Regeling vervallen per 04-06-2019

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Nijkerk houdende regels omtrent rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2017

Geldend van 29-11-2017 t/m 03-06-2019

Intitulé

Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2017

De raad van de gemeente Nijkerk;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 oktober 2017;

gelet op:

de artikelen 95, 96, 97 en 156 van de Gemeentewet,

de artikelen 22, eerste lid, 23, eerste lid, 27a, vijfde lid, van het Rechtspositiebesluit wethouders,

en de artikelen 7a, vierde lid, 13, tweede lid, 14, eerste lid, en 15, van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden;

b e s l u i t : vast te stellen de volgende

Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2017

Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

commissie: commissie ingesteld op grond van de artikelen 82, 83 of 84 van de Gemeentewet;

commissielid: lid van een commissie, bedoeld in artikel 1, onderdeel e, van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden;

raadscommissielid: een niet-raadslid, benoemd tot lid van een raadscommissie als bedoeld in artikel 82 Gemeentewet.

Paragraaf 2 Voorzieningen voor raads- en raadscommissieleden

Artikel 2 Reis- en verblijfkosten

De vergoeding voor reis- en verblijfkosten als bedoeld in de artikelen 96, eerste lid, en 97 van de Gemeentewet is:

  • a.

    voor wat betreft de reiskosten gelijk aan het overeenkomstig in artikel 4, onderdeel a en b, van de Regeling rechtspositie wethouders bepaalde;

  • b.

    voor wat betreft de verblijfkosten gelijk aan het overeenkomstig in artikel 4, onderdeel c, van de Regeling rechtspositie wethouders bepaalde.

Artikel 3 Scholing

  • 1. Raads- of raadscommissieleden die willen deelnemen aan niet-partijpolitiek georiënteerde scholing in verband met de vervulling van de functie van raads- of raadscommissielid, dienen daartoe vooraf een gemotiveerde aanvraag in bij de griffier.

  • 2. Deze aanvraag gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie.

  • 3. De griffier beslist namens de raad op de aanvraag op basis van de ingediende bewijsstukken.

  • 4. In voorkomende gevallen beslissen de fractievoorzitters van alle in de raad vertegenwoordigde politieke groeperingen op basis van meerderheid van stemmen.

Artikel 4 Computer

  • 1. Raads- en raadscommissieleden ontvangen voor de uitoefening van het raads- of raadscommissielidmaatschap op aanvraag computerapparatuur en bijbehorende software in bruikleen in de vorm van een tablet. Zij ondertekenen hiervoor een bruikleenovereenkomst met de gemeente.

  • 2. Raads- en raadscommissieleden die geen gebruik maken van het eerste lid, ontvangen ten laste van de gemeente op aanvraag voor de uitoefening van het raads- of raadscommissielidmaatschap een tegemoetkoming voor de aanschaf of het gebruik van eigen computerapparatuur en bijbehorende software. Deze bedraagt voor de duur van het raads- of raadscommissielidmaatschap maandelijks 1/36e van de aanschafwaarde van de voorzieningen, bedoeld in het eerste lid.

  • 3. Een aanvraag om een vergoeding of tegemoetkoming als bedoeld in dit artikel wordt gedaan bij de griffier. De griffier beslist namens de raad over de aanvraag op basis van bewijsstukken.

Artikel 5 Aanwijzing als eindheffingsbestanddeel

  • 1. Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in artikel 13a van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden

  • 2. Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden verder aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in paragraaf 2 van deze verordening, voor zover deze worden gerekend tot een vergoeding, tegemoetkoming of verstrekking als bedoeld in artikel 31a, tweede lid, onderdelen a tot en met h, van de Wet op de Loonbelasting 1964.

Paragraaf 3 Voorzieningen voor wethouders

Artikel 6 Reiskosten woon-werkverkeer

Wethouders hebben aanspraak op een vergoeding van de kosten woon-werkverkeer, bedoeld in artikel 23, eerste lid, onderdeel a, van het Rechtspositiebesluit wethouders, overeenkomstig artikel 3 van de Regeling rechtspositie wethouders.

Artikel 7 Zakelijke reis- en verblijfkosten

Wethouders hebben aanspraak op een vergoeding van de reis- en verblijfkosten voor reizen gemaakt voor de uitoefening van het ambt, bedoeld in artikel 23, eerste lid, onderdeel b, van het Rechtspositiebesluit wethouders binnen en buiten het grondgebied van de gemeente, overeenkomstig artikel 4 van de Regeling rechtspositie wethouders.

Artikel 8 Computer en communicatieapparatuur

  • 1. Wethouders aan wie op aanvraag een computer, bijbehorende apparatuur en software of communicatieapparatuur in bruikleen ter beschikking wordt gesteld, ondertekenen hiervoor een bruikleenovereenkomst met de gemeente.

  • 2. Aan wethouders aan wie geen computer, bijbehorende apparatuur en software ter beschikking is gesteld wordt ten laste van de gemeente op aanvraag voor de uitoefening van het wethouderschap een tegemoetkoming verleend voor de aanschaf of het gebruik van een eigen computer, bijbehorende apparatuur en software. Deze bedraagt voor de duur van het wethouderschap maandelijks 1/36e van de aanschafwaarde. Als de werkelijke aanschafwaarde hoger is dan de aanschafwaarde van de computer, bijbehorende apparatuur en software welke aan wethouders in bruikleen ter beschikking wordt gesteld, wordt uitgegaan van de laatstbedoelde aanschafwaarde.

  • 3. Een aanvraag om verstrekking in bruikleen, een vergoeding of tegemoetkoming als bedoeld in dit artikel wordt gedaan bij de gemeentesecretaris. De gemeentesecretaris beslist namens het college over de aanvraag op basis van bewijsstukken.

Artikel 9 Verhuis-, reis- en pensionkosten en tegemoetkoming dubbele woonlasten bij benoeming

  • 1. Wethouders die bij benoeming nog niet over woonruimte in de gemeente beschikken hebben aanspraak op een vergoeding van reis- en pensionkosten, dubbele woonlasten en verhuiskosten, bedoeld in artikel 22, eerste lid, onderdeel a en b, van het Rechtspositiebesluit wethouders, overeenkomstig de artikelen 1 en 2 en 4a van de Regeling rechtspositie wethouders.

  • 2. Wethouders die bij benoeming nog niet over woonruimte in de gemeente beschikken hebben aanspraak op vergoeding van:

    • a.

      reis- en pensionkosten, bedoeld in artikel 22, eerste lid, onderdeel a, van het Rechtspositiebesluit wethouders, overeenkomstig artikel 1 en 4a van de Regeling rechtspositie wethouders, en

    • b.

      dubbele woonlasten en verhuiskosten, bedoeld in artikel 22, eerste lid, onderdeel b, van het Rechtspositiebesluit wethouders, overeenkomstig artikel 2 en 4a van de Regeling rechtspositie wethouders.

Artikel 10 Aanwijzing als eindheffingsbestanddeel

  • 1. Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen genoemd in artikel 28a van het Rechtspositiebesluit wethouders.

  • 2. Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden verder aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in paragraaf 3 van deze verordening, voor zover deze worden gerekend tot een vergoeding of verstrekking als bedoeld in artikel 31a, tweede lid, onderdelen a tot en met h, van de Wet op de Loonbelasting 1964.

Paragraaf 4 Voorzieningen voor overige commissieleden

Artikel 11 Bestuurs- en andere commissies, ingesteld door de raad

  • 1. De voorzieningen voor de leden van bestuurs- en andere commissies die door de raad worden ingesteld, worden vastgesteld in of bij de verordening tot instelling van de betreffende commissie, rekening houdend met de artikelen 14 en 15 van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.

  • 2. Met betrekking tot vergoedingen en tegemoetkomingen als bedoeld in de artikelen 7a en 13 van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden, zijn de artikelen 2 tot en met 5, alsmede paragraaf 5 van deze verordening van overeenkomstige toepassing.

Artikel 12 Bestuurs- en andere commissies, ingesteld door het college of de burgemeester

  • 1. Het college regelt de voorzieningen voor de leden van bestuurs- en andere commissies die door het college of de burgemeester worden ingesteld, rekening houdend met artikel 14 van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.

  • 2. Daarbij kan, met toepassing van artikel 15 van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden, worden bepaald dat een of meerdere leden een hogere vergoeding ontvangen, indien:

    • a.

      het commissielid is benoemd op grond van zijn bijzondere beroepsmatige deskundigheid op het taakgebied van de commissie, of

    • b.

      de vergoeding niet geacht kan worden in een redelijke verhouding te staan tot de zwaarte van de taak en de omvang van de door het commissielid te verrichten arbeid.

  • 3. Met betrekking tot vergoedingen en tegemoetkomingen als bedoeld in de artikelen 7a en 13 van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden, zijn de artikelen 2 tot en met 5, alsmede paragraaf 5 van deze verordening van overeenkomstige toepassing.

Paragraaf 5 De procedure van declaratie

Artikel 13 Betaling vaste vergoedingen

De betaling van de vergoeding voor werkzaamheden, de bezoldiging voor wethouders op grond van het Rechtspositiebesluit wethouders, de onkostenvergoedingen en declaraties geschiedt maandelijks of in maandelijkse termijnen als er sprake is van een vergoeding op jaarbasis, tenzij het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden, het Rechtspositiebesluit wethouders of de Regeling rechtspositie wethouders anders bepalen.

Artikel 14 Betaling en declaratie van onkosten

  • 1. De betaling van kosten die op grond van deze verordening voor vergoeding of tegemoetkoming in aanmerking komen vindt plaats door:

    • a.

      betaling uit gemeentelijke middelen, op basis van een rechtstreeks aan de gemeente toegezonden factuur, of

    • b.

      betaling vooruit uit eigen middelen.

  • 2. Een aanvraag om een vergoeding van de onkosten als bedoeld in dit artikel gaat vergezeld van een declaratieformulier en bewijsstukken.

  • 3. Het declaratieformulier en de bewijsstukken worden binnen drie maanden na factuurdatum of betaling door:

    • a.

      raads- en raadscommissieleden en leden van overige door de raad ingestelde commissies, ingediend bij de griffier;

    • b.

      wethouders en leden van commissies die zijn ingesteld door het college of de burgemeester, ingediend bij de gemeentesecretaris.

Paragraaf 6 Slotbepalingen

Artikel 15 Intrekking oude regeling

De Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2014 wordt ingetrokken.

Artikel 16 Overgangsbepaling

De op grond van de ingetrokken verordening toegekende vergoedingen voor computer en internet blijven van toepassing tot het aftreden van de raad na de gemeenteraadsverkiezingen van 2018.

Artikel 17 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op de dag na bekendmaking.

Artikel 18 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2017.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van de raad van de gemeente Nijkerk op
23 november 2017,
de griffier, mevrouw A.G. Verhoef-Franken.
de voorzitter, de heer mr. drs. G.D. Renkema