planten. Het afval dat vrij komt bij het onderhoud dient in de daarvoor aanwezige afvalbakken te worden gedeponeerd.

  • 3. Indien de rechthebbende/gebruiker nalaat de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen, kan het college de hiervoor in aanmerking komende beplanting, voorwerpen of zo nodig de gehele grafbedekking verwijderen. Het verwijderde, exclusief beplanting, blijft twaalf weken ter beschikking van de rechthebbende/gebruiker en vervalt daarna aan de gemeente, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is. De beheerder kan verwelkte bloemen of kransen en kapotte voorwerpen zonder voorafgaande kennisgeving verwijderen, zonder dat aanspraak kan worden gedaan op schadevergoeding.

  • 4. De verwijdering van de grafbeplanting of het gedenkteken, zoals bedoeld is in dit artikel, vindt pas plaats nadat de rechthebbende/gebruiker hierover schriftelijk is ingelicht. De rechthebbende/gebruiker wordt in de gelegenheid gesteld het nodige onderhoud binnen een door het college te bepalen termijn alsnog te verrichten.

Artikel 23 Aansprakelijkheid grafbedekking

  • 1. De in artikel 20 bedoelde gedenktekens en/of beplantingen worden voor rekening en risico van de rechthebbende/gebruiker aangebracht.

  • 2. De gemeente is niet aansprakelijk voor schade of vermissing van grafbedekking en voorwerpen als gevolg van brand, storm, vorst, wateroverlast, bliksem, ontploffing, vandalisme, diefstal en andere van buiten komende oorzaken.

  • 3. De rechthebbende/gebruiker is verplicht de schade direct na het eerste verzoek te herstellen, als de beschadiging zodanig is dat het college vindt dat het het aanzien van de begraafplaats schaadt.

  • 4. Als het gedenkteken niet binnen drie maanden na de dag van aanschrijving is hersteld of vernieuwd, is het college bevoegd de gedenktekens of beplanting te verwijderen en vernietigingen.

  • 5. De beheerder kan direct maatregelen nemen als het grafmonument dreigt om te vallen of in te zakken omdat de constructie slecht is geworden.

Artikel 24 Tijdelijke verwijdering grafbedekking

  • 1. Het afnemen en herplaatsen van een grafbedekking om een overledene te begraven of een asbus bij te zetten wordt uitgevoerd namens de rechthebbende/gebruiker en is voor rekening en risico van de rechthebbende/gebruiker.

  • 2. Een rechthebbende/gebruiker is verplicht toe te staan dat de gemeente de op een graf aanwezige grafbedekking tijdelijk geheel of gedeeltelijk verwijdert en herplaatst, indien dit nodig is voor een begraving of bijzetting dicht bij het graf of om een andere reden.

  • 3. Een rechthebbende/gebruiker gedoogt dat bij het delven van een nabijgelegen graf tijdelijk grond op of bij zijn of haar graf wordt neergelegd.

Hoofdstuk 7: Grafrechten

Artikel 25 Overschrijving van verleende rechten

  • 1. De rechthebbende kan vragen een recht op een particulier graf over te schrijven op naam van een ander natuurlijk persoon of rechtspersoon.

  • 2. Binnen zes maanden na het overlijden van de rechthebbende kan het recht op het particuliere graf worden overgeschreven op naam van een natuurlijk persoon of rechtspersoon. Indien de overleden rechthebbende in het graf dient te worden begraven, of indien de asbus met resten in het graf dient te worden bijgezet, wordt voor de begrafenis/bijzetting overschrijving van het grafrecht aangevraagd.

  • 3. Indien overschrijving niet binnen zes maanden, na het overlijden van de rechthebbende is aangevraagd kan het college het recht op het particuliere graf laten vervallen.

  • 4. Na het verstrijken van de in het tweede lid genoemde termijn van zes maanden kan het college het particulier graf alsnog op naam stellen van een nieuwe rechthebbende, tenzij dit recht betrekking heeft op een particulier graf dat inmiddels is geruimd.

  • 5. De kosten die hieraan zijn verbonden worden vastgesteld in de tarieventabel.

Artikel 26 Afstand doen van graven

Zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding kan de rechthebbende het recht op het particulier graf schriftelijk afstaan aan de gemeente. Het college bevestigt de rechthebbende schriftelijk de ontvangst van de verklaring van afstand.

Artikel 27 Vervallen grafrechten

  • 1. De grafrechten vervallen:

    • a.

      door het verlopen van de termijn waarvoor het recht is verleend;

    • b.

      indien de rechthebbende voor het verstrijken van de grafrechttermijn afstand doet van het recht;

    • c.

      indien de begraafplaats wordt opgeheven.

  • 2. Het college kan de grafrechten vervallen verklaren

    • a.

      indien de betaling van de grafrechten voor de vestiging of een verlenging van het grafrecht –ondanks een aanmaning- niet binnen drie maanden na aanvang van die termijn is gedaan;

    • b.

      indien de rechthebbende of de gebruiker -ondanks een aanmaning- een op grond van deze verordening op hem geldende verplichting niet nakomt of daarmee in strijd handelt;

    • c.

      indien de rechthebbende van een particulier graf is overleden en het recht niet binnen de in artikel 25, lid 2, gestelde termijn is overgeschreven.

    • d.

      Indien de rechthebbende van een particulier graf is overleden en de financiële verplichting niet wordt overgenomen door een nieuwe rechthebbende, in het geval van jaarlijkse betaling van grafrechten.

    • e.

      Indien grafrechten onrechtmatig zijn verkregen en/of zijn overgeschreven.

  • 3. In de gevallen zoals omschreven in het eerste lid, onderdelen b en c en in het tweede lid vindt geen terugbetaling plaats van (of een gedeelte van) de betaalde rechten.

Artikel 28 Verwijderen grafbedekking na verstrijken van de termijn

Het college kan de grafbedekking na het verstrijken van de uitgiftetermijn van het graf, verwijderen zonder dat aanspraak kan gemaakt op enige (schade) vergoeding.

Hoofdstuk 8: Ruimen Artikel 29 Ruiming

  • 1. Het voornemen van het college om een graf te ruimen wordt ten minste zes maanden en ten hoogste twaalf maanden voorafgaande aan het tijdstip van ruiming per brief bekend gemaakt aan de rechthebbende/gebruiker. Wanneer het adres van de rechthebbende/gebruiker niet bekend is maakt het college het voornemen tot ruiming van het graf gedurende een jaar voor ruiming bekend door het plaatsen van een bordje op het graf en het plaatsen van een aankondiging op het mededelingen bord bij de ingang van de begraafplaats.

  • 2. Bij de ruiming van een graf worden de overblijfselen van de overledene en/of asbussen, respectievelijk begraven of verstrooid op een door het college aangewezen gedeelte van de begraafplaats.

  • 3. De rechthebbende/gebruiker van een graf kan bij de beheerder een aanvraag indienen om bij de ruiming de overblijfselen en eventuele aanwezige asbussen te verzamelen voor herbegraving in een ander graf (of crematie van de overblijfselen).

  • 4. De rechthebbende van een particuliere urnennis kan bij de beheerder een aanvraag indienen de asbus ter beschikking te houden om elders bij te zetten of te verstrooien.

  • 5. Ruiming en herbegraving zoals bedoeld in lid 3 en 4 zal niet eerder plaatsvinden dan na beëindiging van de minimale wettelijke grafrusttermijn van de laatst in gebruik genomen begraaflaag.

  • 6. De kosten voor de werkzaamheden genoemd onder lid 3 en 4 komen voor rekening van de rechthebbende/gebruiker van het graf.

Artikel 30 Bevoegdheden

  • 1. Het openen, sluiten, opgraven en ruimen van graven, evenals het herbegraven van een overledene in een ander graf op de begraafplaats geschiedt uitsluitend door personen of bedrijven die hiervoor door het college zijn aangewezen. Dit is ook van toepassing op asbussen, al dan niet met urn.

  • 2. Het opgraven van overledenen en het ruimen van graven is slechts toegestaan indien daarbij geen andere personen aanwezig zijn, dan degenen die met deze werkzaamheden zijn belast. De beheerder zal voor deze werkzaamheden de begraafplaats tijdelijk geheel of gedeeltelijk sluiten.

Hoofdstuk 9: Historische graven en opvallende grafbedekking Artikel 31 Historische graven

  • 1. Het college houdt een lijst bij van graven die van historische betekenis zijn of waarvan de grafbedekking een opvallende kwaliteit heeft.

  • 2. Voordat graven worden geruimd, onderzoekt het college of er graven zijn, die in aanmerking komen om op de lijst te worden bijgeschreven.

  • 3. De gemeenteraad beslist over het ruimen van graven en het verwijderen van grafbedekkingen die op de in het eerste lid bedoelde lijst staan.

Hoofdstuk 10: Overige bepalingen Artikel 32 Strafbepalingen

[vervallen]

Artikel 33 Beslissingsbevoegdheid

In gevallen die niet geregeld zijn in deze verordening of in geval van verschil van mening over de uitleg van haar bepalingen, beslist het college.

Artikel 34 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2020 na de openbare bekendmaking. Bij het in werking treden van deze verordening vervalt de voorgaande verordening op het beheer en gebruik van de gemeentelijk begraafplaatsen 2010 van de gemeente Nieuwkoop.

Artikel 35 Overgangsbepaling

De bij het in werking treden van deze verordening bestaande grafrechten blijven na het in werking treden van deze verordening gehandhaafd.

Artikel 36 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Beheerverordening gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Nieuwkoop 2020’.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van donderdag 14 november nummer 2019-094.

E.R. van Holthe,

griffier