Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Nijkerk houdende regels omtrent tegenprestatie Tegenprestatieverordening

Geldend van 25-04-2017 t/m heden

Intitulé

Tegenprestatieverordening

De raad van de gemeente Nijkerk;

gelezen het collegeadvies van 14 maart 2017;

gelet op artikel 8a, eerste lid, onderdeel b, van de Participatiewet(Pw), artikel 35, onderdeel d, van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (Ioaw) en artikel 35, onderdeel d van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (Ioaz);

b e s l u i t: vast te stellen de

Tegenprestatieverordening

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

  • 1. In deze verordening wordt verstaan onder:

    • -

      college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nijkerk;

    • -

      uitkeringsgerechtigde: een ingezetene van de gemeente Nijkerk die een Pw-, Ioaw- of Ioaz-uitkering ontvangt;

    • -

      tegenprestatie: de tegenprestatie voor de uitkering zoals omschreven in de Participatiewet (Pw) en de Wet Maatregelen Wet werk en bijstand en enkele andere wetten.

  • 2. Tenzij anders is bepaald, wordt aan de in deze verordening gehanteerde begrippen die betekenis toegekend die in de Pw is aangegeven.

  • 3. Indien een begrip niet of niet eenduidig is omschreven, geeft het college hier nadere invulling aan.

Artikel 2. Vragen om een tegenprestatie

  • 1. Het college vraagt aan de uitkeringsgerechtigde om jaarlijks onbeloonde maatschappelijk nuttige activiteiten te verrichten als tegenprestatie voor de uitkering.

  • 2. Het college stelt deze vraag bij reguliere klantcontacten.

  • 3. De uitkeringsgerechtigde houdt zelf rekening met de persoonlijke omstandigheden, mogelijkheden en voorkeuren bij het vinden en uitvoeren van de tegenprestatie.

  • 4. Vrijwilligerswerk en mantelzorg merkt het college aan als vormen van tegenprestatie.

  • 5. Het college stelt de vraag om een tegenprestatie te verrichten niet aan de uitkeringsgerechtigde die in een re-integratietraject of een inburgeringstraject van de gemeente zit.

  • 6. Het college stelt de vraag om een tegenprestatie te verrichten niet aan de uitkeringsgerechtigde alleenstaande ouder die de volledige zorg heeft voor één of meer ten laste komende kinderen tot vijf jaar.

Artikel 3. Opleggen van een tegenprestatie

Het college kan aan een uitkeringsgerechtigde de verplichting tot het verrichten van een tegenprestatie opleggen.

Artikel 4. Randvoorwaarden tegenprestatie

De algemene randvoorwaarden die aan de tegenprestatie worden gesteld en in het vraaggesprek tussen consulent en uitkeringsgerechtigde aan de orde komen, zijn:

  • a.

    de aard van de tegenprestatie is van algemeen maatschappelijk nut, de gemeenschap moet profiteren van het resultaat van de inspanningen;

  • b.

    de activiteiten zijn van tijdelijke aard, een einddatum is in principe bekend bij aanvang;

  • c.

    de omvang van de activiteiten is beperkt;

  • d.

    door de tegenprestatie vindt geen verdringing van betaalde arbeid plaats;

  • e.

    de tegenprestatie staat het accepteren van betaald werk en de individuele re-integratieverplichtingen niet in de weg;

  • f.

    de tegenprestatie sluit naar aard, niveau, belasting en mate van beschikbaarheid aan bij de vermogens van de uitkeringsgerechtigde.

Artikel 5. Begeleiding bij tegenprestatie

Het college biedt of betaalt geen begeleiding bij het vinden of uitvoeren van activiteiten in het kader van de tegenprestatie; kosten voor vormen van begeleiding van de uitkeringsgerechtigde die een tegenprestatie uitvoert, komen voor rekening van de persoon of instelling die profiteert van de tegenprestatie.

Artikel 6. Intrekken verordening

De Verordening Tegenprestatie Participatiewet gemeente Nijkerk 2015 wordt ingetrokken.

Artikel 7. Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de bekendmaking.

Artikel 8. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Tegenprestatieverordening.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van de raad van de gemeente Nijkerk
op 20 april 2017,
de griffier, mevrouw A.G. Verhoef-Franken
de voorzitter, de heer mr. drs. G. D. Renkema