Regeling vervallen per 01-01-2015

Verordening individuele voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2013

Geldend van 01-01-2015 t/m 31-12-2014

Intitulé

Verordening individuele voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2013

De raad van de gemeente Nijkerk;

gelezen het collegevoorstel van 23 september 2012;

gelet op artikel 5 van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo);

b e s l u i t :

vast te stellen de volgende

Verordening individuele voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2013

HOOFDSTUK 1 BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening en de daarop gebaseerde regelgeving wordt verstaan onder:

  • a.

    Wet

    De Wet maatschappelijke ondersteuning.

  • b.

    College

    Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nijkerk.

  • c.

    Compensatieplicht

    De plicht van het college aan personen met een beperking, een chronisch psychisch of een psychosociaal probleem voorzieningen te bieden ter compensatie van hun beperkingen op het gebied van zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie teneinde hen in staat te stellen een huishouden te voeren, zich te verplaatsen in en om de woning, zich lokaal te verplaatsen per vervoermiddel en medemensen te ontmoeten en op basis daarvan sociale verbanden aan te gaan. Daarbij legt artikel 4 van de wet het college de plicht op om een resultaat te bereiken dat als compensatie mag gelden en dat in het individuele geval maatwerk is.

  • d.

    Belanghebbende

    Een persoon met een beperking, chronisch psychisch probleem of een psychosociaal probleem die behoefte heeft aan compensatie ten behoeve van het deelnemen aan het maatschappelijk verkeer en het zelfstandig functioneren, die voor zich zelf of, met behulp van een machtiging, door een ander een verzoek kan doen voor een gesprek of een aanvraag doet of laat doen.

  • e.

    Psychosociaal probleem

    Een situatie van verlies van zelfstandigheid en, met name, een gebrek aan mogelijkheden tot deelname aan het maatschappelijk verkeer, veroorzaakt door belemmeringen die iemand ondervindt in zijn relatie met anderen, met zijn sociale omgeving.

  • f.

    Algemeen gebruikelijke voorziening

    Een voorziening die niet speciaal bedoeld is voor mensen met een beperking, dus ook door anderen gebruikt wordt, algemeen verkrijgbaar is en niet –aanzienlijk – duurder is dan vergelijkbare producten.

  • g.

    Algemene voorziening

    Een voorliggende voorziening die weliswaar niet bestemd is voor, noch te gebruiken is door alle personen als bedoeld in artikel 4 lid 1 van de wet, maar die anderzijds door iedereen, waarvoor de voorziening wel bedoeld is op eenvoudige wijze te verkrijgen of te gebruiken is, zonder een ingewikkelde aanvraagprocedure.

  • h.

    Collectieve voorziening

    Een voorziening die individueel wordt verstrekt maar die voor meerdere personen tegelijk wordt gebruikt.

  • i.

    Voorliggende voorziening

    Een voorziening die normaal in de maatschappij aanwezig is en beschikbaar is en bedoeld voor iedereen die daar behoefte aan heeft.

  • j.

    Wettelijk voorliggende voorziening

    Een voorziening op grond van een wettelijke bepaling anders dan ingevolge de wet, waarmee het resultaat geheel of gedeeltelijk bereikt kan worden.

  • k.

    Individuele voorziening

    Een voorziening die door het college wordt verstrekt ten behoeve van één persoon op basis van artikel 4 van de wet en waarop alle regels van de wet op van toepassing zijn.

  • l.

    Gebruikelijke zorg

    De zorg die op het gebied van het voeren van een huishouden voor alle meerderjarige leden van de leefeenheid geldt om gezamenlijk voor het huishouden te zorgen.

  • m.

    Voorziening in natura

    Een voorziening, om het resultaat te bereiken, in de vorm van goederen in bruikleen of in eigendom, of als persoonlijke dienstverlening.

  • n.

    Persoonsgebonden budget

    Een geldbedrag om te gebruiken voor het te bereiken resultaat, als alternatief voor een voorziening in natura.

  • o.

    Financiële tegemoetkoming

    Een geldbedrag, al dan niet forfaitair of gemaximeerd, bedoeld om een voorziening mee aan te schaffen voor het te bereiken resultaat.

  • p.

    Mantelzorger

    Een persoon, die niet in het kader van een hulpverlenend beroep langdurige zorg verleent aan een hulpbehoevende persoon uit diens directe omgeving, welke zorgverlening rechtstreeks voortvloeit uit de sociale relatie en de gebruikelijk zorg van huisgenoten voor elkaar overstijgt, als bedoeld in artikel 1, lid 1, onder b, van de wet.

  • q.

    Hoofdverblijf

    De plaats waar een persoon daadwerkelijk de meeste nachten per jaar doorbrengt.

HOOFDSTUK 2 RESULTAATGERICHTE COMPENSATIE

Artikel 2 De te bereiken resultaten

De basis van artikel 4 lid 1 van de wet via compenserende maatregelen te bereiken resultaten zijn:

  • a.

    een schoon en leefbaar huis;

  • b.

    wonen in een geschikt huis;

  • c.

    beschikken over goederen voor primaire levensbehoeften;

  • d.

    beschikken over schone, draagbare en doelmatige kleding;

  • e.

    het thuis kunnen zorgen voor kinderen die tot het gezin behoren;

  • f.

    zich verplaatsen in en om de woning;

  • g.

    zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel;

  • h.

    de mogelijkheid om contacten te hebben met medemensen en deel te nemen aan recreatieve, maatschappelijke of religieuze activiteiten.

HOOFDSTUK 3. HOE TE KOMEN TOT DE TE BEREIKEN RESULTATEN

Artikel 3 Aanspraak op individuele voorzieningen

Een voorziening kan slechts worden toegekend voor zover:

  • 1.

    de belanghebbende niet of niet voldoende in eigen oplossing kan voorzien;

  • 2.

    een algemene of collectieve voorziening geen of onvoldoende oplossing biedt, de voorziening niet algemeen gebruikelijk is, als goedkoopst compenserende voorziening aan te merken is;

  • 3.

    de noodzaak voor het te bereiken resultaat langdurig is, tenzij het kortdurende hulp bij het huishouden betreft;

  • 4.

    de belanghebbende zijn hoofdverblijf in de gemeente Nijkerk heeft;

  • 5.

    de aanvraag geen betrekking heeft op kosten die belanghebbende voorafgaand aan het moment van aanvragen of het moment van beschikken heeft gemaakt en niet meer is na te gaan of deze voorziening noodzakelijk was en als goedkoopst compenserend aan te merken valt;

  • 6.

    een voorziening als die waarop de aanvraag betrekking heeft niet reeds eerder in het kader van enige wettelijke bepaling of regeling is verstrekt en de normale afschrijvingstermijn van de voorziening nog niet verstreken is. Tenzij de eerder vergoede of verstrekte voorziening verloren is gegaan als gevolg van omstandigheden die niet aan belanghebbende zijn toe te rekenen, of tenzij belanghebbende geheel of gedeeltelijk tegemoetkomt in de veroorzaakte kosten.

Artikel 4 Informatie en advies

  • 1. De belanghebbende of diens vertegenwoordiger kan het college verzoeken te onderzoeken of belanghebbende in aanmerking komt voor een voorziening of ondersteuning te bieden bij het oplossen van een probleem, gericht op de in artikel 2 van deze verordening vermelden resultaten.

  • 2. Naar aanleiding van het verzoek om een voorziening zal het college onderzoek naar het probleem van de belanghebbende en het noodzakelijke resultaat doen. Het onderzoek wordt verricht met inachtneming van het bepaalde in artikel 5.

  • 3. Aan een aanvraag voor een individuele voorziening gaat altijd een onderzoek in de vorm van een huisbezoek vooraf als:

    • a.

      de belanghebbende niet eerder in aanmerking is gekomen voor een voorziening in het kader van de wet, of;

    • b.

      sprake is van aanmerkelijk gewijzigde omstandigheden.

  • 4. Van het afleggen van een huisbezoek zoals gesteld in lid 3 van dit artikel kan om dringende reden gemotiveerd worden afgeweken.

  • 5. Als belanghebbende een mantelzorger is, wordt met de mantelzorger en zo mogelijk met de verzorgde geïnventariseerd welke belemmeringen de belanghebbende ondervindt bij de uitvoering van de mantelzorg.

Artikel 5 Onderzoek

  • 1. Bij het doen van onderzoek zal de International Classification of Function, Disabilities and Health als basis voor het begrippenkader worden gehanteerd.

  • 2. Bij het onderzoek houdt het college rekening met de capaciteit van de belanghebbende om zelf in maatregelen te voorzien, zoals is bepaald in artikel 4 lid 2 van de wet. Hieronder wordt mede verstaan de mogelijkheid van de belanghebbende om de eigen omstandigheden te verbeteren en de participatie te bevorderen.

  • 3. Bij het beoordelen van de situatie gaat het college altijd uit van de eigen kracht, zelfzorg en het oplossend vermogen van belanghebbende en zijn sociaal netwerk.

  • 4. Van belanghebbende wordt verwacht dat deze tijdig anticipeert op ondersteuningsvragen die voortkomen uit levensloopgerelateerde fasen. Vervolgens binnen zijn eigen mogelijkheden van zijn sociaal netwerk en beschikbare voorliggende, algemene gebruikelijk en collectieve voorzieningen maatregelen treft.

  • 5. Het college inventariseert samen met de belanghebbende het sociale netwerk, waar hij gebruik van kan maken, om zo het noodzakelijke resultaat te bereiken. Alle beschikbare voorliggende, algemeen gebruikelijke en collectieve voorzieningen worden beoordeeld op bruikbaarheid en toepasbaarheid.

HOOFDSTUK 4 DE AANVRAAG VAN EEN INDIVIDUELE VOORZIENING

Artikel 6 De aanvraag

  • 1. De aanvraag van een individuele voorziening moet schriftelijk of digitaal plaatsvinden.

  • 2. Als de aanvraag is voorafgegaan door onderzoek als bedoeld in artikel 5, worden de resultaten van dit onderzoek in de beoordeling van de aanvraag betrokken.

HOOFDSTUK 5 BEOORDELING VAN DE TE BEREIKEN RESULTATEN

Paragraaf 1 Algemene regels

Artikel 7 Het maken van een afweging

Bij het beoordelen welke voorzieningen getroffen gaan worden, neemt het college het resultaat van de beoordeling van het onderzoek zoals gemeld in artikel 5, indien aanwezig, als uitgangspunt. Het college gaat uit van de behoeften en persoonskenmerken van de belanghebbende. Daarbij zal onderzoek gedaan worden naar de noodzaak en mogelijkheid tot leveren van maatwerk ten aanzien van het te bereiken resultaat.

Paragraaf 2 De te bereiken resultaten

Artikel 8 Een schoon en leefbaar huis

  • 1. Het eerste te bereiken resultaat ten aanzien van het voeren van een huishouden bestaat uit een huis dat schoon is. Dit geldt ten aanzien van de woonkamer, slaapvertrekken, keuken en sanitaire ruimten.

  • 2. Met het oog op een schoon en leefbaar huis kan een individuele voorziening getroffen worden voor het lichte en/of het zware huishoudelijke werk.

  • 3. Indien de belanghebbende een of meer huisgenoten heeft die beschikbaar en in staat zijn werkzaamheden over te nemen wordt dit eerst in het kader van gebruikelijke zorg beoordeeld.

  • 4. Voor zover de in het vorige lid genoemde mogelijkheden beschikbaar en bruikbaar zijn worden ten aanzien van die onderdelen geen individuele voorzieningen verstrekt.

Artikel 9 Wonen in een geschikt huis

  • 1. Het tweede te bereiken resultaat ten aanzien van het voeren van een huishouden bestaat uit het normaal gebruik kunnen maken van de woning waar men over beschikt. Dit geldt ten aanzien van de woonkamer, slaapvertrekken, keuken, sanitaire ruimten, berging, tuin of balkon.

  • 2. Met het oog op het normale gebruik van de woning kan een individuele voorziening worden getroffen ten aanzien van de bereikbaarheid, toegankelijkheid, doorgankelijkheid en bruikbaarheid van de woning.

  • 3. Voor zover de belanghebbende kan verhuizen naar een geschikte woning of een gemakkelijker geschikt te maken woning, welke verhuizing kan leiden tot het te bereiken resultaat zal deze mogelijkheid eerst beoordeeld worden. Tenzij een individuele verstrekking het bedrag genoemd in artikel 3 van het Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Nijkerk niet te boven gaat.

  • 4. Voor zover de in het vorige lid genoemde mogelijkheden beschikbaar en bruikbaar zijn worden ten aanzien van die onderdelen geen individuele voorzieningen verstrekt. Er zal dan wel worden beoordeeld of een verhuiskostenvergoeding kan worden verstrekt.

  • 5. De bepalingen van dit artikel zijn niet van toepassing op vakantiewoningen, recreatiewoningen, kamerverhuur.

Artikel 10 Beschikken over goederen voor primaire levensbehoeften

  • 1. Het derde te bereiken resultaat ten aanzien van het voeren van een huishouden bestaat uit hulp bij het verkrijgen van de dagelijks benodigde hoeveelheid voedsel voor maaltijden en andere momenten waarop iets genuttigd wordt, evenals toiletartikelen en schoonmaakartikelen. Ook de noodzakelijke bereiding van maaltijden kan hieronder vallen.

  • 2. Met het oog op het beschikken over goederen voor primaire levensbehoeften kan een individuele voorziening worden getroffen ten aanzien van het doen van boodschappen, voor wat betreft levensmiddelen, schoonmaakmiddelen, en toiletartikelen, alsmede het bereiden en voorzetten van maaltijden.

  • 3. Indien de belanghebbende een of meer huisgenoten heeft die beschikbaar en in staat zijn werkzaamheden over te nemen of voor zover de belanghebbende gebruik kan maken van een aanwezige en bruikbare boodschappenservice of maaltijdvoorziening die in de individuele situatie van de belanghebbende kan leiden tot het te bereiken resultaat wordt deze mogelijkheid eerst beoordeeld.

  • 4. Voor zover de in het vorige lid 3 genoemde mogelijkheden beschikbaar en bruikbaar zijn worden ten aanzien van die onderdelen geen individuele voorzieningen verstrekt.

Artikel 11 Beschikken over schone, draagbare en doelmatige kleding

  • 1. Het vierde te bereiken resultaat ten aanzien van het voeren van een huishouden bestaat uit het wassen en zo nodig strijken, opvouwen en ophangen van kleding.

  • 2. Met het oog op het beschikken over schone, draagbare en doelmatige kleding kan een individuele voorziening worden getroffen ten aanzien van het wassen, drogen en strijken en opruimen van de dagelijkse was.

  • 3. Indien de belanghebbende een of meer huisgenoten heeft die beschikbaar en in staat zijn werkzaamheden over te nemen, wordt dit eerst in het kader van gebruikelijke zorg beoordeeld.

  • 4. Voor zover belanghebbende gebruik kan maken van een aanwezige was-en strijkservice die in de individuele situatie van de belanghebbende kunnen leiden tot het te bereiken resultaat worden deze mogelijkheden eerst beoordeeld.

  • 5. Voor zover de in lid 3 en 4 genoemde mogelijkheden beschikbaar en bruikbaar zijn worden ten aanzien van die onderdelen geen individuele voorzieningen verstrekt.

Artikel 12 Het thuis kunnen zorgen voor kinderen die tot het gezin behoren

  • 1. Het vijfde te bereiken resultaat ten aanzien van het voeren van een huishouden bestaat uit de dagelijkse, gebruikelijke zorg voor in het huishouden aanwezige kinderen.

  • 2. Met het oog op het thuis kunnen zorgen voor kinderen die tot het gezin behoren, kan een individuele voorziening worden getroffen ten aanzien van het tijdelijke vervangen van de ouder die in principe voor de kinderen zorgt. Dit betreft een tijdelijke overbrugging van een periode die noodzakelijk is voor het nemen van een meer definitieve maatregel.

  • 3. Indien de belanghebbende een of meer huisgenoten heeft die beschikbaar en in staat zijn werkzaamheden over te nemen, wordt dit eerst in het kader van gebruikelijke zorg beoordeeld.

  • 4. Voor zover de belanghebbende gebruik kan maken van een aanwezige en bruikbare voor- tussen- en naschoolse opvang, kinderopvang, ouderschapsverlof, zorgverlof of andere opvangmogelijkheden die in de individuele situatie van de belanghebbende kunnen leiden tot het te bereiken resultaat worden deze mogelijkheden eerst beoordeeld.

  • 5. Voor zover de in lid 3 en 4 genoemde mogelijkheden beschikbaar en bruikbaar zijn worden ten aanzien van die onderdelen geen individuele voorzieningen verstrekt.

Artikel 13 Zich verplaatsen in en om de woning

  • 1. Het te bereiken resultaat ten aanzien van het zich verplaatsen in en om de woning bestaat uit het in staat zijn de woonkamer, het slaapvertrek en/of de slaapvertrekken, het toilet en de douche, de berging, de tuin of het balkon kunnen bereiken en er zich zodanig kunnen redden dat normaal functioneren mogelijk is.

  • 2. Met het oog op het verplaatsen in en om de woning kan een individuele voorziening worden getroffen bestaande uit een rolstoel voor dagelijks gebruik.

  • 3. Voor zover de belanghebbende gebruik kan maken van een aanwezige en bruikbare rolstoelpool die in de individuele situatie van de belanghebbende kan leiden tot het te bereiken resultaat wordt deze mogelijkheden eerst beoordeeld.

  • 4. Voor zover de in het vorige lid genoemde mogelijkheden beschikbaar en bruikbaar zijn worden ten aanzien van die onderdelen geen individuele voorzieningen verstrekt.

Artikel 14 Zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel

  • 1. Het te bereiken resultaat ten aanzien van het zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel bestaat uit het kunnen doen van dagelijkse boodschappen, het kunnen bezoeken van familie, kennissen en het doen van de gewenste activiteiten binnen de directe woon- en leefomgeving.

  • 2. Met het oog op het zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel, kan een individuele voorziening worden getroffen ten aanzien van het verplaatsen over de korte afstand rond de woning en het verplaatsen over de langere afstand binnen de directe woon en leefomgeving.

  • 3. Voor zover de belanghebbende gebruik kan maken van een aanwezige en bruikbare (vrijwilligers)organisaties, bruikbare scootermobielpool of van collectief vraagafhankelijk vervoer van deur tot deur die in de individuele situatie van de belanghebbende kan leiden tot het te bereiken resultaat worden deze mogelijkheden eerst beoordeeld.

  • 4. Voor zover de in het vorige lid genoemde mogelijkheden beschikbaar en bruikbaar zijn worden ten aanzien van die onderdelen geen individuele voorzieningen verstrekt.

Artikel 15 De mogelijkheid om contacten te hebben met andere mensen en deel te nemen aan recreatieve, maatschappelijke of religieuze activiteiten

  • 1. Het te bereiken resultaat ten aanzien van de mogelijkheid om contacten te hebben met medemensen en deel te nemen aan recreatieve, maatschappelijke of religieuze activiteiten bestaat uit het zo mogelijk kunnen afleggen van gewenste bezoeken en het deelnemen aan gewenste activiteiten.

  • 2. Met het oog op de mogelijkheid om contacten te hebben met medemensen en deel te nemen aan recreatieve, maatschappelijke of religieuze activiteiten kan een individuele voorziening worden getroffen ten aanzien van het vervoer naar en van de gewenste bestemmingen.

  • 3. Voor zover de belanghebbende gebruik kan maken van een of meer aanwezige en bruikbare (vrijwilligers)organisaties die in de individuele situatie van belanghebbende kan leiden tot het te bereiken resultaat worden deze mogelijkheden eerst beoordeeld.

  • 4. Voor zover de in het vorige lid genoemde mogelijkheden beschikbaar en bruikbaar zijn worden ten aanzien van die onderdelen geen individuele voorzieningen verstrekt.

HOOFDSTUK 6 VERSTREKKING IN NATURA, ALS PERSOONSGEBONDEN BUDGET EN ALS FINANCIËLE TEGEMOETKOMING

Paragraaf 1 Verstrekkingen van voorzieningen

Artikel 16 Mogelijke verstrekkingswijzen

De te treffen voorzieningen kunnen als voorziening in natura, als persoonsgebonden budget en als financiële tegemoetkoming worden verstrekt.

Paragraaf 2 Verstrekkingen in natura

Artikel 17 Inhoud beschikking

Bij het treffen van een voorziening in natura word in de beschikking vastgelegd:

  • a.

    welke de te treffen voorziening is;

  • b.

    hoe de voorziening in natura wordt verstrekt en

  • c.

    of er sprake is van een overeenkomst waarin deze verstrekking is geregeld;

  • d.

    of er een eigen bijdrage betaald moet worden.

Paragraaf 3 Verstrekkingen als persoonsgebonden budget

Artikel 18 Algemene bepalingen persoonsgebonden budget

  • 1. Een persoonsgebonden budget wordt alleen verstrekt ten aanzien van individuele voorzieningen.

  • 2. De omvang van het persoonsgebonden budget is de tegenwaarde van de in de betreffende situatie goedkoopst compenserende te verstrekken voorziening in natura. Het college controleert steekproefsgewijs of het persoonsgebonden budget besteed is aan het doel waarvoor het is verstrekt.

Artikel 19 Weigering persoonsgebonden budget

Een verzoek tot een persoonsgebonden budget wordt geweigerd als:

  • a.

    het gaat om personen waarvan verwacht kan worden dat zij niet met het beschikbare geld kunnen omgaan. Dit kan zijn wanneer een belanghebbende schuldhulpverlening heeft. Ook bij psychische problemen of sociaal-medische problemen kan verwacht worden dat het omgaan met een persoonsgebonden budget niet zal lukken;

  • b.

    als de belanghebbende al eerder een persoonsgebonden budget heeft gekregen, welke is ingetrokken en/of teruggevorderd;

  • c.

    wanneer sprake is van een progressief ziektebeeld en/of al op voorhand vast staat dat binnen korte tijd vervanging van de voorziening nodig.

Artikel 20 Inhoud beschikking

Bij het treffen van een voorziening in de vorm van een persoonsgebonden budget wordt in de beschikking vastgelegd:

  • a.

    voor welk te bereiken resultaat het persoonsgebonden budget gebruikt moet worden eventueel aangevuld met het programma van eisen waaraan de besteding voldaan moet worden;

  • b.

    wat de omvang van het persoonsgebonden budget is en hoe deze omvang tot stand is gekomen;

  • c.

    wat de duur van de verstrekking waarvoor het persoonsgebonden budget bedoeld is;

  • d.

    welke regels gelden ten aanzien van verantwoording van het persoonsgebonden budget;

  • e.

    of er een eigen bijdrage betaald moet worden;

  • f.

    welke regels gelden bij niet gebruik van de voorziening.

Paragraaf 4 Verstrekkingen als financiële tegemoetkoming

Artikel 21 Inhoud beschikking

Bij het treffen van een voorziening in de vorm van een financiële tegemoetkoming wordt in de beschikking vastgelegd:

  • a.

    voor welk te bereiken resultaat de financiële tegemoetkoming bestemd is;

  • b.

    of er sprake is van een overeenkomst waarin deze verstrekking is geregeld;

  • c.

    wat de hoogte is van de financiële tegemoetkoming;

  • d.

    of er een eigen aandeel betaald moet worden.

Paragraaf 5 Eigen bijdrage en eigen aandeel

Artikel 22 Eigen bijdragen en eigen aandeel

  • 1. Bij het verstrekken van individuele voorzieningen is de aanvrager een eigen bijdrage of aandeel verschuldigd. In het Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning Nijkerk is de berekening van de omvang van de eigen bijdrage vastgelegd.

  • 2. Geen eigen bijdrage is verschuldigd voor:

    • a.

      alle voorzieningen waar op grond van de wettelijke regelgeving geen eigen bijdrage is toegestaan;

    • b.

      een bouwkundige of woontechnische aanpassing < € 500,- of een andere voorziening die minder bedraagt dan € 500,-.

  • 3. Een eigen bijdrage mag nooit de kostprijs van de voorziening te boven gaan.

  • 4. Degene aan wie voor invoering van deze verordening een voorziening in bruikleen is toegekend en nu geen eigen bijdrage voor deze voorziening betaalt, zal binnen 6 maanden na invoering van de verordening een eigen bijdrage voor deze voorziening opgelegd krijgen.

HOOFDSTUK 7 PROCEDURELE BEPALINGEN ROND BESLISTERMIJNEN, ONDERZOEK, ADVIES

Artikel 23 Advisering

  • 1. Het college is bevoegd om, voor zover dit van belang kan zijn voor de beoordeling van het recht op de aangevraagde voorziening, degene door wie een aanvraag is ingediend of bij gebruikelijke zorg diens relevante huisgenoten:

    • a.

      op te roepen in persoon te verschijnen op een door het college te bepalen plaats en tijdstip en hem te bevragen;

    • b.

      op een door het college te bepalen plaats en tijdstip door een of meer daartoe aangewezen deskundigen te doen bevragen en/of onderzoeken.

  • 2. Het college is bevoegd voor het bepalen van de mate van compensatie, belanghebbende uit te nodigen om uitgebreider op de ondersteuningsvraag en sociaal (medische) situatie in te gaan met een of meer daartoe aangewezen externe deskundigen/ adviesorganen.

  • 3. Een aanvrager of diens wettelijk vertegenwoordiger is verplicht aan het college of de door hen aangewezen adviesinstantie die gegevens te verschaffen of te doen verschaffen die noodzakelijk zijn voor de beoordeling van de aanvraag.

Artikel 24 Wijziging situatie

  • 1. Degene aan wie krachtens deze verordening een voorziening is verstrekt, is verplicht zo spoedig mogelijk en schriftelijk aan het college mededeling te doen van feiten en omstandigheden, waarvan redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze van invloed kunnen zijn op het recht op een voorziening.

  • 2. De eigenaar-bewoner, die krachtens deze verordening een woonvoorziening heeft ontvangen bestaande uit een aanbouw die leidt tot waardestijging van de woning, dient bij verkoop van deze woning binnen een periode van 10 jaar na gereedmelding van de voorziening, deze verkoop van de woning onverwijld aan het college te melden. De meerwaarde van de woning dient gedeeltelijk aan de gemeente te worden terugbetaald.

Artikel 25 Intrekking

  • 1. Het college trekt een besluit, genomen op grond van deze verordening, geheel of gedeeltelijk in als:

    • a.

      niet of niet meer is of wordt voldaan aan de voorwaarden gesteld bij of krachtens deze verordening;

    • b.

      beschikt is op grond van gegevens waarvan gebleken is dat die gegevens zodanig onjuist waren dat, waren de juiste gegevens bekend geweest, een andere beslissing zou zijn genomen.

  • 2. Een besluit tot verlening van een financiële tegemoetkoming of een persoonsgebonden budget kan worden ingetrokken indien blijkt dat de tegemoetkoming of het budget binnen zes maanden na uitbetaling niet is aangewend voor de bekostiging van het resultaat waarvoor de verlening heeft plaatsgevonden.

Artikel 26 Terugvordering

  • 1. Indien het recht op een voorziening is ingetrokken kan op basis daarvan een reeds uitbetaalde financiële tegemoetkoming of persoonsgebonden budget worden teruggevorderd.

  • 2. Ingeval het recht op een in eigendom verstrekte voorziening is ingetrokken kan deze voorziening worden teruggevorderd indien de voorziening is verleend op basis van valselijk verstrekte gegevens.

  • 3. Ingeval het recht op een in bruikleen verstrekte voorziening is ingetrokken kan deze voorziening worden teruggehaald indien de voorziening is verleend op basis van valselijk verstrekte gegevens.

HOOFDSTUK 8 SLOTBEPALINGEN

Artikel 27 Nadere regels

Het college geeft nadere regels aan ten aanzien van de uitvoering van deze verordening. Voorts kan het college nadere regels stellen met betrekking tot de te verstrekken voorzieningen en voorwaarden waaronder deze voorzieningen worden verstrekt.

Artikel 28 Indexering

Het college indexeert jaarlijks per 1 januari de in het kader van deze verordening en de op deze verordening berustende gemeentelijk Beleidsregels en het Financieel besluit geldende bedragen aan de hand van de prijsindex voor de gezinsconsumptie, zoals bepaald in artikel 4.5 lid 1 van het Besluit maatschappelijke ondersteuning (Stb. 2006, 450).

Artikel 29 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2013.

  • 2. De Verordening individuele voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Nijkerk wordt ingetrokken.

Artikel 30 Overgangsrecht

  • 1. Besluiten, genomen op grond van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Nijkerk, die golden op het moment van de inwerkingtreding van deze verordening en waarvoor deze verordening overeenkomstige besluiten kent, gelden als besluiten genomen krachtens deze verordening.

  • 2. Een op het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening in behandeling zijnde aanvraag om een voorziening wordt aangemerkt als een aanvraag om een voorziening op grond van deze verordening.

Artikel 31 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening individuele voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Nijkerk 2013.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van de raad van de gemeente Nijkerk d.d. 29 november 2012,
de griffier, de voorzitter,
de heer O. VAN KOLCK de heer mr. drs. G.D. RENKEMA

Toelichting verordening individuele voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Nijkerk

Toelichting verordening individuele voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Nijkerk