Mandaatbesluit Afdeling Juridische en Bestuurlijke Zaken Nissewaard

1. Aan het afdelingshoofd Juridische en Bestuurlijke Zaken van de afdeling Juridische en Bestuurlijke Zaken worden de volgende taken opgedragen en wordt daartoe mandaat en machtiging verleend:

• a.

  het doorzenden van een bij een onbevoegd bestuursorgaan ingediend bezwaar of beroepschrift aan het bevoegde orgaan, onder gelijktijdige mededeling hiervan aan de afzender, als bedoeld in de Algemene wet bestuursrecht;

• b.

  het verdagen van door de Gemeenteraad, het college van B&W of de Burgemeester te nemen beslissingen op bezwaar- en beroepschriften, welke behandeld worden volgens de Verordening behandeling bezwaarschriften, als bedoeld in de Algemene wet bestuursrecht;

• c.

  het nemen van besluiten op informatieverzoeken op basis van en als bedoeld in de Wet openbaarheid van bestuur;

• d.

  het corresponderen met betrekking tot de zorgplicht to lijkbezorging en het verhaal van kosten, met uitzondering van opdracht tot lijkbezorging en last tot binnentreden, als bedoeld in de Wet op de lijkbezorging en de Gemeentewet;

• e.

  het aanmelden van verwerkingen van persoonsgegevens bij het College Bescherming Persoonsgegevens als bedoeld in de Wet bescherming persoonsgegevens.

2. Aan de medewerkers van het team Rechtsbescherming van de afdeling Juridische en Bestuurlijke Zaken worden de volgende taken opgedragen en wordt daartoe mandaat en machtiging verleend:

• a.

  het doorzenden van een bij een onbevoegd bestuursorgaan ingediend bezwaar of beroepschrift aan het bevoegde orgaan, onder gelijktijdige mededeling hiervan aan de afzender, als bedoeld in de Algemene wet bestuursrecht;

• b.

  het verdagen van door de Gemeenteraad, het college van B&W of de Burgemeester te nemen beslissingen op bezwaar- en beroepschriften, welke behandeld worden volgens de Verordening behandeling bezwaarschriften, als bedoeld in de Algemene wet bestuursrecht;

• c.

  het voeren van correspondentie (inclusief ontvangstbevestiging) verband houdende met de bezwaarschriften ingevolge de Algemene wet bestuursrecht;

• d.

  het nemen van beslissingen op bezwaarschriften tegen in mandaat genomen besluiten, uitgezonderd Kamer 2 aangelegenheden alsmede belastingaangelegenheden, de Wet WOZ en de gevallen waarin de vakafdeling contrair wenst te gaan; als bedoeld in de Algemene wet bestuursrecht;

• e.

  het ondertekenen van een bekendmaking van door een bestuursorgaan zelf genomen besluit op een bezwaar als bedoeld in de Algemene wet bestuursrecht;

• f.

  het uitvoeren van bevoegdheden met betrekking tot de bezwaarprocedure zoals het inwinnen van advies en/of inlichtingen, herstel verzuim, bepalen tijd en plaats hoorzitting, oproepen belanghebbenden, openbaarheid hoorzitting en orde ter zitting en nader onderzoek, als bedoeld in de Verordening Behandeling Bezwaarschriften;

• g.

  het beslissen over het al dan niet openbaar zijn van hoorzittingen als bedoeld in de Algemene wet bestuursrecht;

• h.

  het beslissen op verzoeken van belanghebbende om vergoeding van de kosten in verband met de behandeling van het bezwaar, als bedoeld in de Algemene wet bestuursrecht.

3. Aan de medewerkers collegesecretariaat van de afdeling Juridische en Bestuurlijke Zaken worden de volgende taken opgedragen en wordt daartoe mandaat en machtiging verleend:

• a.

  het ondertekenen van alle van de burgemeester uitgaande besluiten die vooruitlopen op een voordracht Koninklijke Onderscheiding als bedoeld in het Reglement op de Orde van de Nederlandse Leeuw en de Orde van Oranje-Nassau.

4. Aan de Voorzitter van de Kamer worden de volgende taken opgedragen en wordt daartoe mandaat en machtiging verleend:

• a.

  het uitvoeren van bevoegdheden met betrekking tot de bezwaarprocedure zoals het inwinnen van advies en/of inlichtingen, herstel verzuim, bepalen tijd en plaats hoorzitting, oproepen belanghebbenden, openbaarheid hoorzitting en orde ter zitting en nader onderzoek, als bedoeld in de Verordening Behandeling Bezwaarschriften.

5. Voor zover het voor de uitvoering van de opdracht nodig is om bevoegdheden uit te oefenen als bedoeld in artikel 160, eerste lid, aanhef en onder a, van de Gemeentewet, of in de hoofdstukken 2 en 3, in titel 4.1 en in artikel 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht, wordt daartoe mandaat en machtiging verleend.

1. Het afdelingshoofd en de medewerkers handelen in overeenstemming met de door de gemeenteraad vastgestelde kaders en het door het college van B&W vastgestelde beleid.

2. Het afdelingshoofd en de medewerkers overleggen in ieder geval met de portefeuillehouder voordat zij een taak of bevoegdheid uitoefenen, als hierdoor:

• a.

  ongewenste politieke, maatschappelijke of financiële gevolgen kunnen ontstaan;

• b.

  artikel 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht zal worden toegepast.