Regeling vervallen per 01-01-2020

Bezoldigingsregeling Nissewaard inclusief bijlagen A t/m C, tabellen 1a en 3

Geldend van 24-01-2015 t/m 31-12-2019 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2015

Intitulé

Bezoldigingsregeling Nissewaard inclusief bijlagen A t/m C, tabellen 1a en 3

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nissewaard;

  • -

    gelet op het gestelde in artikel 160 van de Gemeentewet waarbij de bevoegdheid tot het vaststellen, wijzigen en intrekken van de rechtspositieregelingen voor het gemeentelijk personeel en gewezen personeel wordt opgedragen aan het college;

  • -

    gelet op het verhandelde in de vergadering van de commissie voor bijzonder georganiseerd overleg d.d. 30 oktober 2014;

Besluit vast te stellen:

De Bezoldigingsregeling Nissewaard inclusief bijlagen At/m C,tabellen 1a en 3

Artikel 1 Begripsbepalingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    ambtenaar: de ambtenaar in de zin van de als bedoeld in artikel 1:1 lid 1 onder a van de CAR/UWO;

  • b.

    bandbreedte: de met een getal aangegeven opsomming van salaris- en regelnummers behorende bij de functieschaal of beloningsdifferentiatie zoals bedoeld in de bij bijlage A van deze regeling behorende tabel 1a en tabel 3;

  • c.

    maximumsalaris: het hoogste bedrag van een schaal;

  • d.

    bezoldiging: de som van het salaris en de toelagen waarop de ambtenaar op grond van de bepalingen opgenomen in de artikelen 12 tot en met 16, alsmede de artikelen 21, 22 en 26 van deze regeling aanspraak heeft;

  • e.

    werkgever: college van burgemeester en wethouders gemeente Nissewaard;

  • f.

    naast lagere schaal: de schaal die één schaal lager is dan de schaal, zoals bedoeld in artikel 1 onder d van deze regeling;

Artikel 2 Salaris

  • 1. Bij aanstelling van de ambtenaar wordt het salaris vastgesteld op basis van de inschaling op het minimum van de voor hem geldende salarisschaal (bijlage II en IIA CAR-UWO).

  • 2. Het salaris van de ambtenaar met een onvolledige betrekking wordt vastgesteld op een evenredig deel van het salaris dat voor hem zou gelden bij een volledige betrekking.

  • 3. In afwijking van het eerste lid kan aan de ambtenaar die zijn functie nog niet volledig en naar behoren vervult, een salaris worden toegekend dat is vermeld achter een lagere salarisschaal dan waarnaar zijn betrekking is gewaardeerd.

  • 4. Van het eerste en derde lid kan worden afgeweken door het toekennen van een salaris met een hogere anciënniteit.

  • 5. Voor ambtenaren, zoals genoemd in artikel 3:1, lid 3 van de CAR/UWO, worden nadere regels gesteld in de bij deze regeling behorende bijlage A.

Artikel 3 Salaris Beiaardier

  • 1. Het salaris per maand van de beiaardier wordt bij een volledige betrekking bepaald op dat behorende bij schaal 10 periodieknummer 11 van bijlage IIa van de CAR/UWO.

  • 2. Voor een speelbeurt per week, op basis van 60 speelbeurten per jaar, bedraagt het salaris per maand 20% van het salaris per maand, zoals genoemd in bovengenoemd lid.

  • 3. In afwijking van lid 2 kan bij een afwijkend aantal speelbeurten de maandelijkse vergoeding naar rato worden vastgesteld.

II Bezoldiging

Artikel 4 Recht op bezoldiging

Het recht op bezoldiging vangt aan met de dag waarop de aanstelling van de ambtenaar ingaat. Het recht op bezoldiging eindigt, met ingang van de dag waarop het ontslag ingaat of met ingang van de dag volgend op de dag van overlijden van de ambtenaar.

Artikel 5 Periodieke verhoging van het salaris

  • 1. Het salaris van de ambtenaar wordt jaarlijks binnen de salarisschaal die voor hem geldt, verhoogd tot het naast hogere bedrag, indien sprake is van een voldoende beoordeling .

  • 2. Verhoging van salaris in de voor de functie geldende schaal, blijft achterwege indien er sprake is van een onvoldoende beoordeling.

  • 3. Verhoging van het salaris in de voor de functie geldende schaal, voor de eerste maal met ingang van de eerste dag van de maand, waarin sinds zijn aanstelling, dan wel functiewijziging, een jaar is verstreken en nadien telkens per 1 april.

  • 4. In afwijking van het bepaalde in lid 3 kan tussentijds een extra salarisverhoging worden toegekend.

  • 5. Bij de toepassing van het vorige lid blijft het tijdstip waarop ingevolge lid 3 een salarisverhoging wordt toegekend ongewijzigd.

Artikel 6 Vervroegde periodiek

In afwijking van artikel 5, eerste lid, wordt het salaris van de ambtenaar, binnen de salarisschaal, die voor hem geldt,verhoogt tot het naast hogere bedrag, als zijn functioneren aanleiding geeft tot de verwachting dat hij binnen redelijke termijn in staat zal zijn om zijn betrekking volledig en naar behoren te vervullen Bij de toepassing van dit artikel blijft het tijdstip waarop ingevolge lid 3 een salarisverhoging wordt toegekend ongewijzigd.

Artikel 7 Extra periodieke verhoging van het salaris

  • 1. Aan de ambtenaar die het maximumsalaris van de voor hem geldende salarisschaal nog niet heeft bereikt, kan op grond van zeer goed functioneren een extra salarisverhoging tot een in die salarisschaal genoemd bedrag worden toegekend, voor zover daarmee het maximumsalaris niet wordt overschreden.

  • 2. Het tijdstip waarop een extra salarisverhoging wordt toegekend, kan afwijkend worden vastgesteld van het tijdstip zoals bepaald in artikel 5, lid 3, indien daartoe naar het oordeel van de werkgever aanleiding bestaat.

  • 3. Bij de toepassing van het vorige lid blijft het tijdstip, waarop een volgende salarisverhoging wordt toegekend ongewijzigd, ingevolge 5, lid 3.

Artikel 8 Salaris bij bevordering naar hogere schaal

  • 1.

    Wanneer de ambtenaar, bedoeld in artikel 2, lid 3 overgaat naar een hogere salarisschaal kan het salaris worden verhoogd tot het naast hogere bedrag in die salarisschaal.

  • 2.

    Als de verhoging minder bedraagt dan 75% van het verschil tussen het salaris dat de ambtenaar geniet en het naast hogere salaris in dezelfde salarisschaal, of – ingeval de ambtenaar het hoogste salaris reeds geniet – 75% van het verschil tussen dat hoogste salaris en het naast lagere salaris in dezelfde schaal, dan vindt vermeerdering van salaris plaats tot het salaris dat direct volgt op het naast hogere salaris als bedoeld in het lid.

III Instrumenten van flexibele beloning

Artikel 9 Gratificatie

De bijzondere beloning in de vorm van een gratificatie, als bedoeld in artikel 15:1:28 van de CAR/UWObedraagt: € 100,=, € 250,=, € 500,=, € 750,=, dan wel € 1000,= netto.

Artikel 10 Groepsgratificatie

Aan een groep ambtenaren die een uitstekende collectieve prestatie hebben geleverd, kan op grond van artikel 15:1:28 CAR/UWO een groepsgratificatie worden toegekend.

De hoogte van een groepsgratificatie bedraagt € 50,= of € 100,= netto per persoon.

Artikel 11 Extra verlof

De bijzondere beloning in de vorm van extra verlof, als bedoeld in artikel 15:1:28 van de CAR/UWO

bedraagt 10% van het per kalenderjaar voor de ambtenaar geldende vakantieverlof volgens artikel 6:2 en 6:2:1 uit de CAR/UWO en het leeftijdsverlof, zoals opgenomen in de regeling Flexibele Werktijden en Verlof.

Artikel 12 Persoonlijke toelage in verband met prestatie

  • 1. Indien een ambtenaar een uitstekende individuele prestatie heeft geleverd, kan tijdelijk een persoonlijke toelage worden toegekend.

  • 2. In het GO zal er nader overleg worden gevoerd over de nadere invulling van dit artikel. Over de invulling en uitvoering van dit artikel zijn afspraken gemaakt in het convenant bezoldigingsregeling.

Artikel 13 Persoonlijke toelage na bereiken maximum functionele schaal

  • 1. Aan een ambtenaar die het maximum van de voor hem geldende schaal heeft bereikt, kan een persoonlijke toelage als bedoeld in artikel 3:7:8, lid 1, van de CAR/UWO worden toegekend.

  • 2. In het GO zal er nader overleg worden gevoerd over de nadere invulling van dit artikel. Over de invulling en uitvoering van dit artikel zijn afspraken gemaakt in het convenant bezoldigingsregeling.

Artikel 14 Arbeidsmarkttoelage

  • 1. Aan de ambtenaar kan om redenen van werving of behoud een arbeidsmarkttoelage worden toegekend voor de duur van maximaal drie jaar.

  • 2. De in het eerste lid bedoelde toelage bedraagt:

    • a.

      het verschil tussen de functionele schaal en een bedrag in de naast hogere schaal, tot het maximum salaris in die schaal, en

    • b.

      8% van het bruto salaris per maand.

  • 3. De toelage wordt ingetrokken, indien de gronden waarop de toelage werd toegekend, niet meer aanwezig zijn.

Artikel 15 Module-toelage

Een module is een samenstel van taken, zoals omschreven in de bij deze regeling behorende bijlage C: ‘modules’, dat aan het takenpakket van functiebeschrijving tijdelijk wordt toegevoegd en functieverzwarend is.

Aan de ambtenaar kan een module-toelage worden toegekend voor de duur van de toekenning van de module. In een beoordeling wordt aangegeven of de gronden waarop de toelage is gebaseerd nog aanwezig zijn.

De in het eerste lid bedoelde toelage, bedraagt 8% van het bruto maandsalaris.

Artikel 16 Afbouwtoelage bij lagere schaal

Aan de ambtenaar die op grond van artikel 3:1, lid 7 of 8 CAR/UWO wordt aangesteld in een functie waaraan een lagere schaal is verbonden, wordt een afbouwregeling toegekend.

De afbouwtoelage wordt berekend door het verschil te nemen tussen de gemiddelde maandelijks genoten bezoldiging in het afgelopen jaar en de bezoldiging in lagere schaal.

  • 1.

    De duur van de toekenning toelage bedraagt in totaal 48 maanden.

  • 2.

    De afbouwtoelage bedraagt 90%, in de eerste 12 maanden, 75% in de tweede 12 maanden, 50% in de derde maand en 25% in de laatste 12 maanden.

Artikel 17 Eenmalige beloning in natura

Bij een kortdurende extra inspanning of uitzonderlijke prestatie kan een eenmalige beloning in natura worden toegekend.

IV Overige toelagen en vergoedingen

Artikel 18 Waarnemingstoelage

Voor de ambtenaar wiens salaris hoger is dan schaal 11, bestaat eerst aanspraak op waarnemingstoelage, indien de waarneming in een aaneengesloten tijdvak van zes weken ten minste twintig volle werkdagen heeft geduurd.

Artikel 19 Bijzondere regeling

De artikelen 20, 21 en 23 gelden enkel voor medewerkers, die op grond van artikel 4:3 CAR onder de bijzondere regeling vallen. De functies, die onder de bijzondere regeling vallen zijn vastgelegd in bijlage X van de Regeling Werktijden en Verlof.

Artikel 20 Overwerkvergoeding

Lid 1

In afwijking van artikel 3:2:1 bestaat de overwerkvergoeding voor de ambtenaar van wie het salaris is bepaald op een bedrag voorkomende in schaal 11 of hoger van bijlage IIa van de CAR/UWO, of een van de bandbreedten 11 of hoger van tabel 1a, dan wel tabel 3 van bijlage A, van de Bezoldigingsregeling, en het overwerk niet tijdens een beschikbaarheidsdienst is uitgevoerd, enkel uit verlof gelijk aan het aantal volle uren van het overwerk.

Lid 2

Het door de ambtenaar opgenomen en/of op te nemen compensatieverlof, zoals bedoeld in artikel 4:1 van de CAR, wordt net als vakantieverlof gelijkgetrokken met arbeidstijd, indien er sprake is van overwerk. Met toepassing van het bovenstaande moet voldaan worden aan de bepalingen van artikel 3:2 en artikel 3:2:1 van de CAR/UWO en gelden dezelfde vergoedingsregels.

Artikel 21 Toelage onregelmatige dienst

Lid 1

De ambtenaar van wie de werktijd op grond van artikel 4:3 CAR/UWO eenzijdig wordt vastgesteld door het college en van wie het salaris is bepaald op een bedrag voorkomende in de schalen 1 tot en met 10 van bijlage IIa van de CAR/UWO, of een van de bandbreedten 1 t/m 10 van tabel 1a, dan wel tabel 3 van bijlage A, van de Bezoldigingsregeling, heeft overeenkomstig artikel 3:3 CAR/UWO recht op de toelage onregelmatige dienst

Lid 2

De in het eerste lid bedoelde toelage bedraagt per gewerkte tijd op:

a.

maandag t/m vrijdag tussen 06.00 en 08.00 uur en tussen 18.00 en 22.00 uur

20%

b.

zaterdag tussen 06.00 en 22.00 uur

40%

c.

maandag t/m zaterdag tussen 00.00 en 06.00 uur en tussen 22.00 en 24.00 uur

40%

d.

zondagen en feestdagen, zoals bedoeld in artikel 4:5, derde lid CAR

65%

van het salaris per uur, behorende bij periodieknummer 11 van schaal 6, zoals opgenomen in de bijlage IIa van de CAR, .

Lid 3

Onverminderd het bepaalde in het tweede lid onder a. wordt de toelage onregelmatige dienst slechts toegekend indien de arbeid is aangevangen vóór 07.00 uur, respectievelijk is beëindigd na 19.00 uur

Lid 4

Indien de in het tweede lid bedoelde arbeid wordt verricht volgens een regelmatig periodiek rooster kan de toelage maandelijks worden uitgekeerd, overeenkomstig de gemiddelde hoogte, over een jaar berekend.

Lid 5

Ingeval de ambtenaar wegens ziekte verhinderd is zijn betrekking te vervullen, wordt de in deze regeling vermelde vergoeding slechts geacht te behoren tot de bezoldiging tot een bedrag dat overeenkomt met hetgeen in de drie kalendermaanden, voorafgaande aan de datum waarop die verhindering is ontstaan, gemiddeld per maand is toegekend aan die vergoeding, tenzij toepassing is gegeven aan het bepaalde in het vijfde lid.

Artikel 22 Toelage beschikbaarheidsdienst

Lid 1

Het college kent aan de ambtenaar aan wie de verplichting bedoeld in artikel 2:1B, tweede lid, onderdeel c, is opgelegd, een toelage toe. Geen toelage wordt toegekend indien uitdrukkelijk is bepaald dat bij de vaststelling van de bezoldiging met vorenbedoelde verplichting rekening is gehouden.

Lid 2

De ambtenaar die valt onder de standaardregeling en die aangewezen is voor het verrichten van beschikbaarheidsdiensten als bedoeld in artikel 2:1B, tweede lid, onderdeel c, heeft over de uren buiten het dagvenster dat hij daadwerkelijk arbeid verricht recht op een buitendagvenstervergoeding.

Lid 3

De buitendagvenstervergoeding wordt toegekend conform hetgeen is geregeld in artikel 3:8 van de CAR/UWO.

Lid 4

Aan de ambtenaar, aan wie de verplichting bedoeld in artikel 2:1B, lid 2, sub c van de CAR is opgelegd en ingevolge artikel 4:3 CAR/UWO een schriftelijke aanwijzing van burgemeester en wethouders zich volgens rooster bereikbaar en beschikbaar moet houden teneinde bij oproep arbeid te gaan verrichten, wordt een toelage toegekend.

Lid 5

De functies waar een toelage voor de in lid 1 en lid 4 bedoelde diensten geldt, zijn vastgelegd in de Bijlage B van deze regeling. Voor de functie van ambtenaar rampenbestrijding geldt de toelage zoals vermeld in de piketdienstregeling Officier van Dienst Bevolkingszorg Nissewaard. Lid 6

De in het eerste een vierde lid bedoelde toelage bedraagt per uur:

8% van het uurloon behorende bij het salaris genoemd achter periodieknummer 11 van schaal 3, zoals opgenomen in de bijlage IIa van de CAR, vermeerderd met;

16 2/3% van het aldus berekende bedrag, indien de beschikbaarheidsdienst wordt verricht op zaterdag tussen 00.00 en 24.00 uur;

c.66 2/3% van het aldus berekende bedrag, indien de bereikbaarheids- en beschikbaarheidsdienst wordt verricht op zon- of feestdagen, zoals bedoeld in artikel 4:5, derde lid, CAR/UWO, tussen 00:00 en 24:00 uur.

Lid 7

Indien de in het eerste een vierde lid bedoelde diensten worden verricht volgens een regelmatig periodiek rooster kan de toelage maandelijks worden uitgekeerd, overeenkomstig de gemiddelde hoogte, over een jaar berekend.

Lid 8

De ambtenaar, die op grond van artikel 4:3 van de CAR, onder de bijzondere regeling valt, en tijdens de in het vierde lid bedoelde dienst, daadwerkelijk arbeid verricht, krijgt naast de toelage zoals bedoeld in het zesde lid een overwerkvergoeding. Deze overwerkvergoeding vindt dit plaats volgens artikel 3:2:1 CAR/UWO.

Lid 9

De ambtenaar, voor wie de bezwaren, verbonden aan het verrichten van de in het eerste lid bedoelde diensten, naar het oordeel van het college op andere wijze worden gecompenseerd of geacht worden in de bezoldiging te zijn verdisconteerd, komt niet in aanmerking voor de toelage in dit artikel omschreven.

Lid 10

De in lid 6 genoemde verdiscontering geldt voor de ambtenaar van wie het salaris is bepaald op een bedrag voorkomende in schaal 11 of hoger van bijlage IIa van de CAR/UWO, of een van de bandbreedten 11 of hoger van tabel 1a, dan wel tabel 3 van bijlage A, van de Bezoldigingsregeling.

Lid 11

Ingeval de ambtenaar wegens ziekte verhinderd is zijn betrekking te vervullen, wordt de in deze regeling vermelde vergoeding slechts geacht te behoren tot de bezoldiging tot een bedrag dat overeenkomt met hetgeen in de drie kalendermaanden, voorafgaande aan de datum waarop die verhindering is ontstaan, gemiddeld per maand is toegekend aan die vergoeding, tenzij toepassing is gegeven aan het bepaalde in het vierde lid.

Artikel 23 Verschuivingsvergoeding

Lid 1

Bij verschuiving op initiatief van de werkgever van vooraf vastgestelde en aan de medewerkers opgelegde werktijden, kan aanspraak bestaan op een verschuivingsvergoeding. Een verschuivingsvergoeding wordt toegekend, conform hetgeen is geregeld in artikel 3:4 en 3:4:1 van de CAR/UWO.

Lid 2

Van dienstbelang bij een verschuiving is sprake in alle gevallen, met uitzondering van de situatie dat de ambtenaar zelf om een verschuiving verzoekt. Een verschuiving op eigen verzoek is mogelijk, maar er is dan geen sprake van een verschuiving in het belang van de dienst en leidt derhalve niet tot een aanspraak op de verschuivingsvergoeding.

Lid 3

De ambtenaar van wie het salaris is bepaald op een bedrag voorkomende in schaal 11 of hoger van bijlage IIa van de CAR/UWO, of een van de bandbreedten 11 of hoger van tabel 1a, dan wel tabel 3 van bijlage A, van de Bezoldigingsregeling, kan geen aanspraak maken op de verschuivingsvergoeding.

Artikel 24 Gratificatie bij pensionering

Aan de ambtenaar wordt bij ontslag als bedoeld in artikel 8:2 van de CAR/UWO een netto gratificatie toegekend,

bij een dienstverband van:

0 tot 5 jaar: € 0,=

5 tot 10 jaar: € 250,=

10 tot 15 jaar: € 750,=

15 jaar en meer: € 1000,=

Artikel 25 Ambtsjubileumgratificatie

Lid 1

Voor de berekening van de jaren dat de ambtenaar bij de overheid heeft gewerkt, voor de toekenning van een ambtsjubileumgratificatie wordt als overheidsdienstjaren gedefinieerd, de tijd, doorgebracht:

  • a.

    in een burgerlijke dienstbetrekking bij de Nederlandse overheid, waaronder mede word(t)en begrepen (de N.V. Nederlandse Spoorwegen) en de v.m. N.V. "Artillerie-inrichtingen";

  • b.

    in een betrekking als bedoeld in artikel 4, eerste lid, van de Pensioenwet 1922 (vóór 1 januari 1966), een betrekking als bedoeld in artikel B 2 van de Algemene Burgerlijke Pensioenwet of een betrekking als bedoeld in artikel B 3 van evengenoemde wet, alsmede (vóór en nà 1 januari 1966) in een betrekking als bedoeld in artikel U 2 van die wet;

  • c.

    in burgerlijke dienst bij de overheid in de landen Suriname (tot 25 november 1975), de Nederlandse Antillen en Aruba, bij de voormalige gouvernementen van Suriname, Curaçao en Nieuw-Guinea en (tot 27 december 1949) bij (de voormalige Nederlands-Indische overheid, waaronder mede worden begrepen) de voormalig Indische Pensioenfondsen;

  • d.

    in dienst bij het niet-openbaar onderwijs in de onder c genoemde landen en voormalige overzeese rijksdelen, voorzover zulks de belanghebbende onder de werkingssfeer van een overheidspensioenregeling bracht of zou hebben gebracht; indien hij in vaste dienst was geweest;

  • e.

    tot en met 31 december 1954 in dienst van de Republiek Indonesië, voorzover die tijd door de Garantiewet Burgerlijk Overheidspersoneel Indonesië wordt bestreken;

  • f.

    in Nederlandse militaire of daarmede voor de toepassing van het Algemeen Rijkambtenarenreglement gelijkgestelde dienst, waaronder begrepen dienst bij het voormalig K.N.I.L. en de troepen in Suriname (tot 25 november 1975), de Nederlandse Antillen en Aruba;

  • g.

    als volontair met een volledige dagtaak;

  • h.

    de tijd waarover rechtsherstel is verleend.

  • i.

    in een aanstelling alsmede een arbeidsovereenkomst bij een overheidsorganisatie.

  • j.

    in een deeltijd-dienstverband.

  • k.

    gelijktijdig in meer dan één betrekking telt slechts eenmaal mede voor de vaststelling van de datum van het ambtsjubileum.

  • l.

    tijdens onbetaald verlof.

  • m.

    tijdens buitengewoon verlof met behoud van de bezoldiging.

Artikel 26 Vergoeding ehbo-diensten en bedrijfshulpverlening

Een vergoeding voor ehbo-diensten en bedrijfshulpverlening wordt toegekend volgens de `regeling bedrijfshulpverlening gemeente Nissewaard’.

Artikel 27 Toelage beroepskosten

Aan de ambtenaar wordt een maandelijkse toelage toegekend, indien deze beroepskosten maakt om zijn/haar functie op een goede wijze uit te kunnen voeren. De hoogte van de toelage wordt gebaseerd op de door de ambtenaar te maken beroepskosten per jaar.

V Overige bepalingen

Artikel 28 Afbouwtoelage

  • 1. Aan de ambtenaar, die zonder wezenlijke onderbreking tenminste twee jaar een toelage onregelmatige dienst of een beschikbaarheidstoelage heeft genoten en anders dan op eigen verzoek of wegens aan eigen schuld of toedoen te wijten feiten of omstandigheden van die diensten wordt ontheven zonder directe aanspraak op pensioen of wachtgeld, wordt een afbouwtoelage toegekend.

  • 2. De afbouwtoelage wordt berekend van de over de laatste volle 12 maanden de gemiddeld per maand genoten toelage onregelmatige dienst of beschikbaarheidstoelage, exclusief de eventuele vergoeding als bedoeld in artikel 3:2:1 CAR/UWO.

  • 3. De duur van de afbouwtoelage is gelijk aan een vierde gedeelte van de tijd gedurende welke de toelage onregelmatige dienst of beschikbaarheidstoelage zonder onderbreking van meer dan twee maanden, werd genoten, maar is hoogstens 48 maanden. Bij het berekenen van het aantal maanden vindt een afronding naar boven plaats op een geheel aantal maanden.

  • 1. De periode van de afbouwtoelage wordt in vier gelijke termijnen gesplitst, waarbij het eerste en eventueel het tweede termijn naar boven worden afgerond, met dien verstande, dat het totaal aantal maanden niet meer mag bedragen dan 48. De afbouwtoelage bedraagt 90%, in de eerste 12 maanden, 75% in de tweede 12 maanden, 50% in de derde maand en 25% in de laatste 12 maanden.

  • 1. Latere verhogingen van de bezoldiging in de zin van deze regeling met uitzondering van algemene salarisverhogingen, komen in mindering op het bedrag van de afbouwtoelage.

    Voor de afbouwtoelage komt eveneens in aanmerking de ambtenaar, die met ingang van 1 januari vanaf het jaar waarin hij de 62 jarige leeftijd bereikt, uit dien hoofde van de in het eerste lid bedoelde diensten wordt ontheven, mits overigens aan de in dat lid bepaalde voorwaarden is voldaan.

  • 2. Indien de ambtenaar gelijktijdig met of na de ontheffing van diensten als bedoeld in het eerste lid, verplichtingen worden opgelegd waardoor hij aanspraak kan maken op een nieuwe toelage onregelmatige dienst of beschikbaarheidstoelage, ontvangt hij de afbouwtoelage indien en voor zover deze uitgaat boven die nieuwe toelage.

  • 3. Voor de afbouwtoelage komt eveneens in aanmerking de ambtenaar, die met ingang van 1 januari vanaf het jaar waarin hij de 62 jarige leeftijd bereikt, uit dien hoofde van de in het eerste lid bedoelde diensten wordt ontheven, mits overigens aan de in dat lid bepaalde voorwaarden is voldaan.

Artikel 29 Hardheidsclausule

Voor gevallen waarin deze regeling niet of niet naar billijkheid voorziet, treffen burgemeester en wethouders een bijzondere regeling.

Artikel 30 Citeertitel

Deze regeling kan worden aangehaald als ‘Bezoldigingsregeling Nissewaard’.

Artikel 31 Inwerkingtreding

De regeling treedt in werking op de dag na bekendmaking en werkt terug tot en met 1 januari 2015.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van Nissewaard d.d. 2 januari 2015,

de secretaris,
J. Pol
de burgemeester,
M. Salet

Bijlage A Aanvullende regeling ingevolge artikel 2 lid 5 van de Bezoldigingsregeling

Artikel 1 Begripsbepalingen

Voor toepassing van deze bijlage wordt verstaan onder:

  • a.

    salarisnummer: het nummer dat bij de bandbreedte bij de functieschaal of beloningsdifferentiatie de hoogte van het salaris aangeeft.

  • b.

    regelnummer: een nummer behorende bij een salarisnummer van een bandbreedte en overeenkomt zoals opgenomen in de bijlage II van de CAR.

  • c.

    functieschaal: een reeks van salarisnummers die in een bandbreedte voor het regelnummer is vermeld.

  • d.

    beloningsdifferentiatie: de uitloopmogelijkheid volgend op de functieschaal en aangeduid met beloningsdifferentiatie voorkomende in de bij deze bijlage behorende tabel 3 opgenomen bandbreedten;

  • e.

    bandbreedte: de met een getal aangegeven opsomming van salaris- en regelnummers behorende bij de functieschaal of beloningsdifferentiatie zoals bedoeld in de bij deze bijlage behorende tabel 1a en 3.

Onder overige begrippen wordt verstaan hetgeen bepaald is in artikel 1 van de Bezoldigingsregeling.

Artikel 2 Toepassing regeling

Deze regeling is van toepassing op ambtenaren:

  • a.

    die voor 1 juli 1994 in dienst zijn getreden en die daarna niet over zijn gegaan naar een functie met een beter salarisperspectief en;

  • b.

    die tussen 1 juli 1994 en 1 april 1996 in dienst zijn getreden en die daarna niet over zijn gegaan naar een functie met een beter salarisperspectief.

Artikel 3 Toepassing van de tabellen

Lid 1

Voor de ambtenaren genoemd in artikel 1, lid 1, sub a is tabel 3 van toepassing, zoals opgenomen in artikel 8 van deze bijlage.

Lid 2

Voor de ambtenaren genoemd in artikel 1, lid 1, sub b is tabel 1a van toepassing, zoals opgenomen in artikel 8 van deze bijlage.

Artikel 4 Salarisbedragen

Voor de bepaling van het salaris van geldt het bij de functieschaal of beloningsdifferentiatie genoemde regelnummer zoals vermeld in tabel 1a en 3. De bij dit regelnummer genoemde salaris in de bijlage II van de CAR geldt voor de ambtenaar.

Artikel 5 Verhoging salarissen

Lid 1

Het salaris van de ambtenaar die voldoende functioneert, wordt binnen voor de ambtenaar geldende functieschaal van de bij zijn functie behorende bandbreedte periodiek verhoogd tot het naast hogere bedrag.

Lid 2

De ambtenaar, die het maximumsalaris van de functieschaal in de bij zijn functie behorende bandbreedte heeft bereikt, wordt verhoging van salaris toegekend tot het in de beloningsdifferentiatie van die bandbreedte vermelde naast hogere bedrag indien sprake is van een beoordeling met eindoordeel op niveau B.

Lid 3

De in het eerste lid van dit artikel bedoelde salarisverhoging vindt overigens voor het eerst plaats met ingang van de eerste dag van de maand waarin sinds het bereiken van het in dat lid genoemde maximumsalaris een jaar is verstreken voor de bandbreedten 1 tot en met 5 en drie jaren voor de bandbreedten 6 tot en met 14. Nadien vindt salarisverhoging in de beloningsdifferentiatie plaats telkens na een jaar onder dezelfde eisen van functievervulling als genoemd in het tweede lid van dit artikel echter met dien verstande;

  • §

    dat het hoogste salarisbedrag in de beloningsdifferentiatie van de bandbreedten 1 tot en met 4, de twee hoogste salarisbedragen in de beloningsdifferentiatie van bandbreedte 5 en de bedragen in de beloningsdifferentiatie van de bandbreedten 6 tot en met 14 slechts worden toegekend telkens wanneer drie jaren zijn verstreken èn indien sprake is van een beoordeling met eindoordeel op tenminste niveau B voor de bandbreedten 1 t/m 11 en indien sprake is van een beoordeling met eindoordeel op niveau C voor de bandbreedten 12, 13 en 14 èn;

  • §

    dat aan de respectievelijke eisen van functievervulling in bedoelde perioden van drie jaren ten minste tweemaal dient te zijn voldaan èn;

  • §

    dat de verhoging van salaris toegekend wordt tot het in de beloningsdifferentiatie van de betreffende bandbreedte vermelde naast hogere bedrag.

Artikel 6 Seniorenbeleid

Aan de ambtenaar die de leeftijd van 55 jaar bereikt en van wie het salaris op dat moment nog niet is bepaald op een bedrag in de beloningsdifferentiatie van de bij zijn functie behorende bandbreedte, wordt, indien sprake is van een beoordeling met eindoordeel op tenminste niveau B en in afwijking van artikel 5, met ingang van de eerste dag van de maand waarin hij die leeftijd bereikt, een salarisverhoging toegekend tot het in de beloningsdifferentiatie van de bij zijn functie behorende bandbreedte vermelde minimum bedrag. Onder dezelfde eis van functievervulling wordt hem binnen die beloningsdifferentiatie nadien verhoging van salaris toegekend met inachtneming van de in het artikel 5 vermelde perioden.

Artikel 7 Tabellen 1a en 3

De tabellen 1a en 3 zoals genoemd in deze bijlage zijn als volgt opgebouwd.

Bijlage Tabel 1a

Tabel 1a behorende bij de Bezoldigingsregeling: bedoeld voor ambtenaren die tussen 1 juli 1994 en 1 april 1996 in dienst zijn getreden en die daarna niet over zijn gegaan naar een functie met een beter salarisperspectief.

 

Salarisnummer

Regelnummer uit bijlage II van de CAR

1 Bandbreedte functieschaal

0

1

1

3

2

5

3

6

4

7

5

8

 

 

 

2 Bandbreedte functieschaal

0

2

1

4

2

6

3

8

4

9

5

10

6

11

 

 

 

3 Bandbreedte functieschaal

0

3

1

4

2

6

3

8

4

10

5

11

6

12

7

13

8

14

 

 

 

4 Bandbreedte functieschaal

0

4

1

5

2

7

3

9

4

11

5

12

6

13

7

14

8

15

9

16

 

 

 

  

 

Salarisnummer

Regelnummer uit bijlage II van de CAR

5 Bandbreedte functieschaal

0

6

1

8

2

10

3

12

4

13

5

14

6

15

7

16

8

17

9

18

10

19

 

19a

 

 

 

 

 

Salarisnummer

Regelnummer uit bijlage II van de CAR

5 Bandbreedte functieschaal

0

6

1

8

2

10

3

12

4

13

5

14

6

15

7

16

8

17

9

18

10

19

 

19a

 

 

 

 

Salarisnummer

Regelnummer uit bijlage II van de CAR

6 Bandbreedte functieschaal

0

9

1

10

2

12

3

14

4

15

5

16

6

17

7

18

8

19

9

20

10

21

 

21a

 

 

 

 

Salarisnummer

Regelnummer uit bijlage II van de CAR

7 Bandbreedte functieschaal

0

13

1

14

2

16

3

18

4

19

5

20

6

21

7

22

8

23

9

24

10

25

 

25a

 

 

 

 

Salarisnummer

Regelnummer uit bijlage II van de CAR

8 Bandbreedte functieschaal

0

18

1

20

2

22

3

24

4

25

5

26

6

27

7

28

8

29

9

30

10

31

 

31a

 

 

 

9 Bandbreedte functieschaal

0

22

1

24

2

26

3

28

4

30

5

32

6

34

7

36

8

38

 

38a

 

 

 

10 Bandbreedte functieschaal

0

20

1

22

2

24

3

26

4

28

5

30

6

32

7

34

8

36

9

38

10

40

11

42

12

44

 

44a

 

 

 

   

 

Salarisnummer

Regelnummer uit bijlage II van de CAR

11 Bandbreedte functieschaal

0

34

1

36

2

38

3

40

4

42

5

44

6

46

7

48

8

50

9

52

10

54

11

55

 

55a

 

 

 

12 Bandbreedte functieschaal

0

46

1

48

2

50

3

52

4

54

5

56

6

58

7

60

8

62

9

64

10

65

 

65a

 

 

 

13 Bandbreedte functieschaal

0

56

1

58

2

60

3

62

4

64

5

66

6

68

7

70

8

71

 

71a

 

 

 

 

 

Salarisnummer

Regelnummer uit bijlage II van de CAR

14 Bandbreedte functieschaal

0

60

1

62

2

64

3

66

4

68

5

70

6

72

7

74

8

76

9

78

 

78a

 

 

 

15 Bandbreedte functieschaal

0

66

1

68

2

70

3

72

4

74

5

76

6

78

7

80

8

82

9

84

 

84a

 

 

 

16 Bandbreedte functieschaal

0

72

1

74

2

76

3

78

4

80

5

82

6

84

7

86

8

88

9

90

 

 

90a

 

 

 

Bijlage Tabel 3

Tabel 3 behorende bij de Bezoldigingsregeling: bedoeld voor ambtenaren die voor 1 juli 1994 in dienst zijn getreden en die daarna niet over zijn gegaan naar een functie met een beter salarisperspectief.

  

Salarisnummer

Regelnummer uit bijlage II van de CAR

1 Bandbreedte functieschaal

beloningsdifferentiatie

0

1

1

3

2

5

3

6

4

7

5

8

6

9

9

10

2 Bandbreedte functieschaal

  

beloningsdifferentiatie

0

2

1

4

2

6

3

8

4

9

5

10

6

11

7

12

10

13

3 Bandbreedte functieschaal

  

beloningsdifferentiatie

0

3

1

4

2

6

3

8

4

10

5

11

6

12

7

13

8

14

9

15

12

16

   

 

Salarisnummer

Regelnummer uit bijlage II van de CAR

4 Bandbreedte functieschaal

  

beloningsdifferentiatie

0

4

1

5

2

7

3

9

4

11

5

12

6

13

7

14

 

 

8

15

9

16

10

17

13

18

 

 

 

5 Bandbreedte functieschaal

      

beloningsdifferentiatie

0

6

1

8

2

10

3

12

4

13

5

14

6

15

7

16

8

17

 

 

9

18

10

19

13

20

16

21

 

 

 

6 Bandbreedte functieschaal

      

beloningsdifferentiatie

0

9

1

10

2

12

3

14

4

15

5

16

6

17

7

18

8

19

9

20

10

21

 

21a

 

 

13

22

16

23

19

24

 

 

 

  

 

Salarisnummer

Regelnummer uit bijlage II van de CAR

7 Bandbreedte functieschaal

  

beloningsdifferentiatie

0

13

1

14

2

16

3

18

4

19

5

20

6

21

7

22

8

23

9

24

10

25

 

25a

 

 

13

26

16

27

19

28

 

 

 

8 Bandbreedte functieschaal

      

beloningsdifferentiatie

0

18

1

20

2

22

3

24

4

25

5

26

6

27

7

28

8

29

9

30

10

31

 

31a

 

 

13

32

16

34

19

36

 

 

 

   

 

Salarisnummer

Regelnummer uit bijlage II van de CAR

9 Bandbreedte functieschaal

  

beloningsdifferentiatie

0

22

1

24

2

26

3

28

4

30

5

32

6

34

7

36

8

38

 

38a

 

 

11

40

14

42

17

44

10 Bandbreedte functieschaal

      

beloningsdifferentiatie

0

20

1

22

2

24

3

26

4

28

5

30

6

32

7

34

8

36

9

38

10

40

11

42

12

44

 

44a

 

 

13

46

16

48

19

50

 

 

 

  

 

Salarisnummer

Regelnummer uit bijlage II van de CAR

11 Bandbreedte functieschaal

  

beloningsdifferentiatie

0

34

1

36

2

38

3

40

4

42

5

44

6

46

7

48

8

50

9

52

10

54

11

55

 

55a

 

 

14

56

17

58

20

60

12 Bandbreedte functieschaal

      

beloningsdifferentiatie

0

46

1

48

2

50

3

52

4

54

5

56

6

58

7

60

8

62

9

64

10

65

 

65a

 

 

13

66

16

68

19

70

 

 

 

 

 

Salarisnummer

Regelnummer uit bijlage II van de CAR

13 Bandbreedte functieschaal

  

beloningsdifferentiatie

0

56

1

58

2

60

3

62

4

64

5

66

6

68

7

70

8

71

 

71a

 

 

11

72

14

74

14 Bandbreedte functieschaal

      

beloningsdifferentiatie

0

60

1

62

2

64

3

66

4

68

5

70

6

72

7

74

8

76

9

78

 

78a

 

 

12

80

 

 

 

  

 

Salarisnummer

Regelnummer uit bijlage II van de CAR

15 Bandbreedte functieschaal

  

0

66

1

68

2

70

3

72

4

74

5

76

6

78

7

80

8

82

9

84

 

84a

16 Bandbreedte functieschaal

      

0

72

1

74

2

76

3

78

4

80

5

82

6

84

7

86

8

88

9

90

 

90a

 

 

 

Bijlage Convenant Uitvoering artikel 12 en 13 Bezoldigingsregeling

Aanleiding

Op 14 mei 2009 hebben de partijen vertegenwoordigd in het Georganiseerd Overleg (GO) de Bezoldigingsregeling gemeente Spijkenisse 2009 vastgesteld.

Korte tijd hierna heeft de werkgever aangegeven, dat de financiële situatie van de gemeente Spijkenisse de invoering van de artikelen 12en 13 van de huidige bezoldigingsregeling in de weg staat.

De bonden vertegenwoordigd in het GO hebben zich bereid verklaard om de uitvoering van beide artikelen op te schorten, mits hierover goede afspraken worden gemaakt;

Waartoe de partijen vertegenwoordigd in het GO het onderliggende convenant hebben gewenst te sluiten. Dit convenant is vervolgens bij de herindeling opnieuw besproken en in de vergadering van de BGO d.d. 30 oktober 2014 is besloten om het convenant voor Nissewaard te handhaven en hernieuwd te beschrijven voor Nissewaard.

 

Inhoud van de artikelen 12 en 13

Artikel 12 Persoonlijke toelage in verband met prestatie

Lid 1

Toekenning zal plaatsvinden indien er sprake is van een beoordeling op niveau C, dat bepaald wordt door uitvoering van de ‘regeling personeelsbeoordeling’.

Lid 2

De in het eerste lid bedoelde toelage bedraagt:

  • 1.

    4% van het salaris, bij beoordeling op niveau C

  • 2.

    8% van het salaris, bij tweemaal achtereenvolgende beoordeling op niveau C

  • 3.

    10% van het salaris, vanaf driemaal achtereenvolgende beoordeling op niveau C

Lid 3

De in dit artikel bedoelde toelage wordt toegekend voor de duur van een jaar en wordt stapsgewijs afgebouwd naar het eerst lagere percentage, zoals genoemd in het tweede lid sub a tot en met c, indien er niet aan de gestelde eis in het eerste lid voldaan wordt.

Lid 4

De opbouw van de toelage vindt wederom plaats, indien er sprake is van een beoordeling op niveau C en volgens de in het tweede lid a tot en met c genoemde percentages. Hierbij is de achtereenvolgendheid, zoals genoemd in lid tweede lid, van een beoordeling op C-niveau niet van toepassing.

Lid 5

De in dit artikel bedoelde toelage wordt ingetrokken indien er een beoordeling op niveau A plaatsvindt of de voor de ambtenaar geldende functie wijzigt.

 

Artikel 13 Persoonlijke toelage na bereiken maximum functionele schaal

Lid 1

Aan een ambtenaar die het maximum van de voor hem geldende schaal heeft bereikt, kan een persoonlijke toelage als bedoeld in artikel 3:7:8, lid 1, van de CAR/UWO worden toegekend.

Lid 2

Toekenning zal plaatsvinden indien er bij de beoordeling sprake is van minimaal één C-score binnen de resultaatgebieden (werkafspraken) van de voor de ambtenaar geldende functie.

Lid 3

Op het moment van toekenning moet de ambtenaar:

  • 1.

    minimaal 5 jaar in dienst zijn van de gemeente Nissewaard

  • 2.

    minimaal 2 jaar het maximum van de voor hem geldende schaal bereikt hebben.

Lid 4

De in het eerste lid bedoelde toelage bedraagt:

  • 1.

    4% van het salaris, bij het voldoen aan de gestelde eisen in het tweede lid.

  • 2.

    8% van het salaris, indien er twee maal achtereenvolgend voldaan wordt aan de gestelde eisen in het tweede lid.

  • 3.

    10% van het salaris, indien vanaf drie maal achtereenvolgend voldaan wordt aan de gestelde eisen in het tweede lid.

Lid 5

De in dit artikel bedoelde toelage wordt toegekend voor de duur van een jaar en wordt afgebouwd naar het eerst lagere percentage, zoals genoemd in het vierde lid sub a tot en met c, indien er niet aan de gestelde eis in het tweede lid voldaan wordt.

Lid 6

De opbouw van de toelage vindt wederom plaats, indien er sprake is van minimaal één C-score binnen de resultaatgebieden (werkafspraken) en volgens de in het vierde lid a tot en met c genoemde percentages. Hierbij is de achtereenvolgendheid, zoals genoemd in het vierde lid, van de C-score niet van toepassing.

Lid 7 

De in dit artikel bedoelde toelage wordt in zijn geheel ingetrokken indien er een beoordeling op niveau A plaatsvindt of de ambtenaar in aanmerking komt voor een hogere functionele schaal.

Lid 8

De toepassing van dit artikel vindt plaats op basis van de ‘regeling personeelsbeoordeling’.

 

Afspraken

  • 1.

    De inwerkingtreding van de artikelen 12en 13 van de Bezoldigingsregeling gemeente Nissewaard wordt opgeschort tot nader orde..

  • 2.

    Over de inwerkingtreding van bedoelde artikelen wordt in onderling overleg met elkaar afgestemd op basis van de financiële situatie van de gemeente Nissewaard, op welke wijze en tijdstip er uitvoering van deze artikelen kan worden gegeven. Dit wordt elk jaar in de laatste GO vergadering van het jaar besproken.

 

Aldus overeengekomen te Spijkenisse,

De werkgever,

de vakbonden in het BGO,

De burgemeester

AbvaKabo FNV

CNV Publieke Zaak

[redactionele opmerking: de ondertekening ontbreekt.]

[redactionele opmerking: de ondertekening ontbreekt.]

[redactionele opmerking: de ondertekening ontbreekt.]

M. Salet

J.A. van der Hoek

A.A. van Voorden