Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR484729
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR484729/1
Regeling vervallen per 01-01-2019
Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Nissewaard houdende regels omtrent leges Legesverordening 2018
Geldend van 14-12-2017 t/m 31-12-2018
Intitulé
Legesverordening 2018De raad van de gemeente Nissewaard;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 29 november 2017;
gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet en de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet;
gezien het advies van de commissie Bestuur van 21 november 2017;
besluit vast te stellen de Legesverordening 2018.
Artikel 1 Begripsbepalingen
Deze verordening verstaat onder:
- a.
dag: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;
- b.
week: een aaneengesloten periode van zeven dagen;
- c.
maand: het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;
- d.
jaar: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgend kalenderjaar;
- e.
kalenderjaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december.
Artikel 2 Belastbaar feit
-
1. Onder de naam ‘leges’ worden, zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel, rechten geheven voor:
- a.
het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten;
- b.
het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart of een reisdocument;
- a.
-
2. Hetgeen in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel is bepaald over een Nederlandse identiteitskaart voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is van overeenkomstige toepassing op een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor personen met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon.
Artikel 3 Belastingplicht
Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst, de Nederlandse identiteitskaart of het reisdocument, dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.
Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarieven
-
1. De leges worden geheven naar de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
-
2. Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 210 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en herstelwet.
-
3. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.
Artikel 5 Wijze van heffing
-
1. De leges worden geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur.
-
2. Ingeval de leges worden geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, wordt het gevorderde bedrag mondeling dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 6 Termijnen van betaling
-
1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges die bij wege van aanslag worden geheven één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet worden betaald.
-
2. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingwet 1990 moeten de leges die door middel van een kennisgeving worden geheven op het moment van het mondeling dan wel schriftelijk doen van de kennisgeving worden betaald.
-
3. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste en het tweede lid gestelde termijnen.
Artikel 7 Vermindering of teruggaaf
Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst of handeling wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst of handeling in die tarieventabel opgenomen bepaling.
Artikel 8 Vrijstellingen
Leges worden niet geheven voor:
- a.
stukken afgegeven, of diensten verricht in het persoonlijk belang van personen die door een verklaring van de burgemeester van hun woon- of verblijfplaats van hun onvermogen doen blijken, onverminderd hetgeen hieromtrent is bepaald in deze verordening;
- b.
bewijzen van in leven zijn strekkende tot het ontvangen van pensioenen of lijfrenten of andere periodieke uitkeringen ten laste van een publiekrechtelijk lichaam of een bij de wet ingesteld pensioenfonds;
- c.
stukken, opgaven, inlichtingen, onderzoeken en dergelijke welke krachtens wettelijk voorschrift moeten worden verstrekt of verricht;
- d.
stukken vermeld in de tarieventabel onder 1.7.2.1, 1.7.2.2 en 1.7.2.10 af te geven aan vertegenwoordigers van de pers;
- e.
stukken en nasporingen, gevraagd in het algemeen belang door of vanwege de Staat der Nederlanden, de provincie, andere gemeenten, alsmede door of vanwege de vertegenwoordigers van vreemde mogendheden hier te lande;
- f.
een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onderdeel i, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, voor zover het een activiteit betreft bedoeld in artikel 2.2a van het Besluit omgevingsrecht (omgevingsvergunning beperkte milieutoets);
- g.
een vergunning voor het plaatsen van openbare aankondigingen op, aan of in de nabijheid van een mobiele onderzoeksunit die wordt gebruikt voor het doen van bevolkingsonderzoek als bedoeld in artikel 1, onder c, van de Wet op het bevolkingsonderzoek, voor welk onderzoek op grond van die wet een vergunning is verleend, voor zover die aankondigingen een relatie hebben met het bevolkingsonderzoek;
- h.
diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald;
- i.
het in behandeling nemen van een aanvraag als bedoeld in onderdeel 3.2.3, 3.2.6, 3.2.13, 3.2.15, 3.2.17 of 3.2.28 van de bij deze verordening behorende tarieventabel, indien deze aanvraag een vergunning betreft voor een instelling die zich blijkens haar statuten de uitoefening ten doel stelt van activiteiten van maatschappelijke, sociale of culturele aard, waarbij de activiteiten in hoofdzaak worden verricht door vrijwilligers en die voldoet aan door het college van burgemeester en wethouders te stellen voorwaarden.
Artikel 9 Kwijtschelding
Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:
- a.
van zuiver redactionele aard zijn;
- b.
een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in de loop van het kalenderjaar in werking treedt en de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel betreft:
- 1.
onderdeel 1.1.7.3 (akten burgerlijke stand);
- 2.
hoofdstuk 1.2 (reisdocumenten);
- 3.
hoofdstuk 1.3 (rijbewijzen);
- 4.
onderdeel 1.4. (papieren verstrekking uit de basisregistratie personen);
- 5.
hoofdstuk 1.6 (verstrekkingen op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens);
- 6.
onderdeel 1.9.1 1 (verklaring omtrent het gedrag);
- 7.
hoofdstuk 1 13 (kansspelen);
- 1.
een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.
Artikel 11 Nadere regels door burgemeester en wethouders
Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.
Artikel 12 Intrekking oude verordeningen
De Legesverordening 2017 wordt, met uitzondering van de 'Beleidsregel vaststellen bouwkosten bij berekening bouwleges', ingetrokken met ingang van de in artikel 15 genoemde datum van ingang van de heffing.
Artikel 13 Overgangsrecht
De Legesverordening 2017 blijft van toepassing op de belastbare feiten die zich vóór de in artikel 15 genoemde datum van ingang van de heffing hebben voorgedaan.
Artikel 14 Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van de bekendmaking.
Artikel 15 Datum van ingang van de heffing
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2018.
Artikel 16 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als: Legesverordening 2018.
Ondertekening
Bijlage 1 Tarieventabel
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl