Regeling vervallen per 01-01-2024

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Noord-Beveland, houdende regels omtrent een tegemoetkoming uit het declaratiefonds,

Geldend van 01-08-2017 t/m 31-12-2023

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Noord-Beveland, houdende regels omtrent een tegemoetkoming uit het declaratiefonds,

De raad van de gemeente Noord-Beveland;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 2 mei 2017;

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

b e s l u i t:

vast te stellen de Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Noord-Beveland, houdende regels omtrent een tegemoetkoming uit het declaratiefonds, citeertitel Verordening Declaratiefonds Noord-Beveland 2017.

Artikel 1. Begripsbepalingen

Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet en de Algemene wet bestuursrecht (Awb). In deze verordening wordt mede verstaan onder:

  • a.

    college: het college van burgemeester en wethouders;

  • b.

    inwoner: degene die op de datum dat een aanvraag wordt ingediend is ingeschreven in de basisregistratie personen (BRP) van de gemeente Noord-Beveland en feitelijk woonachtig is in de gemeente;

  • c.

    huishouden: aanduiding voor de alleenstaande of in vast verband samenlevende alleenstaande ouder(s), gehuwden/samenwonenden en hun kinderen;

  • d.

    gezinslid: een lid van een huishouden;

  • e.

    vergoeding: een bijdrage uit het Declaratiefonds op basis van te declareren kosten;

  • f.

    toekenning: een verstrekking in natura (voor fietsen en computers);

  • g.

    Wmo-pashouder: degene aan wie op grond van de Verordening Wet maatschappelijke ondersteuning een vervoerspas is verstrekt voor collectief vervoer (i.c. Regiotaxi-Oosterschelde).

Artikel 2. Doel

Het Declaratiefonds heeft tot doel te voorkomen dat inwoners van de gemeente met een laag inkomen in een sociaal-maatschappelijk isolement raken als gevolg van het om financiële redenen niet kunnen deelnemen aan het maatschappelijk verkeer.

Artikel 3. Doelgroep

  • 1. Iedere inwoner die niet over middelen beschikt om te voorzien in de kosten van sociaal-culturele activiteiten, heeft recht op een vergoeding cq. toekenning vanuit het Declaratiefonds.

  • 2. Voor een tegemoetkoming komen in aanmerking de personen van 21 jaar en ouder, die inwoner zijn. De tegemoetkoming wordt verstrekt aan degene die minimaal drie maanden voorafgaand aan de aanvraagdatum is aangewezen op een inkomen van maximaal 120 procent van de voor hem of haar geldende bijstandsnorm. Daarnaast mag het vermogen op de datum van de aanvraag niet meer bedragen dan het vrij te laten vermogen in het kader van de Participatiewet. Het vermogen uit de eigen woning wordt hierbij buiten beschouwing gelaten.

  • 3. De tegemoetkoming geldt voor alleenstaanden, alleenstaande ouders en gehuwden/samenwonenden en hun ten laste komende kinderen tot en met 17 jaar en geldt voor ieder gezinslid afzonderlijk.

  • 4. Inkomsten van ten laste komende kinderen worden niet bij het inkomen van de ouder(s) opgeteld.

  • 5. Thuiswonende jongeren in de leeftijd van 18 tot en met 20 jaar van de in lid 3 vermelde ouder(s) die zelf ook voldoen aan de in lid 2 genoemde inkomens- en vermogenseisen, behoren ook tot de doelgroep van het Declaratiefonds.

  • 6. Van een bijdrage zijn de volgende categorieën inwoners uitgesloten:

    • a.

      studenten die een studie volgen waarvoor studiefinanciering op basis van de Wet studiefinanciering 2000 mogelijk is;

    • b.

      vreemdelingen zonder rechtsgeldige verblijfstitel;

    • c.

      degene aan wie rechtens zijn vrijheid is ontnomen.

Artikel 4. Vergoedbare kosten

  • 1. Voor vergoeding komen in aanmerking de kosten, die door degene die tot de doelgroep behoort zijn gemaakt voor de activiteiten en voorzieningen, zoals die zijn opgenomen in de Bijlage Lijst vergoedingen en toekenningen Declaratiefonds.

  • 2. Voor fietsen en voor computers geldt een afwijkende regeling; deze worden indien mogelijk in natura verstrekt. Toekenning geschiedt zoals in de Bijlage Lijst vergoedingen en toekenningen Declaratiefonds is aangegeven.

Artikel 5. De hoogte van de vergoedingen

In de Bijlage Lijst vergoedingen en toekeningen Declaratiefonds zijn de maximumbedragen per activiteit cq. voorziening opgenomen.

Artikel 6. Aanvraag

  • 1. Een aanvraag voor een vergoeding cq. een toekenning kan tot uiterlijk 1 februari van het jaar, volgend op het jaar waarin de onkosten zijn gemaakt, worden ingediend.

  • 2. Om voor een vergoeding cq. een toekenning in aanmerking te komen, dient de belanghebbende een aanvraagformulier met bewijsstukken in te dienen.

  • 3. De gemaakte kosten dienen achteraf te worden ingediend, voorzien van bewijsstukken die op naam van de aanvrager of diens gezinsleden zijn gesteld.

Artikel 7. Aanvullende bepalingen

  • 1. Het college bepaalt welke gegevens ten behoeve van de vergoeding door de aanvrager in ieder geval dienen te worden verstrekt en welke bewijsstukken dienen te worden overgelegd.

  • 2. Het college bepaalt de wijze en het tijdstip waarop de verstrekking van de gegevens dient plaats te vinden.

  • 3. Het college onderzoekt de juistheid en volledigheid van de verkregen gegevens en stelt zonodig een onderzoek in naar andere gegevens welke noodzakelijk zijn voor de verlening van de aangevraagde vergoeding cq. toekenning.

Artikel 8. Hardheidsclausule

In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.

Artikel 9. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening Declaratiefonds Noord-Beveland 2017”.

Artikel 10. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 augustus 2017 onder intrekking van de Verordening Declaratiefonds 2015.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Noord-Beveland in zijn openbare vergadering van 6 juli 2017.
De griffier, De voorzitter,
C.H. Poortvliet M.J.A. Delhez MSc

Bijlage 1: Lijst vergoedingen en toekenningen Declaratiefonds

In deze bijlage is de lijst met maximale vergoedingen cq. toekenningen opgenomen.

De volgende activiteiten en voorzieningen komen voor een vergoeding cq. toekenning in aanmerking:

Hoofdstuk 1. Algemene vergoedingen

  • 1.1

    De algemene vergoeding die op jaarbasis wordt verstrekt bedraagt maximaal € 200 per gezinslid.

  • 1.2

    Algemene vergoedingen van de werkelijke kosten op grond van deze verordening betreffen vergoedingen voor activiteiten op sociaal, cultureel, sportief, recreatief of maatschappelijk gebied. Het gaat hier om de volgende vergoedingen:

    • bezoek toneel/theatervoorstellingen;

    • bibliotheekabonnement;

    • bioscoopbezoek;

    • cursuskosten;

    • evenementen en attracties binnen en buiten Noord-Beveland;

    • internetabonnement;

    • kerktelefoon;

    • kranten/tijdschriften (abonnementen en losse verkoop);

    • lesgelden voor hobby en sportactiviteiten;

    • lidmaatschapskosten van één of meer verenigingen;

    • voordeelurenkaart NS;

    • zwembadkaarten, incl. acitiviteiten/zwemleskaarten;

    • abonnement personenalarmering.

 

Hoofdstuk 2. Aanvullende vergoedingen

  • 2.1

    Gekoppeld aan lidmaatschapskosten mag op jaarbasis € 50 extra worden besteed aan bijkomende kosten zoals bijvoorbeeld sportkleding, visakte of hobbymateriaal.

  • 2.2

    Jaarlijks kan een extra vergoeding van maximaal € 100 worden verstrekt aan personen van 0 t/m 17 jaar. De extra vergoeding kan worden gebruikt voor activiteiten op het gebied van sport, cultuur en recreatie. Voor de allerjongsten kan gedacht worden aan babyzwemmen.

 

Hoofdstuk 3. Vergoeding middelbaar onderwijs

  • 3.1

    Voor inwonende en ten laste van de ouder komende kinderen die middelbaar onderwijs volgen, kan een bijdrage in de schoolkosten worden verstrekt van maximaal € 125 voor kinderen in de leeftijd van 12 t/m 15 jaar en maximaal € 175 voor kinderen in de leeftijd van 16 en 17 jaar.

  • 3.2

    Deze vergoeding staat los van de algemene vergoeding en van de aanvullende vergoedingen als bedoeld in hoofdstuk 1 en hoofdstuk 2.

 

Hoofdstuk 4. Regeling fietsen

  • 4.1

    Voor gezinsleden uit een gezin dat reeds gedurende minimaal een jaar heeft moeten rondkomen van een inkomen onder de van toepassing zijnde bijstandsnorm vermeerderd met 20% geldt dat zij vanaf hun 4e jaar de beschikking kunnen krijgen over een fiets onder de volgende voorwaarden:

    • ieder gezinslid van 4 t/m 14 jaar kan eens in de 3 jaar een fiets krijgen;

    • ieder gezinslid van 15 jaar of ouder kan eens in de 5 jaar een fiets krijgen;

    • indien er op het moment van aanvraag geen fiets voor betrokkene beschikbaar is, kan een bijdrage worden toegekend van maximaal € 170 voor de aankoop van een fiets elders.

 

Hoofdstuk 5. Regeling computers

  • 5.1

    Voor een huishouden dat reeds gedurende minimaal een jaar heeft moeten rondkomen van een inkomen onder de van toepassing zijnde bijstandsnorm vermeerderd met 20%, geldt dat onder bepaalde voorwaarden een bijdrage kan worden toegekend voor één computer/laptop en/of printer per huishouden. Deze voorwaarden zijn:

    • de eventuele reeds aanwezige computer/laptop/printer is ouder dan 5 jaar;

    • het maximum te vergoeden bedrag bedraagt € 500 voor een computer/laptop en € 50 voor een printer (incl. verwijderingsbijdrage).

 

Hoofdstuk 6. Regeling Regiotaxi-Oosterschelde

  • 6.1

    Wmo-pashouders die behoren tot de doelgroep van het declaratiefonds kunnen in aanmerking komen voor de tegemoetkoming in de kosten van de Regiotaxi.

  • 6.2

    De kosten van de Regiotaxi boven het voor eigen rekening blijvende bedrag van € 540 per jaar kunnen dan gedeclareerd worden tot een maximumbedrag van € 240 per jaar per persoon.

 

Hoofdstuk 7. Ouderenvergoeding

  • 7.1

    Ten behoeve van personen van 65 jaar en ouder en gehandicapten kan een vergoeding worden verstrekt van maximaal € 55 per jaar als tegemoetkoming in de abonnementskosten van de telefoon.

  • 7.2

    De vergoeding genoemd onder 7.1 wordt per huishouden verstrekt.

  • 7.3

    Onder gehandicapte wordt voor de toepassing van 7.1 bedoeld, degene die als gevolg van ziekte/gebrek is aangewezen op een of meerdere voorzieningen voor gehandicapten.