Regeling vervallen per 10-12-2015

Subsidieregeling natuur en samenleving Noord-Brabant

Geldend van 10-12-2015 t/m 09-12-2015

Intitulé

Subsidieregeling natuur en samenleving Noord-Brabant

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Gelet op artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Noord-Brabant;

Overwegende dat Provinciale Staten op 21 september 2012 Brabant: Uitnodigend Groen, de provinciale natuur en landschapsvisie 2012-2022 hebben vastgesteld;

Overwegende dat Gedeputeerde Staten op 1 april 2014 het deelprogramma Natuur en Samenleving hebben vastgesteld als uitwerking van de provinciale natuur en landschapsvisie 2012-2022;

Overwegende dat de provincie investeringen van burgers en ondernemers in natuur wil stimuleren;

Overwegende dat Gedeputeerde Staten op de te subsidiëren projecten van paragraaf 1 en 3 het Besluit 2012/21/EU van de Commissie van 20 december 2011 betreffende de toepassing van artikel 106, tweede lid , van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op staatssteun in de vorm van compensatie voor de openbare dienst, verleend aan bepaalde met het beheer van diensten van algemeen economisch belang belaste ondernemingen (PbEU 2012, L 7) van toepassing verklaren;

Besluiten vast te stellen de volgende regeling:

§ 1 Ondernemen met natuur

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze paragraaf wordt verstaan onder:

  • a.

     biodiversiteit: graad van verscheidenheid van flora en fauna in een gebied;

  • b.

     de-minimissteun: steun die voldoet aan de voorwaarden voor vrijstelling van aanmelding als opgenomen in Verordening (EU) nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun, Pb EU L 352/9 van 24 december 2013, met inbegrip van eventueel in de toekomst vast te stellen wijzigingen;

  • c.

     niet economische dienst van algemeen belang: dienst die niet economisch van aard is en die van algemeen belang wordt geacht;

  • d.

     dienst van algemeen economisch belang: dienst zoals bedoeld in artikel 106 tweede lid van het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie (2012C 326/01) en in de mededeling van de Commissie (2012C 8/02) van 11 januari 2012 betreffende de toepassing van de staatssteunregels van de Europese Unie op voor het verrichten van diensten van algemeen economisch belang verleende compensatie, met inbegrip van eventueel in de toekomst vast te stellen wijzigingen;

  • e.

     ecologische hoofdstructuur: samenhangend netwerk van natuurgebieden van nationaal en internationaal belang met als doel de veiligstelling van ecosystemen met de daarbij behorende soorten bestaande uit de meest waardevolle natuur- en bosgebieden en andere gebieden met belangrijke aanwezige en te ontwikkelen natuurwaarden;

  • f.

    landgoed: groot stuk grond van meerdere hectares, met landerijen, bossen en tuinen en daarop vaak een of meerdere gebouwen, landhuizen, boerderijen of een kasteel; 

  • g.

     natuur: geheel van planten en dieren in hun natuurlijke omgeving;

  • h.

     onderneming: eenheid die een economische activiteit uitoefent, ongeacht haar rechtsvorm en de wijze waarop zij wordt gefinancierd.

Artikel 2 Doelgroep

Subsidie op grond van deze paragraaf kan worden aangevraagd door:

  • a.

     ondernemingen;

  • b.

    eigenaren van landgoederen die rechtspersoonlijkheid bezitten

  • c.

    [Vervallen.]

Artikel 3 Subsidievorm

  • 1  Gedeputeerde Staten verstrekken op grond van deze paragraaf projectsubsidies.

  • 2  Subsidies als bedoeld in het eerste lid worden verstrekt in de vorm van een geldbedrag.

Artikel 4 Subsidiabele activiteiten

Subsidie kan worden verstrekt voor projecten gericht op:

  • a.

     de aanleg van nieuwe natuur;

  • b.

     het opstellen en uitvoeren van een plan betreffende nieuwe bronnen van inkomsten die ten goede komen aan het beheren van natuur en landschap;

  • c.

     het opstellen en uitvoeren van een plan betreffende nieuwe bronnen van inkomsten die ten goede komen aan het verbeteren van de kwaliteit van natuur en landschap;

  • d.

    het opstellen van een plan betreffende nieuwe bronnen van inkomsten gekoppeld aan de aanleg van nieuwe natuur binnen de ecologische hoofdstructuur.

Artikel 5 Weigeringsgronden

Subsidie wordt geweigerd indien:

  • a.

    voor het project reeds subsidie is verstrekt op grond van een andere provinciale subsidieregeling;

  • b.

    de subsidieaanvrager in dezelfde aanvraagperiode reeds een aanvraag op grond van deze paragraaf heeft ingediend.

Artikel 6 Subsidievereisten

  • 1  Om voor subsidie als bedoeld in artikel 4 in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:

    • a.

       het project wordt uitgevoerd in de provincie Noord-Brabant;

    • b.

       aan de aanvraag liggen ten grondslag:

      • 1°.

           een projectplan, waarin in ieder geval is opgenomen op welke wijze wordt voldaan aan de vereisten in deze paragraaf;

      • 2°.

         een sluitende en realistische begroting met onderbouwing.

  • 2  Onverminderd het eerste lid, wordt om voor subsidie als bedoeld in artikel 4 in aanmerking te komen voldaan aan een van de volgende vereisten:

    • a.

       het project kan worden aangemerkt als niet economische dienst van algemeen belang;

    • b.

       de subsidieaanvrager beschikt over een aanwijzingsbesluit dienst van algemeen economisch belang en het project voldoet aan de voorwaarden van het aanwijzingsbesluit;

    • c.

       de subsidieaanvrager voldoet aan de voorwaarden van de de-minimisverordening.

  • 3  Onverminderd het eerste lid, wordt om voor subsidie als bedoeld in artikel 4, onder a, in aanmerking te komen voldaan aan de volgende vereisten:

    • a.

       de nieuwe natuur wordt aangelegd buiten de ecologische hoofdstructuur;

    • b.

       de nieuwe natuur wordt aangelegd buiten de kavel waarop een woonhuis is gelegen;

    • c.

        het areaal nieuwe natuur bedraagt ten minste tweeënhalve hectare.

  • 4  Onverminderd het eerste lid, wordt om voor subsidie als bedoeld in artikel 4, onder b, in aanmerking te komen voldaan aan het vereiste dat er sprake is van nieuwe bronnen van inkomsten die worden besteed aan het beheer van de natuur, tot uitdrukking komend in een projectplan met een analyse van financiële risico’s en kansen.

  • 5  Onverminderd het eerste lid, wordt om voor subsidie als bedoeld in artikel 4, onder c, in aanmerking te komen voldaan aan het vereiste dat er sprake is van nieuwe bronnen van inkomsten die worden besteed aan de verbetering van de biodiversiteit tot uitdrukking komend in een projectplan met een analyse van financiële risico’s en kansen.

  • 6 Onverminderd het eerste lid, wordt om voor subsidie als bedoeld in artikel 4, onder d, in aanmerking te komen voldaan aan de volgende vereisten:

    • a.

      het plan heeft betrekking op een areaal nieuwe natuur van ten minste vijf hectare;

    • b.

      in het projectplan wordt een analyse opgenomen van financiële risico’s en kansen.

       

Artikel 7 Subsidiabele kosten

  • 1  Voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie komen de volgende kosten voor subsidie in aanmerking:

    • a.

       loonkosten van medewerkers die direct bij de uitvoering van het project betrokken zijn;

    • b.

       loonkosten van deskundigen;

    • c.

       kosten voor onderzoek en gelijkwaardige diensten van kennisinstituten die uitsluitend voor het project worden gebruikt;

    • d.

       kosten voor publiciteit en communicatie.

  • 2  Voor de berekening van de uurtarieven past de subsidieaanvrager de berekeningssystematiek, genoemd in artikel 13 van de Regeling uniforme kostenbegrippen en berekeningswijzen Noord-Brabant, toe.

Artikel 8 Vereisten subsidieaanvraag

Subsidieaanvragen worden ingediend van 26 mei 2015 tot en met 17 november 2015.

Artikel 9 Subsidieplafond

Gedeputeerde Staten stellen het subsidieplafond voor subsidies als bedoeld in artikel 4, voor de periode van genoemd in artikel 8, vast op € 160.000.

Artikel 10 Subsidiehoogte

  • 1  De hoogte van de subsidie, bedoeld in artikel 4, bedraagt maximaal 50% van de subsidiabele kosten, tot een maximum van € 40.000.

  • 2  Indien toepassing van het eerste lid ertoe leidt dat de subsidie minder bedraagt dan € 5.000, wordt de subsidie niet verstrekt.

  • 3  Indien de subsidieaanvrager gebruik maakt van de-minimissteun mag, onverminderd het maximum, genoemd in het eerste lid, het maximumbedrag aan de-minimissteun van € 200.000 dat over een periode van drie belastingjaren door bestuursorganen is verstrekt, niet worden overschreden.

Artikel 11 Verdeelcriteria

  • 1  Subsidie wordt verdeeld op volgorde van binnenkomst van de subsidieaanvragen.

  • 2  Indien een subsidieaanvraag nog niet volledig is, geldt voor het bepalen van de onderlinge rangschikking voor de verdeling van de subsidie de dag waarop de subsidieaanvraag volledig is als datum van binnenkomst.

  • 3  Dreigt het subsidieplafond op enige dag te worden overschreden, dan vindt rangschikking van de op die dag binnengekomen volledige subsidieaanvragen plaats door middel van loting.

Artikel 12 Verplichtingen

  • 1  De subsidieontvanger heeft in ieder geval de volgende verplichtingen:

    • a.

       het project start binnen drie maanden na de datum van de beschikking tot subsidieverlening;

    • b.

       het project wordt gerealiseerd voor 31 december 2016;

    • c.

       de bevindingen en resultaten van het project worden toegankelijk gemaakt voor derden;

    • d.

       bij subsidies van € 25.000 en hoger overlegt de subsidieontvanger jaarlijks een tussentijds voortgangsverslag, indien de periode van uitvoering van de activiteiten waarvoor subsidie wordt verstrekt meer dan twaalf maanden bedraagt.

  • 2  De subsidieontvanger kan uiterlijk twee maanden voor het verstrijken van de termijn een aanvraag indienen tot ontheffing van de verplichting, bedoeld in het eerste lid, onder b.

  • 3  In de aanvraag, bedoeld in het tweede lid, wordt gemotiveerd aangegeven waarom de activiteit niet voor 31 december 2016 kan worden gerealiseerd.

  • 4  Gedeputeerde Staten kunnen besluiten de termijn, bedoeld in het eerste lid, onder b, eenmaal met maximaal een half jaar te verlengen.

Artikel 13 Prestatieverantwoording

  • 1  Bij subsidies tot € 25.000 leggen Gedeputeerde Staten in de beschikking tot subsidieverlening vast op welke wijze de subsidieontvanger desgevraagd aantoont dat de activiteiten, waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht en dat aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen is voldaan.

  • 2  Bij subsidies van € 25.000 en hoger leggen Gedeputeerde Staten in de beschikking tot subsidieverlening vast op welke wijze de subsidieaanvrager aantoont dat de activiteiten, waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht en dat aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen is voldaan.

Artikel 14 Bevoorschotting en betaling

  • 1  Bij subsidies van € 25.000 en hoger verstrekken Gedeputeerde Staten een voorschot van ten hoogste 80% van het verleende subsidiebedrag.

  • 2  Gedeputeerde Staten bepalen de hoogte van het voorschot, bedoeld in het eerste lid, op basis van prestaties, besteding en liquiditeitsbehoefte van de subsidieontvanger.

  • 3  Gedeputeerde Staten betalen het voorschot in termijnen, waarvan de hoogte en tijdstippen in de beschikking tot subsidieverlening worden bepaald.

§ 2 Leefgebied van de bij

Artikel 15 Begripsbepalingen

In deze paragraaf wordt verstaan onder:

  • a.

     de-minimissteun: steun die voldoet aan de voorwaarden voor vrijstelling van aanmelding als opgenomen in Verordening (EU) nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun, Pb EU L 352/9 van 24 december 2013, met inbegrip van eventueel in de toekomst vast te stellen wijzigingen;

  • b.

     groene structuur: netwerk van groene elementen door stedelijk gebied en landelijk gebied;

  • c.

     leefgebied van de bij: gebied dat voldoet aan de ecologische vereisten van de bij;

  • d.

     onderneming: eenheid die een economische activiteit uitoefent, ongeacht haar rechtsvorm en de wijze waarop zij wordt gefinancierd.

Artikel 16 Doelgroep

Subsidie op grond van deze paragraaf kan worden aangevraagd door rechtspersonen.

Artikel 17 Subsidievorm

  • 1  Gedeputeerde Staten verstrekken op grond van deze paragraaf projectsubsidies.

  • 2  Subsidies als bedoeld in het eerste lid worden verstrekt in de vorm van een geldbedrag.

Artikel 18 Subsidiabele activiteiten

Subsidie kan worden verstrekt voor projecten gericht op verbetering van het leefgebied van de bij door:

  • a.

     inrichtingsmaatregelen;

  • b.

     verminderen van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen;

  • c.

     kennisontwikkeling en kennisuitwisseling ten behoeve van de imkerpraktijk.

Artikel 19 Weigeringsgronden

Subsidie wordt geweigerd indien voor het project reeds subsidie is verstrekt op grond van een andere provinciale subsidieregeling.

Artikel 20 Subsidievereisten

  • 1  Om voor subsidie als bedoeld in artikel 18 in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:

    • a.

       het project wordt uitgevoerd in de provincie Noord-Brabant;

    • b.

       aan de aanvraag liggen ten grondslag:

      • 1°.

           een projectplan, waarin in ieder geval is opgenomen op welke wijze wordt voldaan aan de vereisten in deze paragraaf;

      • 2°.

         een realistische en sluitende begroting met onderbouwing.

  • 2  Onverminderd het eerste lid, wordt om voor subsidie als bedoeld in artikel 18, onder a, in aanmerking te komen, voldaan aan de volgende vereisten:

    • a.

       het desbetreffende leefgebied sluit aan op een groene structuur;

    • b.

       er is sprake van een toename van het aantal inheemse drachtplanten van minimaal een kwart hectare, niet noodzakelijkerwijs aaneengesloten of er is sprake van andere voorzieningen die ten goede komen aan het leefgebied.

Artikel 21 Subsidiabele kosten

Voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie komen voor subsidies als bedoeld in artikel 18 de volgende kosten voor subsidie in aanmerking:

  • a.

     kosten voor de aanleg van inrichtingen;

  • b.

     kosten voor planontwikkeling tot een maximum van 30% van de subsidiabele kosten;

  • c.

     kosten voor kennisontwikkeling of kennisverspreiding.

Artikel 22 Vereisten subsidieaanvraag

Subsidieaanvragen worden ingediend van 20 oktober 2014 tot en met 31 maart 2015.

Artikel 23 Subsidieplafond

Gedeputeerde Staten stellen het subsidieplafond voor subsidies als bedoeld in artikel 18, voor de periode van 20 oktober 2014 tot en met 31 maart 2015, vast op € 375.830.

Artikel 24 Subsidiehoogte

  • 1  De hoogte van de subsidie, bedoeld in artikel 18, bedraagt maximaal 75% van de subsidiabele kosten, tot een maximum van € 40.000.

  • 2  Indien toepassing van het eerste lid ertoe leidt dat de subsidie minder bedraagt dan € 5.000, wordt de subsidie niet verstrekt.

  • 3  Onverminderd het maximum, genoemd in het eerste lid, wordt indien de subsidieaanvrager een onderneming is en aan hem reeds door een ander bestuursorgaan subsidie is verstrekt, slechts een zodanig bedrag aan subsidie verstrekt dat voor het totale bedrag aan subsidies over een periode van drie belastingjaren het maximumbedrag aan de-minimissteun van € 200.000 voor ondernemingen niet wordt overschreden.

Artikel 25 Verdeelcriteria

  • 1  Subsidie wordt verdeeld op volgorde van binnenkomst van de subsidieaanvragen.

  • 2  Indien een subsidieaanvraag nog niet volledig is, geldt voor het bepalen van de onderlinge rangschikking voor de verdeling van de subsidie de dag waarop de subsidieaanvraag volledig is als datum van binnenkomst.

  • 3  Dreigt het subsidieplafond op enige dag te worden overschreden, dan vindt rangschikking van de op die dag binnengekomen volledige subsidieaanvragen plaats door middel van loting.

Artikel 26 Verplichtingen

  • 1.

     De subsidieontvanger heeft in ieder geval de volgende verplichtingen:

  • a.

     het project start binnen drie maanden na de datum van de beschikking tot subsidieverlening;

  • b.

     het project wordt gerealiseerd voor 31 december 2015;

  • c.

     de bevindingen en resultaten van het project worden toegankelijk gemaakt voor derden.

  • 2.

     De subsidieontvanger kan uiterlijk twee maanden voor het verstrijken van de termijn een aanvraag indienen tot ontheffing van de verplichting, bedoeld in het eerste lid, onder b.

  • 3.

     In de aanvraag, bedoeld in het tweede lid, wordt gemotiveerd aangegeven waarom de activiteit niet voor 31 december 2015 kan worden gerealiseerd.

  • 4.

     Gedeputeerde Staten kunnen besluiten de termijn, bedoeld in het eerste lid, onder b, eenmaal met maximaal een half jaar te verlengen.

Artikel 27 Prestatieverantwoording

  • 1  Bij subsidies tot € 25.000 leggen Gedeputeerde Staten in de beschikking tot subsidieverlening vast op welke wijze de subsidieontvanger desgevraagd aantoont dat de activiteiten, waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht en dat aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen is voldaan.

  • 2  Bij subsidies van € 25.000 en hoger leggen Gedeputeerde Staten in de beschikking tot subsidieverlening vast op welke wijze de subsidieaanvrager aantoont dat de activiteiten, waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht en dat aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen is voldaan.

Artikel 28 Bevoorschotting en betaling

  • 1  Bij subsisidie van € 25.000 en hoger verstrekken Gedeputeerde Staten een voorschot van ten hoogste 80% van het verleende subsidiebedrag.

  • 2  Gedeputeerde Staten bepalen de hoogte van het voorschot, bedoeld in het eerste lid, op basis van prestaties, besteding en liquiditeitsbehoefte van de subsidieontvanger.

  • 3  Gedeputeerde Staten betalen het voorschot in termijnen, waarvan de hoogte en tijdstippen in de beschikking tot subsidieverlening worden bepaald.

§ 3 Betrokkenheid bij natuur

Artikel 29 Begripsbepalingen

In deze paragraaf wordt verstaan onder:

  • a.

     niet economische dienst van algemeen belang: dienst die niet economisch van aard is en die van algemeen belang wordt geacht;

  • b.

     dienst van algemeen economisch belang: dienst zoals bedoeld in artikel 106 lid 2 van het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie (2012C 326/01) en in de mededeling van de Commissie (2012C 8/02) van 11 januari 2012 betreffende de toepassing van de staatssteunregels van de Europese Unie op voor het verrichten van diensten van algemeen economisch belang verleende compensatie, met inbegrip van eventueel in de toekomst vast te stellen wijzigingen.

Artikel 30 Doelgroep

Subsidie op grond van deze paragraaf kan worden aangevraagd door rechtspersonen met als doelstelling natuur.

Artikel 31 Subsidievorm

  • 1  Gedeputeerde Staten verstrekken op grond van deze paragraaf projectsubsidies.

  • 2  Subsidies als bedoeld in het eerste lid worden verstrekt in de vorm van een geldbedrag.

Artikel 32 Subsidiabele activiteiten

Subsidie kan worden verstrekt voor activiteiten gericht op:

  • a.

     het werven van vrijwilligers voor natuur of landschap;

  • b.

     het waarderen van bestaande vrijwilligersgroepen voor natuur of landschap.

Artikel 33 Weigeringsgronden

Subsidie wordt geweigerd indien voor het project reeds subsidie is verstrekt op grond van een andere provinciale subsidieregeling.

Artikel 34 Subsidievereisten

  • 1  Om voor subsidie als bedoeld in artikel 32 in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:

    • a.

       de activiteiten worden uitgevoerd in de provincie Noord-Brabant;

    • b.

       de activiteiten kunnen worden aangemerkt als niet economische dienst van algemeen belang of de subsidieaanvrager beschikt over een aanwijzingsbesluit dienst van algemeen economisch belang en de activiteiten voldoen aan de voorwaarden van het aanwijzingsbesluit;

    • c.

       aan de aanvraag liggen ten grondslag:

      • 1°.

         een projectplan, waarin in ieder geval is opgenomen op welke wijze wordt voldaan aan de vereisten in deze paragraaf;

      • 2°.

         een realistische en sluitende begroting met onderbouwing.

  • 2  Onverminderd het eerste lid, wordt om voor subsidie als bedoeld in artikel 32, onder a, in aanmerking te komen, voldaan aan de volgende vereisten:

    • a.

       er worden minimaal dertig vrijwilligers geworven;

    • b.

       er is sprake van een verbreding van de groep vrijwilligers;

    • c.

       naast de bestaande wijze van organiseren van vrijwilligers wordt een nieuwe organisatievorm ontwikkeld die aansluit bij de nieuwe doelgroep;

    • d.

       het project voorziet in het verhogen van kennis of verschaffen van benodigdheden van de nieuwe vrijwilligers.

  • 3  Onverminderd het eerste lid, wordt om voor subsidie als bedoeld in artikel 32, onder b, in aanmerking te komen, voldaan aan de volgende vereisten:

    • a.

       het project voorziet in het verhogen van kennis of verschaffen van benodigdheden van bestaande vrijwilligersgroepen;

    • b.

       het project draagt bij aan het voortbestaan van de vrijwilligersgroepen;

    • c.

       er worden minimaal 100 vrijwilligers bereikt.

Artikel 35 Subsidiabele kosten

  • 1  Voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie komen de volgende kosten voor subsidie in aanmerking:

    • a.

       loonkosten van medewerkers die direct bij de uitvoering van het project betrokken zijn;

    • b.

       kosten voor publiciteit en communicatie;

    • c.

       kosten voor apparatuur;

    • d.

       kosten voor vrijwilligers:

      • 1°.

         tot 23 jaar, maximaal € 2,50 per uur tot een maximum van € 150 per maand en € 1.500 per jaar;

      • 2°.

         van 23 jaar en ouder, maximaal € 4,50 per uur tot een maximum van € 150 per maand en € 1.500 per jaar.

  • 2  Voor de berekening van de uurtarieven past de subsidieaanvrager de berekeningssystematiek, genoemd in artikel 13 van de Regeling uniforme kostenbegrippen en berekeningswijzen Noord-Brabant, toe.

Artikel 36 Vereisten subsidieaanvraag

Subsidieaanvragen worden ingediend van 20 oktober 2014 tot en met 31 maart 2015.

Artikel 37 Subsidieplafond

Gedeputeerde Staten stellen het subsidieplafond voor subsidies als bedoeld in artikel 32, voor de periode van 20 oktober 2014 tot en met 31 maart 2015, vast op € 100.000.

Artikel 38 Subsidiehoogte

  • 1  De hoogte van de subsidie, bedoeld in artikel 32, bedraagt maximaal 75% van de subsidiabele kosten, tot een maximum van € 40.000.

  • 2  Indien toepassing van het eerste lid ertoe leidt dat de subsidie minder bedraagt dan € 5.000, wordt de subsidie niet verstrekt.

Artikel 39 Verdeelcriteria

  • 1  Subsidie wordt verdeeld op volgorde van binnenkomst van de subsidieaanvragen.

  • 2  Indien een subsidieaanvraag nog niet volledig is, geldt voor het bepalen van de onderlinge rangschikking voor de verdeling van de subsidie de dag waarop de subsidieaanvraag volledig is als datum van binnenkomst.

  • 3  Dreigt het subsidieplafond op enige dag te worden overschreden, dan vindt rangschikking van de op die dag binnengekomen volledige subsidieaanvragen plaats door middel van loting.

Artikel 40 Verplichtingen

  • 1  De subsidieontvanger heeft in ieder geval de volgende verplichtingen:

    • a.

       het project start binnen drie maanden na de datum van de beschikking tot subsidieverlening;

    • b.

       het project wordt gerealiseerd voor 31 december 2015;

    • c.

       de bevindingen en resultaten van het project worden toegankelijk gemaakt voor derden;

    • d.

       bij subsidies van € 25.000 en hoger overlegt de subsidieontvanger jaarlijks een tussentijds voortgangsverslag, indien de periode van uitvoering van de activiteiten waarvoor subsidie wordt verstrekt meer dan twaalf maanden bedraagt.

  • 2  De subsidieontvanger kan uiterlijk twee maanden voor het verstrijken van de termijn een aanvraag indienen tot ontheffing van de verplichting, bedoeld in het eerste lid, onder b.

  • 3  In de aanvraag, bedoeld in het tweede lid, wordt gemotiveerd aangegeven waarom de activiteit niet voor 31 december 2015 kan worden gerealiseerd.

  • 4  Gedeputeerde Staten kunnen besluiten de termijn, bedoeld in het eerste lid, onder b, eenmaal met maximaal een half jaar te verlengen.

Artikel 41 Prestatieverantwoording

  • 1  Bij subsidies tot € 25.000 leggen Gedeputeerde Staten in de beschikking tot subsidieverlening vast op welke wijze de subsidieontvanger desgevraagd aantoont dat de activiteiten, waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht en dat aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen is voldaan.

  • 2  Bij subsidies van € 25.000 en hoger leggen Gedeputeerde Staten in de beschikking tot subsidieverlening vast op welke wijze de subsidieaanvrager aantoont dat de activiteiten, waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht en dat aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen is voldaan.

Artikel 42 Bevoorschotting en betaling

  • 1  Bij subsidies van € 25.000 en hoger verstrekken Gedeputeerde Staten een voorschot van ten hoogste 80% van het verleende subsidiebedrag.

  • 2  Gedeputeerde Staten bepalen de hoogte van het voorschot, bedoeld in het eerste lid, op basis van prestaties, besteding en liquiditeitsbehoefte van de subsidieontvanger.

  • 3  Gedeputeerde Staten betalen het voorschot in termijnen, waarvan de hoogte en tijdstippen in de beschikking tot subsidieverlening worden bepaald.

§ 4 Gemeente impuls voor groen burgerinitiatief

Artikel 43 Begripsbepalingen

In deze paragraaf wordt verstaan onder groen burgerinitiatief: initiatief van individuele of groepjes burgers die zich inzetten voor biodiversiteit.

Artikel 44 Doelgroep

Subsidie op grond van deze paragraaf kan worden aangevraagd door gemeenten.

Artikel 45 Subsidievorm

  • 1  Gedeputeerde Staten verstrekken op grond van deze paragraaf projectsubsidies.

  • 2  Subsidies als bedoeld in het eerste lid worden verstrekt in de vorm van een geldbedrag.

Artikel 46 Subsidiabele activiteiten

Subsidie kan worden verstrekt voor projecten gericht op het stimuleren of versterken van groene burgerinitiatieven.

Artikel 47 Weigeringsgronden

Subsidie wordt geweigerd indien:

  • a.

    voor het project reeds subsidie is verstrekt op grond van een andere provinciale subsidieregeling;

  • b.

    de subsidieaanvrager in dezelfde aanvraagperiode reeds een aanvraag op grond van deze paragraaf heeft ingediend.

Artikel 48 Subsidievereisten

Om voor subsidie als bedoeld in artikel 46 in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten

  • a.

    het project wordt uitgevoerd in de provincie Noord-Brabant;

  • b.

    ten minste de helft van het te verlenen subsidiebedrag wordt besteed aan fysieke vergroening van de buitenruimte;

  • c.

    het project heeft betrekking op minimaal een halve hectare;

  • d.

    het project draagt bij aan de continuïteit van het groene burgerinitiatief;

  • e.

    het project draagt bij aan het vergroten van de biodiversiteit;

  • f.

    aan de aanvraag liggen ten grondslag:

    • 1°.

      een projectplan, waarin in ieder geval is opgenomen op welke wijze wordt voldaan aan de vereisten in deze paragraaf;

    • 2°.

      een realistische en sluitende begroting met onderbouwing.

Artikel 49 Subsidiabele kosten

  • 1.

     Voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie komen de volgende kosten voor subsidie in aanmerking:

  • a.

     kosten voor inhuur van medewerkers ten behoeve van de uitvoering van het project;

  • b.

     kosten voor de uitvoering van het project;

  • c.

     kosten voor publiciteit en communicatie;

  • d.

     kosten voor apparatuur voor zover zij ten goede komen aan het burgerinitiatief.

  • 2.

     Voor de berekening van de uurtarieven past de subsidieaanvrager de berekeningssystematiek, genoemd in artikel 13 van de Regeling uniforme kostenbegrippen en berekeningswijzen Noord-Brabant, toe.

Artikel 50 Niet subsidiabele kosten

In afwijking van artikel 49 komen kosten voor regulier groenonderhoud in ieder geval niet voor subsidie in aanmerking.

Artikel 51 Vereisten subsidieaanvraag

Subsidieaanvragen worden ingediend van 26 mei 2015 tot en met 1 december 2015.

Artikel 52 Subsidieplafond

Gedeputeerde Staten stellen het subsidieplafond voor subsidies als bedoeld in artikel 46, voor de periode genoemd in artikel 51, vast op € 150.000.

Artikel 53 Subsidiehoogte

  • 1  De hoogte van de subsidie, bedoeld in artikel 46, bedraagt maximaal 50% van de subsidiabele kosten tot een maximum van € 15.000.

  • 2  Indien toepassing van het eerste lid ertoe leidt dat de subsidie minder bedraagt dan € 5.000, wordt de subsidie niet verstrekt.

Artikel 54 Verdeelcriteria

  • 1  Subsidie wordt verdeeld op volgorde van binnenkomst van de subsidieaanvragen.

  • 2  Indien een subsidieaanvraag nog niet volledig is, geldt voor het bepalen van de onderlinge rangschikking voor de verdeling van de subsidie de dag waarop de subsidieaanvraag volledig is als datum van binnenkomst.

  • 3  Dreigt het subsidieplafond op enige dag te worden overschreden, dan vindt rangschikking van de op die dag binnengekomen volledige subsidieaanvragen plaats door middel van loting.

Artikel 55 Verplichtingen van de subsidieontvanger

  • 1  De subsidieontvanger heeft in ieder geval de volgende verplichtingen:

    • a.

       het project start binnen drie maanden na de datum van de beschikking tot subsidieverlening;

    • b.

       het project wordt gerealiseerd voor 31 december 2016;

    • c.

       de bevindingen en resultaten van het project worden toegankelijk gemaakt voor derden;

    • d.

       bij subsidies van € 25.000 en hoger overlegt de subsidieontvanger jaarlijks een tussentijds voortgangsverslag, indien de periode van uitvoering van de activiteiten waarvoor subsidie wordt verstrekt meer dan twaalf maanden bedraagt.

  • 2  De subsidieontvanger kan uiterlijk twee maanden voor het verstrijken van de termijn een aanvraag indienen tot ontheffing van de verplichting, bedoeld in het eerste lid, onder b.

  • 3  In de aanvraag, bedoeld in het tweede lid, wordt gemotiveerd aangegeven waarom de activiteit niet voor 31 december 2016 kan worden gerealiseerd.

  • 4  Gedeputeerde Staten kunnen besluiten de termijn, bedoeld in het eerste lid, onder b, eenmaal met maximaal een half jaar te verlengen.

Artikel 56 Prestatieverantwoording

  • 1  Bij subsidies tot € 25.000 leggen Gedeputeerde Staten in de beschikking tot subsidieverlening vast op welke wijze de subsidieontvanger desgevraagd aantoont dat de activiteiten, waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht en dat aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen is voldaan.

  • 2  Bij subsidies van € 25.000 en hoger leggen Gedeputeerde Staten in de beschikking tot subsidieverlening vast op welke wijze de subsidieaanvrager aantoont dat de activiteiten, waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht en dat aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen is voldaan.

Artikel 57 Bevoorschotting en betaling

  • 1  Bij subsidies van € 25.000 en hoger verstrekken Gedeputeerde Staten een voorschot van ten hoogste 80% van het verleende subsidiebedrag.

  • 2  Gedeputeerde Staten bepalen de hoogte van het voorschot, bedoeld in het eerste lid, op basis van prestaties, besteding en liquiditeitsbehoefte van de subsidieontvanger.

  • 3  Gedeputeerde Staten betalen het voorschot in termijnen, waarvan de hoogte en tijdstippen in de beschikking tot subsidieverlening worden bepaald.

§ 5 Ommetjes

Artikel 58 Begripsbepalingen

[Vervallen.]

Artikel 59 Doelgroep

[Vervallen.]

Artikel 60 Subsidiabele activiteiten

[Vervallen.]

Artikel 61 Weigeringsgronden

[Vervallen.]

Artikel 62 Subsidievereisten

[Vervallen.]

Artikel 63 Subsidiabele kosten

[Vervallen.]

Artikel 64 Vereisten subsidieaanvraag

[Vervallen.]

Artikel 65 Subsidieplafond

[Vervallen.]

Artikel 66 Subsidiehoogte

[Vervallen.]

Artikel 67 Verdeelcriteria

[Vervallen.]

Artikel 68 Verplichtingen

[Vervallen.]

Artikel 69 Prestatieverantwoording

[Vervallen.]

Artikel 70 Bevoorschotting en betaling

[Vervallen.]

§ 6 Gezondheid en natuur

Artikel 71 Begripsbepalingen

In deze paragraaf wordt onder de-minimissteun verstaan: steun die voldoet aan de voorwaarden voor vrijstelling van aanmelding als opgenomen in Verordening (EU) nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun, Pb EU L 352/9 van 24 december 2013, met inbegrip van eventueel in de toekomst vast te stellen wijzigingen.

Artikel 72 Doelgroep

  • 1 Subsidie op grond van deze paragraaf kan worden aangevraagd door een samenwerkingsverband van rechtspersonen bestaande uit:

    • a.

      organisaties met een doelstelling gericht op natuur; en,

    • b.

      gezondheids- of zorgorganisaties.

  • 2 Indien het samenwerkingsverband, bedoeld in het eerste lid, geen rechtspersoonlijkheid bezit:

    • a.

      wordt subsidie aangevraagd door een deelnemer van het samenwerkingsverband;

    • b.

      draagt het project de instemming van alle deelnemers van het samenwerkingsverband.

       

Artikel 73 Subsidievorm

  • 1 Gedeputeerde Staten verstrekken op grond van deze paragraaf projectsubsidies.

  • 2 Subsidies als bedoeld in het eerste lid worden verstrekt in de vorm van een geldbedrag.

     

Artikel 74 Subsidiabele activiteiten

Subsidie kan worden verstrekt voor projecten gericht:

  • a.

    procesondersteuning en begeleiding voor het leggen van de verbinding tussen gezondheid, welzijn en natuur;

  • b.

    aanleg van natuur ten behoeve van de gezondheid en welzijn van mensen;

  • c.

    opleiden van personeel in de zorg voor het benutten van natuur voor de gezondheid en welzijn van mensen;

  • d.

    opleiden van groene vrijwilligers voor het benutten van natuur voor de gezondheid en welzijn van mensen.

     

Artikel 75 Weigeringsgronden

Subsidie wordt geweigerd indien:

  • a.

    voor het project reeds subsidie is verstrekt op grond van een andere provinciale subsidieregeling;

  • b.

    de subsidieaanvrager in dezelfde aanvraagperiode reeds een aanvraag op grond van deze paragraaf heeft ingediend.

     

Artikel 76 Subsidievereisten

Om voor subsidie als bedoeld in artikel 74 in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:

  • a.

    het project wordt uitgevoerd in de provincie Noord-Brabant;

  • b.

    er is in het project sprake van het benutten van natuur voor de gezondheid en welzijn van mensen;

  • c.

    aan de aanvraag liggen ten grondslag:

    • 1°.

      een projectplan, waarin in ieder geval is opgenomen op welke wijze wordt voldaan aan de vereisten in deze paragraaf;

    • 2°.

      een realistische en sluitende begroting met onderbouwing.

       

Artikel 77 Subsidiabele kosten

  • 1 Voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie komen de volgende kosten voor subsidie in aanmerking:

    • a.

      kosten voor procesondersteuning en begeleiding;

    • b.

      kosten voor publiciteit en communicatie;

    • c.

      kosten voor kennisontwikkeling tot een maximum van 30% van de subsidiabele kosten;

    • d.

      kosten voor aanleg en inrichting.

  • 2 Voor de berekening van uurtarieven past de subsidieaanvrager de berekeningssystematiek, genoemd in artikel 13 van de Regeling uniforme kostenbegrippen en berekeningswijzen Noord-Brabant toe.

     

Artikel 78 Vereisten subsidieaanvraag

Subsidieaanvragen worden ingediend van 26 mei 2015 tot en met 15 oktober 2015.

Artikel 79 Subsidieplafond

Gedeputeerde Staten stellen het subsidieplafond voor subsidies als bedoeld in artikel 74, voor de periode genoemd in artikel 78, vast op € 200.000.

Artikel 80 Subsidiehoogte

  • 1 De hoogte van de subsidie, bedoeld in artikel 74, bedraagt maximaal 50% van de subsidiabele kosten, tot een maximum van € 40.000.

  • 2 Indien toepassing van het eerste lid ertoe leidt dat de subsidie minder bedraagt dan € 5.000 wordt de subsidie niet verstrekt.

  • 3 Onverminderd het maximum, genoemd in het eerste lid, wordt indien de subsidieaanvrager een onderneming is en aan hem reeds door een ander bestuursorgaan subsidie is verstrekt, slechts een zodanig bedrag aan subsidie verstrekt dat voor het totale bedrag aan subsidies over een periode van drie belastingjaren het maximumbedrag aan de-minimissteun van € 200.000 voor ondernemingen niet wordt overschreden.

     

Artikel 81 Verdeelcriteria

  • 1 Subsidie wordt verdeeld op volgorde van binnenkomst van de subsidieaanvragen.

  • 2 Indien een subsidieaanvraag nog niet volledig is, geldt voor het bepalen van de onderlinge rangschikking voor de verdeling van de subsidie de dag waarop de subsidieaanvraag volledig is als datum van binnenkomst.

  • 3 Dreigt het subsidieplafond op enige dag te worden overschreden, dan vindt rangschikking van de op die dag binnengekomen volledige subsidieaanvragen plaats door middel van loting.

     

Artikel 82 Verplichtingen

  • 1 De subsidieontvanger heeft in ieder geval de volgende verplichtingen:

    • a.

      het project start binnen drie maanden na de datum van de beschikking tot subsidieverlening;

    • b.

      het project wordt gerealiseerd voor 31 december 2016;

    • c.

      de bevindingen en resultaten van het project worden toegankelijk gemaakt voor derden.

  • 2 De subsidieontvanger kan uiterlijk twee maanden voor het verstrijken van de termijn een aanvraag indienen tot ontheffing van de verplichting, bedoeld in het eerste lid, onder b.

  • 3 In de aanvraag, bedoeld in het tweede lid, wordt gemotiveerd aangegeven waarom de activiteit niet voor 31 december 2016 kan worden gerealiseerd.

  • 4 Gedeputeerde Staten kunnen besluiten de termijn, bedoeld in het eerste lid, onder b, eenmaal met maximaal een half jaar te verlengen.

     

Artikel 83 Prestatieverantwoording

  • 1 Bij subsidies tot € 25.000 leggen Gedeputeerde Staten in de beschikking tot subsidieverlening vast op welke wijze de subsidieontvanger desgevraagd aantoont dat de activiteiten, waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht en dat aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen is voldaan.

  • 2 Bij subsidies van € 25.000 en hoger leggen Gedeputeerde Staten in de beschikking tot subsidieverlening vast op welke wijze de subsidieontvanger aantoont dat de activiteiten, waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht en dat aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen is voldaan.

Artikel 84 Bevoorschotting en betaling

  • 1 Bij subsidies van € 25.000 en hoger verstrekken Gedeputeerde Staten een voorschot van ten hoogste 80% van het verleende subsidiebedrag.

  • 2 Gedeputeerde Staten bepalen de hoogte van het voorschot, bedoeld in het eerste lid, op basis van prestaties, bestedingen en liquiditeitsbehoefte van de subsidieontvanger.

  • 3 Gedeputeerde Staten betalen het voorschot in termijnen, waarvan de hoogte en tijdstippen in de beschikking tot subsidieverlening worden bepaald.

     

§ 7 Slotbepalingen

Artikel 85 Evaluatie

Gedeputeerde Staten zenden in 2016 en vervolgens telkens na twee jaar aan Provinciale Staten een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze regeling in de praktijk

Artikel 86 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 87 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling natuur en samenleving Noord-Brabant.

Ondertekening

’s-Hertogenbosch, 7 oktober 2014
Gedeputeerde Staten voornoemd,
de voorzitter prof. dr. W.B.H.J. van de Donk
 de secretaris mw. ir. A.M. Burger