Regeling voorzieningen jeugdhulp

1. Overige voorzieningen als bedoeld in artikel 2, lid 1, van de Verordening jeugdhulp zijn lichte ondersteuning, in de vorm van:

• -

  toeleiding naar ondersteuning,

• -

  lichte opvoedondersteuning,

• -

  korte individuele training en andere kortdurende interventies,

• -

  langdurige ondersteuning door vrijwilligers,

• -

  generalistische training voor groepen ouders en

• -

  generalistische training voor groepen jeugdigen.

2. Individuele voorzieningen als bedoeld in artikel 2, lid 2, van de Verordening jeugdhulp zijn:

• a.

  intensieve ondersteuning, bestaande uit:

  • -

    gespecialiseerde (gezins)interventies of trainingen,

  • -

    kinderopvang plus en

  • -

    persoonlijke verzorging.

• b.

  specialistische ondersteuning, bestaande uit:

  • -

    diagnostiek uitgebreid,

  • -

    crisishulp,

  • -

    gespecialiseerde training,

  • -

    maatregelhulp in het kader van jeugdbescherming en

  • -

    maatregelhulp in het kader van jeugdreclassering.

• c.

  specialistische intensieve ondersteuning, bestaande uit:

  • -

    multiprobleem interventies en

  • -

    traumabehandeling in het kader van kindermishandeling en/of huiselijk geweld.

• d.

  excluderende vormen van ondersteuning, bestaande uit:

  • -

    dagbehandeling,

  • -

    gezinsbehandeling,

  • -

    pleegzorg,

  • -

    gezinshuis,

  • -

    residentiële zorg,

  • -

    jeugdzorg plus,

  • -

    behandeling psychiatrie en

  • -

    verblijf psychiatrie.

3. In bijzondere gevallen kan een individuele voorziening worden verstrekt in een vorm die niet is vermeld in het tweede lid.

1. De hoogte van het pgb wordt bepaald op basis van:

• a.

  toereikendheid: de hoogte van het pgb dient de jeugdige of zijn ouders in staat te stellen toereikende ondersteuning in te kopen;

• b.

  kostprijs: de hoogte van het pgb is in beginsel gemaximeerd op 75% van de kostprijs van de goedkoopst adequate (door het college ingekochte) maatwerkvoorziening in natura of de offerte, bij ontbreken van een gemeentelijk contract;

• c.

  differentiatie op grond van kwalificaties: de hoogte van het pgb is afhankelijk van het type hulpverlener en de noodzakelijke kwalificaties.

2. Het pgb voor een overige maatwerkvoorziening jeugdhulp die wordt geleverd door hulpverleners die werken volgens kwaliteitsstandaarden bedraagt 75% van de kostprijs van de betreffende voorziening in natura, tenzij de aanvrager aantoont dat een hoger budget noodzakelijk is voor het inkopen van kwalitatief goede ondersteuning. In dat geval geldt een maximum van 100% van het laagst ingekochte (uur)tarief zorg in natura. Betreft het een hulpverlener die niet volgens kwaliteitsstandaarden werkt, dan wordt maximaal 75% van het laagste tarief voor ingekochte ‘zorg in natura’ vergoed.

3. Bij het bepalen van de hoogte van het pgb wordt rekening gehouden met artikel 10, vierde lid, van de Verordening jeugdhulp. Onder sociaal netwerk als bedoeld in genoemd artikel, wordt in het kader van deze regeling verstaan: personen uit de huiselijke kring of andere personen met wie de jeugdige of de ouders een sociale relatie onderhouden. De hoogte van het pgb bedraagt:

• a.

  € 7,50 per uur bij inschakeling van bloed- en aanverwanten in de eerste en tweede graad;

• b.

  € 12,00 per uur bij inschakeling van andere personen uit het sociaal netwerk.

4. Bij de bepaling van de hoogte worden bemiddelingskosten, administratiekosten, feestdagenuitkering of een eenmalige uitkering niet meegenomen. Kosten voor onderhoud en reparatie van een voorziening worden wel meegenomen.

5. Het pgb voor vervoer van en naar dagbesteding voor een jeugdige wordt berekend met inachtneming van de noodzakelijke wijze van vervoer, bijvoorbeeld een reguliere auto of rolstoelvervoer. De hoogte van dit pgb bedraagt 75% van de kostprijs van de betreffende voorziening in natura, tenzij de aanvrager aantoont dat een hoger budget noodzakelijk is. In dat geval geldt een maximum van 100% van de werkelijke kosten bij vervoer door of in opdracht van de gemeente.

6. Bij andere vervoerskosten dan bedoeld in het vijfde lid, bedraagt het pgb:

• -

  voor georganiseerd autovervoer van deur tot deur € 0,19 per kilometer met een maximum van € 380,00 per jaar;

• -

  voor professioneel personen- taxivervoer van deur tot deur € 0,42 per kilometer met een maximum van € 840,00 per jaar;

• -

  voor professioneel rolstoel- taxivervoer van deur tot deur € 0,96 per kilometer met een maximum van € 1.920,00 per jaar.

1. Dit besluit wordt bekendgemaakt in het elektronische gemeenteblad en treedt in werking op 1 januari 2015.

2. Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling voorzieningen jeugdhulp.