Kaderregeling subsidiëring evenementen cultuur en sport Noord-Brabant

Geldend van 15-03-2012 t/m heden

Intitulé

Kaderregeling subsidiëring evenementen cultuur en sport Noord-Brabant

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant;

Besluiten vast te stellen de volgende regeling:

Artikel 1 Begripsbepalingen 

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    Diensten van algemeen belang: markt- en niet-marktdiensten die door de overheidsinstanties van algemeen belang worden geacht;

  • b.

    Diensten van algemeen economisch belang: diensten waar een publiek belang mee gemoeid is maar die ook op de markt worden aangeboden. De interne marktregels en de mededingingsregels zijn (in principe) op deze diensten van toepassing;

  • c.

    Evenementen cultuur en sport: evenementen in Noord-Brabant die voor de inwoners van Brabant van groot belang zijn, om dicht bij huis tegen een lage of lagere prijs of op een veilige manier van cultuur of? sport te kunnen genieten of daaraan deel te kunnen nemen;

  • d.

    Marktconforme voorwaarden: voorwaarden waarbij de kosten die de provincie Noord-Brabant maakt vergelijkbaar zijn met de kosten die andere financiers in vergelijkbare gevallen maken;

  • e.

    Niet-economische diensten van algemeen belang: diensten waarmee een publiek belang gemoeid is, die niet op de markt worden aangeboden en waarop de interne markt- en mededingingsregels niet van toepassing zijn;

  • f.

    Redelijke winst: vergoeding op het eigen kapitaal waarbij rekening wordt gehouden met het risico voor de onderneming, of het ontbreken daarvan, door het optreden van de overheid, met name wanneer deze laatste uitsluitende of bijzondere rechten verleent;

  • g.

    Staatssteun: subsidie-equivalent in overeenstemming met de voorwaarden uit artikel 107 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

Artikel 2 Toepassingsgebied

  • 1. Deze regeling is van toepassing op maatregelen ter ondersteuning van sport- en cultuurevenementen die niet onder markconforme voorwaarden plaatsvinden, welke een vorm van staatssteun bevatten die als compensatie wordt toegekend met betrekking tot diensten van algemeen economisch belang in de zin van artikel 106, tweede lid, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

  • 2. Voor maatregelen als bedoeld in het eerste lid betreft het een compensatie voor een openbare dienst welke wordt toegekend aan ondernemingen die voor de betrokken dienst jaarlijks minder dan € 15 miljoen compensatie ontvangen.

  • 3. De in het tweede lid genoemde drempel van € 15 miljoen kan worden bepaald aan de hand van een jaargemiddelde, dat de waarde vertegenwoordigt van de compensatie die tijdens de duur van het contract of over een periode van maximaal 10 jaar wordt toegekend.

Artikel 3 Belasten van ondernemingen 

  • 1. Deze regeling kan worden toegepast indien de betrokken onderneming met de verantwoordelijkheid voor het beheer van de dienst van algemeen economisch belang wordt belast door middel van een of meer officiële besluiten.

  • 2. Een besluit, als bedoeld in het eerste lid bepaalt in ieder geval:

    • a. de aard en de duur van de openbare dienst verplichtingen;

    • b. de betrokken ondernemingen en het betrokken grondgebied;

    • c. de aard van alle uitsluitende of bijzondere rechten die de ondernemingen zijn toegekend;

    • d. de parameters voor de berekening, de controle en de herziening van de compensatie;

    • e. de regelingen om overcompensatie te vermijden en terug te betalen.

Artikel 4 Compensatie 

  • 1. Het compensatiebedrag is niet hoger dan de kosten van de uitvoering van openbare dienst verplichtingen, rekening houdend met de opbrengsten alsmede met een redelijke winst uit het voor de uitvoering van die verplichtingen noodzakelijke eigen kapitaal.

  • 2. De compensatie mag alleen worden gebruikt voor het beheer van de desbetreffende dienst van algemeen economisch belang, onverlet de mogelijkheid van de onderneming om een redelijke winst te genieten.

  • 3. De in aanmerking te nemen kosten omvatten alle kosten die voor het beheer van de dienst van algemeen economisch belang worden gemaakt.

  • 4. De kosten, bedoeld in het derde lid worden als volgt berekend:

    • a. wanneer de activiteiten van de betrokken onderneming tot de dienst van algemeen economisch belang beperkt blijven, kunnen al haar kosten in aanmerking worden genomen;

    • b. wanneer de onderneming ook buiten de dienst van algemeen economisch belang werkzaam is, kunnen enkel de kosten die met de dienst van algemeen economisch belang verband houden, in aanmerking worden genomen;

    • c. de aan de dienst van algemeen economisch belang toegerekende kosten kunnen alle variabele kosten wegens het verstrekken van de dienst van algemeen economisch belang omvatten, een evenredige bijdrage in de gemeenschappelijke vaste kosten van de dienst van algemeen economisch belang en de andere activiteiten, en een redelijke winst, en

    • d. de kosten verband houdende met investeringen, met name ten behoeve van de infrastructuur, mogen in aanmerking worden genomen wanneer deze voor het beheer van de dienst van algemeen economisch belang noodzakelijk zijn.

  • 5. De in aanmerking te nemen inkomsten omvatten tenminste alle met de dienst van algemeen economisch belang behaalde inkomsten.

  • 6. Beschikt de betrokken onderneming over bijzondere of uitsluitende rechten welke verband houden met een andere dienst van algemeen economisch belang die een hogere winst oplevert dan een redelijke winst, of geniet zij andere door de staat toegekende voordelen, dan worden deze bij haar inkomsten meegerekend, ongeacht hun kwalificatie ten aanzien van artikel 107 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

  • 7. Gedeputeerde Staten kunnen besluiten dat de met andere activiteiten buiten de dienst van algemeen economisch belang behaalde winsten geheel of gedeeltelijk voor de financiering van de dienst van algemeen economisch belang moeten worden bestemd.

  • 8. Het percentage van de redelijke winst mag in de regel niet hoger liggen dan het gemiddelde percentage dat in de betrokken sector tijdens de laatste jaren is vastgesteld.

  • 9. In sectoren waar er geen onderneming is die met de met de dienst van algemeen economisch belang belaste onderneming valt te vergelijken, kan een vergelijking worden gemaakt met ondernemingen uit andere lidstaten of zonodig uit andere sectoren, mits met de specifieke kenmerken van elke sector rekening wordt gehouden.

  • 10. Om te bepalen wat een redelijke winst is, mogen Gedeputeerde Staten stimulerende criteria invoeren, afhankelijk van met name de kwaliteit van de aangeboden dienst en winst inzake de productie-efficiëntie.

  • 11. Wanneer een onderneming activiteiten verricht die zowel binnen als buiten de werkingssfeer van diensten van algemeen economisch belang vallen, worden in de interne boekhouding de kosten en inkomsten die met de dienst van algemeen economisch belang verband houden, en die van de andere diensten, alsmede de parameters voor de toerekening van die kosten en inkomsten, gescheiden opgenomen.

  • 12. De kosten die verband houden met activiteiten die buiten de werkingssfeer van de dienst van algemeen economisch belang vallen, omvatten alle variabele kosten, een passende bijdrage in de gemeenschappelijke vaste kosten en een passende vergoeding voor het kapitaal.

  • 13. Voor de kosten, bedoeld in het twaalfde lid mag geen compensatie worden verleend.

Artikel 5 Controle op overcompensatie 

  • 1 Door of namens Gedeputeerde Staten worden ten minste om de drie jaar controles uitgevoerd gedurende de periode waarvoor de onderneming met het beheer van de dienst van algemeen economisch belang is belast, en aan het einde van die periode.

  • 2 Gedeputeerde Staten vorderen betaalde overcompensatie terug en passen de parameters ter berekening van de compensatie voor de toekomst aan.

  • 3 Wanneer het bedrag van de overcompensatie niet meer bedraagt dan 10 % van het bedrag van de jaarlijkse compensatie, mag deze overcompensatie naar de volgende jaarlijkse periode worden overgedragen en wordt deze op het compensatiebedrag dat voor die periode zou worden betaald, in mindering gebracht.

Artikel 6 Beschikbaarheid van gegevens 

  • 1 Gedeputeerde Staten houden gedurende de periode waarvoor de onderneming met het beheer van de dienst van algemeen economisch belang is belast en ten minste tien jaar na afloop van die periode, alle gegevens beschikbaar die noodzakelijk zijn om vast te stellen of de verleende compensatie met deze regeling verenigbaar is.

  • 2 Gedeputeerde Staten verstrekken de Commissie op haar schriftelijke verzoek alle gegevens die zij nodig acht om te kunnen nagaan of de geldende compensatiemaatregelen met deze regeling verenigbaar zijn.

Artikel 7 Verslaglegging 

Gedeputeerde Staten dienen om de drie jaar bij de Europese Commissie een verslag in over de tenuitvoerlegging van deze regeling, dat een gedetailleerde beschrijving van de toepassingsvoorwaarden in alle sectoren bevat.

Artikel 8 Overgangsbepalingen

  • 1  Vóór de inwerkingtreding van deze regeling van kracht geworden steunregelingen die overeenkomstig Beschikking 2005/842/EG verenigbaar waren met de interne markt en waren vrijgesteld van de aanmeldingsverplichting, blijven gedurende een periode van nog eens twee jaar verenigbaar met de interne markt en vrijgesteld van de aanmeldingsverplichting;

  • 2  Vóór de inwerkingtreding van deze regeling van kracht geworden steunmaatregelen die overeenkomstig Beschikking 2005/842/EG niet verenigbaar waren met de interne markt noch waren vrijgesteld van de aanmeldingsverplichting, maar die aan de in het Besluit 2012/21/EU van de Commissie van 20 december 2011 betreffende de toepassing van artikel 106, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op staatssteun in de vorm van compensatie voor de openbare dienst, verleend aan bepaalde met het beheer van diensten van algemeen economisch belang belaste ondernemingen (PbEU 2012, L 7) vastgestelde voorwaarden voldoen, zijn verenigbaar met de interne markt en zijn vrijgesteld van de aanmeldingsverplichting.

Artikel 9 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 10 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Kaderregeling subsidiëring evenementen cultuur en sport Noord-Brabant.

Ondertekening

’s-Hertogenbosch, 25 november 2008
Gedeputeerde Staten voornoemd,
de voorzitter J.R.H. Maij-Weggen
de secretaris drs. W.G.H.M. Rutten