Regeling vervallen per 06-03-2014

Drank- en horecaverordening Nijkerk

Geldend van 06-03-2014 t/m 05-03-2014

Intitulé

Drank- en horecaverordening Nijkerk

De raad van de gemeente Nijkerk;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 14 september 2001;

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet, de Algemene wet bestuursrecht en artikel 23 van de Drank- en Horecawet;

gelezen het advies van de Inspectie Gezondheidsbescherming Waren en Veterinaire Zaken;

besluit vast te stellen de volgende Drank- en Horecaverordening Nijkerk.

Afdeling I Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

a.

bestuursorgaan

:

het college van burgemeester en wethouders, dan wel, als de in deze verordening genoemde besluiten inrichtingen in de zin van artikel 174 van de Gemeentewet betreffen, de burgemeester;

b.

gemeente

:

Gemeente Nijkerk;

c.

horecabedrijf

:

de activiteit in ieder geval bestaande uit het bedrijfsmatig of anders dan om niet verstrekken van alcoholhoudende drank ter plaatse;

d.

slijtersbedrijf

:

de activiteit bestaande uit het bedrijfsmatig of anders dan om niet aan particulieren verstrekken van sterke drank voor gebruik elders dan ter plaatse;

e.

inrichting

:

de lokaliteiten waarin het slijtersbedrijf of het horecabedrijf wordt uitgeoefend, met de daarbij behorende terrassen voor zover die terrassen in ieder geval bestemd zijn voor het verstrekken van alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse, welke lokaliteiten al dan niet onderdeel uitmaken van een andere besloten ruimte;

f.

lokaliteit

:

een besloten ruimte, onderdeel uitmakend van een inrichting;

g.

alcoholhoudende drank

:

de drank die bij een temperatuur van twintig graden Celsius voor meer dan een half volumeprocent uit alcohol bestaat;

h.

sterke drank

:

de drank, die bij een temperatuur van twintig graden Celsius voor 15 of meer volumeprocenten uit alcohol bestaat, met uitzondering van wijn;

i.

zwak-alcoholhoudende drank

:

alcoholhoudende drank, met uitzondering van sterke drank;

j.

wet

:

de Drank- en Horecawet.

Afdeling II Beperking verstrekking sterke drank

Artikel 2 Verbod verstrekken sterke drank voor gebruik ter plaatse

Het is verboden anders dan om niet sterke drank voor gebruik ter plaatse te verstrekken in een inrichting:

  • a.

    waarin of in een onderdeel waarvan uitsluitend of in hoofdzaak geringe eetwaren worden verkocht;

  • b.

    waarin uitsluitend of in hoofdzaak onderwijs wordt gegeven;

  • c.

    die of waarvan een onderdeel uitsluitend of in hoofdzaak in gebruik is bij jeugdorganisaties of instellingen;

  • d.

    die of waarvan een onderdeel uitsluitend of in hoofdzaak in gebruik is bij sportorganisaties of instellingen;

  • e.

    die gelegen is op een kampeerterrein.

Artikel 3 Verbod verstrekken sterke drank voor gebruik elders

Het is verboden bedrijfsmatig sterke drank voor gebruik elders dan ter plaatse te verstrekken in een inrichting als bedoeld in artikel 2.

Artikel 4 Aanwijzing door burgemeester

  • 1. Het is verboden om binnen een door de burgemeester aangewezen tijdsruimte in een inrichting:

    • a.

      anders dan om niet alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse te verstrekken;

    • b.

      bedrijfsmatig of anders dan om niet sterke drank voor gebruik elders dan ter plaatse te verstrekken;

  • 2. Het is verboden om in een door de burgemeester aangewezen tijdsruimte bedrijfsmatig of anders dan om niet alcoholhoudende drank te verstrekken.

Artikel 5 Gronden aanwijzingsbesluit

De burgemeester gaat over tot het aanwijzen van de tijdsruimte als bedoeld in artikel 4 eerste en tweede lid, als handhaving van de openbare orde, de veiligheid of de volksgezondheid dit vordert. Voorafgaand aan een aanwijzing hoort de burgemeester de hoofdofficier van justitie en de korpschef van de regiopolitie.

Artikel 6 Gedeeltelijk verbod

De burgemeester kan bepalen dat het in artikel 4, eerste en tweede lid gestelde verbod, slechts geldt voor bepaalde delen van de gemeente.

Afdeling III Slotbepalingen

Artikel 7 Strafbepaling

Overtreding van de in artikelen 2 sub a tot en met e en artikel 3 gegeven voorschriften wordt gestraft met een hechtenis van ten hoogste drie maanden of een geldboete van de tweede categorie.

Artikel 8 Citeerartikel

Deze verordening kan worden aangehaald als “Drank- en Horecaverordening Nijkerk”.

Artikel 9 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 2. Bij de inwerkingtreding vervallen de Drank- en Horecaverordening van de voormalige gemeente Nijkerk d.d. 25 april 1996 en de Drank en Horecaverordening van de voormalige gemeente Hoevelaken d.d. 15 december 1994.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering

van de raad van de gemeente Nijkerk d.d.

29 november 2001,

de secretaris

H. Verheij

de voorzitter

B. Vries

TOELICHTING

Grondslag en doel verordening

Deze verordening vindt haar basis in:

  • -

    artikel 23 van de Drank- en Horecawet, waarin bevoegdheden worden gegeven aan de gemeentelijke wetgever.

  • -

    artikel 149 van de Gemeentewet.

Toepasselijke bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht

De bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) die naast deze verordening gelden, zijn hieronder aangegeven.

Omschrijving:

Awb

Inleidende bepalingen

art. 1:1 – 1:5

Zorgvuldigheid en belangenafweging

art. 3:2 – 3:4

Advisering

art. 3:5 – 3:9

Openbare voorbereidingsprocedure

art. 3:10 – 3:13

Inwerkingtreding

art. 3:40

Bekendmaking en mededeling

art. 3:41 – 3:43

Vermelding bezwaar/beroep

art. 3:45

Motivering beschikking

art. 3:47 – 3:50

Aanvraag beschikking

art. 4:1 – 4:6

Voorbereiding beschikking

art.4:7 – 4:12

Beslistermijn beschikking

art. 4:13 – 4:15

Bezwaar en beroep

hfdst. 6 en 7 en art 8:1

Toelichting van toepassing zijnde bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht

Advisering

De artikelen 3:5 t/m 3:9 van de Awb zijn van toepassing op de in de verordening aangewezen adviseurs, te weten de Inspectie Gezondheidsbescherming Waren en Veterinaire Zaken en de Kamer van Koophandel. Beide instanties hebben een adviserende rol ten aanzien van de uitvoering van de Drank- en Horecawet.

Bezwaar/beroep

Voor de in deze verordening genoemde beschikkingen geldt de bezwaar- en beroepsprocedure als bedoeld in de Awb. Dat betekent dat bezwaar tegen een beschikking kan worden ingediend bij het bestuursorgaan dat de beslissing heeft genomen, terwijl bij de arrondissementsrechtbank de mogelijkheid bestaat om in beroep te gaan tegen de beslissing op het bezwaar.

Artikelgewijze toelichting

Artikel 1

Dit artikel geeft aan welke betekenis moet worden toegekend aan de diverse begrippen. De gegeven omschrijvingen sluiten aan bij de begripsbepalingen uit de Drank- en Horecawet. Om de leesbaarheid van deze verordening te vergroten, is expliciet gekozen voor een uitgebreide begrippenlijst en niet voor het enkel verwijzen naar de begrippen uit de Drank- en Horecawet.

Artikel 2

Artikel 23 van de Drank- en Horecawet biedt de basis voor dit artikel. Op grond van artikel 2 is het verboden sterke drank te verstrekken voor gebruik ter plaatse in inrichtingen waar dit vanwege de aard van de inrichting niet gewenst is.

Artikel 3

Gelet op de bijzondere aard van de in artikel 2 genoemde inrichtingen, is het niet toegestaan om sterke drank te verstrekken voor gebruik anders dan ter plaatse.

Artikel 4

In verband met het belang van de openbare orde kan worden bepaald dat gedurende een vooraf vastgestelde periode geen alcoholhoudende drank (anders dan om niet) mag worden verstrekt voor gebruik ter plaatse. Op grond van deze bepaling kan het verstrekken van alcoholhoudende drank tijdens bijvoorbeeld een voetbalwedstrijd, worden verboden (lid a).

Tevens kan het bedrijfsmatig verstrekken van sterke drank voor gebruik elders dan ter plaatse gedurende een vooraf vastgestelde periode worden verboden (lid b).

Op grond van lid 2 kan de burgemeester een tijdsruimte aanwijzen waarin bedrijfsmatig of anders dan om niet geen alcoholhoudende drank mag worden verstrekt.

Artikel 5

Dit artikel noemt de gronden voor het aanwijzingsbesluit als bedoeld in artikel 4. Het gaat kort gezegd om het belang van openbare orde, veiligheid en de volksgezondheid. Voordat de burgemeester over gaat tot aanwijzing, hoort hij de hoofdofficier van justitie en de korpschef van de regiopolitie.

Artikel 6

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

Artikel 7

Naast de bestuurlijke weg van handhaving, bestaat op grond van dit artikel de mogelijkheid om via strafrechtelijke weg actie te ondernemen tegen een overtreding van genoemde bepalingen. Dit is echter een bevoegdheid van het Openbaar Ministerie. Naar verwachting zal dan ook nauwelijks gebruik worden gemaakt van deze bevoegdheid.

Artikel 8

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

Artikel 9

Met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking, treedt de verordening in werking (artikel 142 van de Gemeentewet). Het vereiste dat de verordening ter goedkeuring moet worden voorgelegd aan gedeputeerde staten is in de nieuwe Drank- en Horecawet vervangen door een kennisgevingsverplichting. De verordening kan dan ook onmiddellijk na het raadsbesluit worden afgekondigd.