Verordening outplacement gewezen wethouders

Geldend van 04-05-2006 t/m heden

Intitulé

Verordening outplacement gewezen wethouders

De raad van de gemeente Nijkerk;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 18 september 2001;

gelet op artikel 147 van de Gemeentewet;

gelet op de circulaire van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten CvA/LOGA 95/8, d.d. 15 maart 1995, ARZ/501848;

besluit vast te stellen de Verordening outplacement gewezen wethouders.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    belanghebbende: hij die ophoudt wethouder te zijn en in het genot is van een uitkering op grond van Hoofdstuk 21 van de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers;

  • b.

    outplacementbureau: bureau of organisatie bij voorkeur aangesloten bij de Nederlandse organisatie voor outplacement en loopbaanbegeleiding.

Artikel 2 Toekenning outplacementfaciliteiten

  • 1. Het college besluit op aanvragen omtrent de toekenning van outplacementfaciliteiten;

  • 2. De kosten van de outplacementfaciliteiten komen voor rekening van de gemeente. Het college sluit daartoe een schriftelijke overeenkomst met het outplacementbureau;

  • 3. Eventuele reis-, verblijf- en verwervingskosten komen voor rekening van belanghebbende.

Artikel 3 Maximale toekenningsduur

De outplacementfaciliteiten worden toegekend voor de periode van ten hoogste één jaar.

Artikel 4 Uitleg verordening

In de gevallen waarin deze verordening niet voorziet is het college bevoegd een voorziening te treffen.

Artikel 5 Citeerartikel

Deze verordening kan worden aangehaald als: "Verordening outplacement gewezen wethouders".

Artikel 6 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking op de dag nadat deze is bekendgemaakt.

  • 2. Zij werkt terug tot 1 januari 2000.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering

van de raad van de gemeente Nijkerk d.d.

18 oktober 2001

de secretaris

H. Verheij

de voorzitter

B. Vries